Organisatie | Dronten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | gemeenschappelijke regeling "Veiligheidsregio Flevoland 2008" |
Citeertitel | gemeenschappelijke regeling "Veiligheidsregio Flevoland 2008" |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | openbare gezondheid, veiligheid en zedelijkheid |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2008 | nieuwe regeling | 29-11-2007 Gemeenteblad 2007, nr. 20 | B07.001273 |
De gemeenteraden, de colleges van burgemeester en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Almere, Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk en Zeewolde, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft:
een doelmatig georganiseerde en gecoördineerde uitvoering wordt bewerkstelligd van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 1, zesde lid, van de Brandweerwet 1985, een goede hulpverlening op regionaal niveau door de brandweer bij ongevallen of rampen wordt bevorderd en afspraken worden gemaakt over de onderlinge bijstand bij het beperken en bestrijden van brand en bij de hulpverlening bij ongevallen en rampen;
de hulpverleningsactiviteiten op het gebied van de somatische en psychosociale zorg en de preventieve en openbare gezondheidszorg naar aanleiding van een zwaar ongeval of een ramp als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet rampen en zware ongevallen gezamenlijk ter hand worden genomen en georganiseerd, voorbereid en uitgevoerd en daartoe met de verschillende instanties afspraken worden gemaakt, die nodig zijn voor een doelmatige geneeskundige hulpverlening;
Gelet op de bepalingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen, de Brandweerwet 1985, de Politiewet 1993, de Wet rampen en zware ongevallen en de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen;
de volgende gemeenschappelijke regeling vast te stellen en aan te gaan:
de gemeenschappelijke regeling “Veiligheidsregio Flevoland 2008”
Daar waar in deze regeling artikelen van de Gemeentewet of van enige andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing worden verklaard, komen in die artikelen in de plaats van de gemeente, de raad, het college en de burgemeester onderscheidenlijk: de Veiligheidsregio, het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur en de voorzitter.
De Veiligheidsregio behartigt de belangen van de deelnemende gemeenten op de volgende terreinen:
De dienstverlening geschiedt op basis van een overeenkomst tussen de Veiligheidsregio en de gemeente of gemeenten die het aangaat. In deze overeenkomst wordt neergelegd welke prestaties de Veiligheidsregio zal leveren, de kosten die bij de gemeente in rekening worden gebracht en de voorwaarden waaronder tot dienstverlening wordt overgegaan.
HOOFDSTUK 3 . HET BESTUUR VAN DE VEILIGHEIDSREGIO
Het algemeen bestuur geeft aan de raden van de deelnemende gemeenten gevraagd en ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het bestuursbeleid van het openbaar lichaam nodig is of die door één of meer leden van die raden wordt verlangd.
In het reglement van orde dat het algemeen bestuur krachtens artikel 22 van de wet verplicht is op te stellen, worden onder meer regels opgenomen over:
Artikel 17. Vaststellen beheersplan
De totstandkoming van het beheersplan, bedoeld in artikel 5 van de Wet rampen en zware ongevallen, geschiedt op overeenkomstige wijze als in artikel 30, eerste tot en met vijfde lid, voor de begroting is aangegeven.
Artikel 18. Regeling coördinerend burgemeester
Het algemeen bestuur draagt er zorg voor dat de burgemeesters een regeling treffen voor de bestuurlijke coördinatie bij rampen en ongevallen.
Hoofdstuk 4. Veiligheidsdirectie Flevoland
Artikel 22. De ambtelijk secretaris
De ambtelijk secretaris is in samenspraak met de Veiligheidsdirectie belast met de voorbereiding en de uitvoering van het verhandelde in de vergadering van zowel het algemeen bestuur als het dagelijks bestuur en hij draagt zorg voor het monitoren van de door het algemeen en dagelijks bestuur genomen besluiten.
Het algemeen bestuur regelt de inrichting van de organisatie van de Veiligheidsregio. De organisatie kent in ieder geval Brandweer Flevoland, de GHOR, een Gemeenschappelijke Meldkamer Flevoland en het Veiligheidsbureau Flevoland.
