Organisatie | Asten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 |
Citeertitel | Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
geen
Wet werk en Bijstand, art. 8, eerste lid, onderdeel c, art. 30
geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2010 | 18-02-2011 | nieuwe regeling | 15-12-2009 Peelbelang 31 december 2009 | 09.12.07 |
Hoofdstuk 2 – criteria voor het verhogen van de bijstandsnorm
Voor de toepassing van dit artikel worden kinderen van 18 jaar of ouder maar jonger dan 21 jaar met een inkomen van ten hoogste de norm bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder a, van de wet vermeerderd met 10 procent van de gehuwdennorm niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft.
In aanvulling op het derde lid worden ook meerderjarige kinderen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft, voor zover zij studiefinanciering ontvangen op grond van de Wet studiefinanciering 2000 (WSF 2000) of een tegemoetkoming op grond van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) en hun verdere inkomsten dusdanig beperkt zijn dat zij in combinatie met de studiefinanciering of de tegemoetkoming het in het derde lid genoemde inkomen niet overschrijden. Bij de vaststelling van het inkomen uit de studiefinanciering of de tegemoetkoming wordt uitgegaan van het feitelijk verstrekte bedrag onder aftrek van de binnen de studiefinanciering of de tegemoetkoming opgenomen componenten voor studiekosten en onderwijsbijdrage.
Hoofdstuk 3 – Criteria voor het verlagen van de bijstandsnorm of toeslag
Artikel 7. Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar
De verlaging bedoeld in artikel 29 van de wet wordt zodanig vorm gegeven dat de bijstandsnorm vermeerderd met een toeslag van een alleenstaande van 21 of 22 jaar in afwijking van het gestelde in artikel 3 maximaal gelijk is aan 75% van het voor de betreffende leeftijd geldende minimumloon als bedoeld in artikel 8 derde lid van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag.