Organisatie | Rotterdam |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Nadere regels Jobcoaching |
Citeertitel | Nadere regels Jobcoaching |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen.
Participatieverordening Rotterdam 2015, art. 12, tweede lid
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
10-05-2016 | 01-05-2020 | Nieuwe regeling | 19-04-2016 | Gemeenteblad 2016, nummer 65 |
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 2 Voorwaarden jobcoaching
Aan de inzet van jobcoaching ten behoeve van een in Rotterdam woonachtige persoon, zoals bedoeld in artikel 12, eerste lid van de Verordening, worden de volgende voorwaarden gesteld:
Artikel 3 Vormen, kwaliteitseisen en keuze
Een jobcoachorganisatie, zoals bedoeld in het eerste lid, onder c, moet door middel van een bewijsstuk aantonen dat deze door het UWV is erkend op grond van het Erkenningskader uitvoering persoonlijke ondersteuning 2012 van het UWV. Mocht in de toekomst door het UWV een nieuwe versie van dit erkenningskader worden vastgesteld en het Erkenningskader uitvoering persoonlijke ondersteuning 2012 komen te vervallen dan dient door middel van een bewijsstuk te worden aangetoond dat voldaan wordt aan het nieuw vastgestelde erkenningskader (altijd het meest recente).
Artikel 4 Duur van de ondersteuning en de kosten
Het college besluit ieder half jaar, in overleg met de werknemer, werkgever en jobcoach wat de noodzakelijke ureninvestering is om het doel te realiseren en hanteert hierbij twee begeleidingsniveaus: licht regime en midden regime. Het college neemt uiteindelijk de definitieve beslissing met betrekking tot het te hanteren begeleidingsregime en de ureninzet.
Indien nodig kan, na onderling overleg tussen gemeente, werkgever, en werknemer, een overheveling van uren van eerste naar het tweede jaar of van het tweede jaar naar het derde jaar plaatsvinden voor maximaal 9 uur voor het lichte regime en maximaal 18 uur voor het midden regime bij een arbeidsovereenkomst van minimaal 24 uur per week.
Bijvoorbeeld indien in het eerste of tweede jaar niet alle toegekende uren zijn verbruikt vanwege bijvoorbeeld ziekte.
De vergoeding voor een jobcoach is gebaseerd op de uurvergoeding, zoals vermeld in de Bijlage van Beleidsregel UWV normbedragen voorzieningen 2015.
Indien nodig kan, na onderling overleg tussen gemeente, werkgever, en werknemer, een overheveling van uren van het tweede jaar naar het eerste jaar, plaatsvinden voor maximaal 10 uur voor het lichte regime en maximaal 20 uur voor het midden regime dan wel naar rato bij een arbeidsovereenkomst van minder dan 24 uur per week.
Artikel 5 Wijze betaling jobcoaching
Uitbetaling geschiedt slechts na inlevering door de werkgever dan wel jobcoachorganisatie van:
een voortgangsrapportage met daarin de verantwoording van de gewerkte uren door de jobcoach (aantal gewerkte uren naar datum en uitgevoerde werkzaamheden, daartoe behoren dus niet uren reistijd woon-werkverkeer) welke is ondertekend door jobcoach en werkgever dan wel verantwoordelijke van de jobcoachorganisatie.
In artikel 10da van de Wet is bepaald dat personen die behoren tot de doelgroep van de loonkostensubsidie aanspraak hebben op begeleiding op de werkplek. Bij deze begeleiding gaat het om een jobcoach. Dit heeft tot doel dat een werknemer wordt begeleid naar een situatie waarin hij uiteindelijk zonder begeleiding via een dergelijke voorziening bij een reguliere werkgever werkzaam kan zijn.
Jobcoaching kan worden ingezet voor de doelgroep loonkostensubsidie (personen die niet in staat zijn met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen maar wel mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben) en onder voorwaarden personen die met voltijdse arbeid wel het wettelijk minimumloon kunnen verdienen maar die een structurele functionele beperking hebben.
In deze nadere regels wordt uitwerking gegeven aan de punten, zoals vermeld in artikel 12, tweede lid van de Participatieverordening.
