Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Helmond

Nadere regels voorwerpen op of aan de weg Helmond 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHelmond
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingNadere regels voorwerpen op of aan de weg Helmond 2016
CiteertitelNadere regels voorwerpen op of aan de weg Helmond 2016
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp
Externe bijlagenNadere regels uitstallingen irt bruikbaarheid van de weg, bijlage 3 Nadere regels uitstallingen irt bruikbaarheid van de weg, bijlage 2 Nadere regels uitstallingen irt bruikbaarheid van de weg, bijlage 1

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de Nadere regels voorwerpen op of aan de weg Helmond 2015.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008, art. 2.1.5.1, lid 1
  2. Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008, art. 2.1.5.1, lid 3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-06-2016nieuwe regeling

24-05-2016

Gemeenteblad, 2016, 69903

Collegebesluit, 2016, 1053231

Tekst van de regeling

Intitulé

Nadere regels voorwerpen op of aan de weg Helmond 2016

Het college van burgemeester en wethouders van Helmond,

Gelet op het bepaalde in artikel 2.1.5.1, eerste en derde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008;

 

Besluit:

 

  • I.

    Vast te stellen de Nadere regels voorwerpen op of aan de weg Helmond 2016.

  • II.

    In te trekken de Nadere regels voorwerpen op of aan de weg Helmond 2015

HOOFDSTUK 1 ALGEMENEBEPALINGEN

Artikel 1:1 Begripsbepalingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    uitstallingen: voorwerpen met inbegrip van reclamebord die voor een winkel of dienstverlenend bedrijf, in de openbare ruimte worden geplaatst om doorgaans aandacht van publiek te trekken;

  • b.

    reclamebord: losstaand bord met commerciële aanprijzing(en);

  • c.

    gevelzitplaatsen: het bieden van zitgelegenheid bij een winkel of dienstverlenend bedrijf door het plaatsen van los staande tafels, stoelen en banken;

  • d.

    weg: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid onder b van de Wegenverkeerswet 1994;

  • e.

    centrumgebied: het gebied zoals weergegeven op bijlage 1;

  • f.

    Brandevoort: het gebied zoals weergegeven op bijlage 2;

Artikel 1:2 Doelstelling, reikwijdte en afbakening

  • 1.

    Deze regeling heeft tot doel om het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in goede banen te leiden en de bruikbaarheid van de weg niet te belemmeren op een zodanige wijze dat de belangen als vermeld in artikel 2.1.5.1, eerste lid en derde lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008 niet worden geschaad.

  • 2.

    Binnen deze regeling worden in het kader van het belang van de openbare orde, de openbare veiligheid of de woon – en leefomgeving nadere regels gesteld zodat de bruikbaarheid van de weg niet wordt belemmerd of kan worden belemmerd. Deze regeling heeft betrekking op:

    • a.

      het plaatsen van uitstallingen;

    • b.

      het plaatsen van plantenbakken;

    • c.

      het plaatsen van gevelzitplaatsen;

    • d.

      het plaatsen van hoogwerkers, steigers en containers in verband met particuliere (bouw) werkzaamheden die tijdelijk op de weg worden geplaatst;

    • e.

      het plaatsen van voorwerpen op de weg anders dan bedoeld in onderdeel b of stoffen in verband met particuliere (bouw) werkzaamheden die tijdelijk op de weg worden geplaatst;

    • f.

      het plaatsen van (verwijs)borden voor de verkoop van agrarische streekproducten.

  • 3.

    Deze regeling heeft geen betrekking op de zaken als vermeld in artikel 2.1.5.1, zesde lid, van de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008.

HOOFDSTUK 2 VOORWERPEN OP OF AAN DE WEG BIJ WINKELS EN DIENSTVERLENENDE BEDRIJVEN

Artikel 2:1 Algemene bepalingen voor voorwerpen op of aan de weg

Voor voorwerpen op of aan de weg gelden de volgende algemene bepalingen:

  • a.

    uitstallingen, gevelzitplaatsen en plantenbakken mogen alleen op het trottoir of voetgangersgedeelte van de weg worden geplaatst.

  • b.

    uitstallingen, gevelzitplaatsen en plantenbakken mogen niet verder dan 1 meter uit de gevel worden geplaatst.

  • c.

    (nood) uitgangen mogen niet worden belemmerd en

  • d.

    er dient tenminste 1.5 meter ruimte over te blijven om de vrije doorgang van voetgangers te waarborgen.

Artikel 2:2 Uitstallingen

Voor uitstallingen gelden de volgende aanvullende bepalingen:

  • a.

    het plaatsen van uitstallingen is uitsluitend toegestaan gedurende de winkelopeningstijden.

  • b.

    er mag maximaal één reclamebord worden geplaatst dat in totaal niet groter is dan 1.5 meter hoog en 0.8 meter breed.

