Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Zwijndrecht

Ziekteverzuimbeleid Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieZwijndrecht
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingZiekteverzuimbeleid Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid
CiteertitelZiekteverzuimbeleid Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid
Vastgesteld doorcollege van burgemeester en wethouders
Onderwerpbestuur en recht
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Geen

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Onbekend

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

21-11-201501-01-2020Nieuwe regeling

14-10-2014

Gemeenteblad 20-11-2015

2014-12597

Tekst van de regeling

Intitulé

Ziekteverzuimbeleid Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid

 

 

1. Doel

Het ziekteverzuimbeleid Drechtsteden/Zuid-Holland maakt onderdeel uit van het gezondheidsbeleid Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid. Het doel van het gezondheidsbeleid is het verzekeren van de veiligheid en gezondheid en het bevorderen van het welzijn van de medewerkers die werkzaam zijn bij een van de samenwerkende gemeenten en gemeenschappelijke regelingen in de Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid (hierna genoemd “netwerk”). De doelstelling van het ziekteverzuimbeleid is hiervan afgeleid. Deze luidt:

 

het verbeteren van de inzetbaarheid van medewerkers, het reduceren van ziekteverzuim en het minimaliseren van beroepsziekten, ongevallen en WIA-instroom

 

Het netwerk wil als goed werkgever zorgen voor een prettig, veilig en gezond werkklimaat, waarin het ziekteverzuim tot een minimum beperkt wordt.

 

In het beleid wordt een integrale aanpak met zowel preventieve en curatieve maatregelen beschreven die zijn gericht op zowel het voorkomen van ziekteverzuim als op een zo goed mogelijke begeleiding en een snelle re-integratie van zieke medewerkers. Daarbij wordt ingegaan op de rol van zowel leidinggevende als medewerker.

 

Tot slot: het minimaliseren van ziekteverzuim heeft als positieve gevolgen minder uitval en meer inzetbaarheid en zorgt voor minder werkdruk die ontstaat wanneer collega’s van de taken van zieke medewerkers moeten overnemen. Daarnaast is een laag ziekteverzuim een indicator voor een goede werksfeer, goede arbeidsomstandigheden en betrokken leidinggevenden en draagt dit bij aan een aantrekkelijk imago als werkgever.

2. Ziekteverzuim

Onder ziekteverzuim wordt verstaan: “De afwezigheid van de medewerker op de werkplek, waarbij deze als reden ziekte of een ongeval heeft opgegeven en sprake is van loondoorbetalingsplicht van de werkgever”.

 

Bij ziekteverzuim denken we in de eerste plaats aan een problemen met de gezondheid, bijvoorbeeld door griep of een blessure. Toch heeft de reden van verzuim vaak (ook) te maken met onvrede met het werk, werkdruk, een fragiele conditie, problemen met leidinggevende of collega’s of problemen van persoonlijke aard.

 

Voor een effectieve aanpak van het verzuim is het van belang om eerst de oorzaak ervan te achterhalen. Daarom is het van belang dat leidinggevende en medewerker hierover nauw contact met elkaar houden. Pas als de oorzaak achterhaalt is, kan er (gezamenlijk) aan oplossingen worden gewerkt.

 

Het schema in bijlage 1 geeft een overzicht van factoren die van invloed zijn op het verzuim. Zoals uit dit schema is op te maken, ontstaat verzuim wanneer de belasting en belastbaarheid van de medewerker – door wat voor oorzaak dan ook - niet in balans zijn

3. Integrale aanpak

Een integrale aanpak van verzuim is nodig om daadwerkelijk te komen tot een optimale situatie. Hieronder wordt aandacht besteed aan de beheersmatige zaken, welke goed geregeld moeten zijn.

 

Uitgangspunten voor de integrale aanpak:

  • 1.

    verzuimbeheersing;

  • 2.

    bevorderen van snelle werkhervatting;

  • 3.

    energiebronnen en stressoren ;

  • 4.

    weerbaarheid;

  • 5.

    preventieve aandacht voor medewerkers.

 

Signalering, begeleiding en preventie van verzuim vragen om een uitgebalanceerd gezondheidsbeleid en HR-beleid (Human Resource beleid). Teneinde een gezonde verzuimcultuur te bewerkstelligen, moeten alle aandachtspunten aandacht krijgen. In de hoofdstukken 5 t/m 9 worden deze uitgangspunten uitgewerkt.

4. Beheersen van verzuim

Hieronder vallen alle acties in de organisatie die direct zijn gericht op verzuimbeperking, zoals taken en verantwoordelijkheden inzake verzuim, zie uitvoeringsmodel; verzuimgegevens; overlegvormen (incl. sociaal medisch team, kortweg smt).

