Organisatie | De Fryske Marren |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Preventie- en Handhavingsplan Drank- en Horecawet |
Citeertitel | Preventie- en Handhavingsplan Drank- en Horecawet |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-03-2016 | nieuwe regeling | 24-02-2016 | 2016/009 |
Om ervoor te zorgen dat het alcoholgebruik onder voornamelijk de jongeren wordt teruggedrongen, hiermee tevens de verstoring van de openbare orde wordt teruggedrongen, de veiligheid wordt bevorderd en de gezondheidsschade door het nuttigen van alcoholhoudende drank wordt teruggedrongen, is op 1 januari 2013 de gewijzigde Drank- en Horecawet in werking getreden. Tevens wordt met deze wetswijziging ernaar gestreefd om de administratieve lasten terug te dringen. Om dit te bereiken, zijn onder andere de toezicht- en handhavingstaken overgegaan van de nieuwe Voedsel- en Warenautoriteit (nVWA) naar de gemeenten. De logica hierachter is dat de gemeenten beter op de hoogte zijn van de lokale alcoholgerelateerde problematiek en hier dus beter op kan inspelen.
Vervolgens is de Drank- en Horecawet op 1 januari 2014 opnieuw gewijzigd, waarbij onder andere is opgenomen dat de gemeenten moeten beschikken over een vastgesteld Preventie- en Handhavingsplan (hierna te noemen P&H-plan). In dit plan staat omschreven op welke wijze de alcoholpreventie en de handhaving is vormgegeven en welke resultaten (doelen) hierbij moeten worden bereikt. De looptijd van het Preventie- en handhavingsplan is 4 jaren. Met het onderhavige Preventie- en Handhavingsplan DHW wordt tegemoet gekomen aan deze wettelijke plicht.
1.2 Wettelijk en beleidsmatig kader
De wettelijke grondslag van het onderhavige P&H-plan vloeit voort uit de (gewijzigde) Drank- en Horecawet. Daarnaast hebben enkele artikelen van de Algemene plaatselijke verordening (Apv) raakvlakken met dit plan en oefenen meerdere beleidsdocumenten krachten uit op het P&H-plan. In deze paragraaf wordt dan ook kort stilgestaan bij deze verschillende wettelijke en beleidsmatige kaders.
1.2.1 (Gewijzigde) Drank- en Horecawet
Zoals in paragraaf 1.1 al is aangegeven, is op 1 januari 2013 de gewijzigde Drank- en Horecawet in werking getreden. Met deze gewijzigde wetgeving wordt ernaar gestreefd om het alcoholgebruik onder voornamelijk jongeren terug te dringen, alcohol gerelateerde verstoringen van de openbare orde tegen te gaan en de administratieve lasten te verminderen. Om dit te bereiken, zijn de volgende wijzigingen in de wet doorgevoerd:
De gemeenten hebben de verplichting om op grond van artikel 4 gewijzigde DHW een verordening vast te stellen voor para-commerciële horeca-inrichtingen (dorpshuizen, sportkantines e.d.). Deze verordening heeft als doel om oneerlijke concurrentie van para-commerciële horeca-inrichtingen ten opzichte van de reguliere horeca-inrichtingen te voorkomen, en;
Voorts is op 1 januari 2014 weer een wijziging van de Drank- en Horecawet in werking getreden. Deze wijziging ziet op:
Het verhogen van de leeftijdsgrens van 16 jaar naar 18 jaar voor zowel zwak- als sterk alcoholhoudende dranken. Tevens zijn de jongeren onder de 18 jaar strafbaar wanneer zij alcoholhoudende drank bij zich hebben in de openbare ruimte. Dit geldt zowel op straat als op andere plekken die toegankelijk zijn voor publiek (bijvoorbeeld de kroeg, winkelcentrum, stationshal of park);
De gemeenten moeten beschikken over een vastgesteld Preventie- en Handhavingsplan. In dit plan staat omschreven op welke wijze de alcoholpreventie en de handhaving onder de jongeren is vormgegeven en welke resultaten (doelen) hierbij moeten worden bereikt. De looptijd van het Preventie- en handhavingsplan is 4 jaren.
In artikel 43a van de Drank- en Horecawet staat aangegeven dat de gemeenteraad één keer in de 4 jaren een P&H-plan moet vaststellen. In het plan worden de hoofdzaken aangegeven betreffende de preventie van alcoholgebruik, met name onder jongeren. In het plan komen de volgende onderwerpen aan de orde:
1.2.2 Algemene plaatselijke Verordening
Naast de (gewijzigde) Drank- en Horecawet zijn in de Algemene plaatselijke verordening (hierna te noemen Apv) meerdere regels opgenomen over de horeca in relatie tot het waarborgen van de openbare orde en veiligheid.
Evenementenvergunning (artikel 2:25 Apv)
Voor het organiseren of toelaten van B- of C-evenementen is een evenementenvergunning van de burgemeester vereist. Met deze verplichting wordt ernaar gestreefd om de openbare orde, (verkeer)veiligheid, gezondheid en zedelijkheid van de bezoekers en het woon- en leefklimaat in de directe omgeving te waarborgen.
Exploitatievergunning (artikel 2:28 Apv)
Binnen gemeente De Fryske Marren moeten de nachthoreca en ontnuchteringszaken beschikken over en exploitatievergunning. Met deze vergunningsplicht wordt ervoor gezorgd dat de betreffende inrichting voldoet aan het geldende planologisch regime en de (directe) woon- en leefomgeving niet onevenredig wordt aangetast. Onder voorwaarden kan de burgemeester vrijstelling verlenen van de vergunningsplicht voor het exploiteren van nachthoreca- of een ontnuchteringszaak.
Sluitingstijd horeca (artikel 2:29 Apv)
In gemeente De Fryske Marren gelden algemene toelatingstijden, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de nachthoreca en ontnuchteringszaken. In het belang van de openbare orde, veiligheid en/of gezondheid kan de burgemeester bepalen dat gewijzigde toelatingstijden dan wel sluitingstijden van toepassing zijn.
Om te voorkomen dat schade wordt toegebracht aan de openbare weg, het veilig en doelmatig gebruik en onderhoud van de weg in het geding is, niet wordt voldaan aan de redelijke eisen van welstand, de woon- en leefomgeving en/of de openbare orde ontoelaatbaar wordt beïnvloed, is de vergunningplicht voor het hebben van een terras in de Apv opgenomen. Hierbij is aangegeven dat het in beginsel niet is toegestaan (behoudens collectieve dagen) dat een installatie ten behoeve voor het verstrekken van alcoholhoudende dranken op het terras wordt geplaatst.
