Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Handhavingsbeleid Publiek toegankelijke inrichtingen |
Citeertitel | Handhavingsbeleid Publiek toegankelijke inrichtingen 2016-2018 |
Vastgesteld door | burgemeester |
Onderwerp | openbare orde en veiligheid |
Eigen onderwerp | 140 openbare orde en veiligheid |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
18-05-2016 | nieuwe regeling | 29-04-2016 | 1296258 |
In deze notitie staat het doen naleven van de Drank- en Horecawet (hierna DHW), Wet op de Kansspelen (hierna WOK) en Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010 (hierna APV), voorzover het betreft alcohol(horeca) gerelateerde artikelen, centraal. De aanpak beschreven in dit beleid sluit aan op de handhavingsvisie gemeente Hoorn en levert een bijdrage aan de doelen in de Kadernota In control of alcohol en drugs 2016-2020 / Preventie- en Handhavingsplan Drank- en Horecawet. Dit beleid vervangt het huidige handhavingsbeleid horeca en alcoholverstrekkers.
De verantwoordelijkheid voor de naleving van de regels ligt primair bij de ondernemer/vereniging. Doorgaans worden regels (spontaan) nageleefd. Er is beleid opgesteld met interventies die kunhnen worden ingezet om het gewenste naleefgedrag te realiseren als dit niet spontaan gebeurt. Het beleid is in beginsel generiek van aard met het oogmerk om mensen of maatschappelijke actoren in eenzelfde situatie gelijk te behandelen.
In onderstaande overzicht is aangegeven wat in hoofdlijn de verschillen zijn tussen het huidige en dit nieuwe beleid.
In artikel 43a DHW is geregeld dat de gemeenteraad het Preventie- en Handhavingsplan Drank-en Horecawet vaststelt. Dit plan liep af op 31 december 2015 gelijk met de Kadernotitie Jeugd, Alcohol en Drugs 2012-2015. Op grond van artikel 43a DHW dienen de doelen en de te behalen resultaten van het alcoholbeleid door de raad te worden bepaald. Deze zijn opgenomen in de Kadernotitie in control of alcohol en drugs 2016-2020. In artikel 43a DHW is tevens aangeven:
Deze punten zijn ten aanzien van naleving opgenomen in dit beleid. Beschreven is hoe deze punten zijn vertaald naar de praktijk. Dit vindt plaats aan de hand van de volgende nalevingstrategieën:
Voorafgaand staan we stil bij de nalevingsverwachting en bijbehorende beinvloeidingsinstrumenten (paragraaf 5) en risicoanalyse (paragraaf 6).
Dit beleid bevat een bijlage. Het is een overzichtstabel waarin per per overtreden norm uit de DHW, WOK en APV is aangegeven welke stappen en bestuurlijke sancties kunnen worden toegepast.
De handhavingsaanpak heeft als doel verbeteren van de naleving van de DHW, WOK en enkele artikelen uit
de APV die betrekking hebben op horecabedrijven. Het verbeteren van de naleving levert vervolgens een bijdrage aan de afname van het schadelijk alcoholgebruik door jongeren en alcoholgerelateerde verstoringen van de openbare orde. Met andere woorden de begrippen gezondheid en openbare orde staan centraal. Overtreding hiervan beschouwen we als ernstige overtredingen.
Voor de handhaving op de DHW, WOK en APV gelden de volgende algemene uitgangspunten:
Vervolg controle is afhankelijk van de mate van naleving van de regels. Uitgangspunt is: high trust en high penalty. Ondernemers en verenigingen die regels naleven krijgen vertrouwen en worden in ieder geval minimaal eens per drie jaar gecontroleerd. Zij die de regels niet naleven krijgen vaker bezoek, afhankelijk van de ernst van de overtreding. Organisatoren van evenementen/festivals gericht op jongeren worden ieder jaar bezocht.Van de bevindingen wordt een rapportage opgesteld voor het Bureaus VBt/JA die belast zijn met vergunningverlening en handhaving;
De na te leven normen zijn onderverdeeld in categorieen. Ernstige overtredingen (overtredingen van categorie 1 ontvangen geen waarschuwing maar direct een bestuursrechtelijke sanctie. Overtredingen van categorie 2 en 3 beginnen met een waarschuwing. Verschil tussen categorie 2 en 3 zit in de hoogte van de boete, dwangsom en termijn van schorsen van de vergunning.
