Organisatie | Apeldoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels integrale schuldhulpverlening 2016 |
Citeertitel | Beleidsregels integrale schuldhulpverlening 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen
Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Kaderstelling integrale schuldhulpverlening 2016-2019
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-05-2016 | 01-01-2018 | Onbekend | 06-04-2016 Onbekend | 2016-000973 |
Het college van burgemeester en wethouders van gemeente Apeldoorn,
gelet op de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening en de Kaderstelling integrale schuldhulpverlening 2016-2019,
overweegt dat het noodzakelijk is om enkele uitvoeringsaspecten betreffende integrale schuldhulpverlening nader te regelen, en
1.In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
ondersteuning en hulpverlening biedt aan mensen met meervoudige problemen in Apeldoorn;
integrale schuldhulpverlening: de gehele periode waarin het college de belanghebbende ondersteunt bij het stabiliseren van zijn financiële situatie en zo mogelijk oplossen van zijn schuldensituatie. Het traject start zodra het college de belanghebbende toegang verleent tot integrale schuldhulpverlening en loopt tot en met het moment dat het college de integrale schuldhulpverlening heeft beëindigd;
Hoofdstuk 4 Rechten en plichten
De inlichtingenplicht als bedoeld in artikel 6 van de wet geldt zowel bij de aanvraag als gedurende de looptijd van het traject integrale schuldhulpverlening. De inlichtingenplicht bestaat in ieder geval uit het onverwijld:
De medewerkingsplicht als bedoeld in artikel 7 van de wet geldt zowel bij de aanvraag als gedurende het traject integrale schuldhulpverlening. De medewerkingsplicht bestaat in ieder geval uit het:
meewerken aan budgetbeheer, budgetbegeleiding of cursussen voor zover dit – naar het oordeel van het college – noodzakelijk is voor het slagen van de integrale schuldhulpverlening of het voorkomen van terugval. Indien belanghebbende hier niet aan wenst mee te werken, dient hij/zij voor een passend alternatief te zorgen;
Hoofdstuk 5 Weigering en beëindiging
Hoofdstuk 6 Overige bepalingen
Artikel 10 Heroverweging en klachten
Als belanghebbende van mening is dat het college heeft gehandeld in strijd met de Gedragscodes NVVK, de overeenkomsten, de algemene voorwaarden of deze beleidsregels, kan belanghebbende een gemotiveerd schriftelijk verzoek tot heroverweging indienen bij de eenheidsmanager van het Werkplein Activerium. Dit verzoek tot heroverweging kan geen betrekking hebben op een besluit waartegen belanghebbende een bezwaarschrift kan of had kunnen indienen.
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking onder gelijktijdige intrekking van de op 13 februari 2013 vastgestelde Beleidsregels integrale schuldhulpverlening gemeente Apeldoorn. De reeds gesloten overeenkomsten en gemaakte afspraken tussen het college en de belanghebbende blijven onverkort gelden.
Toelichting Beleidsregels integrale schuldhulpverlening 2016
Op 1 juli 2012 is de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) in werking getreden. De Wgs heeft een effectievere gemeentelijke schuldhulpverlening tot doel. Een belangrijke maatregel om dit te bereiken is het wettelijk inbedden van de taak om schuldhulpverlening aan te bieden door gemeenten. De wet verplicht de gemeenteraad eens per vier jaar een plan vast te stellen dat richting geeft aan de integrale schuldhulpverlening aan de inwoners van zijn gemeente.
In december 2015 heeft de gemeenteraad het beleidsplan “Uitkomen met inkomen. Kaderstelling integrale schuldhulpverlening 2016-2019” vastgesteld. In de kaderstelling wordt uitgebreid stilgestaan bij de manier waarop de gemeente Apeldoorn de integrale schuldhulpverlening heeft vormgegeven, hoe de fasen verlopen en welke instrumenten ingezet kunnen worden. Deze beleidsregels zijn een nadere uitwerking van de kaderstelling.
