Organisatie | Nuth |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Gemeenschappelijke regeling GGD Zuid Limburg |
Citeertitel | Gemeenschappelijke Regeling GGD Zuid Limburg |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Hoofdstuk X bevat overgangsbepalingen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
16-03-2016 | 01-01-2021 | nieuwe regeling | 06-10-2015 | Onbekend. |
De colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul en Voerendaal, ieder voorzover het zijn verantwoordelijkheden aangaat, overwegende dat:
de gemeenschappelijke regeling GGD Zuid Limburg te wijzigen, waardoor deze als volgt komt te luiden:
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Waar in de regeling artikelen van de Gemeentewet of enige andere wet of regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, worden in die wetten en wettelijke regelingen in plaats van de gemeente, de raad, burgemeester en wethouders en de burgemeester respectievelijk gelezen de GGD ZL, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter van het bestuur van de GGD ZL.
Artikel 3 Doel- en taakomschrijving; overdracht van bevoegdheden
De GGD ZL draagt binnen Zuid-Limburg zorg voor de uitvoering van alle taken die in wetten op het terrein van de volksgezondheid en de openbare gezondheidszorg en in regelingen die krachtens die wetten zijn getroffen, aan gemeenten zijn opgedragen of aan gezondheidsdiensten zijn of nog zullen worden opgedragen. Voorzover het aan gemeenten opgedragen taken betreft, dragen de gemeentebesturen de uitvoering van die taken over aan het algemeen bestuur van de GGD ZL.
Indien nieuwe wetten of regelingen op het terrein van de volksgezondheid en de openbare gezondheidszorg worden ingevoerd waarin aan de gemeenten taken en bevoegdheden worden toegekend of indien in bestaande wetten of regelingen op het terrein van de volksgezondheid nieuwe taken en bevoegdheden aan gemeenten worden toegekend, kan het algemeen bestuur van de GGD ZL besluiten om binnen Zuid-Limburg zorg te gaan dragen voor de uitvoering daarvan. De daadwerkelijke uitvoering van die taken en bevoegdheden door de GGD ZL binnen het grondgebied van een deelnemende gemeente gaat pas in op een nader door het algemeen bestuur te bepalen datum nadat door het gemeentebestuur van de betreffende gemeente is besloten om die taken en bevoegdheden aan het algemeen bestuur van de GGD ZL over te dragen.
Artikel 4 Basispakket en aansluitende diensten
De taken die ingevolge artikel 3, leden 2 en 4 door de GGD ZL worden uitgevoerd en de diensten die ingevolge artikel 3, lid 5 door de GGDZL worden verricht, worden in het productenboek nader omschreven en bevatten de volgende productgroepen:
Met betrekking tot het verrichten van taken als bedoeld in artikel 3, lid 4 en nieuwe diensten als bedoeld in artikel 3, lid 5 zal in het productenboek tevens worden opgenomen welke taken en diensten de GGD ZL verricht en met ingang van welke datum. Met betrekking tot het verrichten van taken als bedoeld in artikel 3, lid 4 zal tevens in het productenboek worden opgenomen de vindplaats van de besluiten van de gemeentebesturen als bedoeld in de laatste volzin van die bepaling.
Het algemeen bestuur draagt er zorg voor dat telkens indien daartoe aanleiding bestaat het in het lid 1 bedoelde productenboek wordt aangepast en opnieuw vastgesteld in zijn eerstvolgende vergadering na de inwerkingtreding of ingangsdatum van de wijzigingen van de taken en diensten ingevolge artikel 3, leden 3, 4 en 5.
HOOFDSTUK II INRICHTING EN SAMENSTELLING VAN HET BESTUUR
Artikel 5 Samenstelling en aanwijzing
De leden van het algemeen bestuur worden aangewezen door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten. Per gemeente worden één lid en één plaatsvervangende lid aangewezen. Als lid van het algemeen bestuur kunnen slechts worden aangewezen leden van het college van de gemeenten. Ook het plaatsvervangende lid kan slechts worden aangewezen uit het college.
Het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het algemeen bestuur zijn onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar door of vanwege de GGD ZL, een andere gezondheidsdienst in de zin van de Wet publieke gezondheid, de GHOR Zuid-Limburg of de Regionale brandweer aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met ambtenaar wordt voor de toepassing van dit artikellid gelijkgesteld hij die op arbeidsovereenkomst bij een van die diensten werkzaam is.
