Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Elburg

Verordening op de rekenkamercommissie Elburg 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieElburg
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening op de rekenkamercommissie Elburg 2016
CiteertitelVerordening op de rekenkamercommissie Elburg 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerprekenkamer

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Art. 81 oa van de Gemeentewet

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

02-06-2016Nieuwe regeling

02-06-2016

Gemeenteblad 2016, nr. 69726

Onbekend

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening op de rekenkamercommissie Elburg 2016

Verordening op de rekenkamercommissie Elburg

De raad van de gemeente Elburg;

gelezen het voorstel van de griffie;

gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

gelet op de samenwerkingsovereenkomst van 12 april 2005 tussen de gemeente Elburg, Nunspeet, Oldebroek en Putten betreffende de gezamenlijke uitvoering van de rekenkamerfunctie;

b e s l u i t :

vast te stellen de ‘Verordening op de rekenkamercommissie Elburg 2016’

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder: college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Elburg; commissie: rekenkamercommissie van de gemeente Elburg; raad: de raad van de gemeente Elburg; voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie;  

Artikel 2. Gemeentelijke rekenkamercommissie

  • 1.

    Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als rekenkamercommissie.

  • 2.

    De commissies bestaan uit drie leden.  

Artikel 3. Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de leden, waaronder de voorzitter.

  • 2.

    De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar. Hierna kan maximaal eenmaal herbenoeming voor een periode van vier jaar plaatsvinden.

  • 3.

    De voorzitter draagt zorg voor het tijdig en periodiek bijeenroepen van de commissie, het leiden van de vergaderingen, het bewaken van de uitgangspunten en werkwijze en het bevorderen van een zorgvuldige besluitvorming. De voorzitter voert hiertoe regelmatig overleg met de onderzoekers en met het secretariaat. Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende externe lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben gehad, het oudste externe lid in jaren.

  • 4.

    Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamer-commissie pleegt de raad overleg met de commissie.  

Artikel 4. Eed

Ten aanzien van de externe leden is artikel 81g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.  

Artikel 5. Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De raad ontslaat de leden of stelt hen op non-actief.

  • 2.

    Het lidmaatschap van een lid eindigt: a. op eigen verzoek; b. bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie. c. wanneer het lid bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft; d. indien het lid bij onherroepelijk geworden rechtelijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld; e. bij einde van de benoemingsperiode.

  • 3.

    De leden van de commissie kunnen door de raad worden ontslagen wanneer zij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt zijn hun functie te vervullen.  

Artikel 6. Vergoeding voor werkzaamheden van de leden van de commissie

  • 1.

    De voorzitter en leden ontvangen een vaste vergoeding per jaar voor hun werkzaamheden. Voor de voorzitter is dit € 6.100,- per jaar en voor de leden € 5.200 per jaar. Indexering vindt niet plaats.

  • 2.

    De vergoeding genoemd in het eerste lid komt ten laste van het budget van de commissie.

  • 3.

    Naast de vaste vergoeding bestaat geen recht op een onkostenvergoeding.  

Artikel 7. Ambtelijk secretaris

  • 1.

    De raad benoemt de ambtelijk secretaris in overleg met de commissie.

  • 2.

    De secretaris staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde.

  • 3.

    De secretaris legt rechtstreeks verantwoording af aan de commissie over de wijze waarop de ondersteunende taken worden verricht.

  • 4.

    De secretaris draagt zorg voor de agendaplanning, de verslaglegging en de vorming van dossiers.

Artikel 8. Reglement van orde

De commissie stelt een reglement van orde voor haar vergaderingen en andere werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.  

Artikel 9. Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1.

    De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2.

    De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad verstuurd.

  • 3.

    De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen twee maanden in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.  

Artikel 10. Werkwijze

  • 1.

    De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad c.q. de raden tussentijds te informeren.

  • 3.

    De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van de onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 4.

    De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 5.

    De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 6.

    De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 7.

    Voor de uitvoering van het onderzoek kan de commissie, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus inschakelen.

  • 8.

    De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt, hun zienswijze op het concept-onderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede)voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt verder wie nog meer als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 9.

    Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.  

Artikel 11. Budget

  • 1.

    De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    Ten laste van het in het voorgaande lid bedoelde budget worden de kosten gebracht van: a. de vergoedingen aan de leden; b. de ambtelijk secretaris; c. interne onderzoek medewerkers; d. externe deskundigen die eventueel door de commissie zijn ingeschakeld; e. eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 3.

    De rekenkamercommissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.  

Artikel 12. Inwerkingtreding

  • 1.

    De Verordening op de rekenkamercommissie Elburg – Oldebroek – Putten – Nunspeet 2012 vervalt met ingang van de in lid 2 bedoelde dag.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag nadat zij op de voorgeschreven wijze is bekend gemaakt.  

Artikel 13. Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als de ‘Verordening op de rekenkamercommissie Elburg 2016’.  

