Organisatie | Maastricht |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Uitvoeringsbesluit Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2016 e.v. |
Citeertitel | Uitvoeringsbesluit individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2016 e.v. |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Regeling vervangt het Uitvoeringsbesluit individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2015
Participatiewet
N.v.t.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2016 | Nieuwe regeling | 05-04-2016 Gemeenteblad 2016, 76051 | 2016-11885 |
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN MAASTRICHT,
Gezien het voorstel van organisatieonderdeel BO-sociaal, no. 2016-11885, d.d. 5 april 2016;
Het uitvoeringsbesluit Individuele Inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2016 e.v.
onder gelijktijdige intrekking van:
Het Uitvoeringsbesluit individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland, vastgesteld op 4 november 2014.
Artikel 1. Individuele Inkomenstoeslag
De belanghebbende van 21 jaar of ouder, doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering, kan in aanmerking komen voor een individuele inkomenstoeslag.
Artikel 2. Langdurig laag inkomen
Het inkomen mag gedurende een onafgebroken periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum (referteperiode) in beginsel niet hoger zijn geweest dan de van toepassing zijnde bijstandsnorm, exclusief de kostendelersnorm.
Artikel 3. Geen zicht op inkomensverbetering
Artikel 5. Inkomenstoeslag van niet-bijstandsgerechtigden
Artikel 6. Wijze van aanvraag en moment van toekenning
Artikel 7. De hoogte van de inkomenstoeslag
Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2016.
Dit besluit kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit individuele inkomenstoeslag Participatiewet Maastricht-Heuvelland 2016 e.v.
Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Eijsden-Margraten d.d. 19 april 2016.
Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Gulpen-Wittem d.d. 12 april 2016.
Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Maastricht d.d. 5 april 2016.
Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Meerssen d.d. 26 april 2016.
Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Vaals d.d. 3 mei 2016.
Aldus besloten door het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul d.d. 19 april 2016.
Artikel 1 Individuele inkomenstoeslag
Vanaf 1 januari 2015 is, vanwege de invoering van de participatiewet, de categoriale voorziening langdurigheidstoeslag vervangen door de individuele inkomenstoeslag. De belanghebbende van 21 jaar of ouder doch jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd, die langdurig een laag inkomen en geen in aanmerking te nemen vermogen als bedoeld in artikel 34 heeft en geen uitzicht heeft op inkomensverbetering komt in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag. Hierbij dient op basis van maatwerk gekeken te worden of er recht bestaat op een individuele inkomensvrijlating. Kernbegrippen waar naar gekeken dient te worden zijn de krachten en bekwaamheden van de individuele persoon in verhouding tot de inspanning die geleverd is om tot inkomensverbetering te komen.
Artikel 3 Geen zicht op inkomensverbetering.
Of belanghebbende zich voldoende heeft ingespannen kan in de praktijk blijken uit (periodieke) doelmatigheidsheronderzoeken maar kan ook volgen uit monitoring van re-integratieverplichtingen en andere door de gemeente geïnitieerde re-integratie en/of participatietaken of uit de inzet van instrumenten in dit kader. Volgt uit onderzoek dat belanghebbende zich niet of onvoldoende heeft ingespannen om te re-integreren of te participeren dan houdt dat in feite ook in dat hij daarmee niet of onvoldoende heeft getracht om tot inkomensverbetering te komen. De beste objectieve graadmeter in deze is dan ook na te gaan of er al dan niet een maatregel (verlaging van de uitkering) is opgelegd vanwege het niet nakomen van re-integratie- of participatieverplichtingen.
Overigens kan bij het ontbreken van arbeidsverplichtingen worden aangenomen dat een belanghebbende heeft voldaan aan zijn re-integratieverplichtingen.
Artikel 5 Inkomenstoeslag van niet-uitkeringsgerechtigden
Wanneer de aanvrager(s) niet onder de re-integratieverplichtingen van de Participatiewet vallen maar onder andere wetgeving dienen dezelfde criteria gehanteerd te worden als voor belanghebbenden die onder de participatie wet vallen. In de praktijk betekent dit dat er een controle dient plaats te vinden of belanghebbende(n) zich tijdens de referteperiode hebben gehouden aan de regels gesteld door de uitkeringsinstantie m.b.t. re-integratie. Hiertoe kan onder andere Suwinet worden geraadpleegd inzake opgelegde maatregelen.