Het lidmaatschap en het plaatsvervangend lidmaatschap van het algemeen bestuur zijn onverenigbaar met de betrekking van ambtenaar door of vanwege een van de gemeenten aangesteld of daaraan ondergeschikt. Met de ambtenaar wordt voor de toepassing van dit artikellid gelijkgesteld hij die op een arbeidsovereenkomst bij een van de gemeenten werkzaam is. De in dit lid genoemde incompatibiliteit is niet van toepassing indien hij als lid van een college van burgemeester en wethouders van een gemeente wordt aangewezen als lid van het algemeen bestuur.
Artikel 8 Benoeming voorzitter
Het algemeen bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter, die tevens lid dienen te zijn van het college van een van de deelnemende gemeenten
Ieder lid brengt één stem uit, vermeerderd met één stem per 15.000 inwoners of gedeelte daarvan van de gemeente, die hij vertegenwoordigt.
Voor de berekening hiervan dient als maatstaf het aantal inwoners op 1 januari van het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de vergadering plaatsvindt. Voor de vaststelling van het aantal inwoners wordt aangehouden het door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde aantal.
Zeven leden van het dagelijks bestuur worden door en uit het algemeen bestuur benoemd, waaronder de voorzitter van het algemeen bestuur, die tevens voorzitter is van het dagelijks bestuur en de plaatsvervangend voorzitter van het algemeen bestuur die tevens plaatsvervangend voorzitter is van het dagelijks bestuur.
Daarnaast kan het algemeen bestuur maximaal twee leden van het dagelijks bestuur benoemen van buiten de kring van het algemeen bestuur. Daarbij gelden dezelfde incompatibiliteiten die ingevolge artikel 6 voor de leden van het algemeen bestuur gelden. Artikel 7 leden 1 en 2 is van overeenkomstige toepassing op de benoeming van leden van het dagelijks bestuur van buiten de kring van het algemeen bestuur. Zij kunnen te allen tijde door het algemeen bestuur worden ontslagen.
Hij die ophoudt lid van het algemeen bestuur te zijn, houdt op hetzelfde moment van rechtswege op lid te zijn van het dagelijks bestuur. Een lid van het dagelijks bestuur kan te allen tijde zodanig ontslag nemen. Hij blijft alsdan zijn functie waarnemen totdat zijn opvolger door het algemeen bestuur is benoemd.
Het algemeen bestuur kan met inachtneming van het bepaalde in artikel 21 van de Wet gemeenschappelijke regelingen een regeling treffen waarin aan de leden van het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur een tegemoetkoming in de kosten of een vergoeding voor hun werkzaamheden wordt toegekend en kan voorts een regeling treffen waarin een tegemoetkoming in of een vergoeding van bijzondere kosten of financiële voorzieningen worden vastgesteld die verband houden met het lidmaatschap van het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur.
Het dagelijks bestuur is bevoegd:
te besluiten namens de GGD ZL, het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur rechtsgedingen, bezwaarprocedures of administratief beroepsprocedures te voeren of handelingen ter voorbereiding daarop te verrichten, tenzij het algemeen bestuur, voor zover het algemeen bestuur aangaat, in voorkomende gevallen anders beslist;
De voorzitter bepaalt, met inachtneming van hetgeen daaromtrent is geregeld bij artikel 9 of krachtens het reglement van orde, dag en uur van de vergaderingen van het algemeen bestuur en roept de leden schriftelijk tot de vergadering op.
De voorzitter zorgt, dat dag en tijdstip van de vergadering van het algemeen bestuur tijdig voor elke vergadering ter openbare kennis worden gebracht.
De voorzitter tekent, tezamen met de ambtelijk secretaris, alle stukken die van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur uitgaan. Het dagelijks bestuur kan onder eigen verantwoordelijkheid het tekenen van bepaalde stukken, die van het dagelijks bestuur uitgaan, opdragen aan de directie van de GGD ZL.
In afwijking van het gestelde in de leden 1 en 2 van dit artikel wordt de eerste vergadering van het algemeen bestuur in de nieuwe zittingsperiode als bedoeld in artikel 7, lid 3 bijeengeroepen en voorgezeten door de aftredende voorzitter of aftredende plaatsvervangend voorzitter en indien zulks niet mogelijk is door de burgemeester van de gemeente van de plaats van vestiging van het openbaar lichaam ingevolge artikel 2, lid 1.
