Organisatie | Utrecht |
---|---|
Organisatietype | Provincie |
Officiële naam regeling | Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 15 maart 2016, nr. 817E951D, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie opruiming drugsafval provincie Utrecht (Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Utrecht) |
Citeertitel | Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Utrecht |
Vastgesteld door | gedeputeerde staten |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | milieu, subsidies, natuur en landschap |
Geen.
Algemene subsidieverordening provincie Utrecht, art. 4
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
19-04-2016 | 01-09-2018 | nieuwe regeling | 15-03-2016 | 817E951D |
Besluit van Gedeputeerde Staten van Utrecht van 15 maart 2016, nr. 817E951D, tot vaststelling van de Uitvoeringsregeling subsidie opruiming drugsafval provincie Utrecht (Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Utrecht).
Gedeputeerde Staten van Utrecht;
Gelet op art. 4:25 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 4, 6 en 33 van de Algemene subsidieverordening provincie Utrecht;
Gelet op het op 2 februari 2016 vastgestelde Jaarprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving 2016 (nr. 817C51F1), par. 2.2.18;
Gelet op het op 15 maart 2016 vastgestelde Mandaatbesluit Uitvoeringsregeling subsidie opruiming drugsafval provincie Utrecht (nr. 817E951E);
Voor zover noodzakelijk en adequaat in relatie tot het doel van de subsidie komen voor subsidie in aanmerking de daadwerkelijk door onafhankelijke derden gemaakte kosten, voor zover deze niet op andere wijze voor vergoeding in aanmerking komen, met betrekking tot:
Gedeputeerde staten stellen het subsidieplafond voor subsidies, als bedoeld in artikel 4, voor de in artikel 8, onder a, genoemde periode vast op € 21.722,–.
Gedeputeerde Staten zenden aan Provinciale Staten ter kennisneming een verslag toe over de doeltreffendheid en de effecten van deze regeling in de praktijk als onderdeel van het jaarlijkse Uitvoeringsprogramma Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH).
Deze regeling vervalt met ingang van 1 september 2018, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op subsidieaanvragen die vóór die datum zijn ontvangen door Gedeputeerde Staten en op besluiten tot toekenning van een subsidie die vóór die datum zijn genomen, ook voor de volgende stappen in het subsidieverleningstraject.
Toelichting behorende bij Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Utrecht
Algemeen De subsidieregeling vloeit voort uit het amendement inzake de tegemoetkoming in de kosten van het opruimen van drugsafvaldumpingen (inclusief de daaruit voortkomende bodemverontreiniging), en de afspraken tussen de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de provincies die in dat kader zijn gemaakt over de wijze en voorwaarden waaronder provincies zorg dragen voor de co-financiering van de kosten die gemeenten en grondeigenaren hebben gemaakt voor het opruimen van drugsafvaldumpingen. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Convenant ‘Uitwerking amendement co-financiering opruiming drugsdumpingen’. Onder andere omvat dit Convenant afspraken met betrekking tot de wijze waarop de beschikbare gelden over de provincies zijn verdeeld en de wijze waarop de beschikbare bedragen worden verstrekt aan gedupeerden.
Het doel van de regeling is het verstrekken van subsidies tot een maximum van 50% van de kosten wegens het opruimen van dumpingen van drugsafval. Er wordt regelmatig afval afkomstig van de productie van synthetische drugs gedumpt door drugscriminelen. Dit afval kan leiden tot gevaren voor het milieu en de volksgezondheid. De kosten van het opruimen komen nu voor rekening van de betrokken decentrale overheden, voornamelijk gemeenten, en grondeigenaren of degene die het grootste zakelijk recht op de grond heeft. In het convenant en ook in deze regeling is het amendement zo uitgelegd dat niet alleen aan decentrale overheden, vooral gemeenten, subsidie kan worden verleend, maar ook rechtstreeks aan grondeigenaren. Omdat vooral in buitengebieden niet alleen sprake is van vol eigendom van grond, maar ook van zakelijke rechten, zoals erfpacht en opstal, waarbij bepaalde eigendomsbevoegdheden of verplichtingen bij de erfpachter of de houder van het recht van opstal berusten, is in de regeling de term zakelijk gerechtigden gebruikt in plaats van eigenaren.
Voor het opruimen van drugsafval bestaan in iedere regio’s protocollen vanwege de mogelijkheid van milieu- en gezondheidsschade. Deze protocollen schrijven, voor zover dit niet uit de Wet bodembescherming of de Wet Milieubeheer voortvloeit, voor op welke wijze drugsafval verwijderd dient te worden, wie hierbij geraadpleegd moet worden en door wie het uitgevoerd moet worden.
Juridisch kader De inhoud van de regeling is tot stand gekomen met de 12 provincies. Iedere provincie hanteert qua strekking dezelfde bepalingen voor wat betreft de volgende essentialia van de regeling:
Deze essentialia worden door iedere provincie binnen hun eigen structuur van regelgeving vastgesteld. De regeling past binnen de kaders van de provinciale Algemene subsidieverordening. Relevante aspecten die al daarin zijn geregeld, zijn niet opnieuw in deze Subsidieregeling vastgelegd.
Staatssteun Mogelijk is subsidie voor het opruimen van drugsafval aan te merken als staatssteun, uitgaande van het volgende:
Indien hiervan in het concrete geval sprake blijkt te zijn, wordt gebruik gemaakt van de ruimte die de de-minimisverordening biedt, in algemene zin en specifiek voor de landbouwsector.
Artikel 1 Begripsbepalingen Voor de begripsbepalingen is aangesloten bij de omschrijving zoals gehanteerd in het convenant.
Het afval kan verpakt zijn, bijvoorbeeld in plastic tanks, jerrycans of gascilinders.
Omdat het verwijderen van drugsafval, voor zover dit niet onder verplichtingen uit de Wet bodembescherming of de Wet milieubeheer valt, gereguleerd wordt door protocollen die regionaal verschillend kunnen zijn, maar in alle gevallen eisen stellen aan de wijze waarop en de persoon die het afval verwijdert, is met het begrip erkende verwijderaar beoogd de persoon te benoemen die in de protocollen of regelgeving is aangewezen om te mogen verwijderen.
Met dit begrip wordt aangesloten bij de beperkte rechten die op een eigendom gevestigd kunnen worden, conform boek 3 en 5 van het Burgerlijk wetboek, en het volle eigendom uithollen. Te denken valt aan recht van vruchtgebruik, erfpacht en recht van opstal. Deze rechthebbenden zijn vaak ook degenen die zeggenschap hebben over het eigendom wanneer het opruimen van bijvoorbeeld drugsafval betreft.
Artikel 2 Doelgroep Voor de doelgroep is aangesloten bij de uitleg die in het convenant aan het amendement is gegeven. Voorts is het begrip grondeigenaar opgevat als zakelijk gerechtigde op de grond. Van belang bij de afbakening van de doelgroep is, dat er alleen een verwijderingsplicht bestaat voor de veroorzaker (zie artikel 10.2 van de Wet milieubeheer of artikel 13 van de Wet bodembescherming).
Artikel 4 Subsidiabele activiteiten Op grond van de formulering wordt ook voor het opruimen van bodemverontreiniging door dumping van drugsafval, subsidie verstrekt. Dit kan gelijktijdig met het opruimen van het drugsafval plaatsvinden, maar het kan ook zijn dat er alleen sprake is van bodemverontreiniging als gevolg van de drugsdumping. Overigens is het ook mogelijk dat er geen bodemverontreiniging is bij een dumping van drugsafval.
Artikel 5 Weigeringsgronden Ook een zeer lichte betrokkenheid, zoals verhuur van een loods voor productie, wijst op betrokkenheid en leidt tot weigering van de aanvraag. Het al dan niet ontvangen van een tegemoetkoming in de kosten op andere wijze is geen reden tot weigering, mogelijk wel tot matiging van de subsidiehoogte. Sinds 2013 is de reikwijdte van de Wet Bibob aangepast en kan deze rechtstreeks op iedere bijdrageregeling worden toegepast zonder dat dit specifiek is bepaald in de regeling.
In het convenant en het amendement is bepaald dat na afloop van het kalenderjaar subsidie kan worden verstrekt over opruiming van dumpingen in dat (voorafgaande) kalenderjaar. Omdat de regeling mogelijk meerdere keren op deze wijze wordt opengesteld, is niet het concrete jaar genoemd, maar is verwezen naar het jaar voor het moment van aanvraag, mits deze binnen de openstellingsperiode is ingediend.
De gevraagde bijlagen ter onderbouwing van de vereisten zijn beperkt omdat de subsidie achteraf wordt verstrekt. Een begroting of een activiteitenplan is dan niet meer aan de orde.
Artikel 7 Subsidiabele kosten De kosten die voor vergoeding in aanmerking komen, omvatten alleen de kosten van derden, nu dit alleen kosten zijn die daadwerkelijk zijn gemaakt. Deze kosten zijn op een factuur aantoonbaar.
In de geest van het door de Tweede Kamer aangenomen amendement is, dat de tegemoetkoming die gemeenten krijgen in de kosten van de opruiming van drugsafval, inclusief de BTW-compensatie, procentueel gelijk is aan de tegemoetkoming die grondeigenaren, niet zijnde gemeenten, ontvangen voor de door hen gemaakte kosten. Daarom is bij het bepalen van de te verstrekken co-financiering vanuit het provinciefonds rekening gehouden met de BTW-compensatie.
Artikel 8 Vereisten subsidieaanvraag Voor het vaststellen van het aanvraagformulier verlenen gedeputeerde staten van Utrecht mandaat aan gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant omdat de provincie Noord-Brabant de ontvankelijkheidstoets en inhoudelijke toets op zich neemt. Hiertoe vervult Noord-Brabant het subsidieloket via de site www.subsidiedrugsafval.nl