Organisatie | Texel |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Texel 2019 |
Citeertitel | Verordening voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Texel |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | vergaderingen en werkwijze gemeenteraad |
Met ingang van 1 januari 2017 kunnen de politieke ambtsdragers geen gebruik meer maken van de Fietsregeling omdat deze in strijd is met hogere wet- en regelgeving.
Referendumverordening Texel 2010
Verordening Burgerinitiatief 2009
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2021 | Gewijzigde verordening (Hoofdstuk 14) | 16-12-2020 | 2875315 | ||
15-11-2019 | 01-01-2019 | 01-01-2021 | gewijzigde verordening | 18-09-2019 | 1807749 |
23-02-2018 | 01-01-2017 | 15-11-2019 | Artikel 14.5 is vervallen | 21-02-2018 | 1324437 |
21-10-2015 | 15-11-2019 | Nieuwe verordening | 21-10-2015 | 2015, nr. 80 |
De raad van de gemeente Texel;
Gelezen het voorstel van het college van 10 november 2020
Gehoord de raadscommissie van 1 december 2020
dat het verzoek van de raad om de vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies door middel van een vaste vergoeding aan de raadsleden uit te betalen in plaats van op declaratiebasis, leidt tot een wijziging in Hoofdstuk 14 Rechtspositie raads- en commissieleden van de Verordening voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Texel.
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1.1 Doel van deze verordening
Deze verordening zal in elk geval na elke verkiezingen met de (nieuwe) gemeenteraad en haar commissieleden besproken worden, maar er kan ook op andere momenten over de hele of gedeelten van deze verordening worden gesproken, als daar behoefte aan is of als de actualiteit dat noodzakelijk of wenselijk maakt.
Hoofdstuk 2 De Planningscommissie van de raad
De raad heeft een Planningscommissie, die zich over alles buigt dat met de agenda van de raad (in de breedste zin van het woord) te maken heeft. Dat gaat over vergaderdata (het vergaderschema) van de raad en de raadscommissies, maar ook over de samenstelling van de inhoudelijke agenda’s van de raadscommissies. Het is geen politieke commissie; er worden geen inhoudelijke of richtinggevende besluiten genomen en concept-voorstellen worden alleen beoordeeld op bespreekrijpheid en compleetheid.
beoordeelt of de aangeboden concept-raadsvoorstellen voldoende bespreekrijp zijn voor een openbare beraadslaging in de raadscommissie en stelt de voorlopige agenda van de raadscommissies vast en verdeelt de concept-raadsvoorstellen, op voorstel van de griffier over de beschikbare raadscommissieavonden. Daarbij geldt zoveel mogelijk het volgende: ordening van agenda’s o.b.v. de volgende thema’s: Grondgebied (zoals bestemmingsplannen), Sociaal Domein en ‘overig';
Hoofdstuk 3 De vergaderingen van de raadscommissie
De gemeenteraad kan commissies instellen voor ondersteuning en advisering. In deze commissies mogen raadsleden en niet-raadsleden zitten. De raadscommissie bereidt de besluiten van de gemeenteraad voor. De commissie adviseert de gemeenteraad hierover. Tijdens vergaderingen van de raadscommissie worden insprekers gehoord, krijgen fracties het woord en worden (politieke) vragen gesteld aan het college of de burgemeester; dit, ter voorbereiding op latere besluitvorming. Ook is de raadscommissie de plaats waar brieven die zijn gericht aan de gemeenteraad aan de orde (kunnen) komen.
3.3 Samenstelling; benoeming commissievoorzitters
Elke fractie heeft nooit meer dan 4 benoemde commissieleden tegelijkertijd. Jaarlijks in de raadsvergadering van maart kunnen fracties nieuwe commissieleden voordragen. Indien het een jaar betreft waarin gemeenteraadsverkiezingen hebben plaatsgevonden geldt als aanvullende eis dat de te benoemen commissieleden op de kandidatenlijst van de betreffende fractie moeten hebben gestaan.