In deze vergadering vinden de benoemingen van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van het algemeen bestuur plaats.
De gemeentebesturen verstrekken op verzoek van het algemeen bestuur of het dagelijks bestuur de benodigde inlichtingen en geven de medewerking, die voor de vervulling van de taken van de GGD ZL nodig is.
Een lid van het algemeen bestuur is verplicht de door een of meer leden van het college van burgemeester en wethouders door wie hij is aangewezen alsmede aan de raad van hun gemeente gevraagde inlichtingen te verstrekken voor zover dat niet in strijd is met het algemeen belang. De gevraagde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk nadat daarom is gevraagd aan het betreffende college van burgemeester en wethouders en/of de raad verstrekt, zulks in overeenstemming met het reglement van orde van het betreffende college van burgemeester en wethouder en/of het reglement van orde van de betreffende raad.
Een lid van het algemeen bestuur is verantwoording verschuldigd voor het door hem gevoerde beleid aan het college van burgemeester en wethouders die hem als lid heeft aangewezen, alsmede aan de raad van zijn gemeente waaruit hij afkomstig is voor zover zulks niet strijdig is met het algemeen belang. Deze verantwoording wordt zo spoedig mogelijk afgelegd nadat hem daarom is gevraagd en in overeenstemming met het reglement van orde van het desbetreffende college van burgemeester en wethouders en/of het reglement van orde van de betreffende raad.
Het algemeen bestuur kan besluiten een lid van het dagelijks bestuur ontslag te verlenen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit. Op het ontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht niet van toepassing. De rechter treedt niet in de beoordeling van de gronden waarop het algemeen bestuur tot ontslag van een lid van het dagelijks bestuur heeft besloten.
Aan het hoofd van de organisatie van de GGD ZL staat een directie die belast is met de dagelijkse leiding en de bedrijfsvoering van de GGD ZL. Bij voorkeur dient minimaal één lid van de directie de hoedanigheid van arts te bezitten. Eén van directieleden is de regionaal geneeskundig functionaris van de GHOR Zuid-Limburg. De leden van de directie worden benoemd door het dagelijks bestuur en kunnen door het dagelijks bestuur in de uitoefening van hun lidmaatschap van de directie worden geschorst of uit hun functie van directielid worden ontheven. De directie heeft een voorzitter die door het dagelijks bestuur in functie wordt benoemd.
Op de rechtspositie van de directieleden is de rechtspositieregeling voor het overige personeel van toepassing. Het dagelijks bestuur kan voor individuele directieleden afwijkende regels met betrekking tot de rechtspositie vaststellen.
Het dagelijks bestuur wijst een ambtelijk secretaris alsmede een plaatsvervanger aan. Aangewezen kunnen worden een lid van de directie danwel in overleg met de directie één van de medewerkers van de GGD ZL. Het directielid kan zich in de uitoefening van zijn functie van secretaris in overleg met het dagelijks bestuur doen bijstaan door een of meer medewerkers van de GGD ZL
De rechtspositie voor het personeel van de GGD ZL wordt vastgesteld overeenkomstig het CAR/UWO-model alsmede de toekomstige wijzigingen daarin.
Onverminderd het bepaalde in artikel 21, lid 1 en met inachtneming van de op het personeel van toepassing verklaarde rechtspositieregelingen, voert het dagelijks bestuur de rechtspositieregeling en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelingen uit. Het dagelijks bestuur kan deze bevoegdheid (waaronder het benoemen, schorsen en ontslaan van het personeel van de GGD ZL) aan de directie, directievoorzitter of een directielid mandateren.
Het algemeen bestuur stelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 212 en 213 Gemeentewet in een verordening regels vast waarbij de organisatie van de administratie en van het vermogensbeheer van de GGD ZL zoveel mogelijk onder verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur aan de directie wordt opgedragen en waarbij de controle op de administratie en het vermogensbeheer, onverminderd het bepaalde in de artikelen 34, 34b en 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, wordt gelaten aan het dagelijks bestuur of aan een overeenkomstig artikel 16 in te stellen commissie. Aanwijzing van de accountant geschiedt door het algemeen bestuur.
