Organisatie | Oldenzaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Subsidieregeling reserves en voorzieningen gesubsidieerde instellingen |
Citeertitel | Subsidieregeling reserves en voorzieningen gesubsidieerde instellingen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
09-07-2014 | nieuwe regeling | 01-07-2014 Oldenzaal Journaal, 08-07-2014 | INTB-14-01458 |
Tenzij in deze subsidieregeling anders is bepaald, laat deze subsidieregeling onverlet de in de wet en in andere wettelijke voorschriften met betrekking tot subsidies opgenomen bevoegdheden en verplichtingen.
Het is de instelling, aan wie structureel subsidie is verleend en de activiteiten heeft gerealiseerd toegestaan om een algemene reserve te vormen. Deze algemene reserve mag jaarlijks niet meer bedragen dan 20% van de jaarlijks structureel verleende subsidie.
Artikel 6 Specifieke voorwaarden
Het vormen, dan wel het voeden van een algemene reserve en of bestemmingsreserves met gemeentelijke subsidiegelden is uitsluitend mogelijk wanneer er bij de structureel gesubsidieerde organisatie sprake is van een positief jaarresultaat, voor zover dat niet wordt veroorzaakt door het niet of slechts gedeeltelijk uitvoeren van activiteiten waarvoor de subsidie is verleend;
Overschrijding van de norm kan leiden tot een lagere vaststelling van de subsidie of het college kan bij de beoordeling van de subsidie voor volgende jaren besluiten dat de instelling ( tijdelijk) niet meer of voor een minder hoge subsidie in aanmerking komt als de instelling zich in een zodanige positie bevindt dat de subsidie feitelijk overbodig is;
Vastgesteld in de vergadering van 1 juli 2014,
het college van burgemeester en wethouders
de secretaris de burgemeester
Toelichting met betrekking tot Subsidieregeling reserves en voorzieningen gesubsidieerde instellingen 2014
(vastgesteld bij collegebesluit van 1 juli 2014, reg. nr. INTB-14-01458)
Als gesubsidieerde instellingen eigen vermogen mogen opbouwen, kan dit een spanningsveld opleveren. Enerzijds moeten gesubsidieerde instellingen voldoende vrijheid van handelen krijgen om bedrijfsmatig(er) te werken. Een positief resultaat direct en volledig afromen kan niet alleen ervaren worden als een afstraffing van efficiënte bedrijfsvoering, het ontneemt de instelling bovendien de mogelijkheid om reserves op te bouwen voor een periode waarin financiële tegenvallers zich voordoen. Daarbij kan het direct en volledig afromen er toe leiden dat aan het eind van een begrotingsjaar uitgaven gedaan worden die niet direct noodzakelijk zijn.
Voorkomen moet worden dat instellingen de gelegenheid wordt geboden om gemeenschapsgelden te gaan gebruiken voor overmatige reservevorming. Reservevorming is dus wenselijk en noodzakelijk maar moet in aantal en omvang beperkt zijn en in redelijke verhouding staan tot de doelen waarvoor ze zijn gereserveerd.
Reserves maken onderdeel uit van het eigen vermogen van de instelling. De instelling heeft de vrijheid hierover te beschikking. Ze worden gevormd uit de exploitatieoverschotten die zich in enig jaar voor kunnen doen. We spreken hier over resultaatbestemming. Er wordt onderscheid gemaakt tussen algemene reserve en bestemmingsreserves. Een algemene reserve is vrij besteedbaar en kan gebruikt worden om eventuele onvoorziene bedrijfsrisico’s op te vangen. Een bestemmingsreserve is ene specifieke reserve waaraan vooraf een bestemming is gegeven.
Voorbeelden van bestemmingsreserves zijn:
Voorzieningen maken deel uit van het vreemd vermogen van de instelling. Dit vermogen is gevormd met het oog op toekomstige verplichtingen.
Voorbeelden van voorzieningen zijn: