Organisatie | Druten |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling vergoeding reis- en verblijfkosten bij dienstreizen Gemeente Druten 2015 |
Citeertitel | Regeling vergoeding reis- en verblijfkosten bij dienstreizen gemeente Druten 2015 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Onbekend
Gemeentelijke Arbeidsvoorwaarden Regeling (GAR), artikel 15:1:22
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2015 | 01-01-2015 | art. | 16-12-2014 Onbekend | N.v.t |
Reis- en verblijfkosten (dienstreizen)
Regeling vergoeding reis- en verblijfkosten bij dienstreizen
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van de "Regeling vergoeding reis- en verblijfkosten bij dienstreizen gemeente Druten" wordt verstaan onder:
Voor de vergoeding van reiskosten geldt dat de plaats van tewerkstelling het beginpunt en het eindpunt is van de dienstreis.
In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de woning van de ambtenaar als beginpunt en/of als eindpunt van de dienstreis worden beschouwd, tenzij op de heenreis onderscheidenlijk de terugreis de plaats van tewerkstelling wordt bezocht.
Er wordt geen vergoeding gegeven voor het gebruik van eigen fiets tijdens een dienstreis.
Artikel 4 Dienstreizen gemeente Druten
De vergoeding voor het maken van dienstreizen met eigen auto of motor voor alle ambtenaren is € 0,28 netto per kilometer.
De gemaakte kosten voor parkeer-, tol- en veergelden worden volledig vergoed, met dien verstande dat dit moet worden aangetoond met een bon of rekening.
Het gebruik van eigen vervoermiddel voor dienstreizen is slechts toegestaan indien dit noodzakelijk is voor de juiste uitoefening van de functie.
De kosten voor het maken van dienstreizen met openbaar vervoer worden volledig vergoed, met dien verstande, dat de kosten worden berekend naar de minst kostbare wijze van openbaar vervoer.
De in verband met een dienstreis noodzakelijk gemaakte kosten voor een ontbijt-, lunch- en avondcomponent mogen worden gedeclareerd conform artikel 5 van de Reisregeling binnenland (Ministerie van Binnenlandse Zaken), waarbij de (onbelaste) verstrekking / vergoeding van de genoemde ontbijt-, lunch- en avondcomponent niet hoger ligt dan de fiscaal vrijgestelde bedragen (belastingdienst).
Geen aanspraak op vergoeding wegens verblijfkosten bestaat voor een dienstreis korter dan vier uur en voor een dienstreis binnen de standplaats voor zover de reisbestemming op minder dan 1 kilometer van de plaats van tewerkstelling ligt.
Geen aanspraak op vergoeding voor een ontbijt-, lunch- en dinercomponent bestaat als deze componenten een onderdeel van de dienstreis zijn, tenzij de betrokkene aannemelijk maakt dat hij daarvan geen gebruik heeft kunnen maken.
Het gebruik van een eigen vervoersmiddel ten behoeve van dienstreizen binnen of buiten de gemeente Druten is alleen toegestaan indien de belanghebbende heeft aangetoond, dat hij een voldoende verzekering ter dekking van de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid ingevolge de bepalingen in de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorvoertuigen heeft gesloten. Een door de ambtenaar getekende verklaring ter dekking van de gevolgen van wettelijke aansprakelijkheid ingevolge bepalingen in de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorvoertuigen zal in het personeelsdossier worden opgenomen.
Declaraties worden ingediend door middel van de declaratieformulieren dienstreizen die geplaatst zijn op intranet.
De aanspraak op een vergoeding vervalt, indien de betrokkene de declaratie niet indient binnen drie maanden na de maand waarop de declaratie betrekking heeft.
Declaratie van kosten als bedoeld in deze regeling vindt plaats op een door burgemeester en wethouders voorgeschreven wijze, onder overlegging van de vereiste bewijsstukken.
Deze regeling kan aangehaald worden als de "regeling vergoeding reis- en verblijfkosten bij dienstreizen gemeente Druten". Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015 onder gelijktijdige intrekking van de "regeling vergoeding gebruik van eigen vervoersmiddelen tijdens dienstreizen", zoals deze is vastgesteld bij college-besluit van 20 december 2011.