Organisatie | Nissewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent participatie Participatieverordening Nissewaard |
Citeertitel | Participatieverordening Nissewaard |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
06-02-2018 | 01-01-2018 | 01-01-2020 | artikel 10, 17, 21, 29, 33, 35, 36, 37, 38, 39, 40, 41 | 31-01-2018 | |
02-06-2016 | 01-01-2015 | 06-02-2018 | nieuwe regeling | 18-05-2016 | 16.R.00085 A |
De raad van de gemeente Nissewaard;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 5 april 2016;
gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, b, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid van de Participatiewet;
gezien het advies van de commissie Zorg & Werk d.d. 21 april 2016;
besluit vast te stellen de volgende verordening: de Participatieverordening Nissewaard.
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen
Deze verordening verstaat onder:
inburgeringsplichtige: de persoon die inburgeringsplichtig is en waarbij de inburgeringstermijn voor 1 januari 2013 per beschikking is vastgesteld dan wel van rechtswege is ingegaan, of asielgerechtigd is en waaraan voor 1 januari 2013 een verblijfsstatus is toegekend, of geestelijke bedienaar is en waaraan voor 1 januari 2013 een verblijfsvergunning is toegekend;
Artikel 2. Opdracht aan het college
Het college zorgt voor een voldoende gevarieerd aanbod van participatievoorzieningen. Het college zal bij het bepalen van het aanbod aan participatievoorzieningen prioriteiten stellen in verband met de financiële mogelijkheden van de gemeente en maatschappelijke, economische en conjuncturele ontwikkelingen.
Artikel 3. Aanbieden voorziening
Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen participatievoorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op:
Hoofdstuk 2: Ondersteuning bij participatie
Artikel 5. Ondersteuning door het college
In aanvulling op het eerste lid kan ondersteuning van jongeren bestaan uit het terugleiden naar school voor het behalen van een startkwalificatie en/of een vervolgopleiding gericht op het verbeteren van de arbeidsmarktpositie, het verkrijgen van algemeen geaccepteerde arbeid of een voorziening gericht op arbeidsinschakeling.
Artikel 6. Aanspraak op ondersteuning
Geen aanspraak op ondersteuning bestaat er voor personen jonger dan 27 jaar die uit ’s Rijks kas bekostigd onderwijs kunnen volgen, met uitzondering van het bepaalde in artikel 5, tweede lid van deze verordening voor zover het betreft het terugleiden naar school voor het behalen van een startkwalificatie en/of een vervolgopleiding gericht op het verbeteren van de arbeidsmarktpositie.
Artikel 7. Beëindiging, weigering of intrekking van de ondersteuning
Het college kan een participatievoorziening beëindigen, weigeren of intrekken indien:
Hoofdstuk 3: Rechten en plichten
Artikel 10.Bestuurlijke boete voor inburgeringsplichtigen
In afwijking van artikel 10, eerste lid, onderdeel d legt het college een bestuurlijke boete op ter hoogte van € 500, indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de Wet Inburgering verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald maar hem dit niet te verwijten valt.
Artikel 11.Rechten van belanghebbende
De belanghebbende aan wie een participatievoorziening wordt aangeboden als bedoeld in hoofdstuk 5 van deze verordening, heeft indien de belanghebbende de voorziening(en) aanvaardt recht op volledige bekostiging van de aangeboden participatievoorziening(en), met uitzondering van de eigen bijdrage voor inburgeringsplichtigen als bedoeld in artikel 23, tweede lid van de Wet Inburgering.
Het college kan besluiten ter bevordering van de arbeidsinschakeling van de belanghebbende als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van deze verordening en op wie artikel 10a van de Participatiewet van toepassing is, een premie te verstrekken aan de belanghebbende die naar het oordeel van het college voldoende heeft meegewerkt aan de arbeidsinschakeling, ter hoogte van € 100 per zes maanden.
Hoofdstuk 5: Participatievoorzieningen
Het college kan de voorziening educatie aanbieden welke bestaat uit één of meer cursussen of trainingen gericht op de bevordering van de Nederlandse taal, NT2 en/of rekenen, dit ten dienste van de zelfredzaamheid van inwoners.
Scholing kan bestaan, zover de belanghebbende behoort tot de doelgroep in artikel 4 uit het aanbieden van opleidingen die leiden tot het behalen van een certificaat dan wel het aanbieden van bijscholing indien niet over een opleiding voor een beroep of branche waarin vraag op de arbeidsmarkt is, wordt beschikt.