Para-commerciële verordening (artikelen 2:34a – 2:34k)
Op 1 januari 2015 is de Algemene plaatselijke verordening (Apv) van gemeente De Fryske Marren in werking getreden. In afdeling 8A (artikelen 2:34a tot en met 2:34k) zijn, overeenkomstig artikel 4 van de Drank- en Horecawet, bijzondere bepalingen over horecabedrijven opgenomen, om oneerlijke concurrentie tussen de para-commerciële en de commerciële horeca tegen te gaan.
Drankgebruik openbare plaats (artikel 2:48 Apv)
Om te voorkomen dat de openbare orde wordt verstoord en er sprake is van aantasting van het woon- en leefklimaat is tot slot in artikel 2:48 Apv opgenomen dat het voor personen boven de 18 jaar niet is toegestaan om op een openbare plaats dan wel een openbare weg, dat deel uitmaakt van het door het college van b&w aangewezen gebied alcoholhoudende drank te nuttigen dan wel aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben.
Naast de Drank- en Horecawet en de Apv zijn ook andere wet- en regelgeving op horecabedrijven en daarmee op het verstrekken van alcoholhoudende drank van toepassing. Om aantasting van het milieu te voorkomen moet worden voldaan aan de Wet milieubeheer en het Activiteitbesluit milieubeheer. Om ervoor te zorgen dat het horecabedrijf ruimtelijk passend is in de omgeving, moet het voldoen aan het bestemmingsplan. Daarnaast moet een horecabedrijf veilig zijn en gelden dus de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het Bouwbesluit 2012.
Naast het onderhavige Preventie- en Handhavingsplan hebben meerdere beleidsnota’s en –regels betrekking op horecabedrijven en het nuttigen van alcoholhoudende drank door jongeren, namelijk.
Vanuit het Jeugdbeleid is het belangrijk dat jongeren optimaal de kans krijgen om veilig en gezond op te groeien in een samenleving waarin zij volop de mogelijkheid krijgen mee te doen en zich te ontwikkelen tot een zelfstandig functionerend individu.
Gemeentelijk gezondheidsbeleid
Middelengebruik (waaronder alcoholhoudende drank) op jonge leeftijd vergroot het risico op verslaving, is schadelijk voor de in ontwikkeling zijnde hersenen en kan ook acute gezondheidsschade opleveren. Tevens kan het leiden tot concentratiestoornissen, verminderd denkvermogen en tot sociale schade als schooluitval en werkeloosheid. Het risico hierop is groter naarmate de startleeftijd van het gebruik lager ligt. Bij kwetsbare jongeren maakt overmatig middelengebruik vaak deel uit van bredere problematiek zoals psychosociale en gedragsstoornissen, frequent schoolverzuim, overlast en crimineel gedrag.
Met het gezondheidsbeleid wordt gestreefd naar:
Ook wil gemeente De Fryske Marren de leeftijd waarop jongeren beginnen met het drinken van alcohol verhogen. Om gericht in te zetten op de problematiek van het middelengebruik is een integrale aanpak noodzakelijk. Binnen gemeente De Fryske Marren wordt er daarom nauw samengewerkt op het gebied van volksgezondheid, handhaving en openbare orde en veiligheid. Ook ligt er een link met de sociale wijkteams (signaleringsfunctie), onderwijs en het jeugd- en jongerenbeleid. Daarnaast wordt er provinciaal samengewerkt in het platform Nuchtere Fries.
Kadernota Veiligheid 2015 - 2018
Wat betreft de Kadernota ligt de focus op het investeren in een goede afstemming met de interne en externe partners (fysieke veiligheid) en het leggen van een goede verbinding tussen de sociale zorg en veiligheid (sociale veiligheid). Het doel van gemeente De Fryske Marren is dat in de gemeente prettig en veilig kan worden gewoond, gewerkt en gerecreëerd. De speerpunten hierbij zijn:
Handhavinguitvoeringsprogramma (HUP)
Op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het bijbehorende Besluit omgevingsrecht (Bor) moet een gemeente beschikken over een uitvoeringsprogramma. In dit uitvoeringsprogramma wordt aangegeven op welke doelgroepen en gebieden binnen de gemeente actief de beschikbare formatie voor toezicht en handhaving wordt ingezet. Om ervoor te zorgen dat de integraliteit binnen de vakgebieden toezicht en handhaving wordt gewaarborgd is de toezicht en handhaving op de Drank- en Horecawet ook in het Handhavinguitvoeringsprogramma van gemeente De Fryske Marren opgenomen. In dit programma wordt aangegeven welke onderwerpen binnen de Drank- en Horecawet prioriteit hebben en op welke wijze hierop toezicht en handhaving plaatsvindt.
Beleidsregels voor de behandeling van aanvragen evenementenvergunning
Jaarlijks worden in gemeente De Fryske Marren veel evenementen georganiseerd. Gemiddeld zijn dit circa 140 vergunningplichtige evenementen op jaarbasis. Om ervoor te zorgen dat de openbare orde en veiligheid tijdens de evenementen worden gewaarborgd en sprake is van spreiding in tijd en plaats van evenementen heeft het college van b&w beleidsregels vastgesteld voor de behandeling van aanvragen evenementenvergunningen. Met deze beleidsregels wordt ervan uit gegaan dat een goede modus is gevonden tussen het laten plaatsvinden van evenementen, het waarborgen van de openbare orde en veiligheid en het voorkomen van hinder en overlast.
Gemeente De Fryske Marren is een agrarische plattelandsgemeente. Jeugdketen en –caravans zijn dan ook een bekend fenomeen. Voor de gemeentelijke fusie voerden de drie fusiegemeenten verschillend beleid met betrekking tot jeugdketen en –caravans. Zo werden jeugdketen- en –caravans in de voormalige gemeente Gaasterlân-Sleat op grond van vastgesteld beleid actief gedoogd, wanneer werd voldaan aan de vastgestelde voorwaarden. In de voormalige gemeente Lemsterland werden jeugdketen en –caravans niet toegestaan. Wanneer er wel één werd geconstateerd, werd deze meteen opgeruimd. Tot slot werden de jeugdketen en –caravans in de voormalige gemeente Skarsterlân passief gedoogd. Voor gemeente De Fryske Marren is begin 2015 een aanvang gemaakt met de voorbereidingen om te komen tot beleid voor jeugdketen en –caravans in de gemeente. Naar verwachting wordt dit beleid in de 1ste helft van 2016 vastgesteld.
In het kader van lokaal gezondheidsbeleid en daarmee onder andere de preventie van het alcoholgebruik onder jongeren, neemt gemeente De Fryske Marren deel aan het provinciaal project ‘De Nuchtere Fries’. Platform De Nuchtere Fries is een samenwerkingsverband tussen de Friese gemeenten, GGD Fryslân, Verslavingszorg Noord Nederland, Koninklijke Horeca Nederland, Politie Fryslân en Provincie Fryslân. Vanuit het platform wordt binnen de provincie Fryslân gezamenlijk het programma Jeugd, Alcohol en Drugs uitgevoerd. In deze aanpak wordt zoveel mogelijk op preventieve wijze een integrale benadering toegepast, die is gericht op de beleidsterreinen Volksgezondheid, Jeugd, Onderwijs en Openbare orde – Veiligheid.
Op 1 januari 2014 heeft de bestuurlijke fusie plaatsgevonden, waarbij gemeente De Friese Meren is ontstaan uit de fusiegemeenten Gaasterlân-Sleat, Lemsterland en Skarsterlân. De gemeente heeft circa 51.000 inwoners en bestaat uit 51 kernen, waarvan 50 dorpen en 1 stad, namelijk Sloten. Binnen de gemeente zijn Balk, Joure en Lemmer de hoofdplaatsen en vervullen derhalve een regionale functie in de betreffende omgeving. Binnen gemeente De Fryske Marren wonen 7.258 jongeren en jong volwassenen in de leeftijd van 12 tot en met 23 jaar (peildatum 1 juli 2015). Hiervan hebben 4.196 jongeren de leeftijd 12 tot en met 17 jaar en 3.062 jong volwassenen de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar. Gemeente De Fryske Marren beschikt voorts over circa 275 horecagelegenheden. Deze horecagelegenheden kunnen worden onderverdeeld in (para-)commerciële horeca-inrichtingen en slijterijen. Daarnaast vinden in gemeente De Fryske Marren jaarlijks circa 140 vergunningplichtige evenementen plaats, beschikt de gemeente over meerdere jeugdsozen, staan er in de gemeente in ieder geval 11 jeugdketen en maakt de jeugd gebruik van meerdere hangplekken.
Het onderhavige P&H-plan is er op gericht om het alcoholgebruik door jongeren tot en met 17 jaar tegen te gaan en het stimuleren van een verantwoord alcoholgebruik door jongeren in de leeftijd van 18 tot en met 23 jaar. Om deze doelstelling te halen, wordt zowel ingezet op preventie (voorkomen) als op toezicht en handhaving (tegengaan).
(Volks)gezondheid is één van de speerpunten binnen gemeente De Fryske Marren. Een belangrijk onderdeel hiervan is de aanpak van alcoholmatiging. Het uitgangspunt hierbij is preventie. De primaire doelgroep van het onderhavige P&H-plan zijn jongeren en jongvolwassenen onder de leeftijd van 24 jaar. De gezondheidsschade door alcoholgebruik is het grootst bij jongeren. Jongeren onder de 24 jaar zijn fysiek nog niet geheel volgroeid, waarbij tevens de hersenen nog volop in ontwikkeling zijn. Hierdoor kunnen deze jongeren niet goed voorzien welke negatieve gevolgen het (overmatig) gebruik van alcohol heeft.
Naast preventieve maatregelen wordt ook gebruik gemaakt van toezicht en handhaving om ervoor te zorgen dat het alcoholgebruik onder jongeren tot en met 17 jaar wordt tegengegaan en onder jongeren vanaf 18 jaar tot 24 jaar afneemt. In het Handhavinguitvoeringsprogramma (HUP) is aangegeven op welke wijze toezicht en handhaving wordt ingezet op alcohol gerelateerde onderwerpen. Hierbij wordt ernaar gestreefd om:
3.1 Onderzoeken, controles en gegevensverzameling
Het vaststellen van het probleem en de omvang ervan is het uitgangs- en startpunt voor het inzetten van de instrumenten om de doelstelling zoals omschreven in paragraaf 2.2 te verwezenlijken. Hierbij is gebruik gemaakt van:
de gegevens c.q. mutaties van de politie wat betreft (alcohol gerelateerde) verstoring van de openbare orde en veiligheid.
Jong Proef onderzoek BHBW en Peiling 16- en 17 jarigen Platform Nuchtere Fries
Uit het bovengenoemde Jong Proef onderzoek blijkt dat in 2012 het naleefgedrag binnen de toenmalige fusiegemeenten, wat betreft het verstrekken van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de 16 jaar over het algemeen zeer te wensen overlaat. Het resultaat is in de tabel weergegeven. Naar aanleiding van de wijziging van de nieuwe Drank- en Horecawet op 1 januari 2014, waarbij de leeftijd voor het mogen aankopen en nuttigen van alcoholhoudende drank is verhoogd van 16 naar 18 jaar, heeft Platform De Nuchtere Fries een peiling onder jongeren van 16 en 17 jaar uitgevoerd, waarbij is nagegaan wat het aankoop- en drinkgedrag is in 2014 ten opzichte van 2013. Uit deze peiling blijkt dat het aankooppercentage enorm is gedaald. Daarentegen is het percentage van het drinken van alcoholhoudende drank onder deze jongeren veel minder sterk afgenomen. Uit de peiling blijkt tevens dat de locaties waar de jongeren alcoholhoudende drank kopen en nuttigen is veranderd. Ten opzichte van 2013 wordt in 2014 meer gekocht en gedronken in jeugdketen/ -caravans, bij vrienden en thuis. Minder wordt gekocht en gedronken bij de reguliere horeca en bij supermarkten.
De Gezondheidsmonitor 2012 van de GGD Fryslân (leeftijd van volwassenen vanaf 19 tot en met 34 jaar)
De Gezondheidsmonitor 2012 laat zien dat binnen de provincie Fryslân onder de volwassenen vanaf 19 tot en met 34 jaar 16% een zware drinker is en 10% een overmatige drinker is. Bij mannen is sprake van een zware dan wel overmatige drinker, wanneer 1 keer per week meer dan 6 glazen alcoholhoudende drank per dag respectievelijk 21 glazen met alcoholhoudende drank per week wordt gedronken. Bij vrouwen het dan om 1 keer per week meer dan 4 glazen op een dag respectievelijk meer dan 14 glazen per week. Voorts blijkt uit de monitor dat volwassenen die een middelbaar onderwijs hebben gevolgd relatief vaker een zware drinker zijn dan volwassenen die hoger onderwijs hebben genoten. Er wordt vanuit gegaan dat de cijfers van de Gezondheidsmonitor 2012 een representatieve weergave is van de jongvolwassenen in gemeente De Fryske Marren.
