Organisatie | Groningen (Gr) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren |
Citeertitel | Maatregelenverordening Wet Investeren in Jongeren |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | Wet Investeren in Jongeren |
Externe bijlage | Toelichting |
Geen
Wet investeren in jongeren, art. 12, eerste lid, sub e, en 35
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-07-2010 | 01-01-2012 | nieuwe regeling | 26-05-2010 Gemeenteblad, 2010, 48 | Gr10.2247709 |
DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;
gelet op artikelen 12, eerste lid, sub e, en 35 van de Wet investeren in jongeren;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 april 2010;
overwegende dat het noodzakelijk is een maatregel mogelijk te maken voor jongeren van 18 tot 27 jaar en dat bij verordening te regelen;
de Maatregelenverordening Wet investeren in jongeren vast te stellen.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Gelet op artikel 41 van de wet en onverminderd artikel 42 van de wet, verlaagt het college, overeenkomstig deze verordening, het bedrag van de aan de jongere toegekende inkomensvoorziening, indien de jongere naar het oordeel van het college de op hem rustende verplichtingen, bedoeld in hoofdstuk 5 van de wet, of de uit artikel 30c, tweede lid of derde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen voortvloeiende verplichtingen, niet of onvoldoende nakomt, dan wel zich jegens het college zeer ernstig misdraagt.
Artikel 3 Berekeningsgrondslag
De maatregel wordt toegepast op de voor de jongere van toepassing zijnde WIJ-norm.
Artikel 4 Het besluit tot opleggen van een maatregel
In het besluit tot opleggen van een maatregel worden in ieder geval vermeld: de reden van de maatregel, de duur van de maatregel, het percentage waarmee de inkomensvoorziening wordt verlaagd en, indien van toepassing, de reden om af te wijken van een standaardmaatregel.
Artikel 5 Afzien van het opleggem van een maatregel
Het college ziet af van het opleggen van een maatregel indien:
de gedraging meer dan één jaar vóór constatering van die gedraging door het college heeft plaatsgevonden, tenzij de gedraging een schending van de inlichtingenplicht inhoudt en als gevolg van die gedraging ten onrechte inkomensvoorziening is verleend. Een maatregel wegens schending van de inlichtingenplicht wordt niet opgelegd na verloop van vijf jaren nadat de betreffende gedraging heeft plaatsgevonden;
Indien sprake is van een gedraging die schending oplevert van meerdere in de wet genoemde verplichtingen, dan wel tegelijkertijd van meerdere gedragingen die schending opleveren van één of meerdere in de wet genoemde verplichtingen, wordt één maatregel opgelegd. Voor het bepalen van de hoogte en de duur van deze maatregel wordt uitgegaan van de gedraging waarop de zwaarste maatregel is gesteld.
Onverminderd artikel 2 wordt de duur of hoogte van de maatregel verdubbeld als de jongere zich binnen twaalf maanden na bekendmaking van een besluit waarbij een maatregel is opgelegd, opnieuw schuldig maakt aan een verwijtbare gedraging van dezelfde categorie. Met een besluit waarmee een maatregel is opgelegd wordt gelijkgesteld het besluit om daarvan af te zien op grond van dringende redenen, bedoeld in artikel 5, tweede lid.
HOOFDSTUK 2 HET NIET NAKOMEN VAN DE VERPLICHTINGEN OVER DE ARBEIDSINSCHAKELING EN HET WERKLEERAANBOD
HOOFDSTUK 3 HET NIET NAKOMEN VAN DE INLICHTINGENPLICHT, MEDEWERKINGSPLICHT EN IDENTIFICATIEPLICHT
Artikel 11 Schending inlichtingenplicht met benadeling gemeente
Indien het niet, niet tijdig of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet, niet heeft geleid tot het ten onrechte toekennen of uitvoeren van het werkleeraanbod of tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorziening, wordt een maatregel opgelegd van 5 procent van de
Artikel 12 Schending inlichtingenplicht met benadeling gemeente
Indien het niet of niet behoorlijk nakomen van de inlichtingenplicht, bedoeld in artikel 44, eerste lid, van de wet heeft geleid tot het ten onrechte toekennen of uitvoeren van het werkleeraanbod of tot het ten onrechte of tot een te hoog bedrag verlenen van de inkomensvoorziening, wordt de maatregel afgestemd op de hoogte van het benadelingsbedrag.