Organisatie | Flevoland |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Verordening Rechtspositie Staten- en burgerleden en andere commissieleden Provincie Flevoland 2016 |
Citeertitel | Verordening Rechtspositie Staten- en burgerleden en andere commissieleden Provincie Flevoland 2016 |
Vastgesteld door | provinciale staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | bestuurlijke organisatie |
Deze regeling vervangt de verordening rechtpositie gedeputeerden, Staten- en commissieleden 2008.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-06-2016 | 25-09-2020 | nieuwe regeling | 25-05-2016 | 1917502 |
Provinciale Staten van de provincie Flevoland
Gelezen het voorstel van het college van Gedeputeerde Staten en de Statengriffie nummer 1899838
Gelet op de artikelen 93, 94, eerste en tweede lid en 143 Provinciewet, de artikelen 4, 6a, vierde lid, 12, tweede lid, 13, en 14, van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden;
Gezien het advies van de commissie Bestuur d.d. 11 mei 2016
Besluiten vast te stellen de Verordening Rechtspositie Staten- en burgerleden en andere commissieleden Provincie Flevoland 2016
Hoofdstuk II Voorzieningen voor Staten- en burgerleden
Artikel 2 Vergoeding en onkostenvergoeding Statenleden
De vergoeding voor werkzaamheden en de tegemoetkoming in de kosten van een lid van Provinciale Staten zijn overeenkomstig de maximum vergoedingen als genoemd in artikel 2 Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden.
Artikel 3 Vergoeding voor werkzaamheden burgerleden (artikel 80 Provinciewet)
Aan burgerleden van een Statencommissie ex artikel 80 Provinciewet wordt een vergoeding toegekend voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies overeenkomstig artikel 13 van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden.
Artikel 6 Buitenlandse excursie of reis voor Statenleden
Provinciale Staten kunnen Statenleden, al dan niet verenigd in een commissie of delegatie uit Provinciale Staten, toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de provincie wordt georganiseerd. Provinciale Staten kunnen aan de toestemming voorwaarden verbinden.
Artikel 7 Kosten van deelname aan cursussen, congressen en symposia door het individuele Staten- of burgerlid
Artikel 9 Uitkering bij overlijden Statenleden
In geval van overlijden van het Statenlid wordt aan de weduwe of weduwnaar van wie het overleden Statenlid niet duurzaam gescheiden leefde een bedrag uitgekeerd, gelijk aan de in artikel 2 van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden, welke het Statenlid laatstelijk genoot over een tijdvak van drie maanden. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar van wie het overleden Statenlid niet duurzaam gescheiden leefde nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen, of minderjarige kinderen waarover de overledene de pleeg ouderlijke zorg droeg. Onder pleeg ouderlijke zorg wordt verstaan de zorg voor het onderhoud en de opvoeding van het kind als was het een eigen kind, onafhankelijk van enige verplichting daartoe of van het genieten van een vergoeding daarvoor. Ontbreken ook zodanige kinderen dan geschiedt de uitkering aan degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van het inkomen van het Statenlid.
Voor de toepassing de toepassing van dit artikel wordt onder weduwe of weduwnaar mede verstaan de achtergebleven geregistreerde partner alsmede degene met wie het overleden Statenlid ongehuwd samenleefde en een gezamenlijke huishouding heeft gevoerd als bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, van de Algemene nabestaandenwet.
Artikel 10 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen en verstrekkingen bedoeld in hoofdstuk II van deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor andere commissieleden
Artikel 11 Vergoeding voor werkzaamheden andere commissieleden
Bestuurs- en andere commissieleden ex artikel 81 en 82 Provinciewet, voorzover zij geen Statenlid of gedeputeerde zijn en
ten aanzien waarvan de vergoeding niet geacht kan worden in redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van hun taak en de omvang van de te verrichten arbeid ontvangen een vergoeding van 250 % van het bedrag (met inachtneming van de jaarlijkse herziening) vermeld in artikel 13 van het Rechtspositiebesluit Staten- en commissieleden.