Organisatie | Bladel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Bibob Bladel 2016 |
Citeertitel | Beleidsregels Bibob Bladel 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | Toelichting Beleidsregels Bibob Bladel 2016 |
vervangen door 1e herziening
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
02-09-2016 | 02-09-2016 | Intrekking regeling | 23-08-2016 | 16it.02270 | |
31-05-2016 | 02-09-2016 | Nieuwe regeling | 17-05-2016 | 16it.01452 |
De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bladel, ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft:
overwegende dat de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur hen beleidsruimte verschaft bij de besluitvorming omtrent het toepassen van hun uit deze wet voortvloeiende bevoegdheden;
gelet op het bepaalde in de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, de artikelen 3, 27, 30a en 31 van de Drank- en Horecawet, artikel 30b van de Wet op de kansspelen, de artikelen 2.1, 2.17 en 2.20 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de artikelen 2:25 en 3:4 van de Algemene Plaatselijke Verordening.
vast te stellen de volgende beleidsregels:
Beleidsregel s voor de toepassing van de Wet b evordering integriteitsbeoordelinge n door het ope n baar bestuur
Artikel 1.1 Begripsomschrijvingen
1.In deze beleidsregel wordt verstaan onder:
Bibobtoets: de wijze van behandelen van een aanvraag waarbij met toepassing van de wet door het bestuursorgaan wordt beoordeeld of er redenen aanwezig zijn om de aanvraag te weigeren, respectievelijk de beschikking in te trekken of te beëindigen, daaraan voorschriften te verbinden dan wel een advies bij het Landelijk Bureau Bibob aan te vragen;
Hoofdstuk 2 Publiekrechtelijke beschikkingen
Artikel 2.1 Toepassingsbereik bij nieuwe beschikkingen
Het bestuursorgaan zal de Bibobtoets in beginsel toepassen met betrekking tot elke aanvraag om een beschikking zoals vermeld in:
artikel 3 van de Drank- en Horecawet voor de uitoefening van het horecabedrijf, met uitzondering van een dergelijke aanvraag, ingediend door een paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 van die wet en waarvan de horeca-inrichting in eigen beheer van de rechtspersoon is en niet is verpacht aan een derde. Het bestuursorgaan kan van deze uitzondering afwijken en bij moverende redenen alsnog besluiten een Bibobtoets toe te passen;
artikel 2:25 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor zover het betreft het organiseren van evenementen met betrekking tot vechtsporten, zoals free fight (het vrije gevecht), vale tudo (Braziliaans Mixed Martial Arts), cage fight (kooigevecht), kickboksen en Muay Thai (Thaiboksen) in al hun varianten;
Het bestuursorgaan zal de Bibobtoets in beginsel toepassen met betrekking tot aanvragen om een beschikking als bedoeld in:
artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder i, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een activiteit waarvoor bij algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 2.17 van die wet is bepaald dat de beschikking in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de wet, kan worden geweigerd (omgevingsvergunning beperkte milieutoets voor bepaalde categorieën activiteiten).
De Bibobtoets met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder a, blijft beperkt tot de aanvragen met een bepaalde gebruiksfunctie en gebruiksoppervlakte (zie bijlage 1) of aanvragen die vallen onder specifieke risicocategorieën of risicogebieden dan wel waarbij sprake is van cumulatie van aanvragen of bijzondere gevallen en wordt uitgevoerd volgens de toetsingscriteria die zijn opgenomen in bijlage 1, behorende bij deze beleidsregels.
De Bibobtoets met betrekking tot een aanvraag als bedoeld in het tweede lid, aanhef en onder b, blijft beperkt tot de inrichtingen die behoren tot de risicocategorie afval, vuurwerk, transportsector en automobielbranche, alsmede inrichtingen waar bewerking, verwerking of recycling van afval of reststoffen een belangrijk onderdeel is van het productieproces, en betreft zowel de aanvraag van een vergunning als ook een wijzigingsvergunning.