Artikel 28.Traject naar zelfstandig beroep of bedrijf
In afwijking van het eerste en tweede lid, kan het traject naar zelfstandig beroep ook worden aangeboden aan een niet-uitkeringsgerechtigde indien hij/zij in de omstandigheden verkeert als bedoeld in artikel elf, eerste lid van de Participatiewet, artikel vijf, eerste lid Ioaw en artikel vijf, eerste lid Ioaz en hij/zij een concrete mogelijkheid heeft om direct door te stromen naar een zelfstandig beroep of bedrijf zonder dat toekenning van een uitkering op grond van voornoemde wetten noodzakelijk is.
Het college zal, indien nodig, aan personen van wie is vastgesteld dat zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben, tot het moment van aanvang van de dienstbetrekking, bedoeld in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet, de volgende voorzieningen aanbieden:
Het college beheert een wachtlijst beschut werk indien er meer inwoners met een indicatie beschut werk zijn dan het door het college beschikbaar gestelde beschutte werkplekken. Deze wachtlijst betreft een overzicht van personen die geïndiceerd zijn voor beschut werk, zoals bedoeld in artikel 10b van de Participatiewet.
Artikel 31.Begeleiding en nazorg
Begeleiding en nazorg kunnen onderdeel zijn van een traject, maar kunnen ook als losse participatievoorziening of als aanvulling op een traject worden aangeboden. De werkadviseur gebruikt begeleiding en eventueel nazorg als instrument(en) om regie te kunnen voeren op de participatie van belanghebbende.
Hoofdstuk 6: Werkgeversvoorzieningen
Het college kan, conform door het college nader te bepalen voorwaarden, aan een zelfstandig ondernemer die als werkgever een dienstverband voor reguliere arbeid aangaat met een uitkeringsgerechtigde als bedoeld in het eerste lid, eenmalig een werkgeverssubsidie en/of scholingsbudget bieden in de vorm van een bedrag om niet, niet zijnde de subsidie als bedoeld in artikel 10d van de Participatiewet.
Indien de belanghebbende behoort tot de doelgroep als omschreven in artikel 7, eerste lid, onder deel a, van de Participatiewet, en beschikt over een Indicatie banenafspraak wordt vastgesteld dat de belanghebbende behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. Dit geldt niet indien de persoon, inmiddels werkzaam is in een dienstbetrekking die door het college op basis van artikel 10d van de Participatiewet gesubsidieerd wordt en tijdens de uitvoering van de dienstbetrekking geconstateerd wordt dat de belanghebbende in staat is 100% van het wettelijk minimumloon te verdienen.
Hoofdstuk 7: Flankerende voorzieningen
Artikel 35.Flankerende voorzieningen
Het college kan schuldbemiddeling aanbieden aan een belanghebbende al dan niet met een Participatiewet,- Ioaw,- of Ioaz uitkering, met financiële problemen die zich meldt bij de gemeente voor schuldbemiddeling en voldoet aan de voorwaarden die voor schuldbemiddeling door het college worden gesteld. Budgetbeheer kan als onderdeel van schuldbemiddeling worden aangeboden.
Het college kan de werkplek van een belanghebbende als bedoeld in artikel 3 (laten) aanpassen, indien deze aanpassing naar het oordeel van het college noodzakelijk is voor het functioneren van belanghebbende. De werkplekaanpassing, of de vergoeding van de kosten hiervoor, kan hetzij worden toegekend aan belanghebbende, hetzij aan diens werkgever. Werkplekaanpassing op grond van deze verordening vindt slechts plaats voor zover geen andere wet- en regelgeving hierin voorziet.
Artikel 36.Experimentele voorzieningen
Het college kan besluiten om bij wijze van experiment, in verband met het vergroten van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het participatiebeleid, bij de uitvoering van deze verordening af te wijken van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 18 tot en met 31 en het gemeentelijk inkoop- en aanbestedingsbeleid.
Hoofdstuk 8: Overgangs- en slotbepalingen
Artikel 37.Gesubsidieerde arbeid
Het college draagt enkel zorg voor de subsidiëring van arbeidsovereenkomsten met langdurig werklozen zoals bedoeld in artikel 1 van het Besluit In- en Doorstroombanen, zoals dit artikel luidde op 31 december 2003, voor personen:
aan wie of ten behoeve van wie voorzieningen zijn verstrekt op grond van de Wet Inschakeling Werkzoekenden, en aan wie voortzetting van de onder het eerste lid bedoelde arbeidsovereenkomst is gegarandeerd tot aan het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd, dan wel tot aan het op een eerder moment gebruik maken van een VUT- of flexibele pensioenregeling;
Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze verordening indien toepassing van de verordening leidt tot onredelijkheid en onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 41.Citeerwijze en inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015; met ingang van deze datum worden de Participatieverordening Spijkenisse 2013, de Participatieverordening Bernisse 2013 en de Participatieverordening Nissewaard 2015 zoals vastgesteld op 15 oktober 2014 door de raad van gemeente Bernisse en de raad van gemeente Spijkenisse, ingetrokken.