Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Sittard-Geleen

Beleidsregel gebiedsontzeggingen Sittard-Geleen

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieSittard-Geleen
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregel gebiedsontzeggingen Sittard-Geleen
CiteertitelBeleidsregel gebiedsontzeggingen Sittard-Geleen
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Artikel 2:78 Algemene Plaatselijke Verordening

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

25-05-2016nieuwe regelgeving

13-05-2016

Gemeenteblad jaargang 2016, nr. 65775 dd 24 mei 2016

25052015

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregel gebiedsontzeggingen Sittard-Geleen

Artikel 2:78 Algemene Plaatselijke Verordening

De burgemeester van Sittard-Geleen:

Overwegende:

dat in de gemeente Sittard-Geleen overlast plaatsvindt van personen die de openbare orde verstoren en/of zich schuldig maken aan criminaliteit;

dat het gedrag van deze personen onder meer bestaat uit: samenscholing, intimiderend groepsgedrag, handel in drugs, openlijk drugsgebruik, geweldpleging, doelloos ophouden in portieken van woningen en/of winkels, belemmering van de vrije doorgang, schreeuwen, urineren, onvoorspelbare agressiviteit en het anderszins lastig vallen van inwoners of bezoekers;

dat dit gedrag bij bewoners en bezoekers reële en concrete gevoelens van onveiligheid teweeg brengt en naar het zich laat aanzien niet laat veranderen door middel van (politie)optreden op basis van strafrechtelijke bepalingen dan wel de Algemene Plaatselijke Verordening (hierna: APV);

dat een gebiedsontzegging een maatregel is om de openbare orde te handhaven, de criminaliteit en overlast terug te dringen en bewoners hun gevoel van veiligheid terug te geven;

dat de burgemeester ingevolge artikel 2:78, eerste lid van de APV, in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen in het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht een bevel kan geven zich gedurende ten hoogste 48 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden;

dat de burgemeester ingevolge artikel 2:78, tweede lid van de APV, met het oog op de hierboven genoemde belangen aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in het eerste lid van artikel 2:78 APV is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel kan geven zich gedurende ten hoogste acht weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden;

Gelet op het bepaalde in artikel 2:78 van de APV:

Besluit:

Ter uitvoering van het bepaalde in artikel 2:78 van de APV een beleidsregel vast te stellen als de “Beleidsregel gebiedsontzeggingen Sittard-Geleen”

Voorwaarden voor het opleggen van een gebiedsontzegging

  • 1.

    Een gebiedsontzegging kan worden opgelegd aan een persoon die strafbare feiten en/of openbare orde verstorende handelingen verricht.

  • 2.

    Een gebiedsontzegging geldt in beginsel voor het gebied waarbinnen het strafbare feit en/of de openbare orde verstorende handeling heeft plaatsgevonden. Dit gebied wordt in de ontzegging nader omschreven.

Bestuurlijke waarschuwing

  • 3.

    Alvorens een gebiedsontzegging wordt opgelegd, waarschuwt de burgemeester de persoon die zich voor de eerste keer schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit en/of openbare orde verstorende handeling.

  • 4.

    De waarschuwing geldt voor de gehele gemeente en is 6 maanden geldig vanaf het moment van het aanzeggen van de waarschuwing.

  • 5.

    In geval van een directe vrees voor een verdere verstoring van de openbare orde, waarbij de vereiste spoed zich verzet tegen het waarschuwen, kan worden afgezien van een waarschuwing.

Gebiedsontzegging gedurende ten hoogte 48 uur

  • 6.

    Indien ten aanzien van een persoon die een waarschuwing heeft ontvangen zoals vermeld in punt 3, andermaal een strafbaar feit en/of openbare orde verstorende handeling wordt geconstateerd, wordt een verbod opgelegd om zich gedurende 48 uur te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan het strafbaar feit en/of de openbare orde verstorende handeling heeft plaatsgevonden.

Gebiedsontzegging gedurende ten hoogste 8 weken

  • 7.

    Aan een persoon die zich binnen 6 maanden na het opleggen van een gebiedsontzegging in hetzelfde gebied opnieuw schuldig maakt aan een strafbaar feit en/of openbare orde verstorende handeling, wordt een verbod opgelegd, om zich gedurende het in tabel 1 van de bijlage behorende bij deze beleidsregel genoemde tijdvak te bevinden op in dat verbod aangewezen plaatsen, waar of in de nabijheid waarvan het strafbaar feit en/of de openbare orde verstorende handeling heeft plaatsgevonden.

Uitzonderingsgrond gebiedsontzegging

  • 8.

    Indien de betrokkene kan aantonen dat hij een zwaarwegend belang heeft om zich op een bepaalde plaats in het gebied op te houden, dan wordt de gebiedsontzegging een looproute opgenomen. Het is de betrokkene in dat geval slechts toegestaan om de desbetreffende locatie via de aangegeven looproute te bereiken.

Inwerkingtreding en cumulatie gebiedsontzegging

  • 9.

    Een gebiedsontzegging treedt in werking op het moment dat deze aan de betrokkene wordt uitgereikt.

  • 10.

    Als een gebiedsontzegging wordt opgelegd terwijl er al een gebiedsontzegging geldt, gaat de nieuwe gebiedsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde gebiedsontzegging.

  • 11.

    In geval van recidive kan de burgemeester in afwijking van of in aanvulling op de gebiedsontzegging toepassing geven aan artikel 172a en 172b Gemeentewet (Voetbalwet). Hiervoor wordt verwezen naar de ‘Beleidsregel ernstige overlast’.

Overgangsrecht

  • 12.

    Indien binnen een termijn van zes maanden voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 2:78 van de APV één of meerdere verblijfsontzeggingen zijn opgelegd op grond van de voormalige APV-bepaling artikel 2:1a (Verblijfsontzeggingen), dan is de duur van de volgende gebiedsontzegging afhankelijk van de langstdurende opgelegde verblijfsontzegging binnen die zes maanden.

Inwerkingtreding

  • 13.

    Deze beleidsregel treedt in werking op de dag na publicatie.

Citeertitel

  • 14.

    Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregel gebiedsontzeggingen Sittard-Geleen.

,

 

Sittard-Geleen, 13 mei 2016

De burgemeester van Sittard-Geleen

drs. G.J.M.Cox

Bijlage - Beleidsregel gebiedsontzeggingen Sittard-Geleen

Bij constatering van strafbare feiten en/of openbare orde verstorende handelingen kan een gebiedsontzegging worden opgelegd. Het kan onder meer betreffen (niet-limitatief): drugshandel op straat (artikel 2:74 APV), verkopen van soft- en harddrugs (artikel 2 en 3 Opiumwet), openlijke geweldpleging (artikel 141 Sr), bedreiging (artikel 285 Sr), mishandeling (artikel 300 en 302 Sr) en vernieling (artikel 350 Sr), maar ook het negeren van bevoegd gegeven ambtelijk bevel (artikel 184 Sr), samenscholing (artikel 2:1 APV), openbare orde verstorend gedrag (artikel 2:41a APV), verboden drankgebruik (artikel 2:48 APV)en bedelarij (artikel 2:65 APV)

Deze strafbare feiten en/of openbare orde verstorende handelingen behoeven niet noodzakelijkerwijs op straat plaats te vinden. Wel dient in zulk geval sprake te zijn van een relatie met de openbare orde. Zo zullen bedreigingen in een winkel of een inloopcentrum wel degelijk relevant zijn voor de openbare orde en kunnen zij ten grondslag liggen aan een gebiedsontzegging. Tevens kunnen strafbare feiten die zich afspelen in een voor het publiek toegankelijk ruimte, zoals een café of buurthuis, aan de basis liggen van een gebiedsontzegging.

De duur van het verbod c.q. de ontzegging is afhankelijk van eerdere strafbare feiten en/of openbare orde verstorende handelingen c.q. recidive (zie tabel 1 hieronder). Indien er sprake is van bijzondere, nader te motiveren, omstandigheden kan onder andere van de gestelde duur worden afgeweken en/of kan de duur over bepaalde periodes worden verspreid.

In geval van recidive is er in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast en/of het voorkomen of beperken van aantasting van het woon- en leefklimaat voldoende reden om een gebiedsontzegging voor een langere duur op te leggen. Uit het oogpunt van proportionaliteit wordt een oplopende duur gehanteerd, afhankelijk van de hoeveelste constatering het betreft. Als een gebiedsontzegging wordt opgelegd terwijl er al een gebiedsontzegging geldt, gaat de nieuwe gebiedsontzegging in na afloop van de eerder opgelegde gebiedsontzegging.

Tabel 1: Termijn/duur

De gebiedsontzegging duurt:

 

·Bij de 1e constatering

2 x 24 uur

(2 dagen)

·Bij de 2e constatering binnen een periode van 6 maanden

28 x 24 uur

(4 weken)

·Bij de 3e constatering binnen een nieuwe periode van 6 maanden na een eerdere gebiedsontzegging

42 x 24 uur

(6 weken)

·Bij de 4e constatering binnen een nieuwe periode van 6 maanden na een eerdere gebiedsontzegging

56 x 24 uur

(8 weken)