Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Alphen aan den Rijn

Verordening Wet inburgering Gemeente Alphen aan den Rijn

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieAlphen aan den Rijn
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Wet inburgering Gemeente Alphen aan den Rijn
CiteertitelVerordening Wet inburgering Gemeente Alphen aan den Rijn
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerpVervangt de verordeningen inburgering van de fusiegemeenten Alphen aan den Rijn, Boskoop en Rijnwoude

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Wet inburgering

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

03-05-201601-01-2016Nieuwe regeling

21-04-2016

Gemeenteblad 2 mei 2016, nr. 54440

2016/4128 en 2016/4130

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Wet inburgering Gemeente Alphen aan den Rijn

De raad van de gemeente Alphen aan den Rijn;

 

Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

 

B E S L U I T vast te stellen de volgende:

Verordening Wet inburgering Gemeente Alphen aan den Rijn

Hoofdstuk I Begripsomschrijvingen en algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Alphen aan den Rijn;

    • b.

      de wet: de Wet inburgering zoals deze luidde op 31 december 2012;

    • c.

      de wetswijziging: de wet tot wijziging van de Wet inburgering en enkele andere wetten in verband met de versterking van de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeringsplichtige (Stb. 2012, 430)

    • d.

      inburgeringsplichtige: persoon, bedoeld in artikel X, 2 t/m 5e lid van de wetswijziging.

    • e.

      taalkennisvoorziening: voorziening die is gericht op de verwerving van de kennisvan de Nederlandse taal die noodzakelijk is voor het kunnen afronden van een beroepsopleiding als bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onderdelen a en b, van de Wet educatie en beroepsonderwijs;

    • f.

      voorziening: een inburgeringsvoorziening en taalkennisvoorziening;

    • h.

      inburgeringsconsulent: medewerker van de gemeente Alphen aan den Rijn die inburgeringsplichtigen begeleidt naar en gedurende een inburgeringstraject.

    • 2.

      De begripsomschrijvingen in de wet, de wetswijziging en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt

Artikel 2 Nadere regels

Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels vaststellen.

Artikel 3 De informatieverstrekking aan inburgeringsplichtigen

  • 1.

    Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringsplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringsvoorzieningen.

  • 2.

    Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen:

    • a.

      de inburgeringsconsulenten;

    • b.

      de gemeentelijke website;

Artikel 4 Inburgeringsaanbod

Het college biedt een inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening aan de inburgeringsplichtige, voor zover deze uiterlijk 31 december 2012 inburgeringsplichtig is geworden, te weten:

  • a.

    de houder van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000 en

  • b.

    de geestelijke bedienaar, bedoeld in artikel 1, onderdeel g van de wet, die geen oudkomer is als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de wet.

Hoofdstuk II Samenstelling van de voorziening

Artikel 5 De samenstelling van de voorziening voor inburgeringsplichtigen.

  • 1.

    Het college stemt de voorziening af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringsplichtige.

  • 2.

    Indien aan de inburgeringsplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de voorziening hierop wordt afgestemd.

  • 3.

    Een voorziening kan, naast datgene dat in de wet is geregeld, één of meer van de volgende onderdelen bevatten:

    • a.

      Inschakeling deelname participatie;

    • b.

      Inschakeling schuldhulpverlening;

    • c.

      Inschakeling gezinsondersteuning;

    • d.

      Inschakeling van overige flankerende hulpverlening.

Artikel 6 Persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)

  • 1.

    Als het lesprogramma en/of de lestijden van de bestaande taalaanbieder niet aansluiten bij de behoeften van de inburgeringsplichtige, dan kan het college overwegen – op verzoek van de inburgeringsplichtige - een PIB toe te kennen.

  • 2.

    De gekozen voorziening voldoet aan het keurmerk “Blik op Werk” en leidt toe naar het inburgeringsexamen of staatsexamen en omvat het eenmalig kosteloos afleggen van het desbetreffende examen.

  • 3.

    De gekozen voorziening wordt beoordeeld door het college; deze beslist of het PIB wordt aangeboden en onder welke voorwaarden deze wordt vastgesteld.

  • 4.

    De inburgeringsplichtige krijgt zelf geen geld in handen. De inburgeringsplichtige koopt zelf een cursus bij de taalaanbieder in. Nadat overeenstemming is bereikt over de inhoud van de ingekochte cursus, worden de rekeningen gestuurd aan en betaald door de gemeente.

Artikel 7 De eigen bijdrage en de inning hiervan

  • 1.

    Inburgeringsplichtigen zijn in beginsel een eigen bijdrage verschuldigd, zoals bedoeld in artikel 23 lid 2 van de wet

  • 2.

    Twee groepen inburgeringsplichtigen ontvangen van het college een bonus ter hoogte van de eigen bijdrage:

    • a.

      Personen die slagen voor het praktijkexamen en het centraal examen en

    • b.

      Personen die door niet aan hen toe te rekenen omstandigheden niet deelnemen aan of niet slagen voor hun examens, maar zich wel aantoonbaar hebben ingezet.

  • 3.

    Het college verrekent de bonus met de eigen bijdrage. De toewijzing van een beloning geschiedt door het college mede op basis van een schriftelijke beoordeling en advies van de onderwijsinstelling.

  • 4.

    Indien geen bonus zoals bedoeld in het vorige lid wordt toegekend, dan wordt de eigen bijdrage geïnd in ten hoogste 18 maandelijkse termijnen.

  • 5.

    Indien de inburgeringsplichtige een eigen bijdrage verschuldigd is, legt het college in de beschikking of overeenkomst tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening de wijze van betaling vast.

  • 6.

    Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de uitkering in het kader van de Participatiewet of een ander inkomen wordt dat in de beschikking vastgelegd.

Artikel 8 Opleggen van verplichtingen aan inburgeringsplichtigen

Het college kan een inburgeringsplichtige bij beschikking één of meer van de volgende verplichtingen opleggen:

  • a.

    het deelnemen aan een toets om te kunnen bepalen wat de inhoud van de voorziening moet zijn;

  • b.

    het deelnemen aan een medisch onderzoek

  • c.

    het deelnemen aan de vastgestelde inburgeringscursus of taalkennisvoorziening;

  • d.

    het deelnemen aan gesprekken met de inburgeringsconsulent;

  • e.

    het deelnemen aan voortgangsgesprekken met de onderwijsinstelling;

  • f.

    voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringsexamen of staatsexamen Nederlands als tweede taal I of II binnen een termijn die door het college wordt bepaald;

  • g.

    het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan;

  • h.

    het deelnemen aan andere activiteiten die noodzakelijk worden geacht om de (gecombineerde) inburgeringsvoorziening succesvol te laten verlopen.

Artikel 9 Herexamen

  • 1.

    Het college heeft de mogelijkheid om aan inburgeringsplichtigen kosteloos een herexamen aan te bieden als zij na het volgen van een inburgeringsprogramma niet zijn geslaagd voor (één of meer onderdelen van) het inburgeringsexamen.

  • 2.

    Hiervoor gelden de volgende criteria:

  • a.

    Er moet sprake zijn van een vastgesteld aanbod door het college;

  • b.

    Er moet sprake zijn van aantoonbaar gemotiveerde deelname;

  • c.

    Motivatie wordt beoordeeld door het college, mede op basis van het advies van de onderwijsinstelling;

  • d.

    Het college betaalt de kosten van één herexamen per examenonderdeel.

Hoofdstuk III Het aanbieden van een voorziening

Artikel 10 De procedure van het doen van een aanbod

Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 4 in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven.

  • 1.

    In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan die voorziening worden verbonden.

  • 2.

    De inburgeringsplichtige bedoeld in artikel 4 van deze verordening aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 4 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt.

  • 3.

    Wanneer de inburgeringsplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college binnen 4 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot vaststelling van de inburgeringsvoorziening of taalkennisvoorziening overeenkomstig het gedane aanbod

Hoofdstuk IV De bestuurlijke boete

Artikel 11 De hoogte van de verschillende boetes voor de verschillende overtredingen

  • 1.

    De bestuurlijke boete bedraagt € 250 indien de inburgeringsplichtige geen of onvoldoende medewerking verleent aan de uitvoering van de voor hem vastgestelde inburgeringsvoorziening, bedoeld in artikel 23 lid 1 van de wet of aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 8 van deze verordening.

  • 2.

    De bestuurlijke boete bedraagt € 250 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de in artikel 7 lid 1 van de wet bedoelde termijn of binnen de door het college op grond van artikel 31 lid 2 sub a van de wet verlengde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

Artikel 12 Verhoging van de bestuurlijke boete bij herhaling van de overtreding
  • 1.

    De bestuurlijke boete voor overtredingen, bedoeld in artikel 11 eerste lid, bedraagt € 250 indien de inburgeringsplichtige zich binnen twaalf maanden na de vorige als verwijtbaar aangemerkte overtreding opnieuw schuldig maakt aan dezelfde overtreding.

  • 2.

    De bestuurlijke boete bedraagt € 500 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 32 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald.

  • 3.

    De bestuurlijke boete bedraagt € 1.000 indien de inburgeringsplichtige niet binnen de door het college op grond van artikel 33 van de wet vastgestelde termijn het inburgeringsexamen heeft behaald. Deze boete kan iedere 2 jaar worden opgelegd zolang het inburgeringsexamen niet is behaald.

Artikel 13 Afstemmen van de boete

  • 1.

    Bij het opleggen van een boete wordt als richtlijn gebruikt:

 

a. niet verwijtbaar

geen boete

b. licht verwijtbaar

de helft van de maximale standaard boete

c. verwijtbaar

de maximale standaard boete

d. ernstig verwijtbaar

tweemaal de standaard boete

  • 2.

    De mate van verwijtbaarheid wordt gemotiveerd en altijd afgestemd op de feiten, omstandigheden, ernst van de gedraging, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende en de bepalingen uit de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3.

    Naast de wettelijk vereiste onderdelen wordt het maximale aantal termijnen waarin de boete moet worden betaald, vastgelegd in de boetebeschikking.

Hoofdstuk V Slotbepalingen

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2016 onder gelijktijdige intrekking van de Verordening Wet inburgering Gemeente Alphen aan den Rijn 2012, de Verordening Wet inburgering gemeente Rijnwoude 2012 en de Verordening Wet inburgering gemeente Boskoop 2010.

Artikel 15 Citeertitel

De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet inburgering Gemeente Alphen aan den Rijn.

Vastgesteld door de raad van de gemeente Alphen aan den Rijn in de openbare raadsvergadering van 21 april 2016,

de griffier, de voorzitter,

drs. J.A.M. Timmerman, mr. drs. J.W.E. Spies

Toelichting bij de Verordening Wet inburgering Gemeente Alphen aan den Rijn

Wijzigingen in deze verordening ten opzichte van de te harmoniseren verordeningen 2012 en 2010

 

De verordeningen van Rijnwoude (2012), Boskoop (2010) en Alphen aan den Rijn (2012) zijn geharmoniseerd tot deze Verordening Wet inburgering Gemeente Alphen aan en Rijn.

 

Alle artikelen die te maken hebben met de vrijwillige inburgeringsplichtigen zijn niet opgenomen in de geharmoniseerde verordening.

De betalingstermijn voor eigen bijdrage is aangepast naar 18 maanden (termijn Boskoop (2010) gehandhaafd)

 

Het overgangsrecht per 1/1/2013 is verwerkt in deze verordening

 

De hoogte van de boetes in de verordening Alphen aan den Rijn (2012) zijn gehandhaafd, ten opzichte van de bedragen in de verordeningen van oud-Boskoop en oud-Rijnwoude zijn deze verlaagd.

 

Hoofdstuk IV, artikel 12 t/m 15 (ontheffing) zijn verwijderd omdat een en ander in de wet is beschreven.

 

Hoofdstuk III, teksten aangepast in verband met het aanbieden van een voorziening. Artikel 11 is vervangen.