Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Utrecht

Besluit van het college van gedeputeerde staten van Utrecht van 15 maart 2016, nummer 817E951E, houdende de verlening van mandaat aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant (Mandaatbesluit Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Utrecht)

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieUtrecht
OrganisatietypeProvincie
Officiële naam regelingBesluit van het college van gedeputeerde staten van Utrecht van 15 maart 2016, nummer 817E951E, houdende de verlening van mandaat aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant (Mandaatbesluit Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Utrecht)
CiteertitelMandaatbesluit Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Utrecht
Vastgesteld doorgedeputeerde staten
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerpmilieu, subsidies, natuur en landschap, mandaten algemeen

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Algemene wet bestuursrecht, art. 10:3

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-04-2016nieuwe regeling

15-03-2016

Provinciaal blad, 2016, 2201

817E951E

Tekst van de regeling

Intitulé

Besluit van het college van gedeputeerde staten van Utrecht van 15 maart 2016, nummer 817E951E, houdende de verlening van mandaat aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant (Mandaatbesluit Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Utrecht)

Besluit van het college van gedeputeerde staten van Utrecht van 15 maart 2016, nummer 817E951E, houdende de verlening van mandaat aan gedeputeerde staten van Noord-Brabant (Mandaatbesluit Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Utrecht)

Gedeputeerde staten van Utrecht,

Gelet op artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Overwegende dat gedeputeerde staten op 15 maart 2016 de Subsidieregeling opruiming drugsafval hebben vastgesteld;

Overwegende dat conform het op 3 december 2015 ondertekende Convenant ‘Uitwerking amendement co-financiering opruiming drugsdumpingen’ (welk convenant is gesloten tussen de provincies en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu), gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant de ontvankelijkheidstoets en de inhoudelijke toets van subsidieaanvragen uitvoeren voor alle provincies en dat in het convenant afspraken zijn vastgelegd over de wijze en voorwaarden waarop gedeputeerde staten van de provincies overgaan tot verstrekking van subsidies op basis van het amendement;

Overwegende dat een mandaat voor deze taken aan gedeputeerde staten van de provincie NoordBrabant noodzakelijk is en dat ook een mandaat voor het vaststellen van het aanvraagformulier wenselijk is, opdat gedeputeerde staten van alle provincies eenzelfde aanvraagformulier kunnen hanteren;

Gezien onze schriftelijke instemming, blijkens de ondertekening van het convenant op 3 december 2015, bedoeld in artikel 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluiten vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    Gedeputeerde staten: het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht;

  • 2.

    Noord-Brabant: het college van gedeputeerde staten van de provincie Noord-Brabant;

  • 3.

    regeling: de Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Utrecht.

Artikel 2 Mandaatverlening

Gedeputeerde staten verlenen aan Noord-Brabant mandaat tot:

  • a.

    Het vaststellen van het aanvraagformulier waarmee aanvragen op grond van de regeling worden ingediend;

  • b.

    Het namens hen opvragen van aanvullende gegevens in het kader van de ontvankelijkheidstoets en de inhoudelijke toets van aanvragen om een bijdrage op grond van de regeling.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1

    Noord-Brabant kan ter uitoefening van een krachtens artikel 2, onder b, aan haar gemandateerde bevoegdheid schriftelijk ondermandaat verlenen aan onder haar ressorterende leidinggevende functionarissen.

Artikel 4 Ondertekening

  • 1

    Noord-Brabant brengt in de door haar te voeren correspondentie tot uitdrukking dat er sprake is van een mandaat namens gedeputeerde staten van de provincie Utrecht;

  • 2

    De ondertekening van besluiten als bedoeld in artikel 2, onder a en b, luidt:

     

    ‘Gedeputeerde Staten van Utrecht,

     

    namens deze,

     

    [naam directeur-bestuurder], Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant

     

    gevolgd door de handtekening.

Artikel 5 Instructies

Noord-Brabant neemt bij de uitoefening van de aan haar gemandateerde bevoegdheden (per geval en voor zover van toepassing) algemene instructies in acht van gedeputeerde staten, als bedoeld in artikel 10:6 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 6 Toepasselijke wet- en regelgeving

Noord-Brabant neemt bij de uitoefening van de aan haar gemandateerde bevoegdheden de van toepassing zijnde wet- en regelgeving in acht.

Artikel 7 Registratie en inwerkingtreding

  • 1

    Dit besluit wordt aan Noord-Brabant gezonden;

  • 2

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin het wordt geplaatst;

  • 3

    Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Subsidieregeling opruiming drugsafval provincie Utrecht.

Aldus besloten door het college van gedeputeerde staten van Utrecht op 15 maart 2016.

Voorzitter,

Secretaris,