Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Groningen

Subsidieregeling Rafelranden NNN

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieGroningen
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingSubsidieregeling Rafelranden NNN
CiteertitelSubsidieregeling Rafelranden NNN
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpfinanciën en economie
Eigen onderwerpSubsidies

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling geldt tot 31 december 2018.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998, art. 8, lid 1
  2. Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81, lid 1

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

10-06-201629-03-2018nieuwe regeling

31-05-2016

Elektronisch Gemeenteblad, 09-06-2016

622629

Tekst van de regeling

Intitulé

Subsidieregeling Rafelranden NNN

Gedeputeerde Staten van Groningen maken bekend dat zij in hun vergadering van 31 mei 2016, nr. A.9, zaaknummer 622629, het volgende besluit hebben genomen:

Gedeputeerde Staten van Groningen;

 

Overwegende dat:

• In het Collegeprogramma 2016-2019 'Vol vertrouwen' staat dat er jaarlijks financiële middelen beschikbaar zijn voor herstel of versterking van Natuur Netwerk Nederland;

• Gedeputeerde Staten speerpunten hebben geformuleerd voor de inzet van deze financiële middelen.

 

Gelet op artikel 8, eerste lid, van de Kaderverordening subsidies provincie Groningen 1998 en artikel 4:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht;

 

Besluiten

 

vast te stellen hetgeen volgt:

 

Subsidieregeling Rafelranden NNN

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

     NNN: Natuur Netwerk Nederland, voorheen Ecologische Hoofdstructuur;

  • b.

     onderneming: eenheid die een economische activiteit uitoefent, ongeacht haar rechtsvorm en de wijze waarop zij wordt gefinancierd.

Artikel 2 Subsidieaanvrager

Subsidie kan worden aangevraagd door een natuurbeherende organisatie, een agrarische natuurvereniging, een waterschap, een gemeente of een particuliere natuurbeheerder, niet zijnde een onderneming actief in de primaire landbouwproductie.

Artikel 3 Subsidieaanvraag

  • 1

     De indiening van een aanvraag geschiedt door de inzending van een projectplan.

  • 2

     In het projectplan wordt in ieder geval het volgende opgenomen:

    • a.

       een beschrijving van de uit te voeren activiteit;

    • b.

       de voorziene financiering van de kosten van de activiteit met inbegrip van een eventuele eigen bijdrage in de kosten;

    • c.

       een tijdplanning;

    • d.

       een kaart met de locatie van de uit te voeren activiteit in relatie tot het NNN en de openbare toegankelijkheid ervan;

    • e.

       een ecologische onderbouwing van de mate waarin het project bijdraagt aan het doel van deze regeling als omschreven in artikel 5. In de onderbouwing dient aangegeven te worden ten aanzien van welke diersoort het doel wordt nagestreefd.

  • 3

     Voor zover voor de uit te voeren activiteiten toestemming nodig is van de betrokken grondeigenaren of zakelijk gerechtigden, dient deze schriftelijke toestemming bij de aanvraag te worden gevoegd.

  • 4

     Indien de subsidie geheel of gedeeltelijk ten goede zal komen van een onderneming overlegt de aanvrager een Verklaring de-minimissteun.

Artikel 4 Ontvangst en behandeling subsidieaanvraag

  • 1

     Na de ontvangst van een subsidieaanvraag bevestigen Gedeputeerde Staten de ontvangst. Daarbij geven Gedeputeerde Staten aan binnen welke termijn zij een besluit zullen nemen.

  • 2

     Aanvragen kunnen jaarlijks van 1 juni tot 1 december worden ingediend.

  • 3

     Gedeputeerde Staten beslissen op aanvragen op volgorde van binnenkomst.

  • 4

     Wanneer de aanvrager met toepassing van artikel 4:5 van de Awb in de gelegenheid is gesteld de aanvraag aan te vullen, geldt de dag waarop de aanvulling is ontvangen met betrekking tot de verdeling van de beschikbare middelen als de datum van ontvangst.

  • 5

     Voor zover door verstrekking van subsidie voor aanvragen die op dezelfde dag zijn ontvangen het subsidieplafond wordt overschreden, wordt de onderlinge rangschikking van de aanvragen vastgesteld door middel van loting.

Artikel 5 Toetsingscriteria subsidieverlening

  • 1

     Een subsidie kan worden verleend indien en voor zover de activiteiten plaatsvinden in de provincie Groningen en het volgende doel hebben:

    • a.

       Het stimuleren van ecologische verbindingszones.

       

      De ecologische verbindingszones dienen een verbinding te maken tussen NNN-gebieden. Dit betekent dat projecten dienen aan te sluiten op een NNN-gebied en een verbindende functie moeten hebben met een ander NNN-gebied of;

    • b.

       Ontsnippering van natuurgebieden. Wat betreft de ontsnippering wordt ingezet op het passeerbaar maken van de provinciale en gemeentelijke wegen, vaarwegen en spoorwegen.

  • 2

     De te subsidiëren activiteiten moeten gericht zijn op inrichting of verwerving en dienen haalbaar en zichtbaar te zijn. Dit houdt in dat het om een concreet uitvoeringswerk moet gaan waarbij alle betrokken organisaties en grondeigenaren moeten instemmen met de subsidieaanvraag zodat de uitvoerbaarheid gegarandeerd is. De gerealiseerde activiteiten dienen zichtbaar te zijn vanaf openbaar toegankelijk terrein.

