38 Rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar burgerlijke stand

Artikel 38:1:1:1 Begripsomschrijving

Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:

• a

  buitengewoon ambtenaar: de bezoldigd buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand, zoals bedoeld in artikel 2, lid 5 van het Reglement burgerlijke stand.

• b

  CAR/UWR: de Collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsregeling van de gemeente Ede.

Artikel 38:1:1:2 Aanstelling

Lid 1

Aanstelling geschiedt in tijdelijke dienst bij wijze van proef voor de duur van één jaar.

Lid 2

Na afloop van de in lid 1 bedoelde aanstelling kan bij goed functioneren een tijdelijke aanstelling worden verleend voor de duur van maximaal 5 jaar.

Lid 3

Na afloop van de in lid 2 bedoelde aanstelling kan deze eenmaal verlengd worden voor een periode van maximaal 5 jaar.

Lid 4

De aanstellingen bedoeld in dit artikel eindigen van rechtswege.

Artikel 38:1:1:3 Bezoldiging

Lid 1

De buitengewoon ambtenaar als bedoeld in artikel 38:1:1:2, lid 1, ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan viermaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 7, bijlage IIa van de CAR/UWR. Vindt de voltrekking van het huwelijk of de registratie van het partnerschap plaats op zaterdag, dan wordt de in de vorige zin bedoelde vergoeding verhoogd met een bedrag gelijk aan 75% van anderhalfmaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 7, bijlage IIa van de CAR/UWR.

Lid 2

De buitengewoon ambtenaar als bedoeld in artikel 38:1:1:2, lid 2 en lid 3, ontvangt een bezoldiging in de vorm van een vergoeding per voltrokken huwelijk of geregistreerd partnerschap gelijk aan viermaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWR. Vindt de voltrekking van het huwelijk of de registratie van het partnerschap plaats op zaterdag, dan wordt de in de vorige zin bedoelde vergoeding verhoogd met een bedrag gelijk aan 75% van anderhalfmaal het uurloon behorende bij het hoogste bedrag van schaal 8, bijlage IIa van de CAR/UWR.

Lid 3

De vergoeding bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt opgehoogd met het percentage van de vakantietoelage van artikel 6:3, tweede lid, van de CAR/UWR.

Lid 4

De vergoeding bedoeld in het eerste en tweede lid wordt opgehoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering van artikel 3:6 van de CAR/UWR.

Lid 5

De vergoeding bedoeld in het eerste en tweede lid wordt opgehoogd met een percentage van 8,6% ter compensatie van het niet genieten van het vakantieverlof.

Artikel 38:1:1:4 Aanspraken bij ziekte

Lid 1

Bij ziekte van de buitengewoon ambtenaar jonger dan 65 jaar zijn de artikelen 7:1 tot en met 7:3 (definities, begeleiding en recht op bezoldiging bij ziekte), 7:9 tot en met 7:14 (verplichtingen en sancties) en 7:19 tot en met 7:21 (samenloop doorbetaling bezoldiging en uitkering) van de CAR/UWR van overeenkomstige toepassing.

Lid 2

Voor toepassing van dit artikel wordt onder bezoldiging verstaan: het gemiddelde van het totaal aan vergoedingen bedoeld in artikel 38:1:1:3, over de 12 maanden onmiddellijk voorafgaande aan de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar. Voor zover de ambtenaar op deze datum zijn betrekking nog geen 12 maanden heeft vervuld, wordt gerekend met het bedrag dat hem gemiddeld per maand is toegekend over de periode waarin hij in dienst is.

Lid 3

Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de eerste dag van ongeschiktheid van de buitengewoon ambtenaar verstaan: de dag waarop de ambtenaar is aangewezen om een huwelijk of geregistreerd partnerschap te voltrekken, waarvoor hij wegens ziekte is verhinderd.

Lid 4

Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen.

Artikel 38:1:1:5 Vergoeding van reiskosten

Lid 1

Voor het voltrekken van huwelijken danwel het registreren van partnerschappen die niet plaatsvinden in het Raadhuis aan het Raadhuisplein te Ede ontvangt de buitengewoon ambtenaar een vergoeding voor gemaakte reiskosten.

Lid 2

Voor de berekening van het aantal te vergoeden kilometers wordt als vertreklocatie uitgegaan van het Raadhuis aan het Raadhuisplein te Ede.

Lid 3

Per kilometer ontvangt de buitengewoon ambtenaar de vergoeding, zoals bedoeld in artikel 15:1:22:7, lid 1 van de CAR/UWR.

Artikel 38:1:1:6 Ontslag en schorsing

Lid 1

Ontslag kan worden verleend overeenkomstig de artikelen 8:1 (op verzoek), 8:3 (wegens reorganisatie), 8:4 (wegens arbeidsongeschiktheid), 8:6 (wegens onbekwaamheid of ongeschiktheid), 8:7 en 8:8 (overige ontslaggronden), 8:12 en 8:12:1 (van rechtswege en tussentijdse ontslag uit tijdelijke aanstelling) en 8:13 (als disciplinaire straf) van de CAR/UWR.

Lid 2

Schorsing van de buitengewoon ambtenaar vindt plaats overeenkomstig artikel 8:15:1 en 8:15:2 van de CAR/UWR.

Artikel 38:1:1:7 Overige rechten en verplichtingen

De artikelen 15:1, 15:1b tot en met 15:1g (verplichtingen rond integriteit), 15:1:12 (vergoeding van schade), 15:1:15 (beoordeling van de ambtenaar), 15:1:16 (uniform of dienstkleding), 15:1:19 (verbod betreden arbeidsterrein), 15:1:20 (infectieziekten), 15:1:22 (reis- en verblijfkosten), 15:1:23 tot en met 15:1:25 (vergoeden van schade) en 15:2 van de CAR/UWR zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 38:1:1:8 Plichtsverzuim

De buitengewoon ambtenaar die de hem opgelegde verplichtingen niet nakomt of zich overigens schuldig maakt aan plichtsverzuim, kan disciplinair worden gestraft, overeenkomstig hoofdstuk 16 van de CAR/UWR.

Artikel 38:1:1:9 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de gebruikelijke bekendmaking en werkt, voor wat betreft de artikelen 38:1:1:3, 38:1:1:4 en 38:1:1:5 terug tot 1 mei 2011.

Artikel 38:1:1:10 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als de rechtspositieregeling voor de buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeente Ede.

Artikel 38:1:1:11 Overgangsrecht

Op de buitengewoon ambtenaar die op 1 mei 2011 al als zodanig in dienst was bij de Gemeente Ede is artikel 38:1:1:2 niet van toepassing. Voor deze ambtenaar geldt dat de aanstelling maximaal voortduurt tot de datum waarop de buitengewoon ambtenaar de leeftijd van 70 jaar bereikt.