Kennismakingscontroles / inventarisatie bij de (para-) commerciële horeca-inrichtingen, supermarkten en slijterijen
Naar aanleiding van het inwerking treden van de gewijzigde Drank- en Horecawet op 1 januari 2013, waarbij de toezicht- en handhavingstaken van de nVWA zijn overgeheveld naar de gemeente (burgemeester), zijn in 2013 en 2014 door de toezichthouders Apv & BW van de afdeling VVH kennismakingscontroles uitgevoerd bij de 275 (para-) commerciële horeca-inrichtingen en slijterijen. Tijdens deze controles is onder andere uitgelegd wat de wetwijziging DHW voor zowel de (para-) commerciële horeca als de gemeente tot gevolg heeft. Daarnaast heeft tijdens de controles een inventarisatie plaatsgevonden, waarbij is nagegaan of de (para-)commerciële horeca-inrichting en de uitbater voldoen aan de eisen. Wanneer dit niet het geval is, is in kaart gebracht aan welke eisen (nog) niet wordt voldaan. Begin 2015 is deze inventarisatie afgerond en blijkt dat in 19 gevallen (circa 7%) niet wordt voldaan aan de eisen van de Drank- en Horecawet.
Leeftijdscontroles 2013 en 2014
In het kader van toezicht en handhaving op de leeftijdscontroles (in 2013 onder de 16 jaar en in 2014 onder de 18 jaar) hebben de toezichthouders Apv & BW in 2013 en 2014 meerdere leeftijdscontroles bij (para-)commerciële horeca-inrichtingen, supermarkten en slijterijen uitgevoerd. In totaal zijn er op verschillende dagen en tijdstippen 29 controles bij 143 (para-)commerciële horeca-inrichtingen, supermarkten en slijterijen uitgevoerd. Hierbij wordt opgemerkt dat de controles een momentopname zijn, waarbij al snel door de aanwezigen wordt opgemerkt dat er een controle wordt uitgevoerd en dus hiermee rekening wordt gehouden. In twee commerciële horeca-inrichtingen heerste tijdens de controles het sterke vermoeden dat 18-minners alcoholhoudende drank nuttigen. Daarnaast wordt ook zeker niet uitgesloten dat 18-minners tijdens evenementen alcoholhoudende drank nuttigen.
Nalevingsonderzoek Fryslân 2015 (Alcoholverstrekking aan jongeren onder de 18 jaar) door Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP
Om de verkrijgbaarheid van alcoholhoudende drank door jongeren tot 18 jaar in de provincie Fryslân in kaart te brengen, hebben de Friese gemeenten vanuit het Platform De Nuchtere Fries in 2015 het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP opdracht gegeven om hiernaar onderzoek te doen. Tijdens dit onderzoek is de naleving van de wettelijke leeftijdsgrens van 18 jaar voor de verkoop van alcoholhoudende drank onderzocht met behulp van 17 jarige mystery-shoppers. Tijdens dit onderzoek hebben 982 aankooppogingen plaatsgevonden bij 587 verkooppunten. Bij 365 van de 982 aankooppogingen konden de mystery-shoppers geen alcoholhoudende drank kopen. Dit betekent dat het gemiddelde nalevingspercentage voor de provincie Fryslân 37 is. Dit kan vervolgens weer worden onderverdeeld in een nalevingspercentage van 33 voor de horeca, 30 voor sportkantines, 23 voor cafetaria’s, 46 voor slijterijen, 59 voor supermarkten, 37 voor jongerencentra en 14 voor evenementen.
Uit het nalevingsonderzoek blijkt dat gemeente De Fryske Marren onder het Fries gemiddelde zit. Van de 78 aankooppogingen die in gemeente De Fryske Marren hebben plaats-gevonden, zijn 26 niet geslaagd. Dit komt neer op een naleefpercentage van 33. Echter wanneer dit naleef-percentage wordt vergeleken met het naleefpercentage van 2012, namelijk 13,5, dan zit hier een stijgende lijn in. Het feit blijft dat uit het onderzoek blijkt dat in 2 van de 3 gevallen het aankopen van alcoholhoudende dank door een 17 jarige jongere in gemeente De Fryske Marren slaagt.
Gegevens c.q. mutaties van de politie inzake (alcoholgerelateerde) verstoring openbare orde en veiligheid
In januari 2015 heeft de politie Basisteam Sneek e.o. met de Basis Voorziening Handhaving (BVH) het aantal incidenten bekend gemaakt dat in 2014 in gemeente De Friese Meren heeft plaatsgevonden. In dit overzicht zijn de cijfers over 2012 en 2013 ook opgenomen, zodat hiermee een vergelijk kan worden gemaakt. Uit het overzicht blijkt dat in 2014 16 incidenten zijn gemeld over overlast in de horeca. Daarnaast zijn 26 incidenten geregistreerd met betrekking tot overlast tijdens evenementen. Tot slot hebben in ieder geval 362 incidenten plaatsgevonden waarbij sprake was van overlast, vandalisme en/of baldadigheid door jeugdigen. Naast de cijfers van 2014 zijn inmiddels de cijfers over de eerste 4 maanden van 2015 met betrekking tot vandalisme en overlastgevende jeugd ook bekend. Uit deze cijfers blijkt dat er 14 meldingen van vandalisme en 66 meldingen van overlastgevende jeugd zijn gedaan.
Op basis van de bovenstaande onderzoeken, controles en informatieverzameling en de hieruit gegenereerde gegevens kan de volgende meervoudige probleemstelling worden gefilterd:
Het naleefgedrag onder de (para-)commerciële horeca-inrichtingen, cafetaria’s, supermarkten en evenementen in 2012, wat betreft het verstrekken van alcoholhoudende drank aan jongeren onder de wettelijke leeftijdsgrens, laat te wensen over en was in 2012 13,5% (jongeren onder de 16 jaar) en is in 2015 33% (jongeren onder de 18 jaar);
Om ervoor te zorgen dat het beleid en de acties op het gebied van alcoholmatiging zo efficiënt mogelijk worden uitgevoerd, is een integrale aanpak vereist. Hierbij zijn drie pijlers van belang, namelijk:
Het al dan niet nemen van alcoholhoudende drank en de mate ervan wordt bepaald door meerdere verschillende factoren uit de (directe) omgeving. Hierbij kan worden gedacht aan de normen en waarden in de sociale omgeving (gezin, familie, vriendenkring), de mate van het aanbod, het gemak van het verkrijgen en de prijs van alcoholhoudende drank. Om ervoor te zorgen dat het gebruik van alcoholhoudende drank wordt voorkomen, gestopt dan wel in ieder geval wordt teruggedrongen, moet primair worden ingezet op de omgeving van de potentiële alcoholgebruiker.
