Organisatie | Wetterskip Fryslân |
---|---|
Organisatietype | Waterschap |
Officiële naam regeling | Bijzondere subsidieverordening (kade)werk met (kavel)werk Wetterskip Fryslân |
Citeertitel | Bijzondere subsidieverordening (KADE)WERK MET (KAVEL)WERK |
Vastgesteld door | algemeen bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-04-2016 | Onbekend | 19-04-2016 | WFN1602388 |
Ter aanvulling van de weigeringsgronden zoals genoemd in de Algemene subsidieverordening van Wetterskip Fryslân komen in ieder geval niet voor een bijdrage in aanmerking de werkzaamheden aan een kade:
In aanvulling op artikel 1.4 Algemene subsidieverordening Wetterskip Fryslân (subsidieplafond) geldt dat het dagelijks bestuur aanvragen voor subsidies op basis van deze verordening afwijst bij overschrijding van het door het algemeen bestuur jaarlijks vastgestelde subsidieplafond.
Artikel 7 bevoegdheid tot nadere uitwerking
Het dagelijks bestuur is bevoegd om nadere regels te stellen ter praktische uitvoering van deze verordening.
Deze regeling kan aangehaald worden als de Bijzondere subsidieverordening (KADE)WERK MET (KAVEL)WERK
Het uitvoeren van groot onderhoud aan boezemkaden is een reglementaire taak van Wetterskip Fryslân. Het Wetterskip voert die taak veelal zelf uit. Er zijn evenwel gevallen denkbaar waarin het efficiënt is dat tegelijkertijd met het uitvoeren van kavelwerken ook het werk aan de kade (op normhoogte brengen, herprofileren) door een ingeland wordt verricht. Deze Bijzondere subsidieverordening (kade)werk met (kavel)werk voorziet in de mogelijkheid dergelijke werkzaamheden met een bijdrage te ondersteunen.
In artikel 1 worden enige begrippen uit de verordening gedefinieerd, terwijl in artikel 2 de doelstelling van de regeling staat vermeld. Het doel is werk met werk te maken en te voorkomen dat percelen landbouwgrond binnen een relatief kort tijdsbestek twee keer ‘over de kop’ moeten.
In aanvulling op artikel 1 sub b. - begrip boezemkade (regionale kering), geldt dat “kaderingsluitende kaden” (hoge gronden), benoemd in het Waterbeheerplan, niet onder deze verordening vallen. Het gaat hier namelijk om natuurlijke hoogten die in principe voldoen aan de normhoogte.
In artikel 3 wordt uiteengezet welke activiteit subsidiabel is: het met grond uit het perceel waarop de waterkering is gelegen op normhoogte brengen van een boezemkade en deze ook overigens te dimensioneren volgens de standaarden van het waterschap (Zie onderstaande tekening).
Voorts is het van belang dat de te gebruiken grond voldoet aan die kwalificaties dat de constructie van de kaden van dusdanige sterkte is dat de kade voor langere duur haar functie als kering kan behouden. Het gebruik van veen zal dus niet tot een positieve beschikking leiden, terwijl dat voor klei in de regel wel het geval zal zijn.
De subsidieregeling heeft alleen betrekking op het ophogen van het grondlichaam; oeverconstructies worden buiten beschouwing gelaten.
In artikel 4 wordt verwezen naar de Algemene subsidieverordening.
Ten behoeve van een doelmatige werking van de verordening is er voor gekozen om geen afzonderlijk subsidieverleningsbesluit te nemen. Op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Algemene subsidieverordening is dit namelijk het uitgangspunt. De reden om af te wijken op dit punt van de Awb en de Algemene subsidieverordening is dat deze Bijzondere subsidieverordening en die hierbij samenhangende voorwaarden niet zodanig ingewikkeld zijn dat een apart subsidie verleningsbesluit noodzakelijk is. Uiteraard vindt er wel controle plaats in hoeverre de kadewerken daadwerkelijk zijn uitgevoerd, alvorens de subsidie wordt verstrekt aan de aanvrager.
In lid 3 wordt geregeld dat de in art. 5.1 van de Algemene subsidieverordening vermelde stukken niet vergezeld ingezonden hoeven te worden met de aanvraag. De aard van de verordening maakt dit ook niet nodig.
In lid 4 wordt geregeld dat er bij een aanvraag voor een subsidie ook een watervergunning wordt aangevraagd. Voor aanleg of wijziging van een waterkering is namelijk, conform artikel 3.2 Keur Wetterskip Fryslân, een watervergunning vereist. Op het aanvraagformulier voor de subsidie staat ook vermeld dat aanvrager tevens een aanvraag indient voor een watervergunning.
Voor het verstrekken van de watervergunning als gevolg van de te subsidiëren activiteit worden er geen leges geheven. De activiteit betreft namelijk werken die anders Wetterskip Fryslân zelf zou hebben uitgevoerd in het kader van Oever- en kadewerken (O&K projecten). De tarieventabel van de legesverordening voorziet hierin.
In artikel 5 worden de bedragen genoemd die uitgekeerd worden.
De genoemde bedragen zijn inclusief het leveren van de grond (t.b.v. de ophoging), het frezen van de grasmat, het verwijderen en herplaatsen van de teelaarde en het inzaaien van de kade. Het waterschap betaalt tot de maat van de voorgeschreven aanleghoogte. Het waterschap betaalt geen gewassenschade en inkomens- en vermogensschade uit en de uit te keren bijdragen zijn inclusief BTW. De in dit artikel genoemde bedragen worden jaarlijks per 1 januari aangepast aan de hand van het door het CBS verstrekte GWW-indexcijfer.
In de algemene subsidieverordening van Wetterskip Fryslân staan een aantal algemene weigeringsgronden. Deze bijzondere subsidieregeling voegt daar nog een tweetal aan toe en wel in artikel 6. De eerste heeft betrekking op een situatie waarbij het verschil tussen het normprofiel en het achterliggende maaiveld meer dan 75 cm. bedraagt. In de visie van het waterschap is het dan niet meer acceptabel dat deze kade in het kader van “werk met werk” wordt opgehoogd. Grondverzet zal dan dusdanige proporties aannemen dat dit redelijkerwijs niet meer uit het perceel kan worden gehaald. Er zal dan ook gekozen moeten worden voor een projectmatige aanpak waarbij grond van elders wordt aangevoerd. De tweede weigeringsgrond heeft betrekking op het programma dat het waterschap zelf ontwikkelt. Wanneer binnen een jaar de planning van het waterschap voorziet in kadeherstel wordt geen subsidie verstrekt in het kader van werk met werk-situaties. Tot slot is een reden om een aanvraag voor subsidie af te wijzen bij overschrijding van het door het algemeen bestuur vastgestelde subsidieplafond.
In artikel 7 krijgt het dagelijks bestuur de bevoegdheid nadere regels te stellen ten einde te komen tot een praktische uitvoering van deze regeling. Daarbij moet onder meer worden gedacht aan standaardformulieren voor aan- en afmelding van de werkzaamheden en betalingsprocedures. In de algemene subsidieverordening is voorzien in een rapportage over de uitvoering van de regeling.
De artikelen 8 en 9 spreken voor zich.
Indien mogelijk, qua toepasbaarheid bagger (lutum/humus gehalte) en wetgeving (bouwstoffenbesluit en milieuwetgeving) wordt de naastliggende boezemsloot, indien noodzakelijk, uitgebaggerd en de uitkomende grond verwerkt in het kadelichaam.