Organisatie | Wijchen |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels Wet taaleis gemeente Wijchen |
Citeertitel | Beleidsregels Wet taaleis gemeente Wijchen |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen.
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
26-04-2016 | 01-01-2016 | Nieuwe regeling | 27-01-2016 | 16.128 |
Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Wijchen,
gelet op de artikelen 1:3, vierde lid, 3:42, titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb);
gelet op artikel 18b van de Participatiewet;
Alle begrippen die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) en de Algemene wet bestuursrecht.
In deze beleidsregels wordt verstaan onder:
de Wet inburgering.
de Participatiewet met inbegrip van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (Bbz).
de door het college verleende bijstand in het kader van de Participatiewet en de uitkering in het kader van de IOAW en IOAZ.
de wet van 9 juli 2014 tot wijziging van onder meer de Wet participatiebudget en de Wet educatie en beroepsonderwijs inzake het invoeren van een specifieke uitkering educatie en het vervallen van de verplichte besteding van educatiemiddelen bij regionale opleidingencentra.
de wet tot wijziging van de Wet werk en bijstand teneinde de eis tot beheersing van de Nederlandse taal toe te voegen aan die wet (Wet taaleis WWB).
De taaltoets wordt uitgevoerd door een deskundige organisatie, in opdracht van het Werkbedrijf Regio Rijk van Nijmegen.
De taaltoets wordt niet afgenomen in de volgende situaties:
Als tijdens een vorige uitkeringsperiode al een toets is afgenomen en is vastgesteld dat belanghebbende de Nederlandse taal onvoldoende beheerst, maar ook is vastgesteld dat door in de persoon gelegen factoren belanghebbende niet is staat is om de Nederlandse taal op referentieniveau 1F machtig te worden.
Artikel 5. Kennisgeving en (geen) bereidverklaring
Is de uitkomst van de toets dat belanghebbende niet aan de taaleis voldoet, dan wordt de volgende procedure gevolgd:
Belanghebbende krijgt een gesprek waarbij hij de uitslag van de taaltoets hoort en een taalplan op maat krijgt aangeboden.
Wanneer belanghebbende niet akkoord gaat met het taalplan wordt de bijstand beoordeeld volgens de regels in artikel 18b van de Participatiewet.
Belanghebbende krijgt een taalplan op maat aangeboden namens het college. Het taalplan wordt uitgevoerd door de educatie-instelling die daarvoor gecontracteerd is door de gemeenten in de regio in het kader van de Wet educatie.
Artikel 7. Het volgen van de voortgang van het taalplan
Het taalplan is het uitgangspunt voor de beoordeling van de inspanningen van belanghebbende. Met de educatie-instelling worden nadere afspraken gemaakt over de rapportage van de voortgang.
Artikel 8. Het ontbreken van elke vorm van verwijtbaarheid
Elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt in ieder geval als er:
Artikel 9. Relatie met Wet inburgering
Wanneer belanghebbende begonnen is met een leertraject in het kader van de Wet inburgering, kan dit worden aangemerkt als ‘voldoende inspanning’ van de kant van belanghebbende, zoals bedoeld is in de Wet taaleis.
Artikel 10. Relatie met de Wet educatie
Wanneer belanghebbende voor de ingangsdatum van de Wet taaleis begonnen is met een taalplan in het kader van de Wet educatie en dit traject loopt nog, kan dit aangemerkt worden als ‘voldoende inspanning’ van de kant van belanghebbende, zoals bedoeld is in de Wet taaleis.