Het algemeen bestuur regelt overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 125 en 134 van de Ambtenarenwet 1929 en de gemeentelijke rechtspositie, zoals vastgelegd in de CAR/UWO, de rechtspositie van de medewerkers van de organisatie die ambtenaar zijn, alsmede van de medewerkers van de organisatie die werkzaam zijn op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
HOOFDSTUK 6. FINANCIËLE BEPALINGEN
De algemeen directeur van brandweer Flevoland zorgt namens het dagelijks bestuur ervoor dat de in het derde lid bedoelde verzekering bij voortduring in overeenstemming wordt gehouden met de samenstelling van het personeel, de individuele omstandigheden van de personeelsleden en het algemene loonpeil.
De begroting en de meerjarenraming worden binnen twee weken na vaststelling, doch in ieder geval vóór 15 juli van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de begroting dient, door het dagelijks bestuur toegezonden aan de raden van de deelnemende gemeenten en aan gedeputeerde staten van Flevoland. Het algemeen bestuur geeft in de aanbiedingsbrief gemotiveerd aan op welke wijze de opmerkingen van de raden in de begroting en de meerjarenraming zijn verwerkt.
De Veiligheidsregio verschaft aan hen, die ingevolge het bepaalde in het eerste en tweede lid, tot het uitoefenen van controle of het instellen van een onderzoek bevoegd zijn, zo dikwijls als deze het vorderen, inzage van de kas, de boekhouding en de bescheiden en verstrekt desgewenst ook schriftelijk alle inlichtingen die door hen voor de uitoefening van hun taak nodig worden geacht.
Het algemeen bestuur stelt een treasurystatuut vast waarin onder meer geregeld is het aangaan van geldleningen en rekeningcourant overeenkomsten en het uitlenen van geld en garantstellingen, met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen. De besluiten worden na vaststelling gezonden aan gedeputeerde staten van Flevoland.
De in het tweede lid bedoelde garantstelling door de gemeenten geschiedt naar verhouding van de inwonertallen op 1 januari van het jaar waarin de verplichting tot nakoming van de garantie van kracht is geworden; een en ander overeenkomstig de in de begroting van het dienstjaar opgenomen gemiddelde inwoneraantallen overeenkomstig het eerste lid van artikel 36.
Het nadelige saldo van baten en lasten over een dienstjaar wordt over de gemeenten omgeslagen op basis van de oppervlakte (30%) en het aantal inwoners (70%) conform de prognose van inwoneraantallen per 1 januari van dat dienstjaar en 1 januari van het daaropvolgende dienstjaar uit de meerjarenraming van elk van de gemeenten.
Blijft betaling voor de in het vijfde lid genoemde data achterwege, dan treedt een boetebeding in werking. Het aandeel wordt dan verhoogd met zoveel twaalfde gedeelten van de jaarrente als er maanden zijn verstreken sinds de desbetreffende vervaldatum. Een gedeelte van een maand wordt voor een volle maand gerekend. Het rentepercentage is gelijk aan het percentage van de wettelijk vastgestelde rente voor het jaar van inning van het aandeel.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Almere
in zijn openbare vergadering van
De griffier, De voorzitter,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere
De secretaris, De burgemeester,
De burgemeester van de gemeente Almere
De burgemeester,
Aldus besloten door de raad van de gemeente Dronten,
in zijn openbare vergadering van 29 november 2007
De griffier, De voorzitter,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dronten
De secretaris, De burgemeester,
De burgemeester van de gemeente Dronten,
De burgemeester,
Aldus besloten door de raad van de gemeente Lelystad
in zijn openbare vergadering van
De griffier, De voorzitter,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad
De secretaris, De burgemeester,
De burgemeester van de gemeente Lelystad,
De burgemeester,
Aldus besloten door de raad van de gemeente Noordoostpolder
in zijn openbare vergadering van
De griffier, De voorzitter,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noordoostpolder
De secretaris, De burgemeester,
De burgemeester van de gemeente Noordoostpolder,
De burgemeester,
Aldus besloten door de raad van de gemeente Urk
in zijn openbare vergadering van
De griffier, De voorzitter,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Urk
De secretaris, De burgemeester,
De burgemeester van de gemeente Urk,
De burgemeester,
Aldus besloten door de raad van de gemeente Zeewolde
in zijn openbare vergadering van
De griffier, De voorzitter,
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Zeewolde
De secretaris, De burgemeester,
De burgemeester van de gemeente Zeewolde,
De burgemeester,
Een openbaar lichaam is een rechtspersoon, die zelfstandig kan deelnemen aan het rechtsverkeer door het bijvoorbeeld aangaan van overeenkomsten.
Het bepaalde in dit artikel vloeit voort uit artikel 33, eerste lid, Wgr. Dit artikel bepaalt met zoveel woorden dat de verdeling van bevoegdheden over de bestuursorganen van een gemeenschappelijke regeling dezelfde is als de bevoegdheidsverdeling over de bestuursorganen van de gemeente.
Belangen, taken en bevoegdheden
In artikel 10, eerste lid, Wgr wordt voorgeschreven dat de gemeenschappelijke regeling het belang of de belangen waarvoor ze wordt aangegaan, vermeldt. Onder ‘belang’ wordt verstaan het beleidsterrein waarop wordt samengewerkt. Met het vastleggen van het belang of de belangen wordt het werkgebied van de gemeenschappelijke regeling afgebakend.
De taken van de Veiligheidsregio zijn de activiteiten die het samenwerkingsverband ontplooit in het kader van het te behartigen belang of de te behartigen belangen. Daarbij kan het gaan om taken waarvoor gemeenten expliciete publiekrechtelijke bevoegdheden overdragen aan de Veiligheidsregio. Het zijn daarmee ‘eigen’ bevoegdheden van de Veiligheidsregio geworden. Deze bevoegdheden worden vermeld in artikel 7.
Op grond van artikel 10, tweede lid, Wgr dient in de regeling aangegeven te worden welke bevoegdheden door de besturen van de deelnemende gemeenten aan het bestuur van het openbare lichaam worden overgedragen. De overgedragen bevoegdheden dienen zo concreet mogelijk in de gemeenschappelijke regeling te worden beschreven.
In het kabinetsstandpunt Veiligheidsregio wordt een bestuurlijke integratie verplicht gesteld tussen het bestuur van de GHOR en het bestuur van de regionale brandweer, aangeduid met het Veiligheidsbestuur. Dit betekent dat de bevoegdheden op grond van de Brandweerwet 1985 en de Wet geneeskundige hulpverlening bij rampen verplicht overgedragen moeten worden aan het bij een gemeenschappelijke regeling ingesteld openbaar lichaam i.c. het bestuur van de Veiligheidsregio Flevoland.
De in het eerste en tweede lid van dit artikel bedoelde bevoegdheden worden hierna nader uitgewerkt.
Het bepaalde in onderdeel c. van dit artikel geeft de Veiligheidsregio de bevoegdheid met de regiopolitie afspraken te maken over de inrichting en het beheer van een gemeenschappelijke meldkamer en deze afspraken vast te leggen in een overeenkomst.
In onderdeel d. van dit artikel krijgt de Veiligheidsregio de bevoegdheid convenanten af te sluiten met overheidsorganisaties en niet-overheidsorganisaties. Daarbij kan worden gedacht aan bijvoorbeeld het waterschap of regionale directies van ministeries. In dit artikel is opgenomen dat de veiligheidsregio een overeenkomst sluit met het bestuur van de GGD Flevoland. In deze overeenkomst wordt in ieder geval vastgelegd de inzet van expertise en capaciteit vanuit de ‘witte kolom’ ten behoeve van het Veiligheidsbestuur. (zie algemene toelichting). De overeenkomsten die de Veiligheidsregio sluit kunnen uiteraard alleen betrekking hebben op taken en bevoegdheden die aan haar zijn overgedragen.
Naast de bevoegdheden die gemeenten (verplicht) overdragen aan de Veiligheidsregio, kent de Brandweerwet 1985 een aantal taken en bevoegdheden rechtstreeks toe aan de voorzitter van het dagelijkse bestuur van de Veiligheidsregio. Deze zijn niet in deze regeling opgenomen.