Eerste lid, onderdelen b en c:
Het college onderscheidt voor de begeleidingsintensiteit twee soorten begeleidingsregimes: licht en midden. Deze varianten kennen ieder een vast maximum aantal uren jobcoaching per kalenderjaar. Deze maxima gelden bij een arbeidsovereenkomst van 24 uur of meer per week.
Heeft de persoon een arbeidsovereenkomst voor minder dan 24 uur per week, dan wordt het maximum aantal uren jobcoaching per jaar naar rato van het (lagere) aantal uren per week van de arbeidsovereenkomst vastgesteld.
Artikel 2. Voorwaarden jobcoaching
In de aanhef is de doelgroep voor jobcoaching aangegeven, welke verwijst naar artikel 12, eerste lid van de Verordening. Onder a en b zijn de voorwaarden voor het in aanmerking komen voor jobcoaching aangegeven.
Artikel 3. Vormen, kwaliteitseisen en keuze
Er zijn twee elementen die van belang zijn bij de keus voor een jobcoach. Een jobcoach is een voorziening van de gemeente voor de werknemer. De werknemer moet zich goed, veilig en vertrouwd voelen bij de jobcoach, zodat de kans op succes vergroot wordt. Een werkgever heeft er baat bij dat het aantal jobcoaches in zijn bedrijf beperkt blijft. Daarom wordt gestreefd naar zo min mogelijk jobcoaches per bedrijf. In dit artikel zijn de drie vormen van jobcoaching en de daaraan verbonden kwaliteitseisen vermeld. Jobcoaches vanuit uitzendbureaus vallen onder de ‘jobcoachorganisaties’ en de eisen die daaraan worden gesteld.
Artikel 4. Duur van de ondersteuning en de kosten
Toekenning van een aantal uren jobcoach bij proefplaatsing gebeurt voor de duur van de proefplaatsing voor het benodigde aantal uren (maximaal 5 per maand). Toekenning van een aantal uren jobcoach bij een arbeidsovereenkomst gebeurt per half jaar. Als het gaat om een arbeidsovereenkomst voor minimaal 24 uur per week, dan gelden de maximale urenaantallen, zoals vermeld in artikel 1, onder b en c.
Gaat het om een arbeidsovereenkomst van minder dan 24 uur dan worden de daar genoemde maximum aantal uren naar rato bepaald van het aantal uren per week van de arbeidsovereenkomst waar recht op is. Het aantal toe te kennen uren jobcoaching mag niet boven het dan bepaalde maximum uitkomen.
Het vierde lid geeft aan dat in bepaalde gevallen en in geval van langdurige ziekte de inzet van een jobcoach naar een derde jaar verlengd kan worden.
Dit geeft de mogelijkheid dat, als door bepaalde bijzondere omstandigheden er niet in het tweede jaar voldoende gewerkt is of kon worden door de werkzoekende en de jobcoaching daardoor niet heeft kunnen plaatsvinden, er een uitwijkmogelijkheid is naar een derde jaar, waarbij ook een aantal uren van het tweede jaar naar het derde jaar overgeheveld kan worden.
Als het UWV het bedrag van de uurvergoeding voor jobcoaching aanpast, dan zijn bij de berekening de aangepaste bedragen van toepassing vanaf de datum dat deze wijziging ook in werking is getreden.
In het zevende lid is de mogelijkheid aangegeven om de uren jobcoaching waarvan het de bedoeling is deze in het tweede jaar in te zetten, deels over te hevelen naar het eerste jaar. Hieraan is de voorwaarde verbonden, dat er sprake moet zijn van een arbeidsovereenkomst van minimaal 1 jaar waarbij de intentie er is om de arbeidsovereenkomst na 1 jaar voor minimaal een half jaar te verlengen. De overheveling van de uren moet uiteraard noodzakelijk zijn voor het bevorderen van een duurzame arbeidsinpassing.
Artikel 5. Wijze betaling jobcoaching
Voor zowel de interne jobcoach als de externe jobcoach vindt betaling achteraf plaats op basis van een voortgangsrapportage, met daarin vermeld de gewerkte uren jobcoaching.
Dit gemeenteblad 2016, nummer 65, is uitgegeven op 2 mei 2016 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)