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 23 mei 2016

De voorzitter, De griffier,

F.A. de Lange. M.C. Luiting

Nota-toelichting  

Toelichting op de Verordening op de rekenkamercommissie Elburg 2016

Artikel 1 Dit artikel bevat enkele definities om te voorkomen dat bepaalde begrippen telkens in hun geheel moeten worden uitgeschreven. In deze verordening is ervoor gekozen om de begrippen doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid (die in artikel 182 van de Gemeentewet zijn genoemd) niet in artikel 1 op te nemen. Wel wordt in deze toelichting uiteengezet wat onder deze termen wordt verstaan. Doelmatigheid is de mate waarin de nagestreefde beleidsdoelen tegen zo gering mogelijke kosten worden bereikt. Bij doeltreffendheid gaat het er om of het resultaat van het beleid beantwoordt aan wat er met het beleid werd beoogd en de gestelde beleidsdoelen worden verwezenlijkt. Bij rechtmatigheid gaat het om het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving. Het gaat dan vooral om wet- en regelgeving die direct van belang is voor de rechtmatigheid van de totstandkoming van de gemeentelijke baten en lasten.

Artikel 2 Wanneer gemeenten geen rekenkamer instellen, stellen zij op grond van artikel 81oa van de wet regels vast voor de uitoefening van de rekenkamerfunctie. De wet spreekt van een rekenkamerfunctie. De gemeenten Elburg, Nunspeet, Oldebroek en Putten hebben ervoor gekozen hun rekenkamercommissies gezamenlijk te bemensen (‘personele unie’). De samenwerking krijgt eveneens gestalte door vaststelling van zoveel gelijkluidende verordeningen en reglementen van orde.

Artikel 3 Benoeming geschiedt door de raden van de deelnemende gemeenten, ieder voor zich.

Artikel 4 De verplichting deze eed of verklaring en belofte af te leggen vloeit voor de rekenkamer rechtstreeks voort uit artikel 81g van de Gemeentewet. Deze bepaling wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de externe leden van de rekenkamercommissie.

Artikel 5 Dit artikel handelt over het ontslag van de leden en over de mogelijkheid (of soms verplichting) hen op non-activiteit te stellen in bepaalde situaties. De onverenigbaarheid van functies met lidmaatschap van de rekenkamercommissie vloeit voort uit artikel 81o van de Gemeentewet.

Artikel 6 In dit artikel is de vergoeding die leden voor hun werkzaamheden ontvangen, vastgelegd.

Artikel 7 De rekenkamercommissie wordt bijgestaan door een secretaris. Deze wordt eveneens door de raad benoemd. De rekenkamercommissie dient zelfstandig te functioneren en in het derde lid is voorzien in een rechtstreekse verantwoordingsrelatie van de secretaris ten opzichte van de rekenkamercommissie.

Artikel 8 Artikel 81i van de Gemeentewet wordt van overeenkomstige toepassing verklaard op de rekenkamercommissie. In het reglement van orde moeten/kunnen zaken als de verhouding secretaris - voorzitter, de procedure die wordt gevolgd bij onderzoeken, hoe wordt omgegaan met verzoeken van derden om onderzoek te verrichten enzovoorts geregeld.

Artikel 9 De rekenkamercommissie dient onafhankelijk te zijn en om deze onafhankelijkheid te bevorderen is het van belang dat zij zelfstandig de onderzoeksonderwerpen kan kiezen. De rekenkamercommissie kan op verzoek van de raad een onderzoek instellen, maar is niet verplicht het verzoek van de raad in te willigen. Dit verzoek van de raad wordt in artikel 182, tweede lid van de wet expliciet genoemd. Doordat deze mogelijkheid van uitdrukkelijk in de wet is genoemd, wordt er een bepaalde gewicht toegekend aan het verzoek van de raad. Indien de rekenkamercommissie niet voldoet aan een goed gemotiveerd verzoek van de raad, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Om te waarborgen dat de rekenkamercommissie bij de uitvoering van haar onderzoek over voldoende en relevante gegevens kan beschikken is voorzien in de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen van alle leden van het gemeentebestuur en van alle ambtenaren. De rapporten van de rekenkamercommissie zijn in beginsel openbaar, maar op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur kunnen rapporten of gedeelten daarvan als geheim worden aangemerkt. Uit oogpunt van zorgvuldigheid is het van groot belang dat de onderzochte partij de kans krijgt te reageren op een (nog niet gepubliceerd) ontwerp-onderzoeksrapport. Er vindt dan wederhoor plaats waarbij de feitelijke bevindingen die uit het onderzoek voortvloeien aan de desbetreffende ambtenaren worden voorgelegd met de vraag de eventuele onjuistheden eruit te halen en het te corrigeren. Indien van toepassing wordt de verantwoordelijke wethouder of het college de gelegenheid geboden om te reageren op de concept-aanbevelingen die de rekenkamercommissie verbindt aan de (gecorrigeerde) bevindingen. Tot slot brengt de rekenkamercommissie een definitief rapport naar buiten met bevindingen, conclusies en eventueel aanbevelingen.

Artikel 11 De rekenkamercommissie is zelfstandig verantwoordelijk voor de besteding van het budget dat noodzakelijk is voor de uitvoering van haar taak. Ten laste van het budget worden de in het tweede lid genoemde kosten gebracht.

Artikel 12 en 13 Deze artikelen behoeven geen toelichting.