Organisatie | Oldenzaal |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening behandeling bezwaarschriften Oldenzaal 2014 |
Citeertitel | Verordening behandeling bezwaarschriften Oldenzaal 2014 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Deze regeling is tevens vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester op 19 augustus 2014.
Deze regeling vervangt de Verordening behandeling bezwaarschriften Oldenzaal 2011.
Artikel 7.2 bevat een overgangsbepaling.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-10-2014 | nieuwe regeling | 22-09-2014 Elektronisch Gemeenteblad, 01-10-2014 | INTB-14-01230 |
De raad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van de gemeente Oldenzaal, ieder voor zover het hun bevoegdheid betreft;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 19 augustus 2014, nr. 31/5, reg.nr. INTB-14-01230;
gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;
vast te stellen de Verordening behandeling bezwaarschriften Oldenzaal 2014
HOOFDSTUK 2 INSTELLING EN TAAK VAN DE COMMISSIE
Artikel 2.1 Commissie Bezwaarschriften
Behalve de advisering ten aanzien van ingediende bezwaarschriften kan de commissie gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen, aanbevelingen doen of het bestuursorgaan informeren over zowel specifieke als algemene aangelegenheden, die verband houden met dan wel voortkomen uit de behandeling van bezwaarschriften.
De raad, het college en de burgemeester kunnen, elk voor wat betreft zijn eigen competentie, de commissie om advies vragen, ook als er geen sprake is van een bezwaar. Dit kan niet voor zaken waarin een beslissing moet worden genomen door het bestuursorgaan en dan mogelijk een bezwarenprocedure volgt.
De commissie stelt jaarlijks een rapportage op van de verrichte werkzaamheden. Indien de burgemeester de gegevens uit de rapportage en/of het overzicht verwerkt in diens burgerjaarverslag, zoals bedoeld in artikel 170, tweede lid, van de Gemeentewet, kan hij ten behoeve daarvan aanwijzingen geven aan de commissie.
Artikel 2.2 Kamers van de commissie
De kamer SZMO is belast met de advisering over bezwaren op het gebied van sociale zekerheidswetgeving in de ruimste zin, inburgering, maatschappelijke ondersteuning, sociale werkvoorziening, tegemoetkomingen kinderopvang en de Regeling gehandicaptenparkeerkaart en overige bezwaren op het gebied van een wettelijk voorschrift dat is opgenomen in de bijlage bij de Beroepswet en die niet op het gebied van personeelszaken liggen.
HOOFDSTUK 3 SAMENSTELLING, TAAK, BENOEMING, ZITTINGSDUUR EN ONDERSTEUNING
Artikel 3.1 Samenstelling en voorzitterschap
Indien meer dan het minimale aantal leden worden benoemd, wijst de voorzitter telkens minimaal twee leden aan die met deze het bezwaarschrift behandelen, zoals bepaald in de hoofdstukken 4 en 5 en in de wet. De voorzitter houdt daarbij zoveel mogelijk rekening met de kennis en ervaring van de leden en een evenwichtige verdeling van het aantal bezwaarschriften over de leden.
Artikel 3.2 Benoeming van de leden
Leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Oldenzaal. Indien en voor zover de commissie, met toepassing van artikel 2.1, vijfde lid, adviseert over bezwaarschriften ingediend bij een ander bestuursorgaan, kunnen leden van de commissie evenmin deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van dat andere bestuursorgaan.
In ieder geval niet benoembaar zijn:
personen, die deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van dan wel gedurende een periode van vier jaren voorafgaand aan een benoeming deel hebben uitgemaakt van of werkzaam zijn geweest onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan, van een door een bestuursorgaan ingestelde vaste commissie of iets dergelijks of van een deelneming als be-doeld in artikel 160, tweede lid, van de Gemeentewet;
Artikel 3.3 Hoofd- en nevenfuncties
De commissievoorzitter, de voorzitters en de overige leden van de kamers geven hun hoofd- en nevenfuncties op. Dit geschiedt voor dat zij benoemd worden en op het moment dat hierin wijzigingen zijn.
De leden van de commissie stellen het college direct op de hoogte indien er sprake is van een situatie, zoals bedoeld in artikel 3.2, vierde en vijfde lid, tenzij het met betrekking tot de onder a bedoelde belangenverstrengeling gaat om een eenmalig geval in welk geval het bepaalde in artikel 4.8 geldt.
Artikel 4.1 Ingediend bezwaarschrift
Het college bericht de ontvangst tevens aan op het moment van de ontvangst bekende andere belanghebbenden dan de indiener van het bezwaarschrift. Indien er nadien nog belanghebbenden blijken te zijn, die niet door het college op de hoogte zijn gebracht, en het bezwaarschrift in handen van de commissie is gesteld, bericht de voorzitter de ontvangst aan die belanghebbenden.
Tegelijkertijd wordt een afschrift van het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken verstrekt aan het bestuursorgaan, in voorkomende gevallen tevens aan degene die op grond van mandaat of ondermandaat het besluit heeft genomen en degene(n) die met betrekking tot het bestreden besluit hebben geadviseerd.
Artikel 4.3 Onderzoek en inlichtingen
De voorzitter is in verband met de voorbereiding van de behandeling van een bezwaarschrift bevoegd alle gewenste inlichtingen in te winnen of te laten inwinnen. Door degenen die werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van dan wel voor het bestuursorgaan of de gemeente Oldenzaal en door leden van het bestuursorgaan of van een andere (advies)commissie wordt medewerking verleend.
De voorzitter heeft de bevoegdheid de daarvoor benodigde rechtshandelingen te verrichten, de gemeente daarbij te vertegenwoordigen en de daarmee verband houdende uitgaven te doen per bezwaar tot een bedrag van maximaal € 2.500,00 met een maximum van € 10.000,00 per kalenderjaar voor de commissie. Indien de voorzitter van deze bevoegdheid gebruik maakt, stelt hij de commissievoorzitter daarvan op de hoogte.
De in het vorige lid bedoelde nadere informatie wordt in afschrift toegezonden aan de leden van de kamer, de belanghebbende(n) en het bestuursorgaan, waarop zij binnen een door de voorzitter te bepalen termijn een schriftelijke reactie kunnen geven of kunnen verzoeken een nieuwe hoorzitting te beleggen; de voorzitter beslist omtrent een dergelijk verzoek.
Artikel 4.6 Uitnodiging hoorzitting
De secretaris van de kamer kan ook anderen, wiens informatie van belang kan zijn voor haar advisering, uitnodigen voor de hoorzitting. Indien dit personen betreft, waarover het bestuursorgaan direct of indirect enige zeggenschap heeft, of die deel uitmaken van het bestuursorgaan, geven zij aan die uitnodiging gehoor, tenzij zij zwaarwichtige redenen hebben dat niet te doen, hetgeen zij aan de voorzitter en het bestuursorgaan meedelen.
Artikel 4.9 Openbaarheid hoorzitting
In afwijking van het in het eerste lid bepaalde kan de kamer, op voorstel van een van de leden of op verzoek van een belanghebbende of het bestuursorgaan, besluiten om de hoorzitting achter gesloten deuren te laten plaatsvinden wanneer zij van oordeel is dat er gewichtige redenen zijn die zich tegen openbaarheid van de hoorzitting verzetten.
Artikel 4.10 Gedragingen tijdens hoorzitting
De voorzitter draagt zorg voor een ordentelijk verloop van de hoorzitting en is bevoegd degene, die zich niet houdt aan zijn aanwijzingen dan wel op enigerlei wijze de hoorzitting verstoort, te doen vertrekken.
Artikel 7.1 Intrekking oude regelingen
De Verordening behandeling bezwaarschriften Oldenzaal 2011 wordt ingetrokken voor zover het de kamer arv en kamer szmo betreft.