4.1 Taken en verantwoordelijkheden

Ten behoeve van de begeleiding van verzuimgevallen, maar ook voor preventieve maatregelen die direct op het verzuim zijn gericht (naast het algemene gezondheidsbeleid), dient duidelijk te zijn dat naast de rol van de medewerker, ook de leidinggevende zijn taken en verantwoordelijkheden dient te kennen. Naast de technische/procedurele benadering is ook vooral belangrijk dat deze zich verdiept in wat de medewerker bezighoudt en deze betrokkenheid toont door hierover te communiceren. Voor de concrete taken die verwacht worden van leidinggevende, medewerker, het Servicecentrum Drechtsteden (SCD) en de arbodienst, wordt verwezen naar het uitvoeringsmodel ziekteverlof Drechtsteden.

4.2 Verzuimgegevens

De cijfers worden gebruikt om inzicht te krijgen in het verzuimpercentage en de meldingsfrequentie, afgezet tegen cijfers uit voorliggende perioden, zodat tendensen in het verzuim van de organisatie-eenheid zichtbaar worden.

4.3 Overlegvormen

Om te komen tot bespreking van verzuim op zowel individueel als op afdelingsniveau, dan wel organisatieniveau bestaan verschillende overlegvormen. Uiteraard dient afstemming plaats te vinden tussen het gezondheidsbeleid, wat vooral in de preventieve sfeer plaatsvindt. Deze overlegvormen zijn opgenomen in een schema in bijlage 2.

5. Bevorderen van snelle werkhervatting

Hierbij gaat het om maatregelen die gericht zijn op de begeleiding van verzuimende medewerkers. Dit begint bij de aanvraag van verzuimverlof door de medewerker en eindigt op het moment dat de medewerker het werk heeft hervat/is gere-integreerd.

 

De begeleiding van de verzuimende medewerker door de leidinggevende vormt de rode draad bij werkhervatting. De leidinggevende houdt verzuimgesprekken op tijdstippen welke in het uitvoeringsmodel zijn bepaald en hiernaast zo vaak als nodig is om op de hoogte te blijven van de actuele situatie van de medewerker. In plaats van het focussen op beperkingen, wordt gezocht naar mogelijkheden om werkzaamheden te hervatten. Het uitgangspunt is altijd de mogelijkheden te benutten die er zijn om de medewerker in het arbeidsproces te houden. Hierbij hoeft geen sprake te zijn van inzet in de eigen functie of voor de volledige arbeidsduur. Ondersteund door de personeelsadviseur en de bedrijfsarts wordt de medewerker in staat gesteld zo spoedig mogelijk te re-integreren. Aanpassing van de werksituatie kan hierbij aan de orde zijn.

 

Alle stappen welke vereist worden n.a.v. Wet Verbetering Poortwachter worden doorlopen. De leidinggevende legt dit vast in het re-integratiedossier.

 

Alle leidinggevenden worden d.m.v. training in staat gesteld kennis te nemen van het verzuimprotocol en verzuimgerelateerde gesprekken te voeren. De medewerker is verplicht om mee te werken aan re-integratie.

 

Eén van de hulpmiddelen welke medewerkers ter beschikking staan om uitval te voorkomen of beperken is gebruik maken van de diensten uit het IZA bedrijfszorgpakket.

 

De hulp wordt verstrekt op de volgende gebieden:

  • 1.

    Fysiotherapie;

  • 2.

    Bedrijfsmaatschappelijk werk;

  • 3.

    Korte psychologische begeleidingstrajecten;

  • 4.

    Traumaopvang en nazorgadvies;

  • 5.

    Wachtlijstbemiddeling medisch specialisten;

  • 6.

    Managementconsultatie voor leidinggevenden;

  • 7.

    Mediation bij arbeidsconflicten.

 

Enkele werkgevers uit het netwerk hebben een IZA-bedrijfszorg contract afgesloten, waardoor er aan het gebruik van deze diensten geen kosten zijn verbonden. Andere werkgevers betalen deze dienst voor medewerkers op basis van verrichtingen.

6. Energiebronnen en stressoren

Om de inzetbaarheid van medewerkers te verhogen, dienen energiebronnen op het werk versterkt te worden en stressoren verminderd te worden.

 

In het gezondheidsbeleid worden de processen beschreven om te komen tot een situatie waarin aantoonbaar en voortdurend wordt gewerkt aan het verbeteren van de arbeidsomstandigheden. Hierbij wordt tevens gestreefd naar voldoende aandacht voor het welzijn van de werknemers, zowel individueel als per afdeling. Deze aspecten zijn: taakinhoud, verantwoordelijkheden en bevoegdheden, opleiding, communicatie, informatie en werkhouding.

 

Aandachtspunten zijn bijvoorbeeld:

  • -

    uitdaging en zelfstandigheid in het werk;

  • -

    belangstelling van leidinggevenden;

  • -

    waardering van management en collega’s;

  • -

    het gevoel zinvol werk te doen;

  • -

    inspraak krijgen over de wijze waarop werkzaamheden worden uitgevoerd;

  • -

    het hebben van een fijne werkomgeving.

 

Om inzicht te verkrijgen in de beleving van medewerkers van deze factoren kan een medewerker tevredenheidonderzoek gehouden worden. Ook uit de vragenlijst van de Risico Inventarisatie en –Evaluatie (RI&E) kunnen gegevens worden verkregen over de beleving van medewerkers.