In de handhaving wordt steeds meer gebruik gemaakt van sociale normen om gedrag te beïnvloeden en naleving van regels te bevorderen. Gedragsbeïnvloeding gaan we de komende jaren nadrukkelijk betrekken bij het naleven van de regels. De houding van burgers en bedrijven is bepalend voor de in te zetten instrumenten. We hanteren de volgende indeling:
Een deel heeft te kampen met gebrek aan kennis en informatie en wordt af en toe geconfronteerd met beperkte prikkels om van de regels af te wijken. Veel informatie en nalevingsbijstand zijn bij deze groep op zijn plaats. Uitgangspunt voor de handhaving is de nalevingsbereidheid van deze groep. Communicatie, lichte vormen van inspectie en controle (“af en toe over de schouder meekijken”) moeten de overtuiging ondersteunen de regels spontaan na te leven.
Een ander deel heeft een “moet-kunnen” houding. Er is een intensiever toezicht nodig. Zonodig een sanctie in de vorm van een boete. Met een dwangsom, bestuursdwang of boete kan herhaling worden voorkomen of een overtreding ongedaan worden gemaakt.
De groep calculerende burgers en bedrijven vraagt om scherp toezicht en sanctionering. Hierbij kan ook worden gedacht aan stimuleringsmaatregelen die kosten en batenafweging beïnvloeden, zoals het (dreigen met) publiceren van de naam van de overtreder of juist het vergroten van de baten door keurmerken bij gewenst naleefgedrag.
De criminele top van de nalevingspiramide is moeilijk tot gewenst gedrag te bewegen en moet hard aangepakt worden met inbegrip van strafvervolging.
De handhavingscapaciteit is beperkt. Om de juiste keuzes voor wat betreft inzet te maken i en risicoanalyse noodzakelijk.
Om het gedrag van de verschillende soorten horeca ondernemers (cafe’s, cafetaria’s, verenigingen, winkels, etc) te kunnen vaststellen is doelgroepenanalyses nodig. We beschikken al over verschillende indicatoren zoals eigen - en politie waarnemingen, mystery guest onderzoeken uit 2013 en 2015. Ook klachten betrekken we bij de analyse. Het komende jaar zal worden gebruikt om nog meer inzicht in hot spots en hot times te verkrijgen. Uiteindelijk willen we in 2018 toe naar een systeem waarin horecabedrijven een risicoprofiel hebben die aan de basis ligt van de inzet van de handhavingsinspanning.
Om te bepalen waar de handhavingscapaciteit wordt ingezet is het nodig inzicht te hebben in hotspots (bijvoorbeeld locaties waar veel jongeren on der 18 jaar komen, sprake is van openbare orde problemen/overlast, etc.) en hot times (aanwezig op de juiste tijdstippen). De begrippen gezondheid en openbare orde staan centraal We richten ons op verkooppunten/locaties (voor publiek toegankelijke plaatsen) waar:
Om te bepalen waar hotspots zijn is het nodig ‘een foto’ van Hoorn te maken waar de kans op overtreding van de DHW, WOK en APV zich voor kan doen. De volgende gegevens zijn/worden in ieder geval gebruikt c.q. verzameld om inzicht te hebben in hot spots en hot times:
De informatie die we met deze werkwijze verzamelen zullen we analyseren, met als doel het risicoprofiel te bepalen. Dit profiel is vervolgens bepalend voor de inzet van toezicht. Het komende jaar gebruiken we om de informatiestromen zo goed mogelijk te borgen en te analyseren.
Voor het bereiken van naleving van de wettelijke regels en voorschriften is een uitgebreid instrumentarium aanwezig. Omdat naleving op vele manieren kan worden bereikt beschrijven wij welke instrumenten ons hiervoor ter beschikking staan en op welke wijze wij deze kunnen inzetten. Van belang hierbij is dat het gekozen instrument goed past bij de doelgroep en bij de oorzaak van het niet naleven van de norm. Hiermee willen wij personen en bedrijven bewegen om te handelen volgens de voor hen geldende regels. Op het punt van gedragsbeinvloeding willen we de focus leggen op het beinvloeden van onbewust gedrag.