In dit hoofdstuk wordt aangegeven welke acties op de gebieden preventie, toezicht en handhaving worden genomen om ervoor te zorgen dat de omschreven doelstelling wordt gehaald. Omdat de probleemstellingen 1 tot en met 4 overlap en raakvlakken met elkaar hebben, worden deze samengevoegd en wordt hierbij aangegeven welke acties worden voorgesteld. Wat betreft het toezicht en de handhaving is in bijlage 1 de sanctiestrategie weergegeven, die wordt gehanteerd bij het constateren van overtredingen met de Drank- en Horecawet. In deze strategie wordt per soort overtreding aangegeven welke handhavingsactie worden ondernomen en welke sanctie van toepassing is.
4.2 Het naleefgedrag onder de (para-)commerciële horeca-inrichtingen, aankopen en nuttigen alcoholhoudende drank onder jongeren en gewijzigde samenkomstlocaties
De preventieve acties vloeien voort uit het Fries Programma Jeugd, Alcohol en Drugs 2014 – 2017 en worden gezamenlijk met het platform ‘De nuchtere Fries’ uitgevoerd. In dit programma zijn de volgende vier pijlers opgenomen:
Jongeren: Uitgangspunt is het betrekken van jongeren zelf en waar mogelijk in samenwerking met de scholen. Denk bijvoorbeeld aan spreekbeurten, het organiseren van debatten, interactieve theaterworkshops of peer-voorlichting (jongeren informeren jongeren). Tevens worden alcoholvrije (school)feesten en evenementen georganiseerd. Ook social media en websites als: www.watdrinkjij.nl en www.minderdrinken.nl worden ingezet.
Bewustwording: Ouders spelen een cruciale rol bij het alcoholgebruik van hun kinderen. Ouders weten niet altijd hoe ze het gesprek moeten aangaan met hun kinderen over regels. Door middel van diverse activiteiten zoals ouderavonden worden ouders en opvoeders bewust gemaakt van de gevaren van alcoholgebruik voor hun opgroeiende kinderen. Het doel hierbij is om ouders te wijzen op hun invloed en rol als het gaat om de preventie van alcoholgebruik. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van tips en trucs die staan aangegeven op de internetsite www.hoepakikdataan.nl.
Handhaving: Er wordt ingezet op handhavingscommunicatie. Dit houdt in het aankondigen van acties, de boodschap op het moment van toezicht en/of het publiceren van de resultaten. Dit zorgt ervoor dat niet alleen bij de gecontroleerde alcoholverkooppunten bekend is dat er actief wordt gehandhaafd, maar dat ook de verstrekkers van de niet-gecontroleerde locaties op de hoogte zijn. Op deze manier wordt het effect van toezicht en handhaving vergroot. Daarnaast wordt geïnvesteerd op de verbinding tussen preventie en handhaving.
4.2.2 Toezicht- en Handhavingsacties
Het toezicht wordt ingezet om na te gaan of de jongeren, uitbaters van (para-)commerciële horeca-inrichtingen en organisatoren van evenementen zich wel aan de afspraken en regels houden. Wanneer blijkt dat dit niet het geval is, worden zij hierop aangesproken met als doel dat degene zich wel weer gedraagt binnen de bandbreedte van de afgesproken regels. Het toezicht wordt uitgevoerd door drie toezichthouders Apv & BW, waarvan twee toezichthouders ook zijn beëdigd als Boa (Buitengewoon opsporingsambtenaar - domein 1), op basis van leeftijdscontroles. In het kader van integraal toezicht kunnen deze controles worden gekoppeld aan evenementencontroles. Steekproefsgewijs worden de leeftijdscontroles uitgevoerd, waarbij onder andere rekening wordt gehouden met eventuele politiemutaties, klachten en het Nalevingsonderzoek Fryslân 2015 door Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP. Tevens kan, indien wenselijk dan wel noodzakelijk, gebruik worden gemaakt van collega’s van buurgemeenten voor het uitvoeren van leeftijdscontroles om op deze wijze de problematiek van de herkenbaarheid van de eigen toezichthouders te ondervangen.
Voor wat betreft de tendens dat de samenkomstlocaties onder jongeren wijzigt van de reguliere horeca naar jeugdketen en –caravans en bij vrienden thuis wordt toezicht en handhaving ingezet, dit afhankelijk van het jeugdketen en –caravan beleid. Naar verwachting wordt dit beleid in de 1ste helft van 2016 vastgesteld.
Wanneer uit het toezicht blijkt dat (bij herhaling) de wet- en regelgeving niet in acht wordt genomen, wordt overgegaan tot handhaving. De inzet van handhaving vindt plaatst op basis van de sanctiestrategie, zoals weergegeven in bijlage 1.
4.3 Zware en overmatige drinkers onder jong volwassenen
De preventieve acties die bij dit onderwerp worden ingezet zijn opgenomen in het Fries Programma Jeugd, Alcohol en Drugs 2014 – 2017, zoals weergegeven in de bovenstaande paragraaf 4.2.1. Kortheidshalve wordt naar deze paragraaf verwezen. Met name worden de acties toegepast zoals weergegeven in pijler ‘Jongeren’.
Daarnaast geldt dat de gemeente steeds meer vraag-gestuurd gaat werken. Daar waar een probleem onder jongeren wordt geconstateerd op het gebied van overmatig drinken, wordt het probleem geanalyseerd en gekeken naar oorzaken. Met het omliggende netwerk bestaande uit onder andere de jongere zelf, ouders, scholen, jongerenwerk en hulpverleners wordt gewerkt naar een op maat gesneden oplossing.
4.3.2 Toezicht- en handhavingsacties
‘Voorkomen is beter dan genezen’. Dit geldt ook voor zware en overmatige drinkers onder jong volwassenen. Primair wordt dan ook ingezet op preventie om ervoor te zorgen dat jong volwassen zwaar dan overmatig alcoholhoudende drank gaan nuttigen.
Toezicht en handhaving tegen het zwaar en overmatig nuttigen van alcohol houdende drank door jong volwassen is lastig. Op grond van de Drank- en Horecawet mogen jong volwassenen (18+ jaar) namelijk alcoholhoudende drank drinken. Wanneer sprake is van het verstoren van de openbare orde en veiligheid in combinatie met het nuttigen van alcoholhoudende drank zijn er wel mogelijkheden om handhavend op te treden. In eerste instantie is het aan de politie om (naar aanleiding van meldingen of klachten of op basis van eigen waarneming) ervoor te zorgen dat de openbare orde en veiligheid wordt gewaarborgd. Wanneer een horecalokaliteit bij een incident is betrokken, wat betreft het overmatig verstrekken van alcoholhoudende drank (aan de raddraaiers), gaan medewerkers van de gemeente (naar aanleiding dan wel op basis van de politiemutatie) met de uitbater van de horecalokaliteit en de betreffende jongeren in gesprek. In dit gesprek worden vervolgens afspraken gemaakt om herhaling in de toekomst te voorkomen. Wanneer toch sprake is van recidieven, wordt handhaving opgestart overeenkomstig het Sanctiebeleid (Bijlage 1).