De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad. Of als niet meer wordt voldaan aan 1 of meer van de vereisten die voor beide functies gelden. De raad kan voorts een commissielid of commissievoorzitter ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.
3.4 Oproep en voorlopige agenda
Als er verzoeken komen voor agendering van nagekomen voorstellen door het college of een of meerdere raadsleden of fracties, dan worden deze door de griffie op de concept-agenda van de raadscommissie geplaatst. Of het agendapunt daadwerkelijk besproken wordt is ter beoordeling aan de raadscommissie zelf, bij het agendapunt ‘vaststelling agenda’.
In een vergadering van een raadscommissie vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van stemmingen over geheimhouding, over de kwalificatie van voorstellen en het vervolgtraject van agendapunten (o.a. hamerstuk, bespreekstuk of terug naar het college) en met betrekking tot de orde.In geval van stemming geldt dat elk commissielid dat deelneemt aan de betreffende vergadering 1 stem heeft.
Elke spreker voert maximaal 5 minuten het woord, nadat de commissievoorzitter hem dit heeft verleend. De commissievoorzitter kan de deelnemers aan de vergadering toestaan aan insprekers korte, verhelderende vragen te stellen. Er vindt geen discussie plaats tussen een inspreker en deelnemers van de vergadering.
Hij kan de raadscommissie voorstellen aan een commissielid dat door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert, het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen. Over het voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het commissielid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig doet de commissievoorzitter hem verwijderen. Bij herhaling van zijn gedrag kan het commissielid bovendien voor ten hoogste 2 maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
Hij roept sprekers tot de orde als deze zich in beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen uitlaten, afwijken van het in behandeling zijnde onderwerp, andere sprekers herhaaldelijk interrumperen (zonder toestemming van de voorzitter), dan wel anderszins de orde verstoren. Sprekers die hieraan geen gevolg geven, kunnen door hem het woord ontnomen worden over het aanhangige onderwerp.
Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier direct over.
3.11 Toepassing verordening op besloten vergaderingen
Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.
Hoofdstuk 4 De vergaderingen van de gemeenteraad
Aan het hoofd van de gemeente staat de gemeenteraad. De raad neemt beslissingen over allerlei belangrijke zaken in de gemeente. Of het nu gaat om toeristenbelasting of de bouw van een sporthal, het begint met een besluit van de gemeenteraad. Kaders stellen, een belangrijke rol van de gemeenteraad, betekent dat de raad de grote lijnen van het beleid van de gemeente bepaalt en via de begroting aangeeft wat het mag kosten. De raad kan het college richtlijnen meegeven, voordat het college ergens mee aan de slag gaat.
De raad heeft ook een belangrijke controlerende taak. Het college voert het beleid uit, maar de raad houdt de vinger aan de pols. Besluitvorming van de gemeenteraad vindt plaats in openbare raadsvergaderingen.
4.2 Oproep en voorlopige agenda
De concept-agenda van de raadsvergadering volgt direct uit de vergaderingen van de raadscommissie. Agendapunten die daarna worden aangeboden voor besluitvorming worden aan de Planningscommissie voorgelegd, eventueel via e-mail, via de griffier, met het verzoek aan de leden zich gemotiveerd uit te bespreken voor of tegen agendering.
Een voorstel van het college aan de raad dat vermeld staat op de voorlopige agenda van de raadsvergadering, kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de raad. Als de raad van oordeel is dat het voorstel voor advies terug aan het college dient te worden gezonden, bepaalt de raad binnen welke termijn het voorstel opnieuw geagendeerd wordt.
De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst.
Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier direct over.
Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de raad tot stemming overgaat, kunnen raadsleden hun voorgenomen stemgedrag toelichten.
4.8 Stemming; procedure hoofdelijke stemming
Bij hoofdelijke stemming roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen. De stemming begint bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op volgorde van ondertekening van de presentielijst. Tenzij een raadslid overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deelneemt, stemmen de raadsleden door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.
Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.
4.9 Volgorde stemming over amendementen en moties
Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel. Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.
4.14 Schriftelijke vragen en Rondvraag
Schriftelijke beantwoording door/namens het college vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 21 dagen nadat de vragen zijn ingediend. Deze termijn kan ook korter of langer zijn, afhankelijk van de vraag (urgentie, tijd benodigd om te antwoorden). Het college meldt de vragende raadsleden via de griffier actief en gemotiveerd afwijkingen van de 21-dagen termijn.
Vragen die betrekking hebben op een onderwerp dat geagendeerd staat voor een raadscommissie of raadsvergadering worden uiterlijk tijdens deze vergadering beantwoord, tenzij het college de raad gemotiveerd in kennis stelt dat dit onmogelijk is, waarbij tevens aangegeven wordt binnen welke termijn beantwoording wèl zal plaatsvinden.
4.16 Onderzoek geloofsbrieven en beëdiging raadsleden
In deze vergadering stelt de raad, op voorstel van de voorzitter, een commissie in (de Commissie Geloofsbrieven) bestaande uit 2 raadsleden. Deze onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van de nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.
Bij de benoeming van 1 of meer wethouders stelt de raad, op voorstel van de voorzitter, een commissie in bestaande uit 3 raadsleden. De commissie onderzoekt of benoeming van de kandidaat voldoet aan de vereisten van de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en 41c, eerste lid, van de Gemeentewet en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de benoeming tot wethouder.
4.19 Toepassing regels op besloten vergaderingen
Op besloten raadsvergaderingen zijn de regels van dit hoofdstuk van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.
Hoofdstuk 5 De Vertrouwenscommissie van de gemeenteraad
De gemeenteraad heeft een Vertrouwenscommissie die de aanbeveling tot (her-)benoeming van de burgemeester voorbereidt en die de periodieke Evaluatiegesprekken met de burgemeester houdt; dat schrijft de Gemeentewet ook voor.
De Vertrouwenscommissie heeft tot taak:
a. de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming van de burgemeester voor te bereiden of
De (fungerend) voorzitter van de Vertrouwenscommissie wijst bij de benoemingsprocedure in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de Gemeentewet. De Vertrouwenscommissie legt bij de herbenoemingsprocedure en bij Evaluatiegesprekken in elke vergadering en elk gesprek, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet, geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de vergadering of het gesprek. De (fungerend) voorzitter van de Vertrouwenscommissie ziet erop toe dat hieraan wordt voldaan.
De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden, die geen zitting (meer) hebben in de Vertrouwenscommissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in de artikelen 5.9, vierde lid, 5.10, tweede lid, en 5.11 van deze verordening, geen inzage in, of informatie over de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek wordt verstrekt.
De Vertrouwenscommissie treft, met inachtneming van de artikelen 5.7, 5.8, tweede lid, en 5.14 van deze verordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.
De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering ten minste 24 uur tevoren aankondiging aan de leden van de Vertrouwenscommissie, als een adviseur aan de Vertrouwenscommissie is toegevoegd, de adviseur en, als het gesprek met hem plaatsvindt, de burgemeester.
De Vertrouwenscommissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid 1 stem heeft. Bij het staken van de stemmen over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de Vertrouwenscommissie, maar de verschillende meningen in het verslag opgenomen. De Vertrouwenscommissie streeft naar unanimiteit. Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.
5.8 Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure
De secretaris nodigt, op verzoek van de Vertrouwenscommissie, de kandidaten uit voor een gesprek met de Vertrouwenscommissie. De Vertrouwenscommissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waarop de privacy van de sollicitanten wordt beschermd, bijvoorbeeld door de plaats en het tijdstip van de gesprekken zodanig te kiezen dat de vertrouwelijkheid van de gesprekken is gewaarborgd.
