Organisatie | Rhenen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Reglement mandaatbesluit Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Citeertitel | Reglement Mandaatbesluit Sociale Zaken en Werkgelegenheid |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Geen |
Mandaatregeling voortvloeiende uit de dienstverleningsovereenkomst Sociale Zaken en Werkgelegenheid gemeente Rhenen en gemeente Veenendaal, vastgesteld op 14 december 2010, wordt ingetrokken
Algemene wet bestuursrecht, artikel 10.1
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-05-2016 | 01-01-2015 | Nieuwe regeling | 16-02-2016 | 2016 bis/54 |
Dit Mandaatbesluit handelt over de bevoegdheden aan de gemeente Veenendaal en door de gemeente Veenendaal ingehuurde / gecontracteerde externen. Specifiek betreft het hier bevoegdheden die betrekking hebben op de werkzaamheden voortvloeiend uit de Dienstverleningsovereenkomst Sociale Zaken en werkgelegenheid gemeente Rhenen en gemeente Veenendaal. In het besluit worden zowel bevoegdheden van de burgemeester als het college van burgemeester en wethouders (hierna: het college) gemandateerd of ge(vol)machtigd.
Per 1 januari 2015 zijn diverse nieuwe regelingen, vanwege de decentralisaties binnen het Sociaal Domein, in werking getreden.
Het college en de burgemeester wensen daarom een nieuw en compleet mandaatbesluit, dat voldoet aan de eisen die voortvloeien uit de Algemene wet bestuursrecht en nieuwe regelingen. Het voorliggende Mandaatbesluit voorziet in deze wensen.
De bevoegdheden zijn gemandateerd aan de algemeen directeur van de gemeente Veenendaal. De algemeen directeur kan vervolgens de bevoegdheden doormandateren – door middel van ondermandaat - aan de directeur bedrijfsvoering of de afdelingsmanager, die op hun beurt ook weer kunnen doormandateren - door middel van ondermandaat - aan teamcoördinatoren, medewerkers, programmanagers, projectmanagers of projectleiders.
Het uitgangspunt is dat het gemeentebestuur politiek verantwoordelijk is voor genomen besluiten. Een mandaatbesluit moet er dan ook zo uitzien dat principiële, politiek zware beslissingen blijven bij het bestuursorgaan waar ze thuishoren. In veel van dit soort gevallen zal de aard van de bevoegdheid zich tegen mandaat verzetten. Andere beslissingen kunnen worden gemandateerd.
Besluiten die in elk geval voor mandatering In aanmerking komen:
gebonden beschikkingen, dat wil zeggen besluiten die binnen een vastgesteld beleidskader worden genomen, zoals de criteria van een wet, een plan of beleidsregels.
Bij mandaat gaat het om vertrouwen. Het mandaterende bestuursorgaan moet er vanuit kunnen gaan dat een besluit wordt genomen dat het orgaan zelf ook zou hebben genomen. Dat betekent dat de gemandateerde bij de besluitvorming rekening houdt met de politiek bestuurlijke verhoudingen binnen het bestuur. De gemandateerde zal dan ook terugkoppelen naar het bestuur als er met een zaak iets aan de hand is dat voor het bestuur van betekenis is of kan worden. Een dergelijke houding past bij mandatering omdat het bestuur verantwoordelijk blijft voor de genomen beslissing.
Door ondermandatering aan teamcoördinatoren, medewerkers, projectmanagers of projectleiders wordt aansluiting gezocht bij hun zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Het bijhouden van een ondermandaatregister kan behulpzaam zijn bij het zicht houden op de vraag wie welke bevoegdheid in mandaat uitoefent.
Wanneer de algemeen directeur of de afdelingsmanager ondermandaat verleent aan teamcoördinatoren, medewerkers, projectmanagers of projectleiders blijft het hun taak om hen op een juist gebruik van de gemandateerde bevoegdheden aan te spreken. De wijze waarop dit plaatsvindt, wordt geregeld tussen de algemeen directeur, de afdelingsmanagers, de teamcoördinatoren, de medewerkers, de programmamanagers, de projectmanagers en de projectleiders. De kaders waarbinnen van het mandaat en ondermandaat gebruik mag worden gemaakt zijn vastgelegd in het in dit besluit opgenomen Reglement Mandaatbesluit .
Mandaat kan juridisch gezien alleen worden verleend voor het nemen van besluiten, niet voor het verrichten van handelingen die noch een besluit, noch een publiekrechtelijke rechtshandeling zijn. Veelal worden echter ook bevoegdheden als het voeren van algemene correspondentie (noch een besluit, noch een privaatrechtelijke rechtshandeling) of het bestellen van kantoorartikelen (privaatrechtelijke rechtshandeling) aan anderen overgelaten.
Voor het voeren van correspondentie, het doen van mededelingen en dergelijke kan aan ambtenaren dus geen mandaat worden verleend. Er is dan juridisch sprake van machtiging.
Gaat het om het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen, dan wordt volmacht verleend in plaats van mandaat. In de Algemene wet bestuursrecht is vastgelegd dat de bepalingen omtrent mandaat van overeenkomstige toepassing zijn op machtiging en volmacht (art. 10:12)..
Onder mandaat wordt verstaan: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan besluiten te nemen (zie artikel 10:1 Awb). Mandaat kan zowel worden verleend aan een bestuursorgaan als aan een natuurlijk persoon. De mandaatverlening kan zowel plaatsvinden binnen de gemeentelijke organisatie - van een bestuursorgaan naar een medewerker van de gemeente - als buiten de eigen organisatie. Wordt een bevoegdheid gemandateerd aan een instantie of persoon die niet onder verantwoordelijkheid van de mandaatverlener werkzaam is, dan behoeft de mandaatverlening instemming van de gemandateerde.
Essentieel kenmerk van mandaatverlening is dat de verantwoordelijkheid voor de uitoefening van de bevoegdheid, in tegenstelling tot de figuur van delegatie, bij het bestuursorgaan blijft (artikel 10:2 Awb). Het bestuursorgaan blijft bevoegd de gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen (artikel 10:7 Awb) en kan per geval of in het algemeen instructies geven terzake van de uitoefening van de gemandateerde bevoegdheid (artikel 10:6 Awb).
Rechtens geldt een in mandaat genomen besluit als een besluit van de mandaatgever; de rechtsgevolgen zijn dezelfde als wanneer de mandaatgever zelf het besluit tot stand had gebracht. Dit betekent onder meer dat het mandaterende bestuursorgaan in bezwaar of beroep optreedt als het verwerende bestuursorgaan. Mandaat kan worden gezien als de publiekrechtelijke tegenhanger van de privaatrechtelijke volmacht en kan worden gezien als een vorm van vertegenwoordiging.
Voorwaarde voor de binding van het in mandaat genomen besluit is dat het besluit is genomen binnen de grenzen van de gemandateerde bevoegdheid. Dit spreekt voor zichzelf, omdat buiten de grenzen van hetgeen is gemandateerd geen bevoegdheid bestaat. Wordt een besluit genomen over een onderwerp dat buiten de bevoegdheid ligt, dan is sprake van een onbevoegd genomen besluit. Anders dan bij delegatie heeft mandaat, behoudens uitzonderingen, geen wettelijke grondslag nodig (artikel 10:3 Awb).
Mandaatverlening is geoorloofd tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, de aard van de bevoegdheid zich tegen de verlening verzet of het tweede of derde lid van artikel 10:3 Awb hieraan in de weg staat. Een burger moet uit een krachtens mandaat genomen besluit kunnen afleiden namens welk bestuursorgaan het besluit is genomen (art. 10:10 Awb). Is sprake van ondermandaat dan dient in ieder geval de oorspronkelijke mandaatgever te worden vermeld.
De opzet van de regeling is de volgende.
Onderdelen van het besluit zijn:
In het Reglement zijn de spelregels neergelegd die gelden voor het uitoefenen van bevoegdheden krachtens mandaat, volmacht of machtiging. Het bevat bepalingen omtrent onderwerpen als het (onder)mandaat, de wijze van ondertekening en de wijze van informatieverstrekking. Eveneens is een aantal situaties opgenomen, waarin van de gemandateerde bevoegdheden geen gebruik kan worden gemaakt.
In bijlage II is de tekst van het Mandaatbesluit van burgemeester en wethouders en de burgemeester opgenomen. Allereerst zijn de bevoegdheden opgesomd die in hun algemeenheid worden gemandateerd. Vervolgens is per afdeling en per regeling aangegeven aan wie en onder welke voorwaarden mandaat en eventueel ondermandaat wordt verleend.
Het verlenen van mandaat impliceert dat de gemandateerde tevens mag ondertekenen. Immers, besloten wordt in naam van de mandaatgever.
