Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 24 mei 2016, nr. 81848367, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels provincie Utrecht) |
Citeertitel | Uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels provincie Utrecht |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | algemeen |
Eigen onderwerp | subsidies, cultuur, archeologie |
Geen.
Algemene subsidieverordening provincie Utrecht, art. 4
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-04-2018 | 30-05-2019 | Wijziging Art. 1, 2, 4, 5, 7, 8, 10 en de toelichting | 03-04-2018 | 81C994B6 | |
19-05-2017 | 10-04-2018 | Wijziging Artikelen 1, 2, 4, 5, 7, 8, 9 en 10 | 09-05-2017 | 81AD4316 | |
03-06-2016 | 19-05-2017 | nieuwe regeling | 24-05-2016 | 81848367 |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 24 mei 2016, nr. 81848367, houdende nadere regels op grond van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht (Uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels provincie Utrecht)
Gedeputeerde Staten van Utrecht;
Gelet op de artikelen 4, 6, 28, 31 en 33 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;
Overwegende dat Provinciale Staten op 18 april 2016 de cultuur- en erfgoednota provincie Utrecht 2016–2019 ‘Alles is NU’ hebben vastgesteld;
Overwegende dat nadere regels nodig zijn om subsidies voor restauratie van rijksmonumenten in de provincie Utrecht mogelijk te maken;
Overwegende dat Provinciale Staten in de cultuur- en erfgoednota ingaan op het belang van duurzaamheid en de bevordering van de leefbaarheid van kleine kernen en hiervoor door middel van subsidies aandacht vragen;
Besluiten de volgende uitvoeringsverordening vast te stellen:
In deze uitvoeringsverordening wordt verstaan onder:
Cultuurhistorisch waarde: de waarde van een monument gezien het architectuurhistorisch belang, het cultuurhistorisch belang, het stedenbouwkundig belang (waaronder ook de ensemble- en landschap waarde), de gaafheid, herkenbaarheid en zeldzaamheid, de aantoonbare noodzaak voor behoud van het rijksmonument en het aantoonbaar belang voor de provincie Utrecht;
Subsidiabele kosten: Subsidiabel zijn de kosten van werkzaamheden, maatregelen en voorzieningen die als zodanig zijn aangemerkt in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013, in de bijlage als bedoeld in artikel 4 van de subsidieregeling instandhouding monumenten (Sim), van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). Tot de subsidiabele kosten behoren in ieder geval niet: Kosten van aanpassingen die het monument schaden;
Artikel 3 Subsidieontvangers/Doelgroepen
Subsidie kan worden verstrekt aan de eigenaar van een rijksmonument of diens gemachtigde.
Artikel 8 Hoogte van de subsidie
Ingeval de subsidie conform het eerste lid meer bedraagt dan € 1.000.000,–, zal de subsidie niet hoger zijn dan het verschil tussen de subsidiabele kosten en de exploitatie winst van de investering zoals bedoeld in artikel 2, sub 39 AGVV. De exploitatiewinst wordt in mindering gebracht op de in aanmerking komende kosten, met dien verstande dat de aanvrager over de betrokken periode een redelijke winst zoals bedoeld in artikel 2, aanhef en onder 142 AGVV mag behouden.
Subsidie wordt verstrekt met inachtneming van artikel 53 van de AGVV of anderzins in overeenstemming met de staatssteunregels.
Provinciaal blad 3192 van 2016
De subsidieverordening is bestemd voor de restauratie van Utrechtse rijksmonumenten. Eigenaren van woonhuizen en monumenten waarvoor in het kader van een provinciaal gebiedsprogramma restauratiebudget beschikbaar is, kunnen geen gebruik maken van deze subsidieverordening. Binnen de regeling ligt het accent op historische buitenplaatsen.
Artikel 2, tweede lid, onder b: er zal gecontroleerd worden of er sprake is van een urgente restauratieopgave. Artikel 2, tweede lid onder f: de mate van cofinanciering door de eigenaar zelf en door andere fondsen en subsidiegevers (minimaal 50%). De cofinanciering betreft een zo hoog mogelijk percentage van de subsidiabele kosten. Artikel 2, vierde lid benoemt aanvullende criteria waaraan wordt getoetst als: – er meer aanvragen zijn ingekomen dan vanwege het subsidieplafond zijn toe te kennen; en – selectie van een aantal aanvragen niet mogelijk is omdat zij allemaal aan de criteria van het eerste en tweede lid voldoen. In die situatie geldt aanvullend dat eerst de mate van cofinanciering, daarna de mate van duurzaamheid, daarna aanvragen die een herbestemmingsopgave betreffen, vervolgens de aansluiting bij de provinciale gebiedsaanpak en tot slot de mate van spreiding over categorieën en regio’s. Indien aanvragen aansluiten bij een provinciale gebiedsaanpak en hiervoor al restauratiebudget voor beschikbaar is, kan er geen aanspraak worden gemaakt op een restauratiesubsidie uit de uitvoeringsverordening subsidie Erfgoedparels.
Artikel 4, tweede lid: Het aanvraagformulier zal worden verstrekt nadat er afstemming heeft plaatsgevonden met een medewerker van team CER van de provincie Utrecht.
Artikel 5, eerste lid onder k: Indien de omgevingsvergunning nog niet is afgegeven door het bevoegd gezag, kan de subsidiebeschikking onder opschortende voorwaarden verstrekt worden.
Artikel 10 eerste lid onder a: Conform de Subsidieregeling Instandhouding Monumenten 2013 (SIM 2013) artikel 21 moeten de werkzaamheden uitgevoerd worden volgens in de beroepsgroep geldende normen. Dit zijn in elk geval de normen die zijn vastgesteld door het College van Deskundigen Restauratiekwaliteit van de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg. Het kan ook gaan om nog niet door het College van Deskundigen maar wel al door de beroepsgroep zelf vastgestelde normen.
Artikel 10 tweede lid: Op grond van artikel 4:38 van de Awb en artikel 26 van de Asv kan aan de subsidieontvanger verplichtingen opgelegd worden die dienen tot verwezenlijking van het doel waarvoor de subsidie wordt verstrekt. De verplichting die in dit tweede lid is vastgelegd, is zo’n verplichting. Daarbij is aangesloten bij de Subsidieregeling instandhouding monumenten van het Rijk (de Sim). In deze regeling (artikel 19) is voor rijkssubsidies een vergelijkbare verplichting opgenomen, inhoudende: ‘De minister kan de subsidieontvanger verplichten na afloop van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, het beschermd monument of het zelfstandig onderdeel te bewaren en te onderhouden in de staat waarin het door de werkzaamheden waarvoor subsidie is verleend, is gebracht’.