Organisatie | Alphen-Chaam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Financiële verordening gemeente Alphen-Chaam |
Citeertitel | Financiële verordening gemeente Alphen-Chaam |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Deze verordening treedt in de plaats van de ‘Financiële verordening gemeente Alphen-Chaam’ vastgesteld door de raad op 17 november 2011.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 10-12-2015 | Nr. 122759 |
Hoofdstuk 1 Begroting en verantwoording
Artikel 2 Inrichting begroting en jaarstukken
2 Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt:
a. van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet weergegeven
b. van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
Artikel 4 Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen
Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden overschreden, wordt dit door het college in de eerstvolgende raadsvergadering of via een tussentijdse rapportage aan de raad gemeld. Het college voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een voorstel voor bijstelling van het beleid.
Artikel 5 Tussentijdse rapportages
De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid
a. de baten en lasten per programma
b. het overzicht van de algemene dekkingsmiddelen en het bedrag voor onvoorzien
c. het totale saldo van de lasten en de baten, volgend uit de onderdelen a en b
d. de toevoegingen en onttrekkingen aan reserves per programma
e. het resultaat, volgend uit de onderdelen c en d
h. de risico’s en de effecten daarvan op het weerstandsvermogen.
Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen indien de begrotingspost onvoorziene uitgaven wordt overschreden.
Bij raadsvoorstellen met als dekking de begrotingsposten onvoorziene uitgaven dient ook altijd het saldo van deze post vermeld te worden.
Als het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3 zesde lid van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.
Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van goederen, werken en diensten, die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een systeem van kostentoerekening gehanteerd waarbij naast de directe kosten de indirecte kosten worden betrokken die rechtstreeks samenhangen met de verleende diensten.
Bij de indirecte kosten worden betrokken:
a. de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa
b. de kapitaallasten van de in gebruik zijnde activa
c. voor rioolheffing en afvalstoffenheffing de compensabele BTW en kosten van het kwijtscheldingsbeleid.
Voor de inzet van materiële activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten de rentekosten voor de financiering van het actief toegerekend. De rentekosten betreffen een vergoeding voor de inzet van eigen en vreemd vermogen. Het rentepercentage voor deze vergoeding wordt bij de behandeling van de begroting vastgesteld.
Artikel 10 Vaststelling tarieven belastingen, rechten, heffingen en diensten
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor belastingen, rechten en heffingen en geleverde diensten. De raad stelt de tarieven vast.
Het college biedt de raad periodiek een nota lokale heffingen aan.
Deze nota behandelt in ieder geval:
- de samenstelling van het pakket aan gemeentelijke belastingen en heffingen
- de verdeling van de druk van de belastingen over de diverse bevolkingsgroepen en belanghebbenden
- de kostendekkendheid van de heffingen
- de druk van de lokale belastingen en heffingen
- het kwijtscheldingsbeleid en het tarievenbeleid
- een actueel overzicht van de lasten en baten per lokale heffing
Bij de begroting en jaarstukken doet het college in de paragraaf lokale heffingen verslag van:
a. de opbrengsten per lokale heffing
b. het volume en bedrag aan kwijtscheldingen
c. de kostendekkendheid van de rioolheffing en de afvalstoffenheffing
d. de ( ontwikkeling van de ) lokale lastendruk voor één- en meerpersoonshuishoudens en bedrijven.
Artikel 12 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
In de paragraaf bedrijfsvoering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de verplichte onderdelen op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten in ieder geval op:
a. de omvang, opbouw en ontwikkeling van het personeelsbestand en de loonkosten
Het college biedt de raad periodiek een nota grondbeleid aan. In deze nota wordt aandacht besteed aan:
a. de relatie met de programma’s van de begroting
b. de strategische visie van het grondbeleid
c. te ontwikkelen en in ontwikkeling genomen projecten
d. de voorraadverwerving en uitgifte van gronden
e. de uitgifte van gronden in erfpacht en de bijstelling van erfpachtvergoedingen.
In de paragraaf grondbeleid van de begroting en de jaarstukken wordt ingegaan op de uitvoering van de nota grondbeleid, met name de belangrijkste financiële ontwikkelingen zoals verlies / winstverwachtingen, de verwerving van gronden en dergelijke en de relaties van het grondbeleid met de programma’s.
Bij de jaarstukken doet het college in de paragraaf grondbeleid verslag van :
a. een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstellingen van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting
b. de wijze waarop de gemeente het grondbeleid uitvoert
c. een actuele prognose van de geraamde kosten en opbrengsten per in ontwikkeling genomen project en het daaruit voortvloeiend resultaat
d. een onderbouwing van de geraamde winstneming
e. de beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor grondzaken in relatie tot de binnen het grondbedrijf aanwezige risico’s
f. de stand van zaken met betrekking tot de verwerving, eigendom en uitgifte van vastgoed
g. de deelname in constructies voor Publiek Private Samenwerking ( PPS )
Hoofdstuk 3 Financieel beheer en interne controle
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:
a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen
b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch
nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten
c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten
d. het maken van kostencalculaties
e. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie
van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid
f. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie
g. controle op en het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de budgetten en relevante wet- en regelgeving.
Hoofdstuk 4 Financiële organisatie
Artikel 20 Financiële organisatie
Het college zorgt voor en legt vast:
a. een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de
gemeentelijke taken aan de organisatieonderdelen
b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkheden, zodat aan
de eisen van interne controle wordt voldaan en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie
aan beleids- en beheersorganen is gewaarborgd
c. verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de
toegekende budgetten en investeringskredieten
d. regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatie-voorziening van de financieringsfunctie
e. kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de producten
van de productraming en de productrealisatie
f. regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten
g. regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen
h. maatregelen voor het voorkomen van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen.