HOOFDSTUK 2 SPEELAUTOMATEN
Artikel 2 Aantal kansspelautomaten in hoogdrempelige inrichtingen
In hoogdrempelige inrichtingen zijn maximaal twee kansspelautomaten
toegestaan.
Artikel 3 Aantal kansspelautomaten in speelautomatenhallen.
De burgemeester kan vergunning verlenen voor het aanwezig hebben van
maximaal
150 kansspelautomaten in een speelautomatenhal.
HOOFDSTUK 3 SPEELAUTOMATENHALLEN
Artikel 4 Verbodsbepaling en beperkingen
- 1.
Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een
speelautomatenhal te vestigen of te exploiteren.
- 2.
Vergunning kan worden verleend voor ten hoogste één
speelautomatenhal.
- 3.
Een vergunning voor een speelautomatenhal kan uitsluitend worden
verleend voor percelen die gelegen zijn op bedrijventerrein Zanddonk te Waalwijk,
zoals aangegeven op de plattegrond in bijlage 1 behorende bij deze
verordening.
- 4.
Een vergunning voor een speelautomatenhal kan uitsluitend worden
verleend
aan een speelautomatenhal die onderdeel uitmaakt van een multifunctioneel
leisure concept.
- 5.
Het is verboden de voorschriften in deze verordening te overtreden.
Artikel 5 Vergunningaanvraag
De exploitant dient bij de vergunningaanvraag in ieder geval de volgende
gegevens te overleggen:
- a.
Een plattegrond op schaal van de inrichting waaruit ten minste blijkt op
welke plaats en in welk aantal kansspelautomaten worden opgesteld en op welke plaats leeftijdscontrole plaatsvindt;
- b.
Een document waaruit blijkt dat hij gerechtigd is over de ruimte te
beschikken.
- c.
De personalia van de aanvrager en de beheerder(s) en/of de
bedrijfsleider(s), voorzien van een kopie van een geldig
identiteitsbewijs.
- d.
De gegevens van de rechtspersoon die de vergunning aanvraagt
- e.
Bewijsstukken waarmee wordt aangetoond dat wordt voldaan aan artikel
30d, vierde lid, van de Wet op de kansspelen.
- f.
Een nauwkeurige omschrijving van het concept van de
speelautomatenhal, in relatie tot artikel 4, vierde lid van de
verordening.
- g.
Een plan waarin wordt beschreven welke maartregelen de aanvrager
neemt ter preventie en bestrijding van gokverslaving en op welke
wijze hij de gedrags- en reclamecode voor kansspelen naleeft.
- h.
Een plan waarin wordt beschreven welke maatregelen de aanvrager
neemt ter bescherming van de openbare orde, veiligheid en het woon-
en leefklimaat.
- i.
Een volledig ingevuld en ondertekend vragenformulier in het kader
van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar
bestuur (Wet BIBOB).
Artikel 6 Indiening en Volledigheid
- a.
Door middel van een bekendmaking kondigt de burgemeester de
mogelijkheid tot het indienen van aanvragen voor een vergunning
aan.
- b.
Aanvrager heeft een termijn van drie weken vanaf de dag van
bekendmaking om een aanvraag in te dienen.
- c.
Aanvragen die niet voldoen aan enig wettelijk voorschrift voor het
in behandeling nemen van aanvragen, worden door de burgemeester
buiten behandeling gesteld.
- d.
Aanvragen die na de gestelde termijn van drie weken worden ontvangen
worden door de burgemeester buiten behandeling gesteld
- e.
Bij een onvolledige aanvraag krijgt de aanvrager een termijn van
drie weken om zijn aanvraag aan te vullen.
- f.
Na het verstrijken van de aanvullingstermijn is het niet meer
mogelijk aanvullende gegevens in te dienen.
Artikel 7 Beslistermijn
De burgemeester beslist binnen twaalf weken na de datum waarop hij de
aanvraag
met bijbehorende bescheiden heeft ontvangen. De beslissing kan eenmaal voor
ten
hoogste twaalf weken worden verdaagd. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3
van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing.
Artikel 8 Vergelijkende toets
Indien meerdere gelijkwaardige aanvragen voor een vergunning worden
ingediend, wordt door de burgemeester een vergelijkende toets uitgevoerd op basis van
de volgende criteria:
- a.
concept van de speelautomatenhal in relatie tot artikel 4, vierde
lid;
- b.
effecten op openbare orde, veilheid en woon- en leefklimaat;
- c.
bijdrage aan de preventie en bestrijding van gokverslaving.
Artikel 9 Vergunning
- 1.
De vergunning wordt gesteld ten name van de exploitant en is niet overdraagbaar.
- 2.
In de vergunning wordt de naam vermeld van de beheerder(s) en/of de bedrijfsleider(s).
- 3.
De vergunning wordt verleend voor onbepaalde tijd.
- 4.
Aan de vergunning worden voorschriften en beperking verbonden.
Deze hebben in elk geval betrekking op:
- a.
de opening- en sluitingstijden van de speelautomatenhal;
- b.
het toezicht in de speelautomatenhal;
- c.
het aantal en type speelautomaten dat mag worden opgesteld;
- d.
de exploitatie van de speelautomatenhal.
- 5.
In een speelautomatenhal is geen verkoop of aanwezigheid van
alcohol toegestaan; indien in hetzelfde gebouw een of
meerdere horecagelegenheden aanwezig zijn waar alcohol wordt
geschonken, moeten deze strikt gescheiden zijn van de
speelautomatenhal.
- 6.
Degene aan wie een vergunning is verleend is, is verplicht
de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te
komen.
- 7.
Het gebruikmaken van een geldige exploitatievergunning voor
een speelautomatenhal is alleen mogelijk in combinatie met
een geldige aanwezigheidsvergunning voor een
speelautomatenhal.
Artikel 10 Weigeringsgronden
- 1.
De burgemeester weigert de vergunning, indien:
- a.
het maximaal aantal af te geven vergunningen voor speelautomatenhallen is verleend;
- b.
niet wordt voldaan aan de krachtens artikel 4, derde en vierde lid, gestelde eisen;
- c.
de aanwezigheid van de speelautomatenhal in strijd is met een geldend bestemmingsplan;
- d.
niet wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d, vierde lid, van de
wet gestelde eisen;
- e.
de beheerders en/of de bedrijfsleiders de leeftijd van 21 jaar niet
hebben bereikt;
- f.
naar zijn oordeel het woon- en leefklimaat in de omgeving, dan wel de openbare orde of veiligheid op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de aanwezigheid van de speelautomatenhal;
- g.
meer dan 150 kansspelautomaten aanwezig zijn.
- 2.
De burgemeester kan de vergunning weigeren indien de
aanvrager de bij of krachtens titel VA van de wet gestelde bepalingen heeft overtreden in de
drie jaren voorafgaand aan het moment van de aanvraag van de vergunning.
- 3.
De burgemeester weigert de vergunning eveneens in het geval en onder
voorwaarden, als bedoeld in art.3 van de Wet Bevordering
Integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.
Artikel 11 Intrekkingsgronden
De burgemeester kan de vergunning intrekken, indien:
- a.
blijkt dat de vergunning ten gevolge van een onjuiste of onvolledige
opgave is verleend;
- b.
niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 30d, vierde lid, van de
wet gestelde eisen;
- c.
de omstandigheden of inzichten op grond waarvan de vergunning is
verleend zodanig zijn gewijzigd dat een situatie is ontstaan als bedoeld in artikel
9, eerste lid, onder f;
- d.
wordt gehandeld in strijd met de aan de vergunning verbonden
voorschriften of beperkingen;
- e.
niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 11of 12;
- f.
de vergunninghouder de bij of krachtens titel VA van de wet
gestelde bepalingen heeft overtreden;
- g.
gedurende een periode van ten minste zes maanden geen gebruik van de vergunning wordt gemaakt;
- h.
de exploitant niet langer gerechtigd is om over de ruimte te
beschikken;
- i.
niet langer wordt voldaan aan de krachtens artikel 4, vierde lid,
gestelde eis.
- j.
de exploitant hierom verzoekt.
Artikel 12 Wijziging beheerder
Indien een beheerder/ bedrijfsleider die op de vergunning staat vermeld niet
meer
als zodanig werkzaam is, dient de exploitant binnen vier weken nadat deze
situatie is
ontstaan, een aanvraag tot wijziging van de vergunning in.
Artikel 13 Wijziging exploitant
- 1.
Indien de exploitatie van een speelautomatenhal wordt beëindigd of
een speelautomatenhal aan een rechtsopvolger wordt overgedragen, doet de exploitant hiervan onmiddellijk schriftelijk mededeling aan de
burgemeester.
- 2.
De bestaande vergunning vervalt van rechtswege zodra de op de vergunning
vermelde exploitant de exploitatie feitelijk heeft beëindigd.
HOOFDSTUK 4 STRAF- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 14 Strafbepaling
Overtreding van het bij of krachtens deze verordening bepaalde kan worden
bestraft
met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de
tweede
categorie.
Artikel 15 Toezichthouders
- 1.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens
deze verordening zijn, naast de in artikel 141 van het Wetboek van
Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, belast: de als
buitengewoon opsporingsambtena(a)r(en) beëdigde ambtenaren zoals
bedoeld in artikel 142 van het Wetboek van Strafvordering.
- 2.
Voorts zijn met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of
krachtens deze verordening belast de bij besluit van het college dan
wel door de burgemeester aangewezen personen.
Artikel 16 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking na bekendmaking. Op dat moment komt de
Speelautomaten verordening Waalwijk 2006 te vervallen.
Artikel 17 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening
speelautomaten(hallen) 2016.