Een misdraging is in ieder geval zeer ernstig als:
er sprake is van ongewenst en agressief fysiek contact of het ondernemen van poging(en) daartoe. Hierbij kan gedacht worden aan schoppen, slaan of het (dreigen met) gooien van voorwerpen naar een persoon. Ook het toebrengen van schade aan een gebouw of inventarisonderdeel, evenals het ondernemen van pogingen daartoe in enige vorm, wordt als zeer ernstige misdraging gezien;
In de Verzamelbrief gemeenten van 5 juni 2015 heeft staatssecretaris Klijnsma extra aandacht gevraagd voor zelfstandigen, waaronder ZZP-ers. Zij stelt dat de uitvoerder van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen het eerst aangewezen loket is, indien er sprake is van een zelfstandige. Zij roept gemeenten echter op om – wanneer er sprake is van een levensvatbaar bedrijf, maar er geen oplossing binnen het Bbz 2004 mogelijk is voor de ontstane schulden - toch te bezien of integrale schuldhulpverlening mogelijk is.
Het college zal bij een verzoek tot integrale schuldhulpverlening door een zelfstandige die geen beroep kan doen op het Bbz, maar wel een levensvatbaar bedrijf heeft, een individuele afweging maken of dienstverlening mogelijk is zonder de bedrijfsactiviteiten te hoeven beëindigen. Het hebben van een zelfstandige onderneming kan gevolgen hebben voor het inzetten van instrumenten, zoals een schuldregeling. In dat geval zal het college de belanghebbende zoveel mogelijk adviseren over andere mogelijkheden en kan ook een doorverwijzing plaats vinden naar een schuldhulpverleningsorganisatie die zich specifiek richt op zelfstandig ondernemers.
Op het verzoek en de afhandeling daarvan zijn de bepalingen van de Awb van toepassing. Een aanvraag voor integrale schuldhulpverlening wordt ingediend middels het daarvoor vastgestelde aanvraagformulier. De belanghebbende ontvangt dit aanvraagformulier bij de uitnodiging die hij ontvangt als hij zich meldt (telefonisch / schriftelijk / digitaal / aan de balie) voor integrale schuldhulpverlening. Als op voorhand duidelijk is dat de integrale schuldhulpverlening geweigerd wordt, vindt geen uitnodiging plaats.
Artikel 4 Werkwijze en instrumenten
Uit de Kaderstelling blijkt welke instrumenten het college in het kader van de integrale schuldhulpverlening kan inzetten. Daarnaast wordt daarin uitgelegd uit welke fasen het traject integrale schuldhulpverlening kan bestaan.
Een nieuwe vorm van budgetbeheer die kan worden ingezet is budgetbeheer plus. Budgetbeheer plus verschilt van de andere vormen van budgetbeheer in de mate van pro-activiteit die van de belanghebbende wordt verlangd. In de vormen die de NVVK onderscheidt wordt een actieve houding van de belanghebbende verlangd, bijvoorbeeld voor het tijdig aanleveren van de benodigde informatie en het op orde krijgen en houden van de inkomenssituatie, zodat het budgetbeheer goed kan worden uitgevoerd. In de praktijk blijkt dat niet iedere belanghebbende hiertoe in staat is. Ook zien we dat niet alle mensen altijd in staat zijn om zelfstandig de benodigde zaken te regelen om het inkomen op orde te houden, bijvoorbeeld door het wijzigen of aanvragen van toeslagen en uitkeringen. Hierdoor ontstaan alsnog financiële problemen. Bij budgetbeheer plus wordt, daar waar mogelijk, een groot deel van de administratie uit handen genomen door de budgetbeheerder. Hiervoor wordt geregeld dat de van belang zijnde post rechtstreeks naar de Stadsbank wordt verzonden en te betalen rekeningen tijdig worden betaald. Als er te weinig inkomen binnen komt, vindt proactief onderzoek plaats naar de reden hiervan. Mocht het nodig zijn dat formulieren moeten worden ingevuld, of andere actie nodig is, vindt er vanuit budgetbeheer contact plaats met een vrijwilligersorganisatie om de belanghebbende hierbij te ondersteunen. Het is voor de inzet van budgetbeheer plus belangrijk dat de belanghebbende wel leerbaar is, zodat op den duur kan worden toegewerkt naar een lichtere vorm van budgetbeheer en waar mogelijk uitstroom. Indien de belanghebbende niet leerbaar is wordt onderzocht of beschermingsbewind een oplossing kan bieden.
