Organisatie | Nissewaard |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard houdende regels omtrent paricipatie Beleidsregels Participatiewet Nissewaard |
Citeertitel | Beleidsregels Participatiewet Nissewaard 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Algemene wet bestuursrecht, art. 4:81
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2020 | 07-07-2020 | hoofdstuk 6, paragraaf 4, artikel 4.3.1, 4.3.2, 4.4.1, 4.4.2, 4.5.1, 4.5.1, 6.1, 6.2 | 17-12-2019 | 19.B.00426 | |
28-07-2018 | 01-01-2020 | titel, aanhef, artikel 2.5, 2.6, 2.7, 3.4.1, 5.5 | 10-07-2018 | ||
01-02-2017 | 01-01-2017 | 28-07-2018 | art. 3.4.1, art. 3.4.2, art. 3.4.3, art. 3.4.4, art. 3.4.5 | 24-01-2017 | 17.B.00007 |
26-04-2016 | 01-01-2017 | nieuwe regeling | 29-03-2016 | 16.B.00151 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard;
gelet op de bepalingen in de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw), Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz) en het Bijstandsbesluit Zelfstandigen 2004,
Hoofdstuk 1 Bijzondere doelgroepen
Artikel 1.1 Definitie adreslozen
Met adreslozen worden personen bedoeld die niet beschikken over of niet langdurig gebruik maken van zelfstandige huisvesting of van residentiële huisvesting (waaronder ook klinieken en penitentiaire inrichtingen zijn te rekenen). Zij hebben geen onderdak bij familie of vrienden en zij beschikken niet over een adres. Zij leiden een zwervend bestaan en brengen de nacht door op straat, in portieken, openbare gebouwen en ander beschutting biedende plaatsen. Soms brengen zij een beperkt aantal nachten in de nachtopvang door.
Artikel 1.3 Aanvullende inlichtingenplicht adreslozen
Voor de beoordeling van zijn verblijfplaats is de adresloze op grond van artikel 17 van de wet verplicht om desgevraagd aannemelijk te maken dat hij adresloos is, waarvoor minimaal eens per maand schriftelijk conform het door het college gehanteerde adreslozenformulier, wordt medegedeeld in welke straten/plaatsen de belanghebbende in de nachten van de voorgaande maand doorgaans heeft verbleven.
Artikel 1.4 Aanvullende verplichtingen adreslozen
Het college legt op grond van artikel 55 van de wet, de adresloze de verplichting op om:
te verblijven in een opvangvoorziening voor adreslozen, dit in situaties waarbij dit noodzakelijk wordt geacht gezien de omstandigheden van belanghebbende en deze deelneemt aan een voorziening ten behoeve van re-integratie, waarbij de traceerbaarheid bij de deelname aan een concrete voorziening van belang is.
Artikel 2.4 Loonkostensubsidie en scholingsbudget
Op grond van artikel 32 van de Participatieverordening, kan het college aan een werkgever die een uitkeringsgerechtigde in dienst neemt voor de duur van tenminste zes maanden, eenmalig een budget verstrekken ter hoogte van maximaal € 7.000,- als loonkostensubsidie en/of scholingsbudget, ten behoeve van het vervullen van de functie.
Indien het dienstverband binnen zes maanden eindigt, vindt betaling van de vergoeding naar rato plaats voor geheel gewerkte maanden. Indien binnen deze maanden de werkgever het scholingsbudget (aantoonbaar) heeft aangewend en de (voormalig) uitkeringsgerechtigde de ingezette scholing heeft afgerond, behoeft het verstrekte scholingsbudget door de werkgever niet te worden terugbetaald.
Artikel 2.6 Arbeidsverplichting en verlof
De belanghebbende die op grond van artikel 9, eerste lid onder a van de wet, dient te voldoen aan de arbeidsplicht, heeft recht op maximaal vier weken verlof per jaar. Het verlof is vrijaf te besteden in of buiten Nederland.
Hoofdstuk 3 Inkomsten en Middelen
Artikel 3.1.3. Vrijlating inkomsten alleenstaande ouder
Het college maakt geen gebruik van de wettelijke mogelijkheid als bedoeld in artikel 31, tweede lid, onder r van de wet, artikel 8, vijfde lid Ioaw en artikel 8, negende lid Ioaz, omdat deze arbeid niet gezien wordt als bijdragend aan de arbeidsinschakeling.
Kamerhuurder is de persoon die zijn hoofdverblijf heeft bij een ander, niet zijnde een bloed- of aanverwant in de eerste of tweede graad, die met die ander een commerciële overeenkomst is aangegaan voor het zelfstandig gebruik van een deel van de woning, al dan niet met maaltijdvoorziening, welke overeenkomst voldoet aan door burgemeester en wethouders vast te stellen vereisten.
Een kamerverhuurder is de persoon die over zelfstandige huisvesting beschikt en één of meer anderen, niet zijne een bloed- of aanverwant in de eerste graad of tweede graad, met wie voor het zelfstandig gebruik van een deel van de woning, al dan niet met maaltijdvoorziening, een commerciële overeenkomst is aangegaan, welke overeenkomst voldoet aan door burgemeester en wethouders vast te stellen vereisten.
Als co-ouder wordt aangemerkt de alleenstaande welke structureel een deel van de feitelijke verzorging voor een of meer kinderen verricht. De afspraken over gedeelde zorg dienen formeel te zijn vastgelegd in een door de rechtbank vastgesteld echtscheidingsconvenant, ouderschapsplan en/ of co-oudercontract.
Artikel 3.2.3 Bijstand aan kinderen van minderjarigen
Op basis van artikel 18 eerste lid van de wet wordt aan een kind van een minderjarige alleenstaande ouder die bij diens ouders inwoont, een uitkering verstrekt, ter hoogte van het verschil tussen de norm voor gehuwden met ten laste komende kinderen en de norm voor gehuwden zonder ten laste komende kinderen.
Paragraaf 4 Bestuurlijke boete in verband met schending inlichtingenplicht
Artikel 3.4.2 Overtreding zonder of met een gering benadelingsbedrag
Als de inlichtingenplicht wordt overtreden en binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum van overtreding niet eerder een waarschuwing is gegeven, en de overtreding van de inlichtingverplichting niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag of het benadelingsbedrag niet hoger is dan € 150,-, als bedoeld in artikel 2aa van het Boetebesluit socialezekerheidswetten, dan wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven.
Artikel 3.4.3 Herhaling van de overtreding, zonder benadelingsbedrag
Als de inlichtingenverplichting wordt overtreden binnen een periode van twee jaar te rekenen vanaf de datum waarop eerder aan de belanghebbenden een waarschuwing, bedoeld in artikel 3.4.2, is gegeven, en deze overtreding niet heeft geleid tot een benadelingsbedrag, dan wordt een boete opgelegd ter hoogte van € 150,-.
Artikel 3.4.4 Dringende redenen
Er kunnen dringende redenen zijn om af te zien van een bestuurlijke boete, als bedoeld in artikel 18a, zevende lid, van de Participatiewet, in artikel 20a, zevende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, en in artikel 20a, zevende lid van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.
Dringende redenen kunnen slechts zijn gelegen in onaanvaardbare sociale of financiële consequenties van het opleggen van de boete. Het moet gaan om zeer uitzonderlijke situaties waarin alle van belang zijnde omstandigheden worden afgewogen. Lichamelijke of psychische klachten die voor de overtreding aanwezig waren, vormen op zichzelf geen dringende redenen.
Paragraaf 2 Bijzondere bijstand kostensoorten
Artikel 4.2.1 Woonkostentoeslag bij huurkosten
Bij berekening van de woonkostentoeslag wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de berekeningssystematiek van huurtoeslag, met dien verstande dat het huidige structurele inkomen in de berekening wordt gebruikt en vermogen boven de vermogensgrens als genoemd in artikel 34 van de wet als middelen in aanmerking wordt genomen.
Artikel 4.2.2 Woonkostentoeslag bij eigen woning
Als in aanmerking te nemen woonkosten worden gezien de hypotheekrente, eigenaarsdeel onroerende-zaakbelasting, waterschapslasten, premie opstalverzekering, erfpachtcanon en een forfaitair bedrag aan onderhoudskosten, onder aftrek van in aanmerking te nemen rijkssubsidies aan de woningeigenaar of Voorlopige Teruggave Hypotheekrenteaftrek.
Bij berekening van de woonkostentoeslag wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de berekeningssystematiek van huurtoeslag, met dien verstande dat het huidige structurele inkomen in de berekening wordt gebruikt en vermogen boven de vermogensgrens als genoemd in artikel 34 van de wet als middelen in aanmerking wordt genomen.
Artikel 4.2.3 Bijzondere woonkosten
Artikel 4.2.4 Kleding en kledingslijtage
Indien en voor zover niet meer over passende kleding kan worden beschikt vanwege een acute noodsituatie, bijvoorbeeld door ziekte, ongeval of een redelijkerwijs niet-verzekerbare calamiteit, wordt bijzondere bijstand verleend. In dit geval wordt slechts kleding verstrekt voor zover het in dat seizoen passend is.
Artikel 4.2.8 Bijzondere bijstand voor studiekosten
Voor ten laste komende kinderen die een Mbo-opleiding volgen worden reiskosten om op de dichtstbijzijnde locatie van de opleiding (of stage) van hun keuze te komen vergoed, voor zover deze Mbo-leerling geen aanspraak kan maken op een Ov-studentenkaart en de dichtstbijzijnde opleidingslocatie buiten de gemeente Nissewaard ligt.
Artikel 4.2.13 Voorkoming opname AWBZ-instelling
Kosten die door belanghebbende worden gemaakt voor voorzieningen die hem in staat stellen (langer) zelfstandig in de woning te blijven wonen en hiermee opname in een AWBZ instelling te voorkomen, worden aangemerkt als noodzakelijke kosten als gevolg van bijzondere omstandigheden. Voor deze kosten wordt individuele bijzondere bijstand verleend voor zover categoriale bijzondere bijstand hierin niet voorziet.
Voor zover belanghebbende of een gezinslid noodzakelijkerwijs een dieet moet volgen, wordt in de meerkosten van dit dieet ten opzichte van reguliere voeding, bijstand verleend.
Artikel 4.2.17: Zelfstandig wonende jong-meerderjarigen
Aan jongeren van 18 tot en met 20 jaar wordt aanvullend op de bijstandsnorm, op grond van artikel 16 en artikel 35 van de wet bijzondere bijstand voor levensonderhoud verstrekt indien de jongere noodzakelijkerwijs zelfstandig woont en geen gezamenlijke huishouding voert met een ander die 21 jaar of ouder is.
Artikel 4.2.18 Taxatiekosten eigen woning
Wanneer geen recent taxatierapport aanwezig is van de woning, woonwagen of het woonschip, en de vastgestelde WOZ-waarde biedt onvoldoende aanknopingspunten voor het vaststellen van de huidige waarde van de woning, is een taxatie ten behoeve van beoordeling van de overwaarde in het kader van artikel 50 van de wet noodzakelijk. Voor de kosten wordt bijzondere bijstand om niet verstrekt.
Paragraaf 4 Individuele Inkomenstoeslag
Artikel 4.4.1 Recht op individuele inkomenstoeslag
Het college verleent op verzoek een Individuele inkomenstoeslag indien belanghebbende voldoet aan de voorwaarden als opgenomen in de Verordening sociaal domein gemeente Nissewaard en artikel 36 van de wet.
Artikel 5.5 Tegemoetkoming reiskosten voor het volgen van een taalcursus
Onder reiskosten wordt verstaan: de kosten die voortkomen uit het noodzakelijke verkeer van de belanghebbende van het adres waarop de belanghebbende in de Basisregistratie Personen staat ingeschreven, naar het adres waar belanghebbende in het kader van taaleis noodzakelijkerwijs wordt geacht te zijn, en vice versa.
De reiskosten worden alleen vergoed voor het volgen van een taalcursus bij een aanbieder die binnen de gemeente Nissewaard of de gemeente Brielle is gevestigd, tenzij de gemeente stelt dat het volgen van een taalcursus bij een aanbieder buiten de gemeenten Nissewaard en Brielle een voorwaarde is voor het beheersen van het vereiste taalniveau en/of het vinden van een baan.
Artikel 6.2 Beëindiging bedrijf of zelfstandig beroep
Als bij beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep een deel van een lening resteert en deze niet met toepassing van artikel 43, eerste lid, Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 onder hypothecair verband is verleend, maakt het college bij niet verwijtbaarheid van de beëindiging het resterende deel van de lening renteloos vanaf de beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep.
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard van 29 maart 2016
Burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard,
de secretaris,
de burgemeester,
Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard van 29 maart 2016
Burgemeester en wethouders van de gemeente Nissewaard,
de secretaris,
de burgemeester,