De eerste stap is het voorkomen van overtredingen. Het primaire doel van de preventiestrategie is om de spontane naleving van wet- en regelgeving te vergroten. Gedragsbeïnvloeding staat hierbij centraal.
In de handhaving wordt steeds meer gebruik gemaakt van het zogenoemde nudging om onbewust gedrag te beïnvloeden en zo naleving van regels te bevorderen c.q. gedrag te vertonen dat vanuit het algemeen belang het meest wenselijk is.
Gedragsbeïnvloeding gaan we de komende jaren nadrukkelijk betrekken bij het naleven van de regels. Deze aanpak gaat in beginsel altijd vooraf aan het toepassen van sancties. Niettemin kan het gebruik van preventieve instrumenten ook worden toegepast bij het (bewust) overtreden van regels.
De aanpak door gedragsbeïnvloeding vindt plaats op experimentele basis. We brengen het probleemgedrag, achterliggende motieven en weerstanden in kaart. Op basis daarvan kiezen we een passende beinvloedingsstrategie. In ieder geval gaat het om de volgende activiteiten:
Activiteiten die hieronder kunnen vallen zijn:
Dit geldt voor de onderwerpen met prioriteit hoog. Om deze activiteiten waar te nemen zullen we dus in toenemende mate in het veld aanwezig moeten zijn, om zo een juiste uitvoering te bevorderen. Voor de andere onderwerpen handelen we reactief. Door zo (opvallend) aanwezig te zijn en mensen aan te spreken bevorderen wij de naleving en geven wij alcoholverstrekkers de informatie die nodig is.
het informeren van ondernemers/verenigingen over de na te leven norm dit kan in de vorm van een informatieavond maar ook in 1 op 1 gesprekken. De toezichthouders informeren over de maatregelen die een ondernemer/vereniging kan nemen om de norm na te leven, bijvoorbeeld door een training van personeel/vrijwilligers;
Als opsporingsambtenaren / toezichthouders een overtreding hebben geconstateerd, zal in beginsel de aanwezige leidinggevende en/of ondernemer direct worden geïnformeerd. Doel hiervan is de overtreding zo mogelijk op dat moment te beëindigen en om discussie achteraf over de overtreding tussen gemeentebestuur en leidinggevende / ondernemer te voorkomen. Voor de vaststelling van de overtreding levert het ter plaatse spreken van de leidinggevende / ondernemer direct duidelijkheid op. Verwachting is dat deze aanpak bijdraagt aan de bewustwording de regels beter na te leven.
Er kunnen zich ten tijde van de constatering omstandigheden voordoen dat direct aanspreken niet voor de hand ligt of niet mogelijk is. Bijvoorbeeld ingeval van controle op leeftijdsgrenzen. Controle in de stad hoeft dan niet meer omdat het vervolgens bij anderen bekend is. Het aanspreken van de overtreder vindt dan zo spoedig mogelijk plaats.
In het toezicht en handhavingsplan 2015-2016 Hoorn zijn de toezichtprioriteiten aangegeven. Onderstaande onderwerpen hebben betrekking op de uitvoering van dit handhavingsbeleid.
Toezicht vindt plaats op vergunninghouders, verstrekkers van alcohol en gebruikers van alcohol.
b. Drie categorieën binnen toezichtstrategie
Er is een driedeling aangebracht in de overtredingen waarbij de toezichtinspanning (mar ook de zwaarte van de bestuurlijke maatregel) is afgestemd op het type overtreding. De nadruk van toezicht ligt bij de categorie 1 onderwerpen. Dit zijn met name onderwerpen die een negatief effect kunnen hebben op de gezondheid en de openbare orde / woon- en leefomgeving. Bij elke categorie behoort een eigen stappenplan. Toezicht op WOK is niet als prioriteit opgenomen in het toezicht- en handhavingsbeleid 2015-2016. Voor zover het toezicht betrekking heeft op volksgezondheid (bijvoorbeeld gokverslaving) geldt categorie1.
De categorie indeling sluit aan op de prioriteitsstelling in het toezicht- en handhavingsbeleid 2015-2016. Prioriteit hoog is gelijk aan categorie I, prioriteit middel komt overeen met categorie II.