Met budgetbeheer plus wordt een instrument geboden voor belanghebbenden voor wie de andere vormen van budgetbeheer te weinig hulp bieden, maar beschermingsbewind een stap te ver is.
Een gerichte en selectieve toepassing van integrale schuldhulpverlening vraagt om maatwerk. Er worden in dit lid enkele factoren genoemd die van invloed kunnen zijn op de door het college aan te bieden instrumenten. Dit is geen limitatieve opsomming omdat dat geen recht doet aan het uitgangspunt van maatwerk. Niet iedere belanghebbende heeft alle instrumenten nodig die in het kader van integrale schuldhulpverlening kunnen worden ingezet. De integrale schuldhulpverlening wordt afgestemd op de persoonlijke en financiële situatie van de belanghebbende. De schuldhulpverlener bespreekt met de belanghebbende welke mogelijkheden er zijn en op basis daarvan beslissen ze samen welke stappen er het best gezet kunnen worden. Als de belanghebbende en de schuldhulpverlener verschillend denken over de in te zetten instrumenten, bepaalt de schuldhulpverlener welke instrumenten aangeboden worden.
Als er voor belanghebbende eerder een schuldbemiddeling of saneringskrediet is ingezet, of de WSNP op belanghebbende van toepassing is geweest, dan hebben de schuldeisers een verzoek gehad om de restantvordering na (doorgaans) drie jaar aflossing, kwijt te schelden.
Aangezien het uitgangspunt blijft dat mensen verantwoordelijk zijn voor de terugbetaling van de volledige schulden en een tweede afkoopvoorstel weinig kans van slagen heeft, ziet het college af van het inzetten van een schuldbemiddeling of saneringskrediet binnen 12 maanden nadat een eerdere schuldbemiddeling, saneringskrediet of WSNP (al dan niet succesvol) is beëindigd. In dat geval biedt het college instrumenten aan die gericht zijn op de volledige terugbetaling van de schuldenlast.
Uiteraard kunnen er uitzonderlijke situaties zijn waardoor afgeweken kan worden van dit uitgangspunt.
Als belanghebbende een verzoek tot toelating tot de WSNP wilt indienen, maar niet toegelaten kan worden tot de integrale schuldhulpverlening, is het college desondanks verplicht om de belanghebbende te helpen met het verzoekschrift en hij zal dit dan ook doen.
Met dit artikel wordt uitleg gegeven aan de inlichtingenplicht die de wet oplegt. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om tijdig (onverwijld) de benodigde informatie te geven. Dit geldt zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. De genoemde verplichtingen betreffen voorbeelden, het is geen limitatieve opsomming.
Bij de voor de integrale schuldhulpverlening noodzakelijke bewijsstukken kan gedacht worden aan:
Bij persoonlijke omstandigheden kan gedacht worden aan:
Bij financiële omstandigheden kan gedacht worden aan:
Met dit artikel wordt uitleg gegeven aan de medewerkingsplicht die de wet oplegt. Integrale schuldhulpverlening is vrijwillig maar niet vrijblijvend. Houdt de klant zich niet aan zijn verplichtingen, dan kan dit er toe leiden dat de inzet van een instrument of de gehele integrale schuldhulpverlening wordt beëindigd.
Het behoort tot de verantwoordelijkheid van mensen zelf om medewerking te verlenen. Dit zowel in de fase van aanvraag als gedurende de looptijd van een traject. In dit artikel worden een aantal verplichtingen genoemd en dienen als voorbeelden. Dit is geen limitatieve opsomming. Afhankelijk van het instrument en de situatie van de belanghebbende kunnen aanvullende verplichtingen gelden.
