Organisatie | Hoorn |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Woonwagenrechten 2010, Verordening op de heffing en invordering van |
Citeertitel | Verordening Woonwagenrechten 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | financiën en economie |
Eigen onderwerp | 822 overige volkshuisvesting |
671A
In artikel 13, lid 3 is opgenomen dat de datum van ingang van de heffing 1 juli 2010 is.
1.Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
20-05-2010 | 28-07-2011 | nieuwe regeling | 27-04-2010 Gemeenteblad 2010=24b | 2010 10.10302 |
Corsaregistratienummer: 10.10302
De Raad van de gemeente Hoorn;
gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 16 maart 2010;
gelet op artikel 219, eerste lid en artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel a en b van de Gemeentewet;
Verordening op de heffing en invordering van woonwagenrechten 2010
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
standplaatshouder: degene die een standplaats heeft ingenomen en hiertoe beschikt over een vergunning van het college van burgemeester en wethouders of gedeputeerde staten, bij gebreke van die vergunning de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt door het college van burgemeester en wethouders beoordeeld.
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam "Staangeld" wordt een recht geheven voor het hebben van een standplaats voor een woonwagen, daar onder begrepen de diensten die met de standplaats verband houden.
Het recht wordt geheven van degene die de standplaats heeft. Als degene die de standplaats heeft wordt aangemerkt de houder van de vergunning, voor de betreffende standplaats dan wel de hoofdbewoner van de woonwagen. Wie als hoofdbewoner wordt aangemerkt wordt naar de omstandigheden beoordeeld.
Het recht wordt niet geheven zolang met betrekking tot de standplaats een huurovereenkomst geldt of over de geldigheid van de huurovereenkomst een gerechtelijke procedure wordt gevoerd.
Artikel 5 Maatstaf van heffing
De heffingsmaatstaf voor de berekening van de rechten, bedoeld in artikel 2, is het aantal standplaatsen, dat in gebruik wordt genomen.
De woonwagenrechten worden geheven door middel van een gedagtekende nota of andere schriftuur, waarop het verschuldigde bedrag wordt vermeld.
Het belastingtijdvak is gelijk aan één kalendermaand, aanvangende op 1 juli, 1 augustus,
1 september, 1 oktober, 1 november, 1 december, 1 januari, 1 februari, 1 maart, 1 april,