Als bij een aanvraag vanuit eigen informatie of informatie verkregen van een of meer partners binnen het samenwerkingsverband RIEC of van het Openbaar Ministerie verkregen informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen, dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet, zal het bestuursorgaan de Bibobtoets in beginsel toepassen met betrekking tot elke aanvraag om een beschikking, zoals vermeld in:
artikel 2.1 eerste lid, aanhef, en onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, voor zover dat onderdeel betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van die wet, (omgevingsvergunning inrichtingen Wet milieubeheer), niet behorend tot de risicocategorieën en gevallen als bedoeld in artikel 2.1, vierde lid;
De Bibobtoets wordt in beginsel niet toegepast indien de aanvraag als bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder a en b, betrekking heeft op horeca die wordt aangeboden als ondersteuning van de nevenfunctie bij een andere dan ‘horeca’ of ‘recreatie’ bestemde hoofdfunctie (ondersteunende horeca). De horecagerelateerde activiteiten moeten uitsluitend zijn gericht op interne gasten/bezoekers van educatieve en andere activiteiten die een relatie hebben met de hoofdfunctie en de horecagerelateerde activiteiten mogen niet apart toegankelijk en bereikbaar zijn voor externe bezoekers (niet op of aan de weg).
Artikel 2.2 Toepassing in bijzondere situaties bij aanvragen voor een beschikking genoemd in artikel 2.1
Het bestuursorgaan zal, naast de in artikel 2.1, eerste lid, aangeduide aanvragen bij een aanvraag voor de in artikel 2.1, tweede lid, genoemde beschikkingen ook overgaan tot een Bibobtoets als vanuit eigen informatie of informatie verkregen van een of meer partners binnen het samenwerkingsverband RIEC of van het Openbaar Ministerie verkregen informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet.
Als bij navraag door het bestuursorgaan bij het Landelijk Bureau Bibob blijkt dat tegen de aanvrager van een beschikking in de twee jaar voorafgaande aan de datum van indiening van een aanvraag genoemd in artikel 2.1 door het Landelijk Bureau Bibob een advies is uitgebracht of een aanvraag om een advies door het Landelijk Bureau Bibob in behandeling is genomen, dan moet worden over gegaan tot toepassing van de wet.
Artikel 2.3 Toepassingsbereik bij reeds verleende beschikkingen
vanuit eigen informatie of informatie verkregen van een of meer partners binnen het samenwerkingsverband RIEC of van het Openbaar Ministerie verkregen informatie als bedoeld in artikel 26 van de wet er duidelijke aanwijzingen zijn die het vermoeden rechtvaardigen dat bij de aanvraag sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3 van de wet;
Artikel 4.1 Intrekking beleidsregels
De Beleidsregel toepassing Wet Bibob voor de horeca- en prostitutiebranche, vastgesteld op 21 december 2010 en de Bibob-beleidslijn gemeente Bladel betreffende aanvraag om Omgevingsvergunning Bouwactiviteit, laatstelijk gewijzigd op 16 december 2014, worden ingetrokken.
Aldus vastgesteld op 17 mei 2016.
Burgemeester en wethouders van Bladel voornoemd,
de secretaris, drs. E.L.C.M. Mol
de burgemeester, mr. A.H.J.M. Swachten
Aldus vastgesteld op 17 mei 2016.
De burgemeester van Bladel voornoemd,
Mr. A.H.J.M. Swachten
Bijlage 1: Toepassingscriteria, geldend voor de uitvoering van de Bibobtoets bij de aanvraag voor een beschikking als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (omgevingsvergunning bouwactiviteit).
Uitgaande van het doel van de Wet Bibob, het waarborgen van de integriteit van het bestuursorgaan en het voorkomen van ongewild faciliteren van criminele activiteiten en daarmee het tegenhouden van vergunningen waarbij een bepaalde mate van criminele beïnvloeding te verwachten valt, zal de uitvoering van de Bibobtoets plaatsvinden bij aanvragen, die vallen onder één van de hierna genoemde gevallen:
A. Gebruiksfunctie en gebruiksoppervlakte
Bouwprojecten van enige omvang worden onderworpen aan een Bibobtoets. In dit kader wordt een onderscheid gemaakt tussen kleinere en grotere bouwprojecten, dit bezien in combinatie met de gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie.