Artikel 6 Weigeringsgronden

  • 1

     Onverminderd overige wettelijke voorschriften wordt een subsidie in ieder geval geweigerd indien de verlening van de subsidie in strijd is met de regels van de Europese Unie.

  • 2

     Subsidie wordt geweigerd indien de subsidiabele kosten op basis van de subsidieaanvraag minder dan € 50.000,- bedragen.

  • 3

     Subsidie wordt geweigerd indien de aanvraag niet voldoet aan het bepaalde in deze regeling.

Artikel 7 Subsidiabele kosten en subsidiebedrag

  • 1

     De volgende kosten komen voor subsidie in aanmerking:

    • a.

       kosten van grondverwerving;

    • b.

       kosten van inrichtingsmaatregelen om het doel, zoals bedoeld in artikel 5, te halen;

    • c.

       voorbereidingskosten tot maximaal 12% van het subsidiebedrag voor zover deze direct samenhangen met het te behalen doel.

  • 2

     Geen subsidiabele kosten zijn:

    • a.

       kosten van beheer;

    • b.

       kosten die worden gemaakt om aan wettelijke voorschriften te voldoen;

    • c.

       kosten van verrekenbare omzetbelasting;

    • d.

       kosten van compensatie van waardevermindering van onroerende zaken;

    • e.

       kosten ten gevolge van kapitaals- en inkomensverminderingen;

    • f.

       onvoorziene kosten;

    • g.

       kosten die in rekening worden gebracht door de overheid.

  • 3

     De te verstrekken subsidie bedraagt maximaal € 200.000,- indien gebruik wordt gemaakt van Verordening (EG) Nr. 1407/2013 van de Commissie van 18 december 2013 betreffende de toepassing van de artikelen 107 en 108 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie op de-minimissteun.

  • 4

     Indien geen sprake is van staatssteun als bedoeld in artikel 107 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, bedraagt de subsidie maximaal € 250.000,-.

Artikel 8 Verplichtingen van de subsidieontvanger

De subsidieontvanger dient aan de navolgende verplichtingen te voldoen:

  • a.

     de activiteiten moeten worden afgerond binnen twee jaren na het onherroepelijk worden van de subsidieverlening, tenzij in het besluit tot subsidieverlening anders is bepaald;

  • b.

     De subsidieontvanger is verplicht een administratie te voeren die te allen tijde de informatie bevat die nodig is voor een juist inzicht in de voortgang van de uitvoering van de activiteiten. Deze administratie dient gedurende 10 jaar na het onherroepelijk worden van het besluit tot vaststelling te worden bewaard.

Artikel 9 Voorschotten

  • 1

     Na subsidieverlening kunnen Gedeputeerde Staten op aanvraag een voorschot verstrekken.

  • 2

     Gedeputeerde Staten kunnen de verstrekking van een voorschot binden aan de voorwaarde dat de gesubsidieerde activiteiten gedeeltelijk zijn verricht en de kosten van dat gedeelte in rekening zijn gebracht aan de subsidieontvanger en zijn betaald.

  • 3

     Het totaal aan voorschotten is niet hoger dan 80% van het subsidiebedrag dat in het besluit tot verlening is vermeld. In bijzondere gevallen kunnen Gedeputeerde Staten besluiten om voorschotten te verstrekken tot 100% van het verleende subsidiebedrag.

Artikel 10 Subsidievaststelling

  • 1

     Binnen drie maanden na afloop van de in artikel 8, onder a bedoelde termijn van twee jaar dient de subsidieontvanger een aanvraag tot vaststelling van de subsidie alsmede de bij de aanvraag verplichte bescheiden in te zenden.

  • 2

     Bij een subsidie vanaf € 50.000,- tot € 125.000,- bevat de aanvraag tot vaststelling een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht op een van te voren in beschikking tot subsidieverlening of in deze regeling aangegeven wijze en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

  • 3

     Bij een subsidie vanaf € 125.000,- bevat de aanvraag tot vaststelling:

    • a.

       een inhoudelijk verslag, waaruit blijkt dat de activiteiten waarvoor de subsidie is verleend, zijn verricht op een van te voren in de beschikking tot subsidieverlening of in de subsidieregeling aangegeven wijze en dat is voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

    • b.

       een overzicht van de activiteiten en de hieraan verbonden uitgaven en inkomsten (financieel verslag of jaarrekening).

    • c.

       een verklaring van getrouwheid die is opgesteld door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 4

     Na ontvangst van een vaststellingsaanvraag bevestigen Gedeputeerde Staten de ontvangst en geven aan binnen welke termijn zij een besluit op de aanvraag zullen nemen.

  • 5

     Onverminderd andere wettelijke voorschriften kan in het vaststellingsbesluit een termijn worden bepaald waarin de subsidieontvanger wordt verplicht de met de subsidie uitgevoerde werken in stand te houden.

Artikel 11 Inwerkingtreding

  • 1

     Deze regeling wordt bekendgemaakt in het provinciaal blad en treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.

  • 2

     Deze regeling geldt tot 31 december 2018.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling Rafelranden NNN.

Groningen, 31 mei 2016.

 

Gedeputeerde Staten voornoemd:

 

F.J. Paas, voorzitter.

 

H.J. Bolding, secretaris.