Organisatie | Olst-Wijhe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Wet Taaleis gemeente Olst-Wijhe 2016 |
Citeertitel | Beleidsregels Wet Taaleis gemeente Olst-WIjhe 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
14-05-2016 | Nieuwe regeling | 03-05-2016 | Collegestuk 16.014292 |
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
Trajectplan: een plan waarin wordt opgenomen welke voorziening, gelet op de mogelijkheden, capaciteiten en wensen van de belanghebbende het meest doelmatig is met het oog op inschakeling in de arbeid. Dit plan bevat tenminste een doelstelling, voorwaarden, bijdrage van belanghebbende en een tijdspad.
Artikel 2. Aantonen kennis Nederlandse taal
Met rapporten of diploma’s van erkende Nederlandse onderwijsinstellingen toont belanghebbende het volgen van Nederlandstalig onderwijs aan (zowel basis- als voortgezet/beroepsonderwijs). Dat kan ook particulier of Nederlandstalig onderwijs in het buitenland zijn. Voorbeelden staan in de toelichting.
Als tijdens een vorige uitkeringsperiode al een toets is afgenomen en is vastgesteld dat belanghebbende de Nederlandse taal onvoldoende beheerst, maar ook is vastgesteld dat door in de persoon gelegen factoren belanghebbende niet is staat is om de Nederlandse taal op referentieniveau 1F machtig te worden.
Artikel 5. Kennisgeving en (geen) bereidverklaring
Is de uitkomst van de toets dat belanghebbende niet aan de taaleis voldoet, dan wordt de volgende procedure gevolgd:
Artikel 6. Het volgen van de voortgang van het taaltraject
wat het startniveau van belanghebbende is;
de manier waarop de belanghebbende de vereiste taalvaardigheden gaat leren;
de voortgang en inspanningen die van belanghebbende worden verwacht;
op welke momenten de voortgang en inspanningen worden gemonitord. Dit is minimaal iedere zes maanden.
Artikel 7. Het ontbreken van elke vorm van verwijtbaarheid
Elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt als er:
Artikel 8. Relatie met Wet inburgering
Wanneer belanghebbende begonnen is met een leertraject in het kader van de Wet inburgering, kan dit worden aangemerkt als ‘voldoende inspanning’ van de kant van belanghebbende, zoals bedoeld is in de Wet Taaleis.
Artikel 9. Relatie met de Wet educatie
Wanneer belanghebbende voor de ingangsdatum van de Wet Taaleis begonnen is met een taaltraject in het kader van de Wet educatie en dit traject loopt nog, kan dit aangemerkt worden als ‘voldoende inspanning’ van de kant van belanghebbende, zoals bedoeld is in de Wet Taaleis.
Artikel 10. Gevallen waarin de beleidsregels niet voorzien
In alle gevallen waarin deze beleidsregels niet voorzien of toepassing daarvan niet overeenkomt met de bedoeling van deze regels, beslist het college.
Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel
Deze beleidsregels treden in werking op de dag na bekendmaking
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als “Beleidsregels Wet taaleis gemeente Olst-Wijhe 2016”.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van de gemeente Olst-Wijhe op 3 mei 2016,
Burgemeester en wethouders van Olst-Wijhe,