4.4 Hangplekken van jongeren in combinatie met het nuttigen van alcoholhoudende drank
De preventieve acties die bij dit onderwerp worden ingezet zijn opgenomen in het Fries Programma Jeugd, Alcohol en Drugs 2014 – 2017, zoals weergegeven in de bovenstaande paragraaf 4.2.1. Kortheidshalve wordt naar deze paragraaf verwezen. Met name worden de acties toegepast zoals weergegeven in pijlers ‘Jongeren’ en ‘Bewustwording’.
4.4.2 Toezicht- en handhavingsacties
Jongeren en jong volwassen zoeken elkaar op om te socializen en te chillen en hebben hierbij behoefte aan een eigen plek, de zogenaamde hangplekken. In principe is hier niets op tegen en is het goed en gezellig dat jongeren en jong volwassen elkaar opzoeken. Echter wanneer deze groepsvorming gepaard gaat met het verstoren van de openbare orde en veiligheid en verrommeling van de directe omgeving, wordt dit niet getolereerd en hier direct tegen opgetreden.
Binnen gemeente De Fryske Marren zullen alle hangplekken van jongeren en jong volwassenen in kaart worden gebracht, waarbij tevens de dagen en tijdstippen van de aanwezigheid zal worden vastgelegd. Gezamenlijk zal vervolgens het toezicht door de politie en de toezichthouders van de gemeente worden uitgevoerd. Wanneer tijdens dit toezicht overtredingen worden geconstateerd, zal overeenkomstig het Sanctiebeleid (Bijlage 1) handhavingsacties worden uitgevoerd.
4.5 DHW-vergunningen van horeca-inrichtingen op orde
De preventieve acties die bij dit onderwerp worden ingezet zijn opgenomen in het Fries Programma Jeugd, Alcohol en Drugs 2014 – 2017, zoals weergegeven in de bovenstaande paragraaf 4.2.1. Kortheidshalve wordt naar deze paragraaf verwezen. Met name worden de acties toegepast zoals weergegeven in pijlers ‘Handhaving’ en ‘Alcoholverstrekkers’.
In navolging op de resultaten van het Nalevingsonderzoek Fryslân 2015 (Alcoholverstrekking aan jongeren onder de 18 jaar) door Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP binnen gemeente De Fryske Marren krijgen de ondernemers die zijn bezocht een brief van de burgemeester. De ondernemers, waarbij tijdens het nalevingsonderzoek geen overtredingen zijn geconstateerd, krijgen met de brief een compliment. In de brief aan de ondernemers, waarbij wel overtredingen zijn geconstateerd, worden deze ondernemers uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek zal vervolgens gezamenlijk worden gekeken naar acties en mogelijkheden om de overtredingen in de toekomst te voorkomen. Tevens zal tijdens de vooroverleggen met de organisatoren van evenementen, waarbij tijdens het nalevings-onderzoek overtredingen zijn vastgesteld, worden ingezet op maatregelen om te voorkomen dat de overtredingen weer plaatsvinden.
4.5.2 Toezicht- en handhavingsacties
Gemeente De Fryske Marren beschikt over circa 275 (para-)commerciële horeca inrichtingen, supermarkten en slijterijen, die naar aanleiding van de gewijzigde Drank- en Horecawet in 2013 en 2014 door de toezichthouders Apv & BW zijn bezocht. Om ervoor te zorgen dat het gedrag binnen de maatschappelijk geaccepteerde kaders blijft en er dus geen overtredingen plaatsvinden, vindt het toezicht op de volgende manieren plaats:
Periodiek worden de (para-)commerciële horeca inrichtingen, supermarkten en slijterijen gecontroleerd, waarbij wordt nagegaan of nog steeds wordt voldaan aan de voorschriften van de Drank- en Horecawet en/of de DHW-vergunning. Zo mogelijk vindt integrale controles plaats, waarbij tevens de taakvelden Milieu en Brandveiligheid bij het toezicht worden betrokken;
Wanneer een wijziging van een (para-)commerciële horeca inrichting of slijterij plaatsvindt en/of er wordt een gewijzigde DHW-vergunning aangevraagd, wordt na de verandering een (integrale) opleveringscontrole uitgevoerd;
Naar aanleiding van klachten, meldingen, handhavingsverzoeken en/of politiemutaties worden controles uitgevoerd.
Wanneer tijdens het toezicht overtredingen worden geconstateerd, wordt overeenkomstig het Sanctiebeleid (Bijlage 1) een handhavingsprocedure opgestart.
Wanneer actief wordt ingezet op preventie, toezicht en handhaving om het nuttigen van alcoholhoudende drank onder jongeren onder de 18 jaar tegen te gaan en het nuttigen van alcoholhoudende drank onder de jong volwassenen te ontmoedigen, is het natuurlijk interessant en van belang om te kunnen nagaan of de genomen acties in de periode 2016 tot 2018 hierop een positieve uitwerking hebben gehad. Dit is meteen ook de lastigheid dan wel de uitdaging om het causale verband tussen de genomen acties en de behaalde resultaten aan te tonen. Echter niets doen is zowel maatschappelijk als wettelijk gezien geen optie. Er wordt dan ook vanuit gegaan dat de acties daadwerkelijk en weldegelijk een positieve uitwerking hebben op de jongeren en jong volwassen wat betreft het tegengaan dan wel het verminderen van het nuttigen van alcoholhoudende drank.
Om een goed beeld te krijgen van de cijfers en daarmee de behaalde resultaten in de periode 2016 tot 2018 wordt gebruik gemaakt van de volgende onderzoeken en cijfers:
Hieronder wordt per sub-probleemstelling aangegeven welke resultaten worden nagestreefd. Zoals al is aangegeven, wordt het gedrag van jongeren en jong volwassenen wat betreft het nuttigen van alcoholhoudende drank beïnvloed door meerdere verschillende factoren. Algemene (nationale) aandacht in de media, regionale dan wel lokale initiatieven, gebeurtenissen in de omgeving of vriendenkring kunnen van invloed zijn op veranderingen in de consumptie van alcoholhoudende drank. Om deze reden worden de eindresultaten niet in termen van percentages benoemd maar in termen van substantiële veranderingen ten opzichte van resultaten uit 2012, 2013 en 2014.