Categorie I: betreft de meest ernstige overtredingen (o.a. overtredingen die een negatief effect betrekking hebben op openbare orde en woon- enleefomgeving, volksgezond-heid, ontbreken vergunning en leeftijdsgrens). Het zijn overtredingen waartegen snel optreden is vereist.
Categorie II: overtredingen die ernstig zijn maar zonder direct gevaar ( betreft o.a. afwezigheid leidinggevenden, schenktijden en bijeenkomsten in paracommerciële bedrijven).
Categorie III: overige overtredingen (betreft o.a. administratieve overtredingen).
Activiteiten die onder deze strategie kunnen vallen zijn:
- Basis toezicht/controle: Het gaat hierbij over de aanwezigheid en actualiteit van de vergunning of ontheffing, het voldoen aan de voorschriften bij de vergunning/ontheffing en andere bepalingen uit de DHW/APV/WOK. Deze controles vinden vaak overdag plaats en er is direct contact met de drankverstrekker, waardoor ook voorlichtings- en bewustwordingsinstrumenten zijn in te zetten. Er
zijn mogelijkheden om de controle te integreren met andere toezichttaken.
- Leeftijdscontroles: Leeftijdsgrenzeninspecties bij drankverstrekkers richten zich op het controleren van verstrekking van alcoholhoudende drank aan een persoon onder de 18 jaar. Het toezicht bestaat uit observaties op de plaatsen waar en tijdstippen waarop (’s avonds en in de weekenden) jongeren alcoholhoudende dranken kopen en gebruiken: supermarkten, evenementen, jongerencafe’s, verenigingen, etc.
Tijdens de leeftijdsgrenzeninspectie kan ook de controle op het doorschenken aandronken personen (artikel 20, lid 6) worden meegenomen.
C. Handhavings(sanctie)strategie
Om naleving van regels af te dwingen beschikt de burgemeester/college over diverse bestuursrechtelijke handhavinginstrumenten. Met de inzet van een dergelijk instrumentarium willen wij geconstateerde overtreding opheffen en een nieuwe overtreding voorkomen. In het kort gaat het om:
De hoogte van de bestuurlijke boete is vastgelegd in de bijlage van het Besluit bestuurlijke boete Drank- en Horecawet;
Dit is een instrument dat van toepassing is op niet-imperatieve intrekkingsgronden. De schorsingstermijn is maximaal 12 weken;
verkoopverbod (Three strikes out); dit is een instrument dat van toepassing is op niet DHW vergunningplichtige bedrijven die alcohol verkopen, zoals supermarkten, en snackbars. Bedrijven die 3x in twaalf maanden artikel 20, lid 1 DHW overtreden kunnen het recht ontzegd worden om alcohol te verkopen voor minimaal 1 tot maximaal 12 weken;
Ingeval van overtreding van de regels vindt er in beginsel altijd een vervolgactie plaats door één of meerdere van de bestuurlijke instrumenten in te zetten. Meerdere instrumenten zijn aan de orde bij overtredingen van verschillende wet- en regelgeving. Deze kunnen naast elkaar worden ingezet. Ook het strafrechtelijke instrumentarium kan gebruikt worden. In de volgende paragraaf zijn de bestuursrechtelijke en (bestuurlijke) strafrechtelijke stappen verduidelijkt.
b.Overtredingen wet- en regelgeving
Voor het toepassen van de instrumenten geldt de volgende algemene lijn:
In de handhavingsmatrix zijn de overtredingen verdeeld in 3 categorieën. De zwaarte van de bestuurlijke sanctie is afgestemd op het type overtreding. In verband met rechtsgelijkheid en proportionaliteit worden vergelijkbare type overtredingen volgens vergelijkbare patroon gehandhaafd. Bijvoorbeeld het ontbreken van een vergunning is een overtreding van categorie I.
Na constatering van een overtreding van categorie II en III stuurt het gemeentebestuur eerst een schriftelijke waarschuwing met een hersteltermijn en het voornemen van de bestuursrechtelijke sanctie. De lengte van de waarschuwingstermijn is afhankelijk van het soort overtreding en de termijn waarbinnen de overtreding redelijkerwijs ongedaan kan worden gemaakt. De termijn is genoemd in de matrix. Is de overtreding binnen de termijn niet beëindigd dan gaat het gemeentebestuur over tot het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie (besluit). Verschil tussen overtreding van categorie II en III zit in de hoogte van de bestuurlijke boete of dwangsom en duur van schorsing.
c. Herhaalde overtreding / voortduren van overtreden
Van een herhaalde overtreding is sprake als tijdens een (her)controle is vastgesteld dat sprake is van een zelfde overtreding, waarvoor in een periode voorafgaand reeds een bestuurlijke sanctie (inclusief schriftelijke waarschuwing) is / werd opgelegd.