Een van de taken van de Veiligheidsregio is het gevraagd en ongevraagd adviseren van gemeenten op het gebied van pro-actie- en preventiebeleid ten behoeve van het (regionale) crisisbeheersingsbeleid (artikel 6, onderdeel d). In het kabinetsstandpunt Veiligheidsregio worden pro-actie en preventie globaal aangeduid in relatie tot de vergunningverlening door de gemeenten. Om hier duidelijkheid in te geven, is aangesloten bij de bestaande regelingen terzake. Op grond van artikel 4 van de Brandweerwet gaat het in ieder geval om de volgende onderwerpen:
In dit artikel wordt de op grond van de Brandweerwet al bestaande adviestaak uitgebreid met de verplichting voor de gemeenten om bepaalde onderwerpen ter advisering aan de Veiligheidsregio voor te leggen. Tegelijkertijd is de reikwijdte verbreed van brandpreventie naar crisisbeheersing. Tevens is verduidelijkt voor welke objecten in het werkgebied de verplichting voor deelnemende gemeenten geldt om advies in te winnen, ook in vergunningprocedures voor deze objecten. Duidelijk moet zijn dat deze plicht niet geldt voor woningen en de kroeg om de hoek, maar wel voor grote objecten met een publieke functie, massabezoek of kwetsbare groepen bezoekers of bewoners. Te denken valt aan voetbalstadions, stations, zorginstellingen, muziekhallen en dergelijke).
Dit artikel biedt de mogelijkheid aan gemeenten om naast het takenpakket van artikel 6 extra diensten van de Veiligheidsregio af te nemen. De dienstverlening geschiedt op verzoek van gemeenten en het algemeen bestuur moet met die dienstverlening instemmen.
De dienstverlening vindt plaats tegen betaling van de werkelijke gemaakte c.q. te maken kosten. In een overeenkomst wordt vastgelegd welke prestaties de Veiligheidsregio zal leveren en welke kosten bij de gemeente in rekening zullen worden gebracht.
Het bestuur van de Veiligheidsregio Flevoland
In dit artikel is vastgelegd dat elke raad zijn burgemeester aanwijst als lid van het algemeen bestuur. Hiermee wordt voldaan aan een van de eisen die het kabinet stelt aan de vormgeving van de veiligheidsregio, te weten dat het regionale Veiligheidsbestuur bestaat uit de burgemeesters van de in de regio gelegen gemeenten (zie de brief van de Minister van BZK van 27 april 2005). Hierdoor kent het algemeen bestuur van de Veiligheidsregio dezelfde samenstelling als het Regionaal College van de politie, waardoor de samenwerking en afstemming tussen beide organen betrekkelijk eenvoudig is. Bij verhindering of ontstentenis van de burgemeester, treedt de loco-burgemeester namens zijn gemeente op als lid van het algemeen bestuur. Dit geschiedt op grond van de algemene waarnemingsregeling zoals vastgelegd in artikel 77, eerste lid, Gemeentewet.
Gelet op de omvang van Flevoland met 6 gemeenten is er voor gekozen om het dagelijks bestuur uit dezelfde leden te laten bestaan als het algemeen bestuur. Elk lid van het dagelijks bestuur is als portefeuillehouder belast met een aantal aandachtspunten.
De uitwerking van het tweede en derde lid van artikel 11 houdt in dat de betreffende portefeuillehouder het eerste aanspreekpunt is voor het betreffende diensthoofd. Voorts wordt een notitie of voorstel pas aan het bestuur voorgelegd na accordering van de betreffende portefeuillehouder(s), die verantwoordelijk is (zijn) voor dat betreffende onderwerp/aandachtsgebied.
In de regeling moet een bepaling worden opgenomen over de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur. (artikel 13)
Wanneer op basis van de taken en bevoegdheden van het dagelijks bestuur een besluit genomen moet worden en daarvoor komen de leden van het dagelijks bestuur bijeen, moet van deze bijeenkomst altijd een verslag worden gemaakt.
Uit praktische overwegingen verdient het aanbeveling dat deze bijeenkomst plaatsvindt voorafgaand aan de vergadering van het algemeen bestuur.
Overeenkomstig de gemaakte afspraken over op 7 juni 2006 gehouden bestuurlijke werkconferentie van de burgemeesters wordt in het tweede en derde lid van artikel 12 bepaald dat de korpsbeheerder voorzitter is en bij verhindering of ontstentenis vervangt de waarnemend korpsbeheerder de voorzitter.