5.9 Bijzondere bepalingen over Evaluatiegesprekken
De Vertrouwenscommissie maakt vooraf kenbaar aan de burgemeester bij wie zij informatie zal inwinnen over het functioneren van de burgemeester. De Vertrouwenscommissie en de burgemeester stellen in onderling overleg de agenda voor het Evaluatiegesprek vast. De Vertrouwenscommissie en de burgemeester krijgen voorafgaand aan het gesprek de gelegenheid, voor zover van toepassing, het verslag van het vorige Evaluatiegesprek in te zien.
Het gesprek is wederkerig. Zowel het functioneren van de burgemeester als het functioneren van de gemeenteraad zijn onderwerp van gesprek. De Vertrouwenscommissie toetst het functioneren van de burgemeester in elk geval aan de profielschets, de wettelijke taken van de burgemeester evenals de andere aan de burgemeester toebedeelde taken. Tevens wordt getoetst aan het verslag van en de afspraken uit het vorige Evaluatiegesprek.
De Vertrouwenscommissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke en vertrouwelijke verslag bevat ten minste:
De voorzitter en de secretaris van de Vertrouwenscommissie dragen er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat op het tijdstip dat de Vertrouwenscommissie een taak heeft volbracht (herbenoeming, evaluatiegesprek of benoeming) alle archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als ‘geheim’ worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.
De voorzitter en de secretaris van de Vertrouwenscommissie dragen er bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel 15, lid 1 sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.
Hoofdstuk 6 De Regionale raadscommissie
De Regionale Raadscommissie i.o. is een regionaal adviesorgaan voor de lokale raden, die immer beslissingsbevoegd blijven. In verband daarmee is een Verordening, regelende de instelling, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van de Regionale Raadscommissie i.o., in de vorm van een commissie als bedoeld in artikel 84 van de Gemeentewet, opgesteld. De regionale adviescommissie houdt zich bezig met de 4 thema’s van de ‘Kop Werkt!’ en de gemeenschappelijke regelingen die de 4 gemeenten raken. Het informeren, debatteren (in commissieverband) en adviseren over deze onderwerpen vindt daarmee plaats op regionaal niveau; de besluitvorming vindt nog steeds door de individuele gemeenteraden plaats.
De coördinerend griffier of zijn/haar plaatsvervanger is belast met het verlenen van bijstand aan de Regionale Raadscommissie i.o., het ondersteunen van de voorzitter en het verzorgen van een verslag van de vergaderingen. Wanneer de leden van de Regionale Raadscommissie i.o. technische vragen hebben over de toegezonden vergaderstukken dan richten zij zich hiervoor tot de coördinerend griffier van de Regionale Raadscommissie i.o.
6.6 Aanwezigheid wethouders en anderen
De voorzitter van de Regionale Raadscommissie i.o. is bevoegd wethouders, vertegenwoordigers van gemeenschappelijke regelingen of andere personen uit te nodigen de vergaderingen van de Regionale Raadscommissie i.o. bij te wonen, teneinde aan de beraadslagingen deel te nemen en inlichtingen of adviezen te verstrekken.
De in lid 1 genoemde functionarissen worden door de voorzitter in de gelegenheid gesteld ook over niet op de agenda voorkomende onderwerpen aan de Regionale Raadscommissie i.o. mededelingen te doen. De voorzitter geeft daarbij ook gelegenheid aan leden van de colleges ter invulling van de actieve informatieplicht die zij hebben jegens de Regionale Raadscommissie i.o.
Elk lid van de Regionale Raadscommissie i.o. kan voorstellen doen tot behandeling van zaken die niet op de voorlopige agenda zijn vermeld en dient die voorstellen minstens 2 dagen voor de vergadering schriftelijk / per e-mail bij de voorzitter of de coördinerend griffier in te dienen; in spoedeisende gevallen geldt een termijn van 24 uur. De Regionale Raadscommissie i.o. beslist over het in behandeling nemen van die voorstellen bij het vaststellen van de definitieve agenda van de vergadering.
Alle officiële stukken die van de Regionale Raadscommissie i.o. uitgaan, worden getekend door de voorzitter en de coördinerend griffier.