Als eerste uitgangspunt in deze beleidslijn geldt dat een Bibobtoets plaatsvindt in geval van een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit, waarbij sprake is van een gebruiksoppervlakte van meer dan het volgende aantal m2 per gebruiksfunctie:
Aanvragen voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit worden onderworpen aan een Bibobtoets vanaf de 4e aanvraag op jaarbasis van dezelfde aanvrager en/of betrokkenen met een gebruiksoppervlakte van meer dan het volgende aantal m2 per gebruiksfunctie:
Een volgend uitgangspunt is het aanwijzen van specifieke risicocategorieën, die gevoelig worden geacht voor criminele invloeden. Een aanvraag voor een omgevingsvergunning-bouwactiviteit wordt aan een Bibobtoets onderworpen, indien de gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie meer bedraagt dan de hieronder laagst genoemde gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie en minder bedraagt dan of gelijk is aan de hoogst genoemde gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie:
enwaarbij sprake is van een of meerdere onderstaande risicocategorieën:
Inrichtingen waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet: logies wordt verstrekt (waaronder hotels, kamerverhuurbedrijven, pensions), dranken worden geschonken (waaronder horecabedrijven), of rookwaren of spijzen (waaronder coffeeshops) voor directe consumptie worden verstrekt;
Voor het publiek toegankelijke, besloten ruimten waarin bedrijfsmatig, in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was of anders dan om niet seksuele handelingen worden verricht, seksuele diensten worden aangeboden of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden (waaronder prostitutiebedrijven, darkrooms, seksbioscopen, sekswinkels, erotische massagesalons);
Vrijplaatsen (locaties waar en/of groepen waartegen een effectief overheidsoptreden wordt belemmerd, leidend tot een maatschappelijk ongewenste situatie, waarbij aanwijzingen bestaan voor het aanwezig zijn van strafbare gedragingen waaronder (fiscale) fraude en waarbij we spreken over handhavingsknelpunten. De belemmering betreft soms een bestaande of vermeende dreiging, soms een sociaal-culturele hindernis);
NB.: Bovenstaande opsomming van risicocategorieën is niet limitatief. Deze risicocategorieën kunnen, indien nieuwe ontwikkelingen dit noodzakelijk maken, door het college worden aangepast.
Naast de hiervoor genoemde gevallen waarbij als regel een zogenoemde Bibobtoets plaatsvindt, kan de Wet Bibob (binnen de mogelijkheden van de wet) ook in bijzondere gevallen worden ingezet als instrument in het kader van de handhaving van (lokaal) beleid. Om die reden zal, naast de hiervoor aangeduide gevallen, ook een Bibobtoets mogelijk zijn bij een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit, waarbij op basis van feiten en omstandigheden, of gebaseerd op (aanvullend) lokaal beleid, gemotiveerd een risico-inschatting conform de Wet Bibob in dat geval geboden is.
De burgemeester is via deze beleidslijn gemandateerd hiertoe dit besluit te nemen, gezien zijn/haar betrokkenheid en informatiewinning in het driehoeksoverleg.
Als bijzonder geval wordt ook verstaan het reeds in aanvang hebben genomen van bouwactiviteiten, zonder dat daarvoor de vereiste vergunning is aangevraagd én de gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie meer bedraagt dan de hieronder laagst genoemde gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie en minder bedraagt dan of gelijk is aan de hoogst genoemde gebruiksoppervlakte per gebruiksfunctie:
Indien er sprake is van een gebruiksfunctie en een gebruiksoppervlakte als hiervoor vermeld onder D. en de aanvraag een locatie betreft die gelegen is in een door het college aangewezen risicogebied.