De koppeling tussen de functie van korpsbeheerder en het voorzitterschap van de Veiligheidsregio past in het streven om de samenwerking tussen de Veiligheidsregio en de regionale politie te intensiveren.
Omdat het lidmaatschap van het algemeen bestuur is gekoppeld aan de functie van burgemeester, heeft het geen zin de zittingsperiode van het algemeen bestuur aan een bepaalde termijn te verbinden (bijvoorbeeld een koppeling aan de zittingsperiode van de raad). Om die reden is in dit artikel geen regeling opgenomen over de zittingsduur van de leden van het algemeen bestuur.
De vergaderingen van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam zijn openbaar (artikel 22, derde lid, Wgr). Het vierde en vijfde lid van artikel 22 Wgr regelen de procedure die moet worden gevolgd om een vergadering in beslotenheid te laten plaatsvinden.
Het derde lid van dit artikel bevat een lijst met onderwerpen waarover in ieder geval niet in beslotenheid vergaderd of besloten mag worden. Deze lijst is gebaseerd op artikel 24 Gemeentewet. Hierin staan de onderwerpen vermeld waarover de gemeenteraad niet in beslotenheid mag beraadslagen of besluiten. De lijst met onderwerpen kan worden uitgebreid.
Dit artikel bevat de regeling voor de besluitvorming door het algemeen bestuur in de preparatiefase (de ‘koude’ fase). Over de besluitvorming in de responsfase, dat wil zeggen: bij calamiteiten of reële dreiging daarvan (ook wel de ‘warme’ fase genoemd), zullen buiten deze gemeenschappelijke regeling om aparte afspraken tussen de burgemeesters moeten worden gemaakt. Het gaat dan met name om het aanwijzen van een coördinerend burgemeester en het vastleggen van zijn taken (zie hiervoor artikel 18 van de regeling).
In het zesde lid van dit is er voor gekozen dat elke deelnemende gemeente, ongeacht haar inwonertal, gelijke invloed heeft op de besluitvorming in het algemeen bestuur. Daarom is vastgelegd dat elk lid in de vergadering van het algemeen bestuur één stem heeft.
Voorts is in het vijfde lid vastgelegd dat besluiten genomen worden bij meerderheid van stemmen, dat wil zeggen: de helft van de uitgebrachte stemmen plus één.
Gebaseerd op het relatieve aandeel van de gemeenten is in het zevende lid van dit artikel vastgelegd dat bij het vaststellen en wijzigen van de begroting en het vaststellen van de rekening het systeem van gewogen stemmen van toepassing is. Het systeem is concreet uitgewerkt en vastgelegd in dit artikel.
Omdat de gemeenschappelijke regeling uitgaat van samenwerking en gelijkwaardigheid is de berekende stemverhouding niet in alle opzichten een rekenkundige afspiegeling van een bepaalde bijdrage, maar weerspiegelt zij het relatieve aandeel van elke deelnemende gemeente. Als basis voor de berekening van de stemverhouding is de bijdrage gehanteerd die elke gemeente besteedt aan de lokale en regionale brandweerzorg.
Op vergaderingen van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam zijn de besluitvormingsregels in artikel 31 Gemeentewet (stemmingen over personen) en artikel 32 Gemeentewet (stemmingen over zaken) van overeenkomstige toepassing (artikel 22, eerste lid, Wgr). Hiervan kan niet in een gemeenschappelijke regeling worden afgeweken.
Wel heeft de voorzitter in vergaderingen van het dagelijks bestuur een doorslaggevende stem als de stemmen staken bij zakelijke voorstellen (nadat eerst opnieuw is gestemd). Dit is op grond van artikel 59 Gemeentewet. Deze besluitvormingsregel voor het college van burgemeester en wethouders is ook van toepassing op het dagelijks bestuur van een openbaar lichaam.
De procedure van de totstandkoming van de begroting wordt in dit artikel ook van toepassing verklaard op de vaststelling van het beheersplan. Deze procedure zorgt er voor dat de raden van de deelnemende gemeenten bij het besluitvormingsproces worden betrokken. De raden wordt de mogelijkheid geboden hun zienswijze over het ontwerpbeheersplan aan het algemeen bestuur kenbaar te maken.
