Organisatie | Rijssen-Holten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de heffing en de invordering van baatbelasting aanleg drukriolering omgeving Ligtenbergerdijk/De Borkeld |
Citeertitel | Baatbelastingverordening aanleg drukriolering omgeving De Borkeld/Ligtenbergerdijk |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | algemeen |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
28-12-2000 | Onbekend | 11-12-2000 Rijssens Nieuwsblad, 27-12-2000 | 2000-XI-8 |
De raad van de gemeente Rijssen;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2000, nummer 2000-XI-8;
gelet op artikel 222 van de Gemeentewet en het bekostigingsbesluit aanleg drukriolering omgeving Ligtenbergerdijk alsmede het bekostigingsbesluit omgeving De Borkeld, vastgestel bij raadsbesluit van 25 september 2000;
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
IBA-systeem: een voorziening voor de individuele behandeling van afvalwater die voldoet aan de eisen gesteld in de Regeling Wet verontreiniging oppervlaktewateren Septic-tank, Staatscourant. 1997, nummer 21, of een voorziening voor individuele behandeling van afvalwater die op grond van de klasse-indeling van IBA-systemen in het rapport van de Commissie Integraal Waterbeheer van januari 1999 valt in de klasse I of hoger.
Onder de naam “baatbelasting aanleg drukriolering omgeving Ligtenbergerdijk” en onder de naam “baatbelasting aanleg drukriolering De Borkeld” wordt in de vorm van een heffing ineens een directe belasting geheven terzake van de onroerende zaken gelegen in de gemeente binnen de rode omlijning op de bij deze verordening behorende en als zodanig gewaarmerkte kaarten, die op 1 december 2000 zijn gebaat door de in lid 2 genoemde voorzieningen die tot stand zijn of worden gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur.
Voor de toepassing van lid 1 wordt als genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht aangemerkt degene die op het tijdstip van ingang van de heffing dan wel, indien de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting, bij de aanvang van het belastingjaar als zodanig in de kadastrale registratie is vermeld, tenzij blijkt dat hij op dat tijdstip geen genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is.
Artikel 4. Maatstaf van heffing en tarief
Indien een onroerende zaak als bedoeld in lid 1 beschikt over een IBA-systeem dat is aangeschaft na 31 december 1985 wordt de belasting verminderd met € 226,00 voor ieder vol kalenderjaar dat is verstreken tussen 31 december 1985 en de aanschafdatum, met dienverstande dat bij aanschaf van een IBA-systeem in het jaar 2000 de belasting wordt verminderd met € 3.358,00.
Artikel 5. Regeling inzake heffing in de vorm van een jaarlijkse belasting
In afwijking van het bepaalde in artikel 2 wordt op verzoek van de belastingplichtige de belasting geheven in de vorm van een jaarlijkse belasting gedurende 5 jaren. Het verzoek genoemd in de eerste volzin dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag schriftelijk de in artikel 231, lid 2, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.
a. Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en de belastingplicht in de loop van het belastingtijdvak als bedoeld in het eerste lid eindigt of wijzigt als gevolg van het overdragen van eigendom, bezit of beperkt recht, wordt de nieuwe genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met ingang van het eerstvolgende belastingjaar een aanslag ineens opgelegd voor de resterende belastingjaren van het belastingtijdvak, berekend overeenkomstig het vierde lid van dit artikel.
b. In In afwijking van het bepaalde in onderdeel a, wordt op verzoek van de in dat onderdeel bedoelde belastingplichtige de jaarlijkse heffing overeenkomstig lid 1 gecontinueerd. Het verzoek daartoe dient binnen zes weken na de dagtekening van de aanslag ingevolge onderdeel a, schriftelijk bij de in artikel 231, lid 2, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar te worden ingediend.
Ingeval de belasting wordt geheven in de vorm van een jaarlijkse heffing en in de loop van het belastingtijdvak de eigendom, het bezit of het beperkt recht van een gedeelte van de onroerende zaak wordt overgedragen, wordt voor de verdeling van de resterende belastingschuld, de maatstaf van heffing als bedoeld in artikel 4 voor de betreffende onroerende zaken opnieuw vastgesteld voor de nog niet verstreken belastingjaren.
Artikel 7. Termijnen van betaling
De aanslagen moeten worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van het aanslagbiljet.
Artikel 9. Nadere regels door het college van burgemeester en wethouder
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de baatbelasting.