Organisatie | Groningen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING 2002 SAMENWERKINGSVERBAND AFVALBEHEER REGIO CENTRAAL GRONINGEN |
Citeertitel | Gemeenschappelijke regeling 2002 Samenwerkingsverband Afvalbeheer Regio Centraal Groningen |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | milieu |
Eigen onderwerp | Regeling Afvalbeheer Regio Centraal Groningen |
Externe bijlagen | Bijlage Toelichting |
Geen
Onbekend
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2002 | 13-12-2010 | 04-07-2016 | nieuwe regeling | 19-09-2001 Gemeenteblad, 2001, 43. | R81 |
Gemeenschappelijke regeling tussen de gemeenten Bedum, Groningen, Haren, Grootegast, Leek, Marum, Ten Boer en Zuidhorn.
De raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bedum, Groningen, Haren, Grootegast, Leek, Marum, Ten Boer en Zuidhorn, ieder voorzover zij voor de eigen gemeente bevoegd zijn;
DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN;
(bijlage raadsverslag nr. 81);
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 augustus 2001;
dat de gemeenten Adorp, Aduard, Bedum, Groningen, Haren, Leek en Ten Boer in 1985 de gemeenschappelijke regeling Afvalverwijdering Centraal Groningen hebben vastgesteld, nadien gewijzigd in de gemeenschappelijke regeling ARCG 1991, die is vastgesteld door de gemeenten Bedum, Groningen, Haren, Grootegast, Leek, Marum, Ten Boer en Zuidhorn;
dat deze gemeenten het gewenst achten samen te blijven werken ter behartiging van de belangen van preventie, en van het op milieuhygiënisch verantwoorde wijze beheren van (afval)stoffen , het bevorderen van overheidsinvloed op de sturing van afvalstoffen en het ketenbeheer, en mogelijk andere milieu- en reinigingstaken;
dat de ARCG de laatste jaren in afval(verwerkings)land een steeds grotere rol is gaan spelen, hetgeen onder meer blijkt uit de afvalverwerkingscontracten met de VAM en de Vagron, de contracten met SANOG en SOZOG, het PPS-contract met Stainkoeln BV en het raamcontract inzake het stortplan;
dat deze ontwikkelingen tot gevolg hebben dat voor de ARCG een slagvaardig bestuur en een snelle besluitvorming noodzakelijk is geworden en dat de nieuwe gemeenschappelijke regeling moet worden aangepast aan deze ontwikkelingen;
dat wijzigingen in de Wet gemeenschappelijke regelingen moeten worden verwerkt in de gemeenschappelijke regeling van de ARCG;
dat de gemeenschappelijke regeling ARCG 1991, zoals die is vastgesteld door de raden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bedum, Groningen, Haren, Grootegast, Leek, Marum, Ten Boer en Zuidhorn, en goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 12 juni 1992, moet worden verlengd en op onderdelen geactualiseerd.
Gelet op de Wet gemeenschappelijke regelingen en de Gemeentewet;
de Gemeenschappelijke regeling Afvalbeheer Regio Centraal Groningen 2002 vast te stellen.
‘Uitvoeringsorganisatie’ : de Milieudienst van de gemeente Groningen, sinds de oprichting van de ARCG de uitvoerings- organisatie van de ARCG. In dit kader verricht de Milieudienst verschillende diensten ten behoeve van de ARCG. De medewerkers van de Milieu- dienst die worden ingezet ten behoeve van de uitvoerende taken staan onder leiding en toezicht van de vakdirecteur Reiniging van de Milieudienst.
Het lichaam heeft ten doel de behartiging van de belangen van preventie, en het op milieuhygiënisch verantwoorde wijze beheren van (afval)stoffen afkomstig uit de gemeenten in de regio, het bevorderen van overheidsinvloed op de sturing van afvalstoffen en het ketenbeheer, en mogelijk andere milieu- en reinigingstaken.
Onverminderd het bepaalde in het tweede lid, verbinden de deelnemers zich om op aanwijzing van het algemeen bestuur delen van afvalstoffen gescheiden aan te leveren bij de door het lichaam aangewezen locatie(s).
Tot een dergelijke aanwijzing kan slechts worden besloten met een meerderheid van 2/3 der uitgebrachte stemmen.
Ten aanzien van de bezoldiging en rechtspositie van de ambtenaren en de arbeids-contractanten in dienst van het lichaam worden de voorschriften, geldende voor de ambtenaren en arbeidscontractanten in dienst van de gemeente Groningen, zoveel mogelijk overeenkomstig toegepast, met dien verstande dat waar in deze voorschriften sprake is van gemeenteraad, burgemeester en wethouders en hoofd van dienst, onderscheidenlijk gelezen wordt: algemeen bestuur, dagelijks bestuur en secretaris.
Met betrekking tot het financieel beheer, de inrichting van de begroting, de rekening en de boekhouding en controle is het bepaalde in de financiële richtlijnen van de gemeente Groningen, zoals die luiden op het moment van het vaststellen van deze regeling of nadien zijn en worden gewijzigd, van overeenkomstige toepassing.
Het algemeen bestuur stelt jaarlijks uiterlijk op 1 juli vast de rekening over het afgelopen jaar en zendt deze vergezeld van daarbij behorende toelichtende bescheiden alsmede van een verslag van het onderzoek naar de deugdelijkheid, opgemaakt door een buiten het lichaam staande deskundige als bedoeld in artikel 213 lid 2 van de Gemeentewet, voor 15 juli van het jaar volgende op dat waarop de rekening betrekking heeft, aan de raden der deelnemers ter kennisneming.
Het algemeen bestuur bepaalt of en zo ja in hoeverre en over hoeveel jaren de betrokken deelnemer tot een bijdrage gehouden is in de kosten van rente en afschrijvingen op de tijdens zijn deelneming aangevangen, al dan niet voltooide investeringen en in de kosten van onderhoud en exploitatie van de uit deze investeringen bekostigde werken. Het algemeen bestuur bepaalt de hoogte van de bijdrage en kan de uittredende deelnemer toestaan de betaling hiervan over een aantal jaren te verdelen. Bij de vaststelling van de bijdrage zal geen rekening worden gehouden met investeringen en met kosten van onderhoud en exploitatie van de uit deze investeringen bekostigde werken, welke gedaan, respectievelijk gemaakt zijn gedurende de periode tussen de toezending van het besluit tot uittreding aan het algemeen bestuur en het tijdstip van uittreding.
Voorzover aan de nazorg van een verwerkingsinrichting of stortplaats zodanige lasten ontstaan, dat zij niet kunnen worden bekostigd uit de opgebouwde reserve, kan ten laste van de uittredende gemeente een naar billijkheid te bepalen bijdrage worden gevraagd, waarvan de hoogte wordt vastgesteld naar de mate van het afvalaanbod en de termijn waarop de gemeente van de regeling deel heeft uitgemaakt.
De gemeenschappelijke regeling 1991, zoals die is vastgesteld door de raden en colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Bedum. Groningen, Haren, Grootegast, Leek, Marum, Ten Boer en Zuidhorn, en goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van 12 juni 1992, vervalt bij de inwerkingtreding van deze regeling.