Dit artikel spreekt voor zich.
De benaming ‘veiligheidsdirectie’ is overgenomen uit de brief van de Minister van BZK van 27 april 2005 over de basisniveaus van de veiligheidsregio’s. Deze term kan echter leiden tot misverstanden omdat de veiligheidsdirectie niet belast is met managementtaken. Ze fungeert als ambtelijke ondersteuning van het algemeen en dagelijks bestuur van de Veiligheidsregio, zowel bij de voorbereiding als de uitvoering van besluiten (zie de taakomschrijving in artikel 21).
Gezien de samenstelling en de taken is er feitelijk sprake van een ‘multidisciplinair directieoverleg’.
Voor de uitoefening van haar werkzaamheden kan de Veiligheidsdirectie Flevoland in voorkomende gevallen anderen uitnodigen om deel te nemen aan de beraadslagingen. Gedacht kan worden aan vertegenwoordigers van provincie, regionale directies of waterschappen. Het is niet nodig om dit apart te regelen.
Ook de gemeenten zijn vertegenwoordigd in de veiligheidsdirectie vanwege de verantwoordelijkheid voor de voorbereiding en (coördinatie van) de aansturing van (onder andere) de gemeentelijke crisisbeheersingsprocessen. De vertegenwoordiging van de gemeenten wordt ingevuld door een gemeentesecretaris uit de regio (de zogeheten ‘coördinerend gemeentesecretaris’) op basis van het recht van voordracht van de gezamenlijke gemeentesecretarissen in de regio. Er is gekozen voor het recht van voordracht om bij deze groep draagvlak te creëren voor de persoon die de gemeenten gaat vertegenwoordigen en de activiteiten die hij of zij uit hoofde van deze vertegenwoordiging gaat c.q. moet ontplooien.
Vanuit de multidisciplinaire gedachte verdient het aanbeveling om de ondersteuning van het Veiligheidsbestuur breed samen te stellen. Om dit te bereiken wordt het bestuurssecretariaat gevormd uit de al bestaande functies van adviseur korpsbeheerder/secretaris voor het Regionaal College en de bestuursadviseur HVDF. Vanuit dit secretariaat wordt het Regionaal College, het Veiligheidsbestuur, het Veiligheidsberaad, het Korpsbeheerdersberaad en ander bestuurlijke overleggen ondersteund. Ook verzorgt het bestuurssecretariaat een deel van de beleidsadvisering aan de bestuurders op het terrein van de veiligheid. Daarom wordt in het vierde lid van dit artikel bepaald dat het algemeen bestuur de ambtelijk secretaris benoemd.
Het bestuurssecretariaat wordt ondergebracht bij het Veiligheidsbureau, maar het bestuurssecretariaat valt niet onder de aansturing van de coördinator van het Veiligheidsbureau. De Veiligheidsdirectie Flevoland waakt over de kwaliteit van het bestuurssecretariaat.
Taken van de Veiligheidsdirectie Flevoland
De Veiligheidsdirectie Flevoland is belast met de voorbereiding en de bewaking van de uitvoering van de besluiten van de Veiligheidsregio. Bij het voorbereiden van besluiten moet vooral worden gedacht aan het nemen van initiatieven. De Veiligheidsdirectie Flevoland is ook belast met de bewaking van de uitvoering van besluiten.
Tot de taak van de Veiligheidsdirectie Flevoland wordt gerekend het zorg dragen voor de vertaling van het strategische beleid in functionele en operationele termen (operationeel beheer). Voorts zorgt de Veiligheidsdirectie Flevoland voor het opstellen van integrale stukken met betrekking tot het beleids- en beheersplan, de begroting (incl. verdeling van de kosten), de jaarrekening, het jaarverslag en de (overig) samenhangende verantwoordingsinformatie.
Voor het kunnen uitvoeren van deze taken doet de Veiligheidsdirectie Flevoland beroep op het Veiligheidsbureau en de organisatie waarvoor de leden van de Veiligheidsdirectie Flevoland afzonderlijk verantwoordelijk zijn.
Het Veiligheidsbureau maakt onderdeel uit van de Veiligheidsregio en is vooral bestemd om inhoud te geven aan het multidisciplinair samenwerken tussen de verschillende hulpverleningsdiensten. Het werkdomein van het Veiligheidsbureau concentreert zich op het multidisciplinair voorbereiden en uitvoeren van taken in het kader van de rampenbestrijding en crisisbeheersing. Het Veiligheidsbureau moet in die zin dan ook een tastbare en herkenbare eenheid worden waaruit blijkt dat er wordt samengewerkt door de verschillende diensten.
De verantwoordelijkheid voor de uitvoering ligt bij de afzonderlijke hulpverleningsorganisaties. De Veiligheidsdirectie Flevoland dient er voor te zorgen dat de gemaakte afspraken over een gecoördineerde aanpak worden nagekomen.
Om er voor te zorgen dat het beleid en de besluiten van de Veiligheidsregio goed worden afgestemd op het beleid en de besluiten van het regionaal college politie, is in het convenant tussen de Veiligheidsregio en het Regionaal College vastgelegd dat de Veiligheidsdirectie Flevoland ook wordt belast met de voorbereiding van en uitvoering van de besluiten van de gezamenlijk vergadering van het Veiligheidsbestuur en het Regionaal College.
De inrichting van de organisatie
In dit artikel wordt bepaald dat de algemeen directeur van Brandweer Flevoland tevens de functie van Commandant Regionale Brandweer vervult. De algemeen directeur is met inachtneming van de aan hem toegekende bevoegdheden belast met de algemene en dagelijkse leiding van de Brandweer Flevoland.
In het vijfde lid van dit artikel is bepaald op grond van welke wet- en regelgeving het algemeen bestuur de rechtspositie van de medewerkers van de organisatie (lees: Brandweer Flevoland) vaststelt die ambtenaar zijn en van de medewerkers die bij deze organisatie werkzaam zijn op grond van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
Zolang het algemeen bestuur de in dit artikel beoogde rechtspositieregeling nog niet heeft vastgesteld, blijft de huidige rechtspositieregeling zoals deze geldt voor de Hulpverleningsdienst Flevoland dan wel diens rechtsopvolger van toepassing.
Het Veiligheidsbestuur is verantwoordelijk voor de bestuurlijke aansturing voor de GHOR. De GGD Flevoland wordt door het Veiligheidsbestuur belast met de organisatie en uitvoering van de GHOR activiteiten en de Regionaal Geneeskundig Functionaris legt daarvoor verantwoording af aan het Veiligheidsbestuur. Daarom wordt de Regionaal Geneeskundig Functionaris, gehoord het algemeen bestuur van de GGD, benoemd, geschorst en ontslagen door het bestuur van de veiligheidsregio.
De concrete afspraken over de inzet van expertise en capaciteit vanuit de GGD Flevoland, waar de GHOR en RAV onderdeel van uitmaken, ten behoeve van het Veiligheidsbestuur worden vastgelegd in een convenant.
Met betrekking tot de operationele aansturing van zowel de Gemeenschappelijke Meldkamer Flevoland als het Veiligheidsbureau Flevoland wordt in dit artikel bepaald, dat het algemeen bestuur daartoe opdracht geeft aan de Veiligheidsdirectie Flevoland.
De strekking van deze artikelen spreekt voor zich.
De artikelen 186 tot en met 213 van de (gedualiseerde) Gemeentewet zijn ook van toepassing verklaard op gemeenschappelijke regelingen. Deze artikelen hebben betrekking op de begroting, jaarrekening, administratie en de controle. Ook het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is van toepassing op gemeenschappelijke regelingen. Dit betekent onder andere dat de begroting die door het algemeen bestuur wordt vastgesteld moet worden opgezet op basis van een indeling in programma’s (programmabegroting).
Het dagelijks bestuur stelt vervolgens op basis van de programmabegroting de productenraming vast.
De termijn waarop de begroting uiterlijk moet zijn vastgesteld door het algemeen bestuur (1 juli) stelt gemeenten in staat de uitgaven die gemoeid zijn met de Veiligheidsregio in de eigen begroting te verwerken. Het gaat immers om verplichte uitgaven. Artikel 34, tweede lid, Wgr bepaalt dat de begroting vóór 15 juli van het jaar, voorafgaande aan het jaar waarvoor deze geldt, aan Gedeputeerde Staten moet zijn toegezonden.