Bij het meewerken aan het verkrijgen of behouden van een stabiel inkomen kan worden gedacht aan:
Bij het verhogen van de afloscapaciteit kan gedacht worden aan:
Bij het aan te wenden vermogen kan gedacht worden aan:
Op de weigering van een aanvraag zijn de bepalingen van de Awb van toepassing.
Het college wil aan de poort geen mensen dienstverlening weigeren. Ook staatssecretaris Klijnsma heeft in de verzamelbrief van 5 juni 2015 aandacht gevraagd van gemeenten om geen algemeen geformuleerde weigeringsgronden te gebruiken. Het college weigert de toegang tot integrale schuldhulpverlening als de belanghebbende niet tot de doelgroep behoort, de dienstverlening niet noodzakelijk of passend is, of de belanghebbende door het gedrag dienstverlening onmogelijk maakt. Aan de weigering gaat altijd een afweging van de individuele omstandigheden vooraf.
In de praktijk komt het voor dat mensen zich melden voor integrale schuldhulpverlening, maar vervolgens niet verschijnen op de afspraak zonder zich af te melden; een “no show”. Het college wil de beschikbare tijd graag effectief inzetten. Om deze reden wordt de integrale schuldhulpverlening geweigerd aan mensen die in 6 maanden drie keer een no show hebben. Er is gekozen voor drie keer in 6 maanden, zodat mensen niet direct geconfronteerd worden met een weigering als ze een afspraak vergeten, of door omstandigheden niet tijdig hebben afgezegd.
Het college wijst de belanghebbende er in ieder geval bij de tweede no show op, dat hij/zij een half jaar geen beroep kan doen op de integrale schuldhulpverlening na de derde no show.
Op de beëindiging zijn de bepalingen van de Awb van toepassing en er gaat altijd een afweging van de individuele omstandigheden aan vooraf.
Er wordt in deze nieuwe beleidsregels voor gekozen om geen hersteltermijn te bieden voordat tot beëindiging over wordt gegaan. In de praktijk kunnen veel situaties niet meer hersteld worden, denk aan het laten ontstaan van nieuwe schulden, het aangaan van financiële verplichtingen zonder voorafgaand overleg of het aanwenden van het vermogen aan iets anders dan de schulden.
Wanneer het college voornemens is om de integrale schuldhulpverlening te beëindigen, stelt het de belanghebbende hiervan in kennis. De belanghebbende krijgt dan de mogelijkheid om zijn/haar zienswijze kenbaar te maken, bijvoorbeeld door de situatie uit te leggen en omstandigheden door te geven, waarmee het college in haar definitieve besluit rekening kan houden.
Bij een instabiele woon-, leef- of inkomenssituatie kan gedacht worden aan:
-het inkomen van de belanghebbende/gezin lager is dan de van toepassing zijnde bijstandsnorm;
een uitzondering hierop zijn jongeren met studiefinanciering. Zoals in de kaderstelling is uitgelegd, is er voor deze jongeren aangepaste dienstverlening mogelijk.
In deze situaties kan het voor komen dat het inzetten van instrumenten in het kader van de integrale schuldhulpverlening niet mogelijk is. In dit geval kan het traject worden beëindigd en krijgt belanghebbende advies hoe de situatie gestabiliseerd kan worden. De belanghebbende kan dan een nieuw verzoek tot toelating doen wanneer de situaties is gestabiliseerd.
De belanghebbende kan schriftelijk verzoeken tot beëindiging van de integrale schuldhulpverlening. Dit verzoek dient schriftelijk te zijn zodat duidelijk is dat het verzoek van de belanghebbende afkomstig is en over de wens tot beëindiging geen verwarring ontstaat. De belanghebbende kan het verzoek ook per e-mail verzenden, mits het e-mailadres bekend is bij de Stadsbank als zijnde het e-mailadres van belanghebbende.
Bij het niet (langer) passend zijn van de geboden hulp kan worden gedacht aan de situatie dat een schuldregeling niet slaagt en inzet van andere instrumenten niet noodzakelijk is.
