Organisatie | Rheden |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Rheden |
Citeertitel | Beleidsregels schulddienstverlening gemeente Rheden |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-03-2014 | 01-02-2014 | Nieuwe regeling | 17-03-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 26-03-2014 | Geen |
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
schuldhulpverlening: het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;
schulddienstverlening: in bredere zin het volledige pakket van dienstverlenende activiteiten dat de gemeente inzet bij het signaleren en het voorkomen van schulden en het ondersteunen bij het vinden van een adequate oplossing gericht op de aflossing van schulden indien redelijkerwijs is te voorzien dat een natuurlijke persoon niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, alsmede de nazorg;
Het college kan schulddienstverlening aanbieden aan alle inwoners van de gemeente Rheden van 18 jaar en ouder.
De ZZP’er die substantieel meer aan de boedel kan bijdragen dan in geval van inkomen uit werk of een uitkering, het risico op ontstaan van nieuwe schulden zo klein mogelijk is en kan aantonen dat hij al meerdere jaren aan deze voorwaarden voldoet, kan zich wenden tot de gemeente voor schulddienstverlening.
Op grond van artikel 7 van de wet is verzoeker verplicht alle medewerking te verlenen die redelijkerwijs nodig is gedurende aanvraagperiode en tijdens het schulddienstverleningstraject.
De medewerking bestaat onder andere uit:
Indien een voorgaande schuldregeling succesvol is afgerond geldt het volgende:
indien minder dan 1 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend door verzoeker een traject schuldregeling (minnelijk of wettelijk) succesvol is afgerond en het ontstaan van de nieuwe schulden niet verwijtbaar is aan de verzoeker, wordt de schuldhulpverlening geweigerd, met uitzondering van de producten informatie en advies;
indien minder dan 5 jaar voorafgaande aan de dag waarop het verzoek is ingediend door verzoeker een traject schuldregeling (minnelijk of wettelijk) succesvol is afgerond en het ontstaan van de nieuwe schulden verwijtbaar is aan de verzoeker, wordt de schuldhulpverlening geweigerd, met uitzondering van de producten informatie en advies.
In het beleidsplan Van Schuldhulpverlening naar Schulddienstverlening 2012-2015 is de visie van gemeente Rheden neergelegd op het terrein van integrale schulddienstverlening. Deze beleidsregels zijn gebaseerd op het beleidsplan te weten: het opstellen van regels met betrekking tot de toelating en recidive en het stellen van voorwaarden. Achterliggende gedachte is dat de gemeente Rheden behoefte heeft aan heldere spelregels. De burger weet wat de voorwaarden zijn voor toelating tot de schulddienstverlening en aan welke regels men zich dient te houden. De gemeente weet op haar beurt welke verplichtingen zij aan de burger mag opleggen en wanneer zij de toegang tot de schulddienstverlening kan weigeren of beëindigen.
Hierbij speelt mee dat de gemeentelijke schulddienstverleningspraktijk vanaf het moment dat de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening in werking is getreden op 1 juli 2012 onder het regime van de Algemene wet bestuursrecht is komen te vallen. Het is dus van belang om regels over toelating tot schuldhulpverlening, het opleggen van verplichtingen en het weigeren van de dienstverlening juridisch correct te benaderen.
Dit artikel is gebaseerd op artikel 1 van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening. De overige begrippen die niet zijn omschreven in de wet of die verduidelijkt moeten worden, zijn omschreven.
Conform de visie staat schulddienstverlening in beginsel open voor alle inwoners van de gemeente Rheden van 18 jaar en ouder. Dit met uitzondering van de bij wet genoemde categorieën personen. Voor zelfstandigen geldt een specifieke doelgroepenbeleid, zoals beschreven in artikel 3 van deze beleidsregels.
In lid 1 staan de voorwaarden tot toelating van zelfstandigen voor schulddienstverlening beschreven. In uitzondering op lid 1, geeft het tweede lid de ruimte, een zelfstandige ondanks het bestaan van zijn/haar onderneming toe te laten tot schulddienstverlening. Dit indien aangetoond kan worden dat door het voortzetten van de onderneming meer geld beschikbaar gesteld kan worden aan de boedel.
In lid 1 is aangegeven dat het college schulddienstverlening verleent indien schulddienstverlening noodzakelijk wordt geacht. Op deze manier wordt recht gedaan aan het beleidsmatige uitgangspunt van de eigen verantwoordelijkheid. Gemeente Rheden wil meer inzetten op zelf- en samenredzaamheid. Daar waar de burger in staat moet worden geacht om de (dreigende) schuldenproblematiek zelf of via zijn netwerk aan te pakken en te regelen, kan schulddienst-verlening achterwege blijven. Anderzijds wordt door middel van dit lid, alsmede lid 2, recht gedaan aan het uitgangspunt dat schulddienstverlening selectief en gericht ingezet dient te worden.
De eigen verantwoordelijkheid wordt met dit artikel vooropgesteld. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig en correct de benodigde informatie te geven (lid 1) en medewerking te verlenen (lid 2). Dit geldt zowel gedurende de melding en aanvraag als gedurende de looptijd van het schulddienstverleningstraject.
Wat betreft de verplichting tot medewerking is in lid 2 een aantal verplichtingen benoemd. Dit is geen limitatieve opsomming.
In dit artikel wordt beschreven wanneer de schulddienstverlening kan worden afgewezen of beëindigd.
Recidive - Hernieuwde aanvraag
Van recidive is sprake als iemand zich al eerder tot de gemeente heeft gewend voor schulddienstverlening. De wijze waarop dit traject is doorlopen en het al dan niet afgerond hebben van het traject, is van belang voor de termijn waarbinnen men zich opnieuw kan melden voor schulddienstverlening. Indien men zich voor afloop van de in dit artikel genoemde termijnen meldt, wordt de schulddienstverlening geweigerd.
Indien de voorgaande schuldregeling (laatste fase, waarin met de schuldeisers tot een akkoord wordt gekomen) succesvol is afgerond, is het voor de termijn voor het opnieuw toelaten tot de schuldhulpverlening van belang of het ontstaan van de nieuwe schulden verwijtbaar is aan de verzoeker. Zo nee, dan wordt de verzoeker na 1 jaar na afronding van het vorige traject weer toegelaten tot de schuldhulpverlening. Als het wel aan de verzoeker te verwijten is dat er nieuwe schulden zijn ontstaan, is de termijn waarna men weer toegelaten kan worden gesteld op 5 jaar. Het maakt hierbij niet uit of het om een minnelijk traject bij de gemeente gaat of om het wettelijke traject (WSNP).
Indien de voorgaande schuldregeling (laatste fase, waarin met de schuldeisers tot een akkoord wordt gekomen) niet is afgerond, is het voor de termijn voor het opnieuw toelaten tot de schuldhulpverlening van belang of dit aan de verzoeker te verwijten is. Bij niet verwijtbaar gaat het dan om gewijzigde omstandigheden van de verzoeker of het niet meewerken van de schuldeisers. In dat geval is de termijn waarna men weer kan worden toegelaten tot de schuldhulpverlening op 1 jaar gesteld. Bij verwijtbaar niet afronden van de schuldregeling is de termijn op 5 jaar gesteld. Ook hierbij maakt het niet uit of het om een minnelijk traject bij de gemeente gaat of om het wettelijke traject (WSNP).
Indien men andere trajecten dan de schuldregeling heeft gevolgd, is het niet van belang of deze succesvol zijn doorlopen en of er sprake is van verwijtbaarheid. In alle gevallen is de termijn gesteld op 2 jaar.
Indien een traject, ongeacht in welke fase, wordt beëindigd op grond van misdraging door de verzoeker, zie artikel 6 lid 2 sub g van deze beleidsregels, is de termijn gesteld op 5 jaar.
In alle gevallen kan men zich wel altijd tot de gemeente wenden voor informatie en advies. Hiervoor geldt geen weigeringstermijn.
Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden
Op basis van dit artikel wordt aan het college de ruimte geboden om in een individueel geval, waarbij sprake is van zeer bijzondere en/of onvoorziene omstandigheden, af te wijken van hetgeen in deze beleidsregels is vastgelegd. Hierbij moet getoetst worden aan de algemene normen van redelijkheid en billijkheid. Het moet hierbij nadrukkelijk gaan om uitzonderingssituaties.
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.
Dit artikel spreekt voor zich en behoeft geen nadere toelichting.