6.12 Ter inzage leggen van stukken
Stukken, die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep voor een ieder in de stadhuizen ter inzage gelegd. Als na het verzenden van de schriftelijke oproep stukken ter inzage worden gelegd, wordt hiervan mededeling gedaan aan de leden en zo mogelijk in een openbare kennisgeving.
6.14 Insprekers / spreekrecht burgers
Na de opening van de vergadering inventariseert de voorzitter of aanwezige burgers het woord wensen te voeren over onderwerpen betreffende regionale samenwerking in de Noordkop. Zij krijgen dan de gelegenheid dit te doen tijdens de (publieke) rondvraag in de vergadering. Gezamenlijk kunnen zij gedurende de vergadering maximaal 30 minuten het woord voeren.
De Regionale Raadscommissie i.o. is bevoegd bij meerderheid van stemmen de leden geheimhouding ten aanzien van stukken en/of mededelingen op te leggen. Het doen van mededelingen over onderwerpen, behandeld in een besloten vergadering, aan andere raadsleden indien nodig voor intern beraad, is geen schending van de vertrouwelijkheid als bedoeld in artikel 10, als althans geen geheimhouding krachtens dit artikel is opgelegd.
6.18 Handhaving orde; schorsing
Als een spreker, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Als de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
6.19 Besluitvorming / stemming
In de Regionale Raadscommissie i.o. wordt een stemverhouding gehanteerd, waarbij elke gemeente zoveel stemmen vertegenwoordigt als bij de laatst gehouden gemeenteraadsverkiezingen geldig in de gemeente zijn uitgebracht. Het stemgewicht van elke gemeente wordt gedeeld door 100 (honderd), waarna de uitkomst naar beneden wordt afgerond op een rond getal.
Hoofdstuk 7 Het Fractievoorzittersoverleg
De Fractievoorzitters komen periodiek bij elkaar om over verschillende onderwerpen met elkaar van gedachten te wisselen over bijvoorbeeld het Opleidingsplan van de raad, de plaatsbepaling in de raadzaal en andere min of meer huishoudelijke onderwerpen die de gemeenteraad betreffen. Incidenteel wordt het overleg benut door 1 of meer collegeleden om Fractievoorzitters informeel over een bepaald onderwerp bij te praten. Het Fractievoorzittersoverleg is niet openbaar.
Hoofdstuk 8 De Werkgevercommissie van de griffie
De gemeentelijke organisatie bestaat sinds de in voering van het dualisme uit een organisatiedeel dat de raad ondersteunt en een organisatiedeel dat het college ondersteunt. Beide ‘organisatieonderdelen’ maken deel uit van de gemeente, maar hebben een eigenstandige functie.
Dit heeft ook gevolgen voor het uitvoeren van werkgeverstaken. Voor de griffie(r) geldt dat de raad het werkgeverschap moet invullen en regelen.
De voorzitter draagt in ieder geval zorg voor:
a. het tijdig en periodiek bijeenroepen van de werkgeverscommissie Griffie;
b. het leiden van de vergaderingen;
c. het doen naleven van dit delegatiebesluit;
d. het ondertekenen van de stukken en de besluiten die van deze commissie uitgaan, evenals het zorg dragen voor de uitvoering van de besluiten van de werkgeverscommissie Griffie;
e. het fungeren als schakel tussen de werkgeverscommissie Griffie en de griffier als eerstverantwoordelijke voor de personele en organisatorische zaken van de griffie.
8.4 Ondersteuning van de commissie
De griffier staat de werkgeverscommissie Griffie terzijde, draagt zorg voor het secretariaat en maakt met het college of de gemeentesecretaris afspraken over ondersteuning.
De griffier draagt zorg voor het opstellen van een verslag van elke vergadering. Deze wordt in de eerstvolgende vergadering van de werkgeverscommissie Griffie definitief vastgesteld.
8.7 Beslotenheid van vergaderingen
Als een raadslid de stukken als bedoeld in het 2e lid wil inzien, kan hij daartoe een verzoek indienen bij de voorzitter van de werkgeverscommissie Griffie. De voorzitter weigert een dergelijk verzoek slechts als sprake is van strijd met het openbaar belang. Het tweede lid is van overeenkomstige toepassing.
De werkgeverscommissie Griffie vergadert zo vaak als door de voorzitter of één van de leden nodig wordt geacht, waarbij vanuit efficiencyoverwegingen getracht wordt vergaderingen te laten aansluiten bij vergaderingen van het Fractievoorzittersoverleg.
De raad van de gemeente Texel delegeert de bevoegdheden aan de werkgeverscommissie Griffie die rechtstreeks voortvloeien uit de Ambtenarenwet, de op deze wet gebaseerde en door de raad vastgestelde rechtspositionele voorschriften met uitzondering van de artikelen 107 (benoemen, schorsen als disciplinaire maatregel en ontslaan van de griffier), 107a, tweede lid (instructie van de griffier), 107d, 1e lid (vervanging van de griffier) en 107e, 1e lid (vaststelling en wijziging van de organisatie van de griffie) van de Gemeentewet evenals het vaststellen en wijzigingen van de Arbeidsvoorwaardenregeling Texel en overige regelingen, al dan niet ter uitvoering van de Arbeidsvoorwaardenregeling Texel, die algemeen verbindende voorschriften voor de ambtenaren van de gemeente Texel inhouden.
Hoofdstuk 9 De Raadsinformatieavond
De Planningscommissie zorgt voor het aanwijzen van Raadsinformatieavonden (RIA’s). Op deze avonden worden raads- en commissieleden geïnformeerd over uiteenlopende, actuele onderwerpen.
Hoofdstuk 10 Werkgroepen van de gemeenteraad
De raad kan er voor kiezen om een werkgroep op te richten, die zich bezighoudt met een bepaald thema, zoals: vergadercyclus, Planning & control, enz.
Hoofdstuk 11 Ondersteuning van de gemeenteraad
De gemeenteraad heeft recht op ambtelijke bijstand en fractieondersteuning; dat is vastgelegd in artikel 33 van de Gemeentewet. Deze ondersteuning kan o.a. bestaan uit het geven van een deskundig advies/oordeel en het verlenen van hulp bij de redactionele vormgeving van initiatiefvoorstellen, moties en amendementen.
11.1 Verzoek om informatie en/of ondersteuning
De bijstand, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt verleend door de griffier of een medewerker van de griffie. Als de gevraagde bijstand niet door de griffier of een medewerker van de griffie kan worden verleend kan de griffier de Gemeentesecretaris verzoeken 1 of meer ambtenaren aan te wijzen die de gevraagde bijstand zo spoedig mogelijk verlenen.
11.3 Weigering verzoek ambtelijke bijstand
Als het verzoek om bijstand van een ambtenaar door de Gemeentesecretaris wordt geweigerd kan de griffier of het betrokken raadslid het verzoek voorleggen aan de burgemeester. De burgemeester beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek.
11.8 Bijdrage fractieondersteuning
De jaarlijkse bijdrage voor fractieondersteuning wordt elk jaar vòòr 1 april verstrekt; het bestedingsjaar loopt van 1 april – 31 maart.
Hoofdstuk 12 Regels voor het recht van Onderzoek van de raad
Het ‘Recht van onderzoek’ is ook een controle-instrument wat gemeenteraden kunnen inzetten, met name in situaties waarbij de raad het gevoel heeft dat het college van Burgemeester en Wethouders of de burgemeester onvoldoende, onjuiste of helemaal geen informatie heeft verstrekt over een specifieke bestuurlijke kwestie. De raad heeft sinds 2015 jaarlijks € 20.000 beschikbaar voor haar recht op Onderzoek.
12.8 Geluid- en beeldregistraties
Degenen die tijdens de zitting geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen.
Hoofdstuk 13 Regels inzake de gemeenschappelijke rekenkamercommissie De Waddeneilanden
Elke gemeente moet invulling geven aan een Rekenkamerfunctie. Dat kan een Rekenkamer zijn, een Rekenkamercommissie (iets minder zwaar) of een gezamenlijke Rekenkamerfunctie met andere gemeenten. Op 23 april 2014 heeft de gemeenteraad beslist de eigen Rekenkamercommissie Texel op te heffen en in te stappen in de gezamenlijke Rekenkamercommissie De Waddeneilanden. De regels in dit hoofdstuk zijn op 17 september 2014 door de raad van Texel vastgesteld en zijn identiek aan de regels die de andere 4 Waddeneilanden hanteren.
Het belang ter behartiging waarvan deze regeling is aangegaan is het instellen van een gemeenschappelijke rekenkamerfunctie als bedoeld in artikel 81 oa van de Gemeentewet.
De kosten van de secretaris en het personeel als bedoeld in het 6e lid, evenals de overige door het secretariaat de Waddeneilanden te maken secretariaatskosten, worden verdeeld over de deelnemers naar rato van de verdeelsleutel zoals die geldt binnen de gemeenschappelijke regeling De Waddeneilanden, tenzij daarin door de deelnemers op een andere wijze wordt voorzien.
De commissie is bevoegd om in het kader van de door haar te verrichten onderzoeken personen op te roepen teneinde door of namens de commissie te worden gehoord. Raadsleden, collegeleden en personen in dienst van de gemeente zijn verplicht aan een oproep gehoor te geven en naar vermogen de gevraagde inlichtingen te verstrekken.
De secretaris en de door de commissie ingeschakelde onderzoeker(s) hebben de bevoegdheid alle informatie te verzamelen die de commissie in het belang van het onderzoek nodig acht. Zij hebben een geheimhoudingsplicht met betrekking tot die informatie en het onderzoek en zijn alleen verantwoording schuldig aan de commissie.
De commissie stelt ter verificatie betrokken ambtelijke dienst(en) in de gelegenheid binnen een termijn van maximaal 3 weken te reageren op de concept-feitenrapportage van de commissie. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokken worden aangemerkt. Als daartoe aanleiding is, verwerkt de commissie deze reactie(s) in de feitenrapportage.
De commissie verwerkt, als daar naar haar mening aanleiding toe is, de uitgebrachte reacties in haar eindrapportage en brengt die rapportage, vergezeld van de uitgebrachte reacties en aanbevelingen, uit aan de betrokken gemeenteraden en/of, dan wel de Eilander raad. Het college van B&W van de deelnemer, dan wel het Eilander College en betrokkenen ontvangen een afschrift van de rapportage. De eindrapportage is openbaar, met in achtneming van het bepaalde in artikel 185, eerste lid, van de Gemeentewet. Minderheidsstandpunten van de commissie kunnen daarbij worden weergegeven.
De leden en de voorzitter ontvangen een vaste vergoeding per vergadering, alsmede een vergoeding voor gemaakte voorbereidings- en eventuele onderzoekskosten. Deze vergoeding wordt jaarlijks per 1 januari geïndexeerd op basis van de bij de opstelling van de begroting van het samenwerkingsverband gehanteerde prijsontwikkeling.
In alle gevallen, waarin dit hoofdstuk niet voorziet of wanneer een artikel voor meerdere uitleg vatbaar blijkt te zijn, beslist:
in naar het oordeel van de commissie spoedeisende gevallen: de commissie waarbij de genomen beslissing als voorlopige voorziening wordt aangemerkt. De voorlopige voorziening wordt in de eerstvolgende raadsvergadering, dan wel de eerstvolgende Eilander raadsvergadering, ter bekrachtiging aan die raad voorgelegd.
Hoofdstuk 14 Rechtspositie raads- en commissieleden 2021
14.2 Toelage raadslid onderzoekscommissie en bijzondere commissie
Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 990,55 per maand. De toelage is per jaar maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
14.6 Informatie- en communicatievoorzieningen raads- en commissieleden
Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
14.7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
14.8 Betaling vaste vergoedingen
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.
