Organisatie | Nieuwegein |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling Werkervaringsplaatsen 2016 |
Citeertitel | Regeling Werkervaringsplaatsen 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-06-2016 | nieuwe regeling | 10-05-2016 | Onbekend. |
Regeling Werkervaringsplaatsen 2016
Artikel 3. Werkervaringsovereenkomst
In een werkervaringsovereenkomst wordt tenminste vastgelegd: het doel van de werkervaringsplaats, het aantal uren per week dat de activiteiten worden verricht, wat deze activiteiten inhouden en de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt.
De werkervaringsovereenkomst kan tussentijds worden beëindigd bij onvoldoende inzet en/of functioneren op de werkervaringsplaats of indien van één of beide partijen redelijkerwijs niet kan worden verlangd deze voort te zetten.
Artikel 4. Verklaring omtrent gedrag
Indien de gemeente daarom vraagt, verstrekt de wepper een verklaring omtrent gedrag aan de gemeente. De kosten hiervan komen voor rekening van de gemeente.
Het staat de gemeente vrij om de overeenkomst met de wepper niet aan te gaan/of te beëindigen als de verklaring negatief is.
Artikel 5. Duur van de werkervaringsplaats
De duur van de werkervaringsplaats is voor bepaalde tijd, in principe voor een periode van maximaal zes maanden. Eventueel kan de werkervaringsovereenkomst eenmalig worden verlengd voor een periode van maximaal zes maanden.
Artikel 10. Inwerkingtreding en citeertitel
Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling werkervaringsplaatsen 2016” en treedt met bijbehorende bijlagen 1 en 2 in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking.
Bijlage 1 Toelichting Regeling werkervaringsplaatsen
Bijlage 2Lokale regelingen stages en werkervaringsplaatsen
Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 10 mei 2016,
Bijlage 1 Toelichting Regeling werkervaringsplaatsen
Bijlage 1. Toelichting regeling werkervaringsplaatsen 2016
Om jongeren en werkzoekenden werkervaring op te laten doen bestaan er de mogelijkheden van een stage- en een werkervaringsplaats. Ten aanzien van de stageplaats is een aparte regeling opgesteld.
Artikel 1:2a en 1:2b van de CAR-UWO bieden organisaties mogelijkheden om werkzoekende en stagiairs activiteiten binnen de organisatie te ontplooien. Het gaat hierbij om jongeren of werkzoekenden die nog een opleiding volgen of die net een opleiding hebben afgerond.
Een aantal artikelen en hoofdstukken van de CAR-UWO zijn niet van toepassing voor stagiairs en weppers. Voor zover het de bedoeling is om ook (onderdelen) van lokale regelingen uit te sluiten voor stagiairs en weppers, moet dat in de lokale regeling worden geregeld.
Zowel de stagiair als de wepper is geen ambtenaar in de zin van artikel 1 CAR-UWO.
Deze regeling is gebaseerd op artikel 1:2b CAR-UWO en gaat over de werkervaringsplaats. De werkervaringsovereenkomst is geen arbeidsovereenkomst en er is dus geen sprake van een dienstverband.
Eisen aan de werkervaringsplaats
Een werkervaringsplaats is bedoeld voor het opdoen van werkervaring, eventueel met behoud van een uitkering sociale verzekeringswetten van de wepper.
De werkervaringsplaats moet aan bepaalde eisen voldoen, zo moet de werkervaringsplaats bijdragen aan het verkrijgen van een positieve werkhouding dan wel het leren functioneren in een arbeidsrelatie, bijdragen aan de ontwikkeling van de deelnemer en passen in het traject dat leidt tot ongesubsidieerde arbeid. Een werkervaringsplaats kan ook onderdeel zijn van een traject en gecombineerd worden met scholing of een training via een uitkeringsinstantie.
De werkervaringsplaats kan ook worden ingezet als voortraject voor uitstroom naar ongesubsidieerd werk. Het mag bij een werkervaringsplaats niet gaan om werkzaamheden waardoor verdringing van een reguliere arbeidsplaats optreedt.
De verzoeken komen bij P&O binnen, dan wel worden doorgeleid naar P&O. P&O screent de
verzoeken en informeert bij de afdelingen of er behoefte is aan een wepper.
Kandidaten die om welke reden dan ook niet in aanmerking komen voor een werkervaringsplaats,
worden hierover schriftelijk geïnformeerd.
Komt een kandidaat wel in aanmerking dan worden zijn gegevens doorgeleid naar de afdeling
waar de werkervaringsplaats gaat plaatsvinden. De contactpersoon / begeleider van de wepper binnen de afdeling voert een kennismakingsgesprek met de kandidaat. Indien beide partijen tot een overeenstemming komen wordt er een overeenkomst opgesteld. De overeenkomst wordt zowel door het desbetreffende afdelingshoofd als door de wepper ondertekend.
De wepper krijgt een begeleider vanuit de organisatie toegewezen. De begeleider ondersteunt de wepper met name op het gebied van praktische zaken zoals werkinhoudelijke aanwijzingen geven, informeren over arbo technische voorschriften en informeren over de wijze waarop men zich gedraagt op de werkvloer.
Er zal binnen de reguliere werktijd tijd moeten worden ingeroosterd voor de begeleiding van de
wepper. Het is dus niet de bedoeling dat de begeleider hiervoor extra uren maakt.
De begeleider zal inhoudsdeskundig moeten zijn en tevens over coachende kwaliteiten moeten beschikken.
Voordat een wepper wordt geplaatst op een werkervaringsplaats, wordt er een werkervarings-overeenkomst opgesteld en ondertekend door het betreffende afdelingshoofd en de wepper.
Een wepper kan starten nadat de werkervaringsplaatsovereenkomst is getekend. De bepalingen die vermeld staan in de overeenkomst zijn bindend.
De duur van de werkervaringsplaats is voor bepaalde tijd, in principe voor maximaal zes maanden. Eventueel kan de overeenkomst eenmalig worden verlengd met een periode van maximaal zes maanden.
Een wepper wordt niet door een organisatie ‘aangenomen’ om ‘werkzaam’ te zijn zoals een reguliere medewerker. De wepper kan wel arbeid verrichten, maar die is in de eerste plaats gericht op het verwerven van bekwaamheden en niet op economisch voordeel van de werkgever. Weppers vallen daarom niet onder de CAR-UWO en hun rechten en plichten worden in een werkervaringsovereenkomst geregeld.
De werkervaringsovereenkomst kan tussentijds worden beëindigd bij onvoldoende inzet en/of functioneren op de werkervaringsplaats of indien van één of beide partijen redelijkerwijs niet kan worden verlangd deze voort te zetten.
Bij een werkervaringsplaats staan het leerproces en het opdoen van ervaring centraal en niet het verdienen van geld. Dit neemt niet weg dat er wel een redelijke onkostenvergoeding moet worden betaald. Deze onkostenvergoeding geldt voor werkervaringsplaatsen van minimaal 1 maand aaneengesloten. De hoogte wordt bepaald volgens het “Vergoedingen en toelagenoverzicht 2016”. De bedragen zijn gebaseerd op een 36 urige werkweek. Bij een deeltijd werkervaringsplaats wordt de vergoeding naar rato berekend. De hoogte van de vergoeding wordt niet aangepast bij salaris wijzigingen vanuit de CAO.
De wepper ontvangt een reiskostenvergoeding op basis van de Vergoedingsregeling reis- en verblijfkosten. Dit betekent dat wanneer de woon-werk afstand meer dan 10 km is de wepper in aanmerking komt voor een reiskostenvergoeding. Dit wordt berekend volgens de bepalingen van de vergoedingsregeling reis- en verblijfkosten (routenet en snelste route).
De aanspraken voor vakantieverlof zijn voor de wepper gelijk aan die van de medewerkers van de gemeente. Deze aanspraken worden bij de start van de werkervaringsperiode berekend door de salarisadministratie. De wepper krijgt toegang tot het verlof via Youforce. Opnemen van verlof gaat in overleg met de begeleider van de gemeente. Wanneer de werkervaringsplaats vanuit een uitkeringssituatie plaatsvindt en de uitkerende instantie regels hanteert bij het opnemen van verlof, dient de wepper eerst te overleggen met de uitkeringsinstantie voordat hij/zij verlof opneemt. Niet opgenomen vakantieverlof wordt na afloop van de werkervaringsperiode niet uitbetaald.
De wepper is verplicht om afwezigheid te melden bij zijn begeleider binnen de gemeente. Bij afwezigheid door ziekte dient de wepper zich persoonlijk voor 9.00 uur ‘s morgens ziek te melden bij zijn of haar begeleider. Wanneer de wepper langer dan twee weken ziek is, wordt op aangeven van de leidinggevende de vergoeding stopgezet totdat de wepper de werkzaamheden hervat.
Indien de uitkerende instantie bij ziekmelden ook regels hanteert dient de wepper zich ook daar aan te houden.
De wepper is verplicht zich te houden aan de vastgestelde huis- en gedragsregels van de gemeente, waaronder de geheimhoudingsplicht. De wepper is verplicht geheim te houden datgene wat hem/haar onder geheimhouding wordt toevertrouwd, en ook de informatie die hem/haar ter beschikking komt en waarvan hij/zij het vertrouwelijk karakter behoort te begrijpen. Een geheimhoudingsbepaling is opgenomen in de werkervaringsovereenkomst. Handelen in strijd met de geheimhoudingsplicht kan leiden tot onmiddellijke beëindiging van de
werkervaringsplaats door de gemeente en eventueel tot andere sancties.
De gemeente heeft een aansprakelijkheidsverzekering (WA) welke ook geldt voor weppers. De gemeente kan aansprakelijk gesteld worden voor, door de wepper, geleden schade in de uitoefening van zijn werkzaamheden.
Er bestaat geen aansprakelijkheid als de gemeente kan aantonen dat zij zich voldoende aan haar zorgplicht heeft gehouden of als de schade voor een groot deel te wijten is aan opzet of bewuste roekeloosheid van de wepper.
Een Verklaring Omtrent Gedrag is een bewijs van goed gedrag. Uit deze verklaring blijkt dat het gedrag in het verleden geen bezwaar vormt voor het verrichten van een functie bij een werkgever.
Indien de gemeente daarom vraagt, verstrekt de wepper een Verklaring Omtrent Gedrag aan de gemeente. De kosten hiervan komen voor rekening van de gemeente Nieuwegein.
Het kan zijn dat de wepper werkzaamheden gaat verrichten waarin hij/zij te maken krijgt met (privacy) gevoelige informatie, financiële aspecten of werkzaamheden wat extra risico’s meebrengt in de omgang met anderen. Het afdelingshoofd bepaalt of het nodig is dat de wepper een VOG aanvraagt.
Het staat de gemeente vrij om de overeenkomst met de wepper niet aan te gaan/of te beëindigen als de wepper geen VOG kan overhandigen.
Er kunnen specifieke afspraken worden gemaakt met de uitkerende instantie, zoals UWV of
gemeente. Een uitkeringsgerechtigde zal toestemming moeten hebben van de uitkerende instantie om de werkervaringsplaats te mogen vervullen. De verantwoordelijkheid daarvan ligt bij de wepper. Bij het aangaan van een werkervaringsovereenkomst moet hier aandacht voor zijn, dat proces loopt via het team P&O.
De uitkeringsinstantie kan om een afschrift van de werkervaringsovereenkomst vragen.