Het in werking treden van de gewijzigde Drank- en Horecawet heeft ertoe geleid dat vanaf 1 januari 2013 het toezicht op en de handhaving van de Drank- en Horecawet onder de verantwoordelijkheid van de gemeente en dan specifiek de burgemeester valt. In de wijziging van de Drank- en horecawet op 1 januari 2014 is vervolgens de verplichting opgenomen dat de gemeente beschikt over een vastgesteld Preventie- en Handhavingsplan. Dit plan geeft het beleid weer op welke wijze de gemeente de alcoholpreventie en de handhaving op het alcoholgebruik onder de jongeren heeft vormgegeven. Deze onderhavige sanctiestrategie vormt een onderdeel van het Preventie- en Handhavingsplan. In de strategie wordt de aanpak beschreven tegen overtredingen van de geldende Drank- en Horecawet en is van toepassing op alle verstrekpunten van alcoholhoudende drank binnen de gemeente. Onder deze verstrekpunten worden in ieder geval verstaan:
De wettelijke bevoegdheid tot het doen naleven van de wet- en regelgeving vloeit voort uit artikel 125 Gemeentewet in combinatie met hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In enkele bijzondere gevallen is de handhavingsbevoegdheid geregeld in specifieke wetgeving. Zo wijst de burgemeester op grond van artikel 41 van de Drank- en Horecawet ambtenaren aan voor het houden van toezicht op de bepalingen van de Drank- en Horecawet. In het kader van het waarborgen van de openbare orde, het toezicht op openbare gelegenheden, ordeverstoring en ongeregeldheden worden op basis van de artikelen 172 tot en met 178 Gemeentewet bepaalde bevoegdheden toegekend aan de burgemeester.
1.3 Beginselplicht tot handhaven
Gelet op het algemeen belang dat is beoogd met de handhaving van de wet- en regelgeving is op grond van vaste jurisprudentie sprake van een beginselplicht tot handhavend optreden. Dit betekent dat in beginsel handhavend moet worden opgetreden wanneer sprake is van een overtreding van een wettelijk voorschrift. Alleen onder bijzondere omstandigheden mag worden afgezien van handhavend optreden. Hiervan is sprake wanneer concreet zicht op legalisatie is of wanneer handhavend optreden onevenredig is in verhouding tot de daarmee te dienen belangen.
1.4 Concreet zicht op legalisatie
Alvorens daadwerkelijk wordt overgegaan tot handhavend optreden, moet worden beoordeeld of (alsnog) legalisatie mogelijk is. Deze beoordeling kan worden gedaan door middel van het aanvragen van een vergunning door de overtreder en vervolgens de besluitvorming door de burgemeester. Gedurende de vergunningaanvraagprocedure mag de overtreding blijven voortduren onder voorwaarde dat:
Het houden van toezicht en het handhavend optreden zijn geen doelen op zich. Het zijn instrumenten om de naleving van de geldende wet- en regelgeving te bevorderen, overtredingen te beëindigen en leveren hierdoor een bijdrage aan het verwezenlijken van de gestelde doelen. Binnen gemeente De Fryske Marren zijn 3 toezichthouders werkzaam, die onder andere controles uitvoeren op de naleving van de Drank- en Horecawet. Van deze 3 toezichthouders zijn 2 beëdigd als Buitengewoon opsporingsambtenaar (Boa). Daarnaast houden 2 juridische medewerkers zich bezig met de handhaving van de Drank- en Horecawet.
Bij het houden van toezicht op de Drank- en Horecawet worden verschillende soorten controles gehanteerd, namelijk:
Reguliere controles: het gaat hierbij om periodieke controles bij horeca-inrichtingen, waarbij wordt nagegaan of de regels van de Drank- en Horecawet worden nageleefd. Het gaat hierbij onder andere om de inrichtingseisen, de aanwezigheid en actualiteit van de drank- en horecavergunning, aanwezigheid van de leidinggevende e.d.;
Hercontroles: wanneer tijdens de bovengenoemde controles overtredingen worden geconstateerd, wordt vervolgens een termijn gesteld waarin de mogelijkheid wordt gegeven om de betreffende overtreding te beëindigen. Na het verstrijken van de termijn wordt een hercontrole uitgevoerd, waarbij wordt nagegaan of al dan niet nog sprake is van een overtreding.
In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en de Drank- en Horecawet staat aangegeven welke sanctiemiddelen het bevoegd bestuursorgaan kan toepassen om overtredingen te voorkomen dan wel om tegen overtredingen op te treden. Het opleggen van sancties is geen doel op zich. Sancties zijn in eerste instantie bedoeld als pressiemiddel om de overtreding ongedaan te maken. Van het toepassen van sancties gaat daarnaast ook een preventieve werking uit.
De volgende sanctiemiddelen kunnen in ieder geval worden toegepast:
Opleggen van een bestuurlijke strafbeschikking (artikel 45 Drank- en Horecawet).
1.6.1 Sanctiemiddel last onder dwangsom
De hoogtes van de opgelegde dwangsommen zijn weergegeven in de sanctietabel van deze bijlage. De hoogte van de bestuurlijke boetes is als uitgangspunt genomen bij het vaststellen van de dwangsom-bedragen, waarbij deze in redelijke verhouding staat tot de zwaarte van de overtreding. Daarnaast kan bij het bepalen van de hoogte van de dwangsom de kosten van het ongedaan maken van de overtreding als uitgangspunt worden genomen, met daar bovenop een verhoging om de beoogde werking van de dwangsomoplegging te garanderen. Het maximum van de totale dwangsommen is 3 keer de opgelegde dwangsom. Bij veel overtredingen is uitgegaan van een dwangsom per m2. Het aantal m2’s wordt berekend aan de hand van de oppervlakte van de lokaliteit in de horeca-inrichting, slijterij dan wel de verkoopruimte van een andersoortig bedrijf (bijvoorbeeld een supermarkt). Hierbij maakt het terras onderdeel uit van de lokaliteit. Het uitgangspunt dat hierbij wordt gehanteerd is de vergunde situatie.
1.6.2 Sanctiemiddel last onder bestuursdwang
Net als bij het opleggen van een last onder dwangsom moet het toepassen van een last onder bestuursdwang in verhouding staan tot de omvang, urgentie en gevaarzetting van de overtreding. Wanneer het sanctiemiddel last onder bestuursdwang wordt toegepast, gaat het om het sluiten van de horeca-inrichting, waarbij de sluiting op zichzelf als de duur van de sluiting in verhouding moet staan met de overtreding. Bestuursdwang wordt bijvoorbeeld toegepast in die gevallen waarbij:
1.6.3 Sanctiemiddel bestuurlijke boete
Bij meerdere overtredingen van de Drank- en Horecawet kan de burgemeester op grond van artikel 44a Drank- en Horecawet gebruik maken van het sanctiemiddel bestuurlijke boete. De hoogte van de bestuurlijke boete is per overtreding vastgelegd en opgenomen in de bijlage behorende bij het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet, waar bij een afzonderlijke overtreding de te betalen boete ten hoogste € 100.000,00 bedraagt. Wanneer de toezichthouder een overtreding van de Drank- en Horecawet constateert en hiertegen de bestuurlijke boete hanteert, wordt in eerste instantie een boeterapport opgemaakt. Vervolgens wordt het voornemen tot het opleggen van de bestuurlijke boete naar de overtreder gestuurd, waartegen hij/zij een zienswijze kan indienen. Daarna neemt de burgemeester het besluit of daadwerkelijk de bestuurlijke boete wordt opgelegd, waarbij de eventueel ingediende zienswijze wordt betrokken.
1.6.4 Sanctiemiddel bestuurlijke strafbeschikking
Bij één overtreding van de Drank- en Horecawet kan een toezichthouder gebruik maken van de bestuurlijke strafbeschikking. Hierbij moet de betreffende Boa wel beëdigd zijn als Buitengewoon opsporingsambtenaar (Boa). Het gaat hierbij om een overtreding van artikel 45 Drank- en Horecawet, waarbij het jongeren onder de 18 jaar verboden is op voor het publiek toegankelijke plaatsen alcoholhoudende drank aanwezig te hebben of voor consumptie gereed te hebben. Wanneer deze overtreding wordt geconstateerd, vindt strafrechtelijke handhaving plaats door middel van het opleggen van een proces-verbaal (bestuurlijke strafbeschikking).
Wanneer iemand een overtreding begaat en hiervoor een sanctie krijgt opgelegd en vervolgens de betreffende persoon binnen een termijn van 2 jaren, na het opleggen van de 1e sanctie, voor dezelfde overtreding weer wordt gesanctioneerd, dan wordt deze persoon aangemerkt als recidive. Bij een recidive en meervoudige recidive wordt de hoogte van de opgelegde geldelijke sanctie verdubbeld. Voor zover de genoemde periode van 2 jaren verstrijkt zonder dat de persoon dezelfde overtreding begaat, dan vervalt de gestelde termijn en wordt bij het constateren van een overtreding weer gestart met de 1e stap in de sanctiestrategie.
Het uitgangspunt bij toezicht en handhaving is dat wanneer een handhavingstraject wordt opgestart, deze ook tot het eind wordt doorlopen. Immers op deze wijze is het optreden tegen overtredingen effectief, is sprake van rechtsgelijkheid, wordt de geloofwaardigheid van de gemeente gewaarborgd en heeft het een positieve uitwerking op het naleefgedrag. Tegen elke overtreding wordt in beginsel dan ook handhavend opgetreden.
Bij het uitvoeren van toezicht en handhaving worden de bestuurs- en strafrechtelijke sanctiemiddelen dan ook daadwerkelijk toegepast. Dit betekent dat bestuursdwang wordt geëffectueerd, verbeurde dwangsommen, opgelegde bestuurlijke boetes en uitgeschreven strafbeschikkingen weldegelijk worden ingevorderd. Indien bijzondere omstandigheden (bijvoorbeeld overmachts- en onvoorzienbare zaken) hiertoe aanleiding geven kan gemotiveerd worden afgeweken van het uitgangspunt om over te gaan tot handhavend optreden. Hierbij wordt onder andere verwezen naar artikel 4:84 Algemene wet bestuursrecht. In beginsel handelt het bestuursorgaan namelijk overeenkomstig het Preventie- en Handhavingsplan, tenzij dit voor één of meer belanghebbenden gevolgen hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met dit plan te dienen doelen. De onderbouwing om af te wijken wordt in het betreffende besluit aangegeven. Waar het gaat om strafrechtelijke handhaving zal het Openbaar Ministerie op basis van het opportuniteitsbeginsel vanuit haar wettelijke bevoegdheid beslissen over strafrechtelijke vervolging.
Bij gezamenlijke handhaving van de ketenpartners vindt (op verzoek) goede en volledige informatie-uitwisseling plaats tussen de betreffende partijen (gemeenten, politie e.d.), om ervoor te zorgen dat de adequate bestuursrechtelijke en/of strafrechtelijke procedure worden gewaarborgd. Voor persoonlijke en/of gevoelige informatie geldt een geheimhoudingsplicht, deze worden vertrouwelijk behandeld.
2.1 Soort overredingen en handhavingsacties
Er wordt onderscheid gemaakt in de soort overtredingen, waarbij onder andere rekening wordt gehouden met de spoedeisendheid, gevaarzetting, overlast en het negatieve effect van de overtreding. Op basis van de hiervoor genoemde factoren worden de overtredingen verdeeld in 3 categorieën, die elk een eigen aanpak heeft. Het gaat hierbij om de volgende categorieën:
Categorie 3: Bij deze (overige) overtredingen gaat het niet direct om urgente en acuut gevaarlijke kwesties. Hierbij kan worden gedacht aan (administratieve) overtredingen en gedragingen in strijd met de Drank- en horecawet.
Categorieën overtredingen en acties
Het handhavend optreden en daarbij het sanctioneren op basis van het Preventie- en Handhavingsplan vindt plaats aan de hand van de onderstaande tabel. De overtredingen en het sanctioneren hiertegen beperken zich tot horeca- en alcoholgerelateerde onderwerpen. Per overtreding wordt een sanctiemiddel voorgesteld. De horeca- en alcoholgerelateerde overtredingen zijn gekoppeld aan de volgende wet- en regelgeving:
1.2 Wettelijk en beleidsmatig kader
1.2.1 (Gewijzigde) Drank- en Horecawet
1.2.2 Algemene plaatselijke Verordening
Evenementenvergunning (artikel 2:25 Apv)
Exploitatievergunning (artikel 2:28 Apv)
Sluitingstijd horeca (artikel 2:29 Apv)
Para-commerciële verordening (artikelen 2:34a – 2:34k)
Drankgebruik openbare plaats (artikel 2:48 Apv)
Gemeentelijk gezondheidsbeleid
Kadernota Veiligheid 2015 - 2018
Handhavinguitvoeringsprogramma (HUP)
Beleidsregels voor de behandeling van aanvragen evenementenvergunning
3.1 Onderzoeken, controles en gegevensverzameling
4.2 Het naleefgedrag onder de (para-)commerciële horeca-inrichtingen, aankopen en nuttigen alcoholhoudende drank onder jongeren en gewijzigde samenkomstlocaties
4.2.2 Toezicht- en Handhavingsacties
4.3 Zware en overmatige drinkers onder jong volwassenen
4.3.2 Toezicht- en handhavingsacties
4.4 Hangplekken van jongeren in combinatie met het nuttigen van alcoholhoudende drank
4.4.2 Toezicht- en handhavingsacties
4.5 DHW-vergunningen van horeca-inrichtingen op orde
4.5.2 Toezicht- en handhavingsacties
1.3 Beginselplicht tot handhaven
1.4 Concreet zicht op legalisatie