In aanvulling op artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers geldt voor raadsleden een vaste vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies:
De vaste vergoeding voor het bijwonen van vergaderingen van de gemeenteraad en commissies schort op bij langdurige afwezigheid als gevolg van ziekteverzuim of zwangerschaps- en bevallingsverlof. In die situatie wordt de vaste vergoeding nog tijdens de lopende en de eerstvolgende kalendermaand uitbetaald;
Bij twijfel over de toepassing van de regels uit dit hoofdstuk, beslist het fractievoorzittersoverleg, op voorstel van en/of na consultatie van de burgmeester en de griffier.
4.11 Intrekking oude hoofdstuk
Hoofdstuk 14 Rechtspositie raads- en commissieleden 2019 van de Verordening voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad van de gemeente Texel, vastgesteld op 18 september 2019, wordt ingetrokken.
Hoofdstuk 15 Gedragscode voor raadsleden en commissieleden
In 2010 is de ‘Gedragscode politieke ambtsdragers gemeente Texel’ vastgesteld. Daarin staat o.a. het volgende:
‘De Raad van de Gemeente Texel als hoogste bestuursorgaan hanteert het sturen op hoofdlijnen als uitgangspunt op een interactieve wijze waarbij voortdurend wordt gestreefd naar een open dialoog met alle belanghebbenden. Openbaarheid van bestuur is regel, geheimhouding uitzondering. Aandacht voor de kwetsbaarheid van het bestuur is belangrijk. De burger moet er op kunnen vertrouwen dat het bestuur eerlijk en betrouwbaar, zorgvuldig en onkreukbaar is. Dit geldt mutatis mutandis voor de ambtelijke organisatie. Deze aspecten worden in een gedragscode vastgelegd. Het bestuur heeft respect voor elkaars mening en die van anderen. Het bestuur oefent zijn taak collegiaal en in gezamenlijke verantwoordelijkheid uit om zodoende een voortvarend en resultaatgericht bestuur te vormen. Dit houdt in:
Van de Raad mag verwacht worden dat:
Van de Politieke Fracties in de raad mag verwacht worden dat:
Van de Raadsleden mag verwacht worden dat:
Er is ook een gedragscode; de voor raadsleden en commissieleden belangrijkste artikelen staan in dit hoofdstuk opgesomd. Maar: integriteit blijft een actueel aandachtspunt; jaarlijks zal daar ook aandacht voor zijn.
Een politieke ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een q.q.-nevenfunctie (tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan). De inkomsten komen ten goede aan de kas van gemeente. Voor een voltijds bestuurder vindt verrekening plaats met inkomsten uit niet aan het ambt gebonden nevenfuncties.
15.4 Geschenken, diensten en uitnodigingen
Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 100 vertegenwoordigen zijn eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht. Geschenken en giften die een waarde van € 100 of minder vertegenwoordigen kunnen worden behouden.
15.5 Kernbegrippen van bestuurlijke integriteit
Raadsleden en leden van colleges van burgemeester en wethouders stellen bij hun handelen de kwaliteit van het openbaar bestuur centraal. Integriteit van het openbaar bestuur is daarvoor een belangrijke voorwaarde. De belangen van de gemeente en in het verlengde daarvan die van de burgers zijn het primaire richtsnoer.
Bestuurlijke integriteit houdt in dat de verantwoordelijkheid die met de functie samenhangt wordt aanvaard en dat er de bereidheid is om daarover verantwoording af te leggen. Verantwoording wordt intern afgelegd aan collega-bestuurders, de gemeenteraad, maar ook extern aan organisaties en burgers voor wie bestuurders hun functie vervullen.
Leidende kernbegrippen bestuurlijke integriteit:
Deze kernbegrippen zijn de toetssteen voor de in de bijlage I genoemde gedragsafspraken. Gedragingen moeten aan deze kernbegrippen getoetst kunnen worden.