Bij het niet langer noodzakelijk zijn van de integrale schuldhulpverlening kan gedacht worden aan:
Het college vindt het onredelijk om de integrale schuldhulpverlening te beëindigen nadat iemand een keer vergeet om gegevens aan te leveren of een keer niet op een afspraak verschijnt zonder deze af te zeggen. Daarom ontvangt de belanghebbende in afwijking van het vorige lid, wel een herstelmogelijkheid als het gaat om het aanleveren van gegevens of het verschijnen op een afspraak. Als de gegevens dan opnieuw niet binnen de verzochte termijn worden aangeleverd, of belanghebbende – zonder afmelding - niet op de afspraak verschijnt, kan het college tot beëindiging van het traject overgaan. In de hersteltermijn wordt de belanghebbende erover geïnformeerd dat het wederom niet aanleveren van de gegevens, of het niet verschijnen op de afspraak, beëindiging van de integrale schuldhulpverlening tot gevolg heeft. De hersteltermijn fungeert hiermee tevens als de kennisgeving van het voornemen tot beëindiging.
Het college vindt het belangrijk dat belanghebbenden die niet gemotiveerd zijn en niet zelfredzaam zijn, óf waarbij minderjarige kinderen in het gezin verblijven, hulpverlening aangeboden krijgen. Omdat de beëindiging van de integrale schuldhulpverlening ingrijpende gevolgen kan hebben (denk aan de beëindiging van budgetbeheer waardoor vaste lasten niet meer betaald worden), vindt beëindiging in de genoemde gevallen pas plaats nadat het Sociaal Wijkteam hierover heeft geadviseerd.
Dat het traject integrale schuldhulpverlening nog niet beëindigd wordt in afwachting van het advies van het Sociaal Wijkteam, neemt niet weg dat het instrument schuldregeling mogelijk wel beëindigd moet worden op grond van de schuldregelingsovereenkomst. In deze situatie ligt er een overeenkomst op basis waarvan schuldeisers hun medewerking verlenen en die nagekomen dient te worden.
Als de integrale schuldhulpverlening nog niet beëindigd wordt, maar het instrument schuldregeling wel, kan de belanghebbende tegen deze beëindiging een heroverweging indienen.
Wat betreft de bevoegdheid tot weigering van de integrale schuldhulpverlening in relatie tot recidive, zijn in dit artikel regels gesteld. Op basis van het principe van eigen verantwoordelijkheid wordt een nadrukkelijke grens gesteld aan het kunnen doen van hernieuwde aanvragen. Naast een beroep doen op de eigen verantwoordelijkheid van de belanghebbende leidt het recidivebeleid er ook toe dat de beschikbare formatie en tijd efficiënt wordt ingezet. Er wordt voorkomen dat dienstverlening opnieuw wordt geboden terwijl er niet of nauwelijks uitzicht is op verbetering.
Bij het bepalen of een persoon al eerder gebruik heeft gemaakt van schuldhulpverlening telt de verleende schuldhulpverlening c.q. de contacten daaromtrent vóór de inwerkingtreding van deze beleidsregels ook mee.
Artikel 10 Klachten en heroverwegingen
Op bejegeningsklachten zijn de klachtenprocedure van het Werkplein Activerium en de gemeentelijke klachtenregeling van de gemeente Apeldoorn van toepassing. Belanghebbende kan in dat geval een zogenoemde ‘gele kaart’ of een schriftelijke klacht indienen. Na het indienen van een gele kaart staat ook de weg van de schriftelijke klacht nog open. Onder deze klachten vallen niet:
Als het college niet de integrale schuldhulpverlening beëindigt, maar wel een instrument zoals budgetbeheer of schuldbemiddeling, dan is er geen sprake van een besluit waartegen bezwaar en beroep open staat. In dit geval kan de belanghebbende tegen de beëindiging van dat instrument een gemotiveerd verzoek tot heroverweging indienen.
Als het college de integrale schuldhulpverlening beëindigt, dan is dat een besluit waartegen bezwaar en beroep open staat.