 

Teneinde een beeld te verkrijgen van ontwikkeling van deze factoren, is het zinvol deze aandachtspunten te blijven toetsen door het periodiek uitvoeren van een medewerker tevredenheidonderzoek en opvolging te geven aan de aandachtspunten die dit oplevert.

 

Voorbeelden van risicofactoren welke een oorzaak kunnen zijn van het ontstaan van verzuim zijn:

  • -

    te moeilijk of te saai werk;

  • -

    verkeerde verwachtingen;

  • -

    emotioneel ingrijpende gebeurtenissen;

  • -

    slechte relatie met leidinggevende en/of collega’s;

  • -

    het ontbreken van carrièreperspectief;

  • -

    te hoge werkdruk;

  • -

    werkonzekerheid;

  • -

    storingen of oponthoud veroorzaakt door anderen of apparatuur.

7. Vergroten van weerbaarheid van medewerkers

Er zijn verschillende mogelijkheden voor het vergroten van de weerbaarheid van medewerkers. Hierbij valt te denken aan alle activiteiten die gericht zijn op het op peil houden of vergroten van de individuele belastbaarheid van medewerkers. Voorbeelden:

  • -

    zorgen voor (vakinhoudelijke) bijscholing om bepaalde competenties te ontwikkelen;

  • -

    het bieden van de mogelijkheid te ontwikkelen op het gebied van assertiviteit, stresspreventie en/of timemanagement, om te leren omgaan met werkdruk;

  • -

    aandacht besteden aan loopbaanontwikkeling;

  • -

    specifieke aandacht geven aan groepen medewerkers die extra risico lopen op uitval. Bijvoorbeeld:

    • -

      jonge mensen in hogere functies;

    • -

      medewerkers in onregelmatige diensten;

    • -

      medewerkers die boventallig worden;

    • -

      frequente verzuimers (> 3x per 12 maanden).

 

Vooral bepaalde personeelsinstrumenten bieden de mogelijkheid om hierin op individueel niveau inzicht te verkrijgen. Bijvoorbeeld functionerings-, persoonlijke ontwikkelings-, loopbaan- en beoordelingsgesprekken.

8. Preventieve aandacht voor medewerkers

Een goede stijl van leidinggeven zal sterk van invloed zijn op het verzuim van werknemers. Een aantal vuistregels voor de leidinggevenden om preventief met verzuim om te gaan zijn:

  • -

     

    Ken uw medewerkers.

  • -

    Toon betrokkenheid bij hun werk.

  • -

    Overleg met uw medewerkers.

  • -

    Informeer uw medewerkers.

  • -

    Motiveer uw medewerkers.

  • -

    Maar stel ook eisen aan uw medewerkers.

  • -

    Zorg dat u duidelijk en consequent bent.

 

Op deze wijze kan de leidinggevende signalen en knelpunten oppikken die te maken hebben met arbeidsomstandigheden, problemen op de werkvloer en privé-problematiek en deze signalen bespreken met de medewerkers voordat ze leiden tot uitval.

Bijlage 1 Factoren van invloed op ziek- en hersteldmelden

Bijlage 2 Schema overlegvormen

Overlegvorm

Inhoud

Deelnemers

Frequentie

Sociaal Medisch Team

Bespreking verzuimontwikkeling en verzuimbegeleiding op medewerkersniveau

Sectordirecteur (alg. deel); leidinggevenden;

Personeelsadviseur;

Bedrijfsarts

Naar behoefte, of conform Arbo-contract 5x per jaar

 

Overleg arbodienst met medezeggenschapsorgaan

Voortgangsbespreking. Opstellen agenda in overleg met betrokkenen

Voorzitter/secretaris medezeggenschaps-orgaan en relatiebeheerder arbodienst

1x per jaar

Bilateraal overleg tussen leidinggevende en personeelsadviseur

Tussentijds over verzuimcijfers of individuele casuïstiek

Leidinggevenden en personeelsadviseur

Naar behoefte

Overleg tussen leidinggevende en Bedrijfsarts

Tussentijds over individuele casuïstiek.

Leidinggevende en Bedrijfsarts

Naar behoefte

Vergaderingen Arbocommissie

Bespreking Arbojaarplan, arbojaarverslag en voortgangssignalering

Leden Arbocommissie

3 a 4x per jaar

Bespreking van arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim op het werkoverleg

Arbeidsomstandigheden en verzuimgegevens/-situaties de afdeling betreffende

Leiding en medewerkers van elke afdeling

Naar behoefte, min. 2x per jaar

Bespreking van verzuim tussen leidinggevende en verzuimende medewerker

Bespreking werkhervatting/

re-integratie

Leidinggevende en verzuimende medewerker

conform verzuimprotocol, naar behoefte (min. 1x per 6 weken)

Bijlage 3 Uitvoeringsmodel Ziekteverzuