Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Heiloo

Referendumverordening Heiloo 2016

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieHeiloo
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingReferendumverordening Heiloo 2016
CiteertitelReferendumverordening Heiloo 2016
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpreferendum

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeentewet art 149

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

26-05-2016Nieuwe regeling

09-05-2016

Uitkijkpost, 25 mei 2016

16-5662

Tekst van de regeling

Intitulé

Referendumverordening Heiloo 2016

De raad van de gemeente Heiloo;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 maart 2016 en het daarvan afwijkende advies van de commissie Bestuurlijke Zaken van 19 april 2016;

besluit:vast te stellen de volgende Referendumverordening Heiloo 2016

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder

  • a.

    referendum: een volksstemming waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over een door de raad te nemen besluit dat ingrijpende gevolgen heeft voor de samenleving van c.q. de inwoners van Heiloo.

  • b.

    kiesgerechtigden: diegenen die overeenkomstig artikel B3 Kieswet kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad van de gemeente Heiloo.

  • c.

    voorgenomen besluit: een nog te nemen raadsbesluit dat is geagendeerd;

  • d.

    besluit: een schriftelijke beslissing van de raad;

  • e.

    college: burgemeester en wethouders van Heiloo

Artikel 2 Toepassingsgebied

Een referendum wordt gehouden onder de kiesgerechtigden van het hele grondgebied van de gemeente.

Artikel 3 Uitzonderingen

Een referendum kan niet worden gehouden over:

  • a.

    besluiten waarvan de raad van mening is dat er andere dringende dan onderstaande redenen zijn om geen referendum te houden;

  • b.

    besluiten over individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen, kwijtscheldingen, schenkingen;

  • c.

    besluiten over de vaststelling van de gemeentelijke begroting en de rekening;

  • d.

    besluiten over het voor kennisgeving aannemen van notities en rapporten;

  • e.

    besluiten in het kader van deze verordening;

  • f.

    besluiten inhoudende een algemeen verbindend voorschrift dan wel de intrekking daarvan (verordeningen);

  • g.

    besluiten, als bedoeld in artikel 155a, eerste lid, van de Gemeentewet (onderzoek naar door het college gevoerd bestuur/enquête);

  • h.

    besluiten waarbij het belang van het referendum niet opweegt tegen de verantwoordelijkheid van de raad voor kwetsbare groepen en hun plaats in de samenleving;

  • i.

    besluiten die naar het oordeel van de raad hun grondslag vinden in een eerder genomen beslissing waarover een referendum is gehouden of kon worden gehouden;

  • j.

    besluiten ter uitvoering van een besluit van het rijk of de provincie waarbij de raad geen beleidsvrijheid heeft;

  • k.

    besluiten waarvan de inwerkingtreding of uitvoering niet kan worden uitgesteld vanwege de daarmee gemoeide spoedeisende gemeentelijke belangen;

  • l.

    bestemmingsplannen, uitwerkingsplannen en voorbereidingsbesluiten, met uitzondering van - naar het oordeel van de raad - de uitgangspunten van bestemmingsplannen.

Artikel 4 Initiatief van kiesgerechtigden

  • 1.

    Kiesgerechtigden kunnen schriftelijk aangeven dat zij een initiatief willen nemen tot een referendum over een voorgenomen besluit. Onder de dag van de kandidaatstelling als bedoeld in artikel B3 Kieswet moet in dit verband worden verstaan: de dag van de kennisgeving van het initiatief.

  • 2.

    Deze kennisgeving moet ten minste 3 dagen vóór de raadsvergadering, waarvoor het besluit is geagendeerd, bij het college worden ingediend. De kennisgeving moet worden ondersteund door ten minste 180 kiesgerechtigden1.

  • 3.

    In de kennisgeving wordt aangegeven om welk voorgenomen raadsbesluit het gaat. De kennisgeving gaat vergezeld van een handtekening van elke verzoeker en ondersteuner, met een opgave van diens naam, adres, leeftijd en woonplaats.

  • 4.

    De in het derde lid bedoelde persoonsgegevens worden geplaatst op daartoe van gemeentewege verstrekte lijsten.

  • 5.

    Indien een kennisgeving is gedaan volgens de hiervoor gestelde eisen, beslist de raad in dezelfde vergadering waarvoor het besluit van de raad is geagendeerd of over dit besluit, met inachtneming van het bepaalde in artikel 3, een referendum kan worden gehouden. De raad kan zijn beslissing voor ten hoogste 6 weken verdagen.

Artikel 5 Steunverwerving en besluit definitief verzoek

  • 1.

    Kiesgerechtigden kunnen bij de raad een definitief verzoek indienen voor het houden van een referendum binnen 6 weken na de dag waarop de raad heeft bekend gemaakt dat op grond van de kennisgeving is besloten dat over een voorgenomen besluit een referendum kan worden gehouden.

  • 2.

    Dit verzoek moet worden ondersteund door minimaal 1800 kiesgerechtigden van de kiesgerechtigden. Onder de dag van de kandidaatstelling als bedoeld in artikel B3 Kieswet moet in dit verband worden verstaan: de dag van indiening van het definitief verzoek.

  • 3.

    In het verzoek wordt aangegeven om welk voorgenomen raadsbesluit het gaat. Het verzoek gaat vergezeld van een handtekening van elke verzoeker en ondersteuner, met opgave van diens naam, adres, leeftijd en woonplaats.

  • 4.

    De in het derde lid genoemde persoonsgegevens zijn geplaatst op daartoe van gemeentewege verstrekte lijsten.

  • 5.

    Indien het verzoek voldoet aan de hiervoor gestelde eisen, neemt de raad uiterlijk binnen 6 weken na de dag van ontvangst van het definitieve verzoek een besluit over het houden van een referendum.

Artikel 6 Aanhouden beslissing

  • 1.

    Wanneer de raad na een besluit als genoemd in artikel 4 van mening is, dat over het voorgenomen besluit een referendum kan worden gehouden, dan wordt het betreffende raadsvoorstel op de gangbare wijze behandeld.

  • 2.

    De stemming over het door de raad te nemen besluit zoals dat luidt na verwerking van de aanvaarde amendementen, wordt echter aangehouden tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop het referendum wordt gehouden, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het definitieve verzoek wordt beslist.

Artikel 7 Het raadplegend referendum, initiatief van de raad

1.De raad kan besluiten tot het houden van een raadplegend referendum over een mogelijk te nemen besluit dat ingrijpende gevolgen heeft voor de samenleving van c.q. de inwoners van Heiloo of over meerdere door de raad geformuleerde opties voor een eventueel te nemen besluit dat grote gevolgen heeft voor de samenleving van c.q. de inwoners van Heiloo.

Artikel 8 Datum

  • 1.

    De raad stelt de dag vast waarop het referendum wordt gehouden, met dien verstande dat het referendum niet later plaatsvindt dan uiterlijk 2 maanden na de dag waarop het definitieve verzoek is ingewilligd.

  • 2.

    Er kunnen meer referenda op dezelfde dag worden gehouden.

Artikel 9 Vraagstelling

  • 1.

    De raad stelt de vraagstelling en de antwoordcategorieën van het referendum vast.

  • 2.

    De vraagstelling wordt weergegeven op de oproepingskaart.

Artikel 10 Referendumcommissie

  • 1.

    Het gemeentebestuur laat zich per referendum adviseren door een referendumcommissie over het vaststellen van de vraagstelling en over alle andere aangelegenheden met betrekking tot een referendum, waaronder de behandeling van klachten over de informatievoorziening en de wijze waarop campagnes worden gevoerd.

  • 2.

    De raad stelt deze commissie in en benoemt en ontslaat haar leden.

  • 3.

