Organisatie | Ede |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | 40 Bedragen |
Citeertitel | CAR/UWR |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Gemeentewet, art. 160, lid 1.
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
27-07-2016 | 01-01-2020 | Onbekend | 25-04-2016 Gemeenteblad, 2016, 1262 | 49437 |
Artikel 40:1:0:1 Regeling voor toekenning van emolumenten, vergoedingen, verstrekkingen en toelagen
Boven het salaris genieten de hieronder vermelde ambtenaren de volgende emolumenten, vergoedingen, verstrekkingen of toelagen;
een vergoeding voor het werken onder omstandigheden, welke een verhoogd gevaar voor persoonlijk letsel met zich meebrengen: de ambtenaar die na alarmering of oproep tijdens consignatiediensten het voor de dienst gesloten raadhuis of een ander voor de dienst gesloten gemeentelijk gebouw binnentreedt en controleert;
De ambtenaar, die moet overwerken worden de extra reiskosten woon-werkverkeer per motorrijtuig vergoed op basis van het bedrag zoals vastgelegd in artikel 40:1:1:4 lid 1. Bij overwerk kan een vergoeding voor maaltijden worden verleend, indien en voor zover deze niet door of vanwege de dienst worden verstrekt, tot de werkelijk gemaakte kosten met een maximale vergoeding per maaltijd van het bedrag dat hiervoor in de Reisregeling Binnenland is aangegeven.
een dienstauto (personen- of bestelauto) voor de uitoefening van de functie: de ambtenaren die deze voor de uitvoering van hun werkzaamheden nodig hebben. Deze dienstauto mag in beginsel niet voor privé-doeleinden worden gebruikt. Wordt in een uitzonderingssituatie, door de sectordirecteur, namens het college, wel toestemming verleend voor privé-gebruik, dan wordt hiervan door de sectordirecteur melding gedaan aan de belastingdienst.
De bedragen van de in lid 1 bedoelde vergoedingen zijn opgenomen in artikel 40:1:1:1.
De hoogte van vergoedingen als vermeld in lid 1 wordt bezien in relatie tot de prijsontwikkelingen. Aanpassing van deze vergoedingsbedragen geschiedt namens het college door het hoofd afdeling Personeel en Organisatie. Hiervan doet hij mededeling aan de commissie voor Georganiseerd Overleg.
Artikel 40:1:1:1 Bezoldigingsverordening
De emolumenten, vergoedingen en toelagen, als bedoeld in artikel 40:1:0:1, zijn als volgt vastgesteld:
Artikel 40:1:1:2 Beleidsregels voor de viering van ambts- en dienstjubilea
De attentie, als bedoeld in artikel 3:19:0:2, bedraagt:
Kosten voor fotoreportages tijdens festiviteiten, zoals bedoeld in artikel 3:19:0:2, kunnen tot een maximum van € 227,00 voor rekening van de gemeente worden genomen.
Artikel 40:1:1:4 Vergoedingsregeling reis- en verblijfkosten dienstreizen
De vergoeding voor het gebruik van een auto, motorrijwiel of scooter voor dienstreizen, zoals bedoeld in artikel 15:1:22:7, lid 1, bedraagt € 0,32 (peildatum 1 januari 2016) per gereden kilometer.
De vergoeding voor het gebruik van een eigen rijwiel voor dienstreizen, zoals bedoeld in artikel 15:1:22:9, wordt als volgt berekend:
Met inachtneming van de volgende maxima kunnen de werkelijke verblijfkosten voor vergoeding in aanmerking komen, zoals bedoeld in artikel 15:1:22:10, lid 1:
De vaste verblijfkostenvergoeding, zoals bedoeld in artikel 15:1:22:10, lid 4, bedraagt € 0,57 per uur met een maximum van € 5,00 per dag.
Artikel 40:1:1:5 Verplaatsingskostenverordening
De tegemoetkoming in dubbele woonkosten, zoals bedoeld in artikel 18:1:1:5, lid 1, sub b, bedraagt maximaal € 272,27 per maand.
De tegemoetkoming in verhuiskosten, zoals bedoeld in artikel 18:1:1:5, lid 2, mag de € 5.445,00 niet overschrijden.
De minimale tegemoetkoming voor de betrokkene die zelfstandig woont, doch geen eigen huishouding voert, zoals bedoeld in artikel 18:1:1:5, lid 3, bedraagt € 341,00.
De in artikel 18:1:1:5, lid 4, bedoelde verhuispremie voor een ongehuwde betrokkene, die woont bij het gezin waartoe hij behoort, en zich binnen 2 jaar na indiensttreding vestigt in de gemeente Ede, bedraagt € 341,00.
Het maximum bedrag bij een verhuizing van een gezin, waarin de echtgenoten of geregistreerde partners beiden betrokken zijn in de zin van deze verordening, zoals bedoeld in artikel 18:1:1:5, lid 5, is € 5.445,00.
Artikel 40:1:1:6 Uitvoeringsregeling Verplaatsingskostenverordening
Artikel 18:1:1:6 bepaalt dat verhuisplichtige ambtenaren gedurende een periode van ten hoogste twee jaar aanspraak hebben op een volledige vergoeding van de reiskosten woon-werkverkeer. Als gevolg van het bepaalde in artikel 18:1:1:7 lid 1, bedraagt de vergoeding van de reiskosten de gemaakte kosten van het openbaar vervoer op basis van het tarief van de tweede klasse.
De tegemoetkoming in kosten voor treinreizen per jaar wordt tot ten hoogste de maximumprijs van een NS kaart "traject vrij jaar" tweede klasse vergoed.
De verhuisplichtige ambtenaar die met de trein reist en van de woning of het pension met ander (aansluitend) openbaar vervoer naar het eerst mogelijke NS-station kan reizen, maar van dit openbaar vervoer geen gebruik maakt en in plaats daarvan met eigen vervoer reist, ontvangt een tegemoetkoming. Deze tegemoetkoming bedraagt op jaarbasis € 91,00.
Bepaald is dat verhuisplichtige ambtenaren die werken op een plaats die niet per openbaar vervoer te bereiken is een maandelijkse vergoeding voor woon-werkverkeer ontvangen gedurende een periode van ten hoogste twee jaar. De hoogte van deze tegemoetkoming hangt af van de enkele reisafstand en van het aantal dagen dat de ambtenaar naar zijn plaats van tewerkstelling reist. De maandelijkse vergoeding wordt vastgesteld volgens onderstaande tabel (het betreft hier enkele reisafstanden).
Enkele reisafstand/ Maandelijkse vergoeding bij reizen op:
De vergoeding per afgelegde kilometer voor verhuisplichtige ambtenaren is met de wijziging van het verplaatsingskostenbesluit 1989 (rijksregeling) komen te vervallen.
Het vijfde lid regelt de tegemoetkoming in het geval de plaats van tewerkstelling naar het oordeel van het college wel bereikbaar is met het openbaar vervoer maar daar geen gebruik van wordt gemaakt. De betrokkene heeft dan recht op een tegemoetkoming van 25% van de tegemoetkoming bedoeld in het vierde lid.
Enkele reisafstand/ Maandelijkse vergoeding bij reizen op:
Een minimumvergoeding reiskosten woon-werkverkeer is € 2,50 per maand. Een tegemoetkoming van € 2,50 per maand of minder wordt niet uitbetaald.
De tegemoetkoming in pensionkosten bedraagt 90% van de betaalde pensionkosten, zoals bedoeld in artikel 18:1:1:6, lid 2.2 voor zover deze pensionkosten niet uitgaan boven een bedrag van € 300,00 per maand.