Organisatie | Werk en Inkomen Lekstroom |
---|---|
Organisatietype | Regionaal samenwerkingsorgaan |
Officiële naam regeling | Regeling gesprekscyclus Werk en Inkomen Lekstroom |
Citeertitel | Regeling gesprekscyclus WIL |
Vastgesteld door | dagelijks bestuur |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
13-05-2016 | nieuwe regeling | 14-04-2016 Blad gemeenschappelijke regeling 2016, 249 | 61812/2016 |
Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom,
gelet op het gestelde in artikel 125 van de Ambtenarenwet;
gelet op het gestelde in artikel 33b onder c van de Wet gemeenschappelijke regelingen;
gelet op artikel 22, lid 3 van de Gemeenschappelijke regeling Werk en Inkomen Lekstroom;
gelet op artikel 15:1:15 van de CAR-UWO
gelet op verkregen instemming van de Ondernemingsraad op 8 maart 2016;
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
Artikel 2. Het doel van de gesprekscyclus
De centrale doelstelling van de gesprekscyclus is het maken van afspraken met medewerkers over hun werkresultaten, competenties en professionele ontwikkeling. Dit betekent dat medewerkers zelf verantwoordelijk zijn en gehouden worden voor de kwaliteit en resultaten van hun werk, hun ontwikkeling, hun loopbaan en hun blijvende inzetbaarheid voor de organisatie.
De gesprekscyclus omvat een werk- en ontwikkelgesprek, een voortgangsgesprek en een beoordelingsgesprek.
Artikel 3. Het doel van het werk- en ontwikkelgesprek
Dit gesprek heeft als hoofddoel het maken van afspraken over resultaten en prestaties. Daarnaast worden afspraken gemaakt over hoe tot deze prestaties te komen en wat daar eventueel nog voor nodig is. Ook wordt besproken welke begeleiding of ondersteuning eventueel nodig is. Ook kunnen de loopbaan en persoonlijke ontwikkeling aan bod komen, maar dit is geen hoofddoel. Als er behoefte bestaat deze onderwerpen verder uit te werken dan wordt zo nodig een loopbaangesprek ingepland tussen leidinggevende, medewerker en HR.
Artikel 4. Voorbereiding werk- en ontwikkelgesprek
De medewerker vult voorafgaand aan het werk- en ontwikkelgesprek het bijbehorende formulier in en levert dit uiterlijk één week voor de afgesproken datum aan bij de leidinggevende. Het formulier wordt in tweevoud opgesteld en tijdens het gesprek door de beoordelaar en de medewerker in ieder geval voor gezien ondertekend.
De medewerker heeft na afloop van het gesprek nog een week de tijd om het formulier eventueel aan te vullen of aan te passen op basis van de inhoud van het werk- en ontwikkelgesprek. Indien de leidinggevende akkoord is met de geformuleerde afspraken, ondertekenen zowel de medewerker als de leidinggevende het formulier voor akkoord. Afspraken waar verschil van inzicht c.q. mening over bestaat, worden voor gezien getekend.
Artikel 5. Het doel van het voortgangsgesprek
Een voortgangsgesprek vindt alleen plaats indien hiervoor aanleiding is. Een voortgangsgesprek kan zowel door de medewerker als door de leidinggevende geïnitieerd worden. Wanneer ten tijde van het W&O-gesprek op één of meerdere onderdelen ‘voor gezien’ is getekend, wordt altijd een voortgangsgesprek ingepland. In het voortgangsgesprek worden de afspraken uit het werk- en ontwikkelgesprek geëvalueerd en waar nodig bijgesteld en/of uitgebreid. Eventuele concrete vervolgacties worden vastgelegd door de medewerker.
Artikel 6. Het doel van de 360 graden feedback
Het doel van de 360 graden feedback is om een zo breed mogelijk beeld te schetsen van het huidige gedrag in de werksituatie. Hierdoor wordt brede input vergaard voor de beoordeling van de medewerker. Daarnaast is deze feedback nuttig voor de teamontwikkeling en de individuele ontwikkeling. De medewerker dient per beoordelingsperiode aan minimaal twee directe collega’s (al dan niet senior) feedback te vragen door middel van het feedbackformulier.
Artikel 7. Het doel van het beoordelingsgesprek
Het doel van het beoordelingsgesprek is het functioneren van de individuele medewerker te beoordelen en om rechtspositionele beslissingen te kunnen nemen (bijv. wat betreft salaris). Dit gebeurt aan de hand van de voor de medewerker geldende afspraken zoals vastgelegd in het werk- en ontwikkelgesprek en het voortgangsgesprek, de resultaatbeschrijving, de functiebeschrijving en het bijbehorende competentieprofiel.
Artikel 9. Frequentie waarmee een beoordeling plaatsvindt.
Indien door (persoonlijke) omstandigheden een beoordeling niet goed mogelijk is wordt de beoordeling uitgesteld tot het moment dat de omstandigheden en feiten zodanig zijn dat een gedegen beoordeling kan worden opgesteld van het functioneren van een medewerker. De beoordelingscyclus omvat maximaal 18 maanden. Indien er binnen 12 maanden geen beoordeling heeft plaatsgevonden volgt automatisch de periodieke verhoging na 12 maanden. Indien na beoordeling blijkt dat er onvoldoende is gepresteerd zal de eerstvolgende periodieke verhoging niet plaats vinden.
Artikel 10. Beoordelingsgradaties
1.WIL hanteert de volgende beoordelingsgradaties:
Onvoldoende: Voldoet niet aan de resultaatafspraken De geleverde prestaties en/of de feitelijk waargenomen vaardigheden, houding en het gedrag schieten duidelijk tekort. Ze zitten onvoldoende op het niveau dat was afgesproken en dat verwacht mag worden van de medewerker. Er dient duidelijk verbetering aangebracht te worden in het functioneren van de medewerker.
De geleverde prestaties en/of de feitelijk waargenomen vaardigheden, houding en het gedrag gaan in opvallende mate regelmatig boven de eisen uit. Ze zitten (ver) boven het niveau dat was afgesproken en dat verwacht mag worden van de medewerker. De medewerker is een voorbeeld voor anderen.
Artikel 11. De beoordelingsprocedure
Indien de medewerker ‘voor gezien’ tekent dan kan de beoordelaar gevraagd worden de inhoud aan te passen. Als de beoordelaar hier niet akkoord mee gaat dan kan de medewerker een aparte brief opstellen waar de punten in staan waar hij/zij het niet mee eens is. Deze wordt toegevoegd aan het ‘voor gezien getekend’ beoordelingsformulier en geretourneerd aan de beoordelaar
Artikel 13. Het beoordelingsgesprek
In een beoordelingsgesprek komen de volgende onderwerpen aan de orde:
Artikel 14. Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet of niet in redelijkheid voorziet, kan de werkgever een bijzondere voorziening treffen.