Een overtreding blijft voor een periode van 12 maanden staan. De termijn gaat lopen vanaf de datum van de vorige geconstateerde overtreding. Op het moment dat er binnen de genoemde periode wederom eenzelfde overtreding plaatsvindt, zal het handhavingtraject uit de matrix worden toegepast. Na 12 maanden beginnen de stappen opnieuw.
Deze termijn geldt niet ingeval de vergunning / ontheffing voor een kortdurende activiteit is afgegeven. Een voorbeeld hiervan is de ontheffing ex artikel 35 DHW. Dit betreft de ontheffing van het verbod alcoholhoudende drank te verstrekken in de openbare ruimte. Dan geldt een periode van 24 maanden.
Als de genoemde periode is verstreken zonder overtreding, dan vervalt de termijn. Als dan een nieuwe overtreding wordt geconstateerd, dan geldt wederom de eerste stap uit de matrix.
Handhaving is gericht op de ondernemer/paracommerciële rechtspersoon, instelling en locatie. Als een nieuwe ondernemer/rechtspersoon een horecabedrijf overneemt vervallen in beginsel alle vorige overtredingen. Met andere woorden de ondernemer/rechtspersoon begint met een schone lei. Dit geldt niet als de ondernemer/rechtspersoon de ondernemingsvorm wijzigt.
Als de sanctie op het object rust is de Wet Kenbaarheid Publiekrechtelijke Beperkingen onroerende zaken van toepassing (zogenaamde 'erfelijke belasting'). In bepaalde situaties is het doel van de sluiting voornamelijk om de ‘loop naar een pand’ eruit te halen. Zonder erfelijke belasting zou dit doel niet bereikt kunnen worden. Dit betekent bijvoorbeeld dat wanneer een gemeentelijke publiekrechtelijke beperking van toepassing is op het object, dit eveneens geldt voor een nieuwe ondernemer/rechtspersoon. Een sluiting kan niet worden voorkomen of opgeheven door bijvoorbeeld het bedrijf te verkopen of in de Kamer van Koophandel over te schrijven.
e.Afwijking van de handhavingsstappen
Als de feiten en omstandigheden daartoe aanleiding geven, is afwijken van het beleid mogelijk.
Afhankelijk van de ernst van de overtreding kan bij toepassing van een (bestuursrechtelijke) maatregel gemotiveerd besloten worden af te wijken van de stappen uit de handhavingsmatrix door bijvoorbeeld een stap over te slaan. Men kan dan denken aan cumulatie van overtredingen binnen eenzelfde categorie. De overtreder dient er rekening mee te houden dat een handhavingsstap wordt overgeslagen of een stap uit een zwaardere categorie wordt toegepast.
Er kunnen verzachtende en verzwarende omstandigheden zijn om een bestuursrechtelijke maatregel niet op te leggen of juist een steviger sanctie op te leggen. Ingeval van een overtreding zal bekeken worden wat de overtreder heeft ondernomen om bijvoorbeeld een mogelijke ordeverstoring of alcoholverkoop aan een minderjarige tegen te gaan of in hoeverre de ondernemer bereid is om mee te werken in de toekomst overtredingen te voorkomen. Op basis daarvan kan maatwerk geleverd worden in de sanctietoepassing.
De overtreder krijgen zo de kans de bedrijfsvoering aan te passen met als doel een bijdrage te leveren aan de doelstelling van de wetgever.
Overtredingen die zijn begaan onder het huidige handhavingsbeleid horeca en alcoholverstrekkers blijven in stand. Als na inwerkingtreding van dit handhavingsbeleid een overtreding wordt begaan dan wordt die stap toegepast die aansluit bij het aantal reeds gemaakte overtredingen. Daarnaast wordt voor overtredingen die voor inwerkingtreding van dit beleid zijn begaan maar waarvan het besluit dateert van na inwerkingtreding van dit beleid, de stap uit het oude handhavingsbeleid toegepast.
De burgemeester gedoogt in beginsel niet. Dit is de hoofdregel. Over hoe om te gaan met gedogen is landelijke beleid opgesteld. In dit beleid wordt een restrictief beleid voorgestaan. Zo is volgens de Nota ‘Grenzen aan gedogen’ een grote terughoudendheid geboden bij gedogen en is gedogen slechts in uitzonderingssituaties aanvaardbaar. Enkel in de volgende situaties kan volgens de nota sprake zijn van aanvaardbaar gedogen:
Gedogen is weliswaar een bevoegdheid van de burgemeester, maar zeker geen verplichting. Per geval moet aan de bovenstaande criteria getoetst worden.
Naast de hierboven genoemde inhoudelijke criteria zijn er ook nog procedurele criteria waaraan moet worden
voldaan in het geval er gedoogd wordt:
Aan de hand van deze criteria is onderzocht op welke wijze invulling kan worden gegeven aan de volgende situatie. Op grond van de Drank- en Horecawet is een vergunning nodig voor het verstrekken van alcholhoudende drank. De APV stelt voor diverse horecabedrijven een exploitatievergunning verplicht. De termijn voor afhandeling van de aanvraag is 8 weken en kan eenmalig met 8 weken worden verlengd. We proberen de afhandelperiode overigens zo kort mogelijk te houden. Ondernemers kunnen/willen veelal zolang niet wachten. Dit betekent namelijk dat er geen geld wordt verdiend en personeel geen werk heeft. Ter overbrugging van de periode tussen het indienen van de aanvraag en afgifte van de vergunning vinden we het passend dat het horecabedrijf open mag ingeval van concreet zicht op legalisatie. Dit zal overigens van geval tot geval worden beoordeeld en worden getoetst aan bovengenoemde criteria. Het horecabedrijf dat open mag ontvangt een gedoogbeschikking van het bevoegd gezag (zie bijlage) met de boodschap dat in afwachting van de drank- en horeca- en exploitatievergunning niet handhavend zal worden opgetreden. De aanvrager wordt er tevens op gewezen dat hij dient te voldoen aan andere regels uit de APV, Wet Milieubeheer en over brandveilig gebruik. Indien de gedoogsituatie niet wordt nageleefd, zal de gedoogbeschikking worden ingetrokken.
De burgemeester gedoogt dat in afwachting van de beslissing op eeen ingeidende aanvrag om vergunning de ondernemer alvast begint of doorgaat met de exploitatie van het horecabedrijf. De gedoogbeschikking pas worden afgegeven, indien de aanvraag om vergunning voldoet aan de volgende voorwaarden:
Zijn alle voorgaande beoordelingscriteria positief, dan wordt een schriftelijke gedoogverklaring afgegeven, met als geldigheidsduur maximaal drie maanden. In deze periode beslist het het bevoegd gezag definitief over de aanvraag. Het risico blijft aanwezig dat nader onderzoek van de vergunningaanvraag kan tot weigering van de vergunning en tot sluiting van het horecabedrijf. In dat geval stopt op dat moment het gedogen. Gedogen mag immers nooit worden opgevat als een voorlopige vergunning. De ondernemer die dus volledige zekerheid wil hebben, moet de uitslag van de behandeling van de aanvraag afwachten.
Handhavingsmatrix publiek toegankelijke inrichtingen
Dit document omvat de sanctie aanpak voor overtredingen van Drank- en Horecawet, Wet op de Kansspelen en horecagerelateerde artikelen uit de Algemene Plaatselijke Verordening Hoorn 2010.
De model matrix is besproken met politie en OM. Politie heeft een signalerende functie.
Politie (APV): inzet is gericht op signaaltoezicht. Politie stuurt mutaties door naar bureau Stadstoezicht/JA.
OM: Uitgangspunt is dat handhaving primair zal geschieden door oplegging van bestuurlijke boetes.
Afdoening via de WED zal met name worden toegepast wanneer dit meerwaarde heeft. Het OM zal vervolgen conform de richtlijnen na opmaak van proces-verbaal door een BOA of de politie.
A. Overtredingen Drank- en Horecawet