Voor de in het derde lid van artikel 29 bedoelde index wordt uitgegaan van het door de gemeente Lelystad gehanteerde percentage.
De strekking van deze artikelen spreekt voor zich. Opgemerkt wordt dat de strekking van artikel 32 overeenkomt met het bepaalde in artikel 34 van de Wgr.
Met betrekking tot het bepaalde in artikel 33, lid 1, wordt opgemerkt dat de door het bestuur van de Hulpverleningsdienst Flevoland in juni 2006 vastgestelde “Kadernota Reserves & Voorzieningen Hulpverleningsdienst Flevoland” uitgangspunt van beleid is.
Het gestelde in het eerste lid van artikel 36 moet in samenhang worden gezien met de regionalisering van brandweer in Flevoland. De uitwerking daarvan en de daaruit voortvloeiende voorstellen zijn verwoord in het Plan van Aanpak Regionalisering Brandweer Flevoland.
In dat plan wordt uitgegaan van een gefaseerde totstandkoming van Brandweer Flevoland. Voor de berekening van de gemeentelijke bijdrage geldt vanaf dat moment de in genoemd plan van aanpak beschreven verdeelsleutels.
De berekening van de gemeentelijke bijdrage voor de jaren 2008 en 2009 wordt gebaseerd op 70% inwoners en 30% oppervlakte (land en water). Voor de definiëring van het begrip “oppervlakte water” dient gehanteerd te worden de door de Provincie Flevoland in administratief beroep geformuleerde definitie, luidende: (citaat)
“dat het begrip oppervlakte, zoals bedoeld in artikel 40, eerste lid van de Gemeenschappelijke Regeling Hulpverleningsdienst Flevoland, aldus wordt uitgelegd dat, conform de Financiële Verhoudingswet, wordt uitgegaan van het binnen- en buitenwater, waarbij het buitenwater wordt begrensd op 10.000 ha.”
Bij de berekening van de kosten wordt rekening gehouden met bijdragen van het Rijk en van anderen. Wat betreft de financiële bijdragen van het Rijk en van anderen aan de Veiligheidsregio (tweede lid), kan aan de volgende bijdragen worden gedacht:
Dit artikel spreekt voor zich.
Toetreding, uittreding en opheffing
Een gemeenschappelijke regeling dient een regeling te bevatten over de toetreding en uittreding (artikel 9 Wgr). In het Besluit territoriale indeling brandweer- en GHOR-regio’s zijn de gemeenten aangewezen waarvan de colleges van burgemeester en wethouders een gemeenschappelijke regeling moeten treffen terzake van de regionale brandweer en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Dit betekent dat gemeenten alleen kunnen uittreden uit deze gemeenschappelijke regeling of toetreden tot deze regeling als de verdeling van gemeenten in regio’s in het Besluit territoriale indeling brandweer- en GHOR-regio’s wordt gewijzigd. In dat geval zijn de gemeenten waarop de wijziging betrekking heeft zelfs verplicht om over te gaan naar een andere gemeenschappelijke regeling.
De bedoeling van artikel 41 is om geschillen eerst op intergemeentelijk niveau te doen beslechten. Mochten partijen er op dit niveau niet uitkomen, dan staat de weg naar Gedeputeerde Staten op grond van artikel 28 Wgr weer volledig open. Het volgen van deze procedure houdt in dat de partijen aan Gedeputeerde Staten kenbaar maken dat:
In het eerste en tweede lid van dit artikel wordt geregeld dat de Veiligheidsregio optreedt als rechtsopvolger van de Hulpverleningsdienst Flevoland voor zo ver deze rechten en plichten betrekking hebben op de taken zoals verwoord in de artikelen 5 tot en met 9 van deze regeling.
In het derde lid wordt uit praktische overwegingen bepaald dat het bestuur van de Veiligheidsregio Flevoland en het bestuur van de GGD Flevoland gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor het opstellen en vaststellen van de Jaarrekening 2007 van de Hulpverleningsdienst Flevoland.