Het dagelijks bestuur maakt jaarlijks een ontwerp-begroting van inkomsten en uitgaven voor het komend boekjaar op, welke is voorzien van een toelichting en de nodige specificaties, waaronder overzichten van de ramingen van bijdragen van de gemeenten en van de opbrengsten van de verrichtingen die op tariefbasis aan de gemeenten en derden in rekening worden gebracht.
De bijdragen van de gemeenten als bedoeld in het vorige lid voor de basisproducten als bedoeld in artikel 4 worden vastgesteld op basis van en naar rato van het aantal inwoners per 1 januari van het jaar voorafgaande aan het boekjaar conform de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde bevolkingscijfers.
Het dagelijks bestuur zendt voor 15 april van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, de algemene financiële kaders en de beleidsmatige kaders aan de raden van de deelnemende gemeenten. Het dagelijks bestuur zendt de ontwerpbegroting acht weken voordat zij aan het algemeen bestuur wordt aangeboden toe aan de raden van de gemeenten, die vervolgens binnen acht weken na ontvangst het dagelijks bestuur van hun zienswijze omtrent de ontwerpbegroting kunnen doen blijken, een en ander overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 34b en 35 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Het dagelijks bestuur zendt vóór 15 april van het jaar de voorlopige jaarstukken over het voorafgaande boekjaar aan de raden van de deelnemende gemeenten. De jaarstukken zijn opgesteld conform het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). De jaarrekening is vergezeld van een controleverklaring en het verslag van de accountant als bedoeld in artikel 25.
De gemeenten betalen zonder voorafgaande declaratie vier maal per jaar vóór respectievelijk 16 januari, 16 april, 16 juli en 16 oktober van het boekjaar een kwart van de in de begroting voor dat boekjaar geraamde bijdrage als bedoeld in artikel 27, lid 2. Bij te late betaling is de wettelijke rente verschuldigd. Na vaststelling van de jaarrekening vindt binnen één maand verrekening plaats.
De algemene reserve en de voorzieningen worde gevormd overeenkomstig het door het algemeen bestuur vastgestelde beleid, waarbij de algemene reserve tenminste 6% van het totaal van de exploitatielasten van enig boekjaar moet bedragen.
De gemeenten waarborgen, naar rato van het aantal inwoners, ten behoeve van de geldschieter de betaling van rente en aflossing en kosten van geldleningen en van in rekening-courant op te nemen gelden onder het doen van afstand van de voorrechten, die de wet de borgen toekent.
Een gemeente kan uittreden door toezending aan het algemeen bestuur van daartoe strekkende besluiten van het gemeentebestuur. De uittreding vindt, behoudens door het algemeen bestuur toe te stane afwijkingen, plaats op 1 januari van het tweede jaar volgend op dat, waarin deze besluiten zijn opgenomen in de registers als bedoeld in artikel 27, leden 1 en 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
Het gemeentebestuur van de uittredende gemeente kan in de in lid 1 bedoelde besluiten bepalen dat de overdracht van bevoegdheden aan het algemeen bestuur van de GGD ZL ingevolge artikel 3 met onmiddellijke ingang of met ingang van enige datum voor die waarop de uittreding plaatsvindt, geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken.
De uittredende gemeente blijft in elk geval aansprakelijk voor alle schulden en de overige verplichtingen van de GGD ZL op het tijdstip van uittreden, zulks in verhouding van de verdeling van de bijdragen als bedoeld in artikel 27, lid 2 en naar de toestand van 1 januari van het jaar van uittreding.
De regeling kan te allen tijde worden gewijzigd of opgeheven bij besluit van de colleges van burgemeester en wethouders van drie vierde van de aan deze regeling deelnemende gemeenten. Deze drie vierde van de aan deze regeling deelnemende gemeenten dienen minimaal twee derde van het aantal inwoners van de deelnemende gemeenten te omvatten. De besluiten van de colleges van burgemeester en wethouders dienen instemming te hebben van de raden.
In geval van opheffing wordt het algemeen bestuur met liquidatie van de GGD ZL belast. Van het liquidatieplan kan onderdeel uitmaken dat een vereffeningscommissie wordt ingesteld waaraan alle bevoegdheden en taken van het algemeen bestuur en dagelijks bestuur in het kader van de liquidatie worden overgedragen.