In het kader van het Mandaatbesluit wordt verstaan onder:
Artikel 2 Mandaat en ondermandaat
Aan de algemeen directeur wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het, namens en onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders dan wel de burgemeester, nemen van besluiten en het ondertekenen van die besluiten ter uitoefening van de bevoegdheden zoals vermeld in bijlage II.
De algemeen directeur kan ter uitoefening van de krachtens dit Reglement aan de algemeen directeur gemandateerde bevoegdheden, schriftelijk rechtstreeks ondermandaat verlenen, tenzij uit bijlage II blijkt dat dit niet is toegestaan, tot het nemen van besluiten en het ondertekenen daarvan aan de directeur bedrijfsvoering en afdelingsmanagers.
De afdelingsmanagers kunnen ter uitoefening van de krachtens dit Reglement aan hen ondergemandateerde bevoegdheden, schriftelijk rechtstreeks ondermandaat verlenen, tenzij uit bijlage II blijkt dat dit niet is toegestaan, tot het nemen van besluiten en het ondertekenen daarvan aan de teamcoördinatoren, medewerkers, programmamanagers, projectmanagers of projectleiders onder de voorwaarde dat voorafgaand aan het verlenen van het ondermandaat de directie is geconsulteerd.
Artikel 3 Reikwijdte (onder)mandaat
Het mandaat of ondermandaat, strekt niet verder dan de uitoefening van die bevoegdheden die tot het takenpakket van de (onder)gemandateerde behoort.
Artikel 6 Wijzen van ondertekening
Ingeval de uitoefening van een bevoegdheid is ondergemandateerd worden de genomen besluiten en overige stukken als volgt ondertekend:
Burgemeester en wethouders van Rhenen,
...................... (handtekening, naam en functie ondergemandateerde)
...................... (handtekening, naam en functie ondergemandateerde)
Artikel 8 Intrekking oude regeling
De mandaatregeling voortvloeiende uit de dienstverleningsovereenkomst Sociale Zaken en Werkgelegenheid gemeente Rhenen en gemeente Veenendaal, vastgesteld op 14 december 2010 wordt ingetrokken.
Mandaatbesluit college van burgemeester en wethouders en burgemeester
Verklaring gebruikte afkortingen
B&W: College van Burgemeester en Wethouders
ADir: Algemeen Directeur gemeente Veenendaal
DirB: Directeur bedrijfsvoering gemeente Veenendaal
AM: Afdelingsmanager gemeente Veenendaal
TC: Teamcoördinator gemeente Veenendaal
MW: Medewerker gemeente Veenendaal
PGM: Programmamanager gemeente Veenendaal
PJM: Projectmanager gemeente Veenendaal
PL: Projectleider gemeente Veenendaal
Beh BAG: BAG beheerder gemeente Veenendaal
*: Ondermandaat kan in voorkomende gevallen worden verleend aan, de directeur bedrijfsvoering of een afdelingsmanager. Deze kunnen op hun beurt bevoegdheden ondermandateren aan een teamcoördinator, medewerker, programmamanager, projectmanager of projectleider. Dit ondermandaat wordt schriftelijk verleend onder mededeling aan het wettelijk bevoegde orgaan. Waar sprake is van ondermandaat aan een specifieke functionaris is dat in het overzicht expliciet vermeld.
Wet bescherming persoonsgegevens
Verwerking van persoonsgegevens in een geautomatiseerd bestand op grond van art. 2. |
Aanleggen van een nieuw bestand wordt niet ondergemandateerd. |
Deze bevoegdheden hangen samen met de bevoegdheid tot het beslissen op een bepaalde aanvraag. Derhalve is de functionaris die het mandaat c.q. het ondermandaat heeft om te beslissen op een bepaalde aanvraag ook degene die deze (samenhangende) bevoegdheden in mandaat c.q. ondermandaat kan uitoefenen.
Verordening Wet inburgering gemeente Rhenen
Participatiewet/ Besluit bijstandverlening zelfstandigen
Afstemmingsverordening Participatiewet, IOAW en IOAZ Rhenen 2015
Toeslagenverordening WWB en WIJ 2010
Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werknemers (Ioaw) Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (Ioaz)
Re-integratieverordening Participatiewet Rhenen 2015/ Besluit ter uitvoering van de Re- integratieverordening Participatiewet Rhenen 2015
Beleidsregel Terugvordering en Invordering WWB, IOAW en IOAZ
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
Besluiten tot het verstrekken van een tegemoetkoming in aanvulling op de kinderopvangtoeslag op grond van art. 1.13. |
Wet bescherming persoonsgegevens
Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen (Wet Suwi) en Regeling SUWI