    Tot lid van deze commissie zijn niet benoembaar:

    • a.

      de burgemeester van Heiloo;

    • b.

      wethouders van Heiloo;

    • c.

      raadsleden van Heiloo;

    • d.

      commissieleden, niet-zijnde raadsleden van Heiloo;

    • e.

      ambtenaren door of vanwege het gemeentebestuur van Heiloo aangesteld of daaraan ondergeschikt;

    • f.

      de kiesgerechtigden als bedoeld in de artikelen 4 en 5.

  • 4.

    De commissie wordt ondersteund door de griffier of een door de griffier aan te wijzen medewerker van de griffie.

  • 5.

    De commissie heeft tot taak:

    • a.

      de raad te adviseren over de toepassing van artikel 3;

    • b.

      toezicht te houden op de uitvoering van de verordening en de organisatie van het referendum;

    • c.

      toezicht te houden op de objectiviteit van de door de gemeente te verstrekken voorlichting;

    • d.

      de raad te adviseren over de evaluatie van gehouden referenda en van voorstellen en verzoeken die niet tot een referendum hebben geleid.

  • 6.

    De commissie adviseert voorts gevraagd en ongevraagd over aanpassingen van deze verordening, over de bij referenda en referendumverzoeken te volgen procedure en over alle overige zaken die het referendum betreffen.

  • 7.

    De adviezen van de commissie zijn openbaar.

Artikel 11 Uitvoering

Het college is belast met de uitvoering van het raadsbesluit tot het houden van een referendum. Het college regelt de bestuurlijke en ambtelijke coördinatie.

Artikel 12 Budget

  • 1.

    De raad stelt, nadat is besloten tot het houden van een referendum, een budget beschikbaar voor voorlichting en organisatie.

  • 2.

    Indien een initiatief als bedoeld in artikel 4 wordt ingewilligd, kent het college verzoekers desgevraagd een tegemoetkoming toe in de kosten van de organisatie en publiciteit ten behoeve van de verwerving van voldoende steun voor de indiening van een definitief verzoek.

  • 3.

    Indien het definitief verzoek wordt ingewilligd, kent het college verzoekers en maatschappelijke organisaties desgevraagd een tegemoetkoming toe in de kosten van organisatie en publiciteit ten behoeve van de campagne over het besluit waarop het referendum betrekking heeft.

  • 4.

    Het college stelt beleidsregels vast met betrekking tot de voorwaarden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor de in het tweede en derde lid bedoelde tegemoetkoming.

Artikel 13 Dekking

De begroting bevat een voorziening om de kosten van ten minste één referendum per jaar te kunnen dekken.

Artikel 14 De stemming

  • 1.

    Stemgerechtigd zijn degenen die op de drieënveertigste dag vóór de dag waarop het referendum wordt gehouden, kiesgerechtigd zijn voor de verkiezing van de leden van de raad.

  • 2.

    De bepalingen van de Kieswet zijn voor wat betreft de raadsverkiezingen voor zover nodig van overeenkomstige toepassing.

Artikel 15 Geldigheid van de uitslag

  • 1.

    Het referendum wordt als geldig beschouwd, indien minimaal 30 % van de stemgerechtigden als bedoeld in artikel 13 een stem heeft uitgebracht.

  • 2.

    De uitslag van het referendum wordt berekend op basis van de gewone meerderheid van het totaal aantal uitgebrachte stemmen.

Artikel 16 De beslissing van de raad

In de eerstvolgende vergadering van de raad na de dag waarop het referendum wordt gehouden, vindt besluitvorming plaats over het raadsbesluit dat aan het referendum is onderworpen.

Artikel 17 Motivering bij afwijking uitslag referendum

Ingeval de raad besluit af te wijken van de uitslag van het referendum zal hij de overwegingen daarvoor uitvoerig toelichten.

Artikel 18 Strafsanctie

Met hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:

  • a.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft;

  • c.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of referendumkaarten voorhanden heeft met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • d.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden.

Artikel 19 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van haar bekendmaking.

Artikel 20 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Referendumverordening Heiloo 2016.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Heiloo, gehouden op 9 mei 2016