Artikel 2:3 Aanvullende bepalingen uitstallingen in centrumgebied

Voor het centrumgebied gelden, naast het bepaalde in de artikelen 2:1 en 2:2, de volgende aanvullende bepalingen:

  • a.

    per winkel mag maximaal één uitstalling op de weg worden geplaatst.

  • b.

    de ruimte die de uitstalling in beslag neemt mag niet meer bedragen dan:

1° 1 m2;

2° 70 % van de totale gevelbreedte van de winkel voor zover het hoofdproduct bloemen, planten, groente of fruit betreft.

 

c.de uitstalling mag niet hoger zijn dan:

1° 2.2 meter;

2° 1.5 meter voor zover het hoofdproduct bloemen, planten, groente of fruit betreft.

Artikel 2:4 Aanvullende regels uitstallingen buurt- en wijkwinkelcentra

Voor de buurt- en wijkwinkelcentra, gelden naast het bepaalde in de artikelen 2:1 en 2:2, de volgende aanvullende bepalingen:

a.de gebruikte ruimte mag niet meer bedragen dan:

1° 30 % van de totale gevelbreedte, waarbij een minimum van 2 meter ruimte geoorloofd is;

2° 70 % van de totale gevelbreedte indien het hoofdproduct bloemen, planten, groente of fruit betreft.

b.de uitstalling mag niet hoger zijn dan:

1° 2.2 meter;

2° 1.5 meter voor zover het hoofdproduct bloemen, planten, groente of fruit betreft.

Artikel 2:5 Gevelzitplaatsen

Voor gevelzitplaatsen gelden, naast het bepaalde in artikel 2:1, de volgende aanvullende bepalingen:

  • a.

    het plaatsen van gevelzitplaatsen is uitsluitend toegestaan gedurende de winkelopeningstijden;

  • b.

    een gevelzitplaats is volledig open en vrij van overkappingen en schermen;

  • c.

    er mogen geen consumpties worden verstrekt tegen betaling anders dan behorende tot het assortiment van de winkel.

Artikel 2:6 Plantenbakken

Er mogen met inachtneming van het bepaalde in artikel 2:1 maximaal twee plantenbakken bij winkelpanden worden geplaatst.

HOOFDSTUK 3 OVERIGE VOORWERPEN

Artikel 3:1 Hoogwerkers, steigers, stortbakken en containers in verband met particuliere

(bouw) werkzaamheden

Hoogwerkers, steigers, stortbakken en containers in verband met particuliere (bouw) werkzaamheden mogen tijdelijk op de weg worden geplaatst voor zover:

  • a.

    deze niet op wijkontsluitingswegen en fietspaden worden geplaatst;

  • b.

    degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgdraagt dat de in de aanhef genoemde zaken zich daar niet langer bevinden dan zeven achtereenvolgende dagen;

  • c.

    deze niet binnen een afstand van 5 meter vanaf een kruising worden geplaatst;

  • d.

    bij plaatsing op trottoir- of voetgangersgedeelte er minimaal 1.5 meter wordt vrijgehouden;

  • e.

    de ruimte die in beslag wordt genomen niet meer bedraagt dan de gevelbreedte van de (eigen) woning;

  • f.

    bij plaatsing op de rijbaan er minimaal 3.5 meter rijbreedte wordt vrijgehouden;

  • g.

    (nood)uitgangen niet belemmerd worden;

  • h.

    het verkeer niet in gevaar wordt gebracht en

  • i.

    de in de aanhef genoemde zaken permanent goed zichtbaar zijn voor verkeersdeelnemers en afdoende zijn gemarkeerd.

Artikel 3:2 Voorwerpen of stoffen in verband met particuliere (bouw) werkzaamheden

anders dan bedoeld in artikel 3:1

Voorwerpen of stoffen anders dan bedoeld in artikel 3:1 in verband met particuliere (bouw) werkzaamheden mogen tijdelijk op de weg worden geplaatst voor zover:

  • a.

    deze op het trottoir, voetgangersgedeelte of op een parkeervak worden geplaatst;

  • b.

    degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgdraagt dat de voorwerpen of stoffen zich daar niet langer bevinden dan drie achtereenvolgende dagen;

  • c.

    bij plaatsing op trottoir- of voetgangersgedeelte er minimaal 1.5 meter wordt vrijgehouden;

  • d.

    de ruimte die in beslag wordt genomen niet meer bedraagt dan de gevelbreedte van de (eigen) woning;

  • e.

    de hoogte van de voorwerpen of stoffen niet meer dan 1.5 meter bedraagt;

  • f.

    (nood)uitgangen niet belemmerd worden;

  • g.

    het verkeer niet in gevaar wordt gebracht en

  • h.

    na verwijdering van de voorwerpen of stoffen de weg onmiddellijk wordt gereinigd door degene die de werkzaamheden heeft verricht of heeft doen verrichten.

Artikel 3:3 (Verwijs)borden ten behoeve van agrarische streekproducten

  • 1.

    (Verwijs)borden ten behoeve van de verkoop van agrarische streekproducten mogen tijdelijk op of aan de weg worden geplaatst voor zover:

    • a.

      deze worden geplaatst buiten de bebouwde kom als bedoeld in artikel 1.1 van de algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008.

    • b.

      deze niet groter zijn dan 1.5 m2;

    • c.

      deze niet hoger dan 1 meter boven het maaiveld uitkomen;

    • d.

      deze via een paal deugdelijk in de grond worden bevestigd;

    • e.

      deze gedurende een periode van maximaal drie maanden worden geplaatst of zoveel korter wanneer het seizoen van het desbetreffende streekproduct voorbij is en

    • f.

      het verkeer niet in gevaar wordt gebracht.

  • 2.

    Er mogen per bedrijf maximaal drie (verwijs)borden worden geplaatst waarvan:

    • a.

      twee in de onmiddellijke nabijheid van het verkooppunt;

    • b.

      één binnen een straal van 1.000 meter gemeten vanaf het bedrijf waar de verkoop plaatsvindt en dit bord geen bedrijfsnaam of handelsreclame bevat.

HOOFDSTUK 4 SLOTBEPALING

Artikel 4:1 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking de dag na bekendmaking.

 

Besloten in de vergadering van 24 mei 2016.

Burgemeester en wethouders van Helmond,

de burgemeester,

mevrouw P.J.M.G Blanksma - van den Heuvel

de secretaris,

mr. drs. A.P.M. ter Voert

Bekend gemaakt op:

1 juni 2016

de secretaris,

mr. drs. A.P.M. ter Voert

TOELICHTING

I.Algemeen

Deze nadere (algemene) regels voor voorwerpen op of aan de openbare weg vervangen de algemene regels in de Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008 en het Uitvoeringsbesluit Gebiedsaanwijzing artikel 2.1.5.1 b Algemene Plaatselijke Verordening Helmond 2008.

Gelijktijdig met het van kracht worden van deze nadere regels worden ingetrokken:

-De beleidsregel stappenplan handhaving reclame centrum Helmond 2009

-De beleidsregel handhaving centrumgebied Helmond 2009

In het kader van het project Deregulering, dat als ambitie is opgenomen in het coalitieakkoord gemeente Helmond 2014-2018 “Mensen maken de stad” en de wens van de winkeliers in het centrum om (beperkt) uitstallingen te mogen plaatsen, zijn voorliggende regels t.a.v. uitstallingen opgesteld.

Regels voor uitstallingen in de gehele gemeente zijn nu in één regeling bij elkaar gebracht.

De regels voor buurt- en wijkwinkelcentra zijn inhoudelijk niet gewijzigd behoudens voor Brandevoort (verruiming / gelijkstelling regime met overige wijkwinkelcentra). Voor het centrum is conform de wens van de ondernemers op beperkte schaal uitstallen mogelijk gemaakt. Ondernemers hebben daarbij zelf aangegeven de voorkeur te hebben voor één enkele uitstalling en spreken onder elkaar de wens uit dat de uitstallingen die geplaatst worden een kwalitatieve uitstraling hebben.

Artikelsgewijze toelichting

Toelichting bij artikel 1:1 (Begripsbepalingen)

Bij uitstallingen valt te denken aan kledingrekken, vis- of broodkarren, rekken voor het uitstallen van fruit, groente, bloemen etc. Ook losse reclameborden en inloopmatten voor een pand of in de directe omgeving ervan, worden als uitstalling beschouwd. Bij een uitstalling zijn de te verkopen waren uitgestald, maar vindt de feitelijke verkoopactiviteit in het pand plaats.

Toelichting bij artikel 1:2 (Doelstelling, reikwijdte en afbakening)

Deze regels zijn van toepassing op alle uitstallingen op of aan de weg. Voor uitstallingen op gemeentegrond wordt precariobelasting geheven volgens de verordening en tarieven Precariobelasting. Onder de nadere regels voor de woon- en leefomgeving als bedoeld in artikel 2.1.5.1. lid 1 en 3 van de Algemene plaatselijke verordening 2008 moet onder andere worden verstaan, de belemmering van de bruikbaarheid van de weg als omschreven in artikel 2.1.5.1 lid 1 onder a.

Toelichting artikel 2:1 (Algemene bepalingen voor voorwerpen op of aan de weg)

De algemene bepalingen m.b.t. voorwerpen op of aan de weg moeten bij het plaatsen van uitstallingen, gevelzitplaatsen plantenbakken in acht worden genomen. Met deze regels wordt het plaatsen van uitstallingen, gevelzitplaatsen en plantenbakken op of aan de weg afgestemd op andere belangen in de stad. Verder is de regel bedoeld om onveilige en overlastsituaties te voorkomen. Bij het plaatsen van deze voorwerpen dient rekening te worden gehouden met de verschillende belangen in de stad, hierbij staan veiligheid en het voorkomen van overlast voorop.

Voorwerpen op de weg (waaronder uitstallingen, gevelzitplaatsen, plantenbakken enz.) mogen geen obstakel vormen waardoor voetgangers of ander verkeer in hun doorgang worden belemmerd of in gevaar worden gebracht. Daar waar de doorgang van 1.5 meter niet gewaarborgd kan worden is uitstallen dus niet mogelijk.

Toelichting bij artikel 2:2 (Uitstallingen) Er is aansluiting gezocht bij de winkelopeningstijden, met name met het oog op voorkomen van overlast voor de omgeving en ter voorkoming dat uitstallingen gaan ‘zwerven’.

Reclameborden:

  • ·

    Door een maximum te stellen van maximaal één reclamebord wordt een minimale beeldkwaliteit beoogd.

  • ·

    Voor het Centrum geldt dus dat maximaal één uitstalling bijvoorbeeld één reclamebord kan zijn. Het plaatsen van een (extra) andere uitstalling is dan niet meer mogelijk.

  • ·

    Voor de andere winkelgebieden (wijkwinkelcentra) geldt dat er naast maximaal één reclamebord ook andere uitstallingen geplaatst mogen worden binnen het gestelde maximum gebied van 30% van de gevelbreedte. Daar kan dan bijvoorbeeld naast een reclamebord ook nog een inloopmat of een kledingrek staan.

Toelichting artikel 2.3 en 2.4 (Gebruikte ruimte uitstallingen centrum en Buurt- en wijkwinkelcentra)

Van de ondernemer wordt verwacht dat hij of zij zelf zorg draagt voor een kwalitatieve uitstraling van zijn uitstalling. Het is niet de bedoeling om volumineuze goederen uit te stallen of bijvoorbeeld rolcontainers met goederen buiten te zetten. Ondernemers dragen door gebruik uitstallingen samen zorg voor verlevendiging van hun winkelcentrum met oog voor kwaliteit. Er is onderscheid gemaakt tussen centrum enerzijds en de buurt- en wijkwinkelcentra anderzijds omdat het centrum een hogere bezoekersintensiteit heeft.

Toelichting artikel 2:5 (Gevelzitplaatsen)

Een gevelzitplaats is geen uitstalling. Wel moeten de algemene bepalingen m.b.t. voorwerpen op de weg bij het plaatsen van gevelzitplaatsen in acht worden genomen. De regel om de gevelzitplaatsen alleen tijdens openingstijden te mogen plaatsen is ter voorkoming van overlast door gebruik van deze zitplaatsen buiten de openingstijden en ter voorkoming dat de zitplaatsen gaan ‘zwerven’.

Een volledig open en vrije gevelzitplaats betekent dat geen overkappingen in de vorm van partytenten of grote parasols geplaatst mogen worden en geen en terrasschermen aanwezig mogen zijn. Bestaande overkappingen waarvoor vergunning is verleend worden hier uiteraard niet bedoeld.

Met deze regeling wordt het mogelijk dat een bakker die belegde broodjes verkoopt gevelzitplaatsen voor zijn pand maakt en dat bij een kledingzaak de klanten bij lekker weer buiten kunnen zitten. Het is niet toegestaan dat op de gevelzitplaatsen tegen betaling drank, zoals een kopje koffie, wordt verstrekt, dit is voorbehouden aan horeca. Een combinatie van horeca en detailhandel is mogelijk mits voldaan wordt aan de daarvoor van toepassing zijnde wet- en regelgeving. Er is dan sprake van een terras en niet van een gevelzitplaats.

Toelichting artikel 2:6 (Plantenbakken)

De algemene bepalingen m.b.t. voorwerpen op de weg moeten bij het plaatsen van plantenbakken in acht worden genomen. In de buurt- en wijkwinkelcentra telt de plantenbak mee met de maximaal 30 % van de gevelbreedte.

Toelichting artikel 3:1 en 3:2 (Hoogwerkers, steigers stortbakken en containers en overige stoffen in verband met particuliere (bouw)werkzaamheden)

Algemene regels gelden voor voorwerpen op de weg in verband met particuliere (bouw)werkzaamheden. Wanneer sprake is van op een bedrijfsmatige manier plaatsen van deze voorwerpen op de weg dient men in overleg te treden met de gemeente en is een ontheffing vereist.

Bij het plaatsen van voorwerpen of bouwmaterialen in de zint van dit artikel dient onverminderd rekening te worden gehouden met het bepaalde in artikel 427, lid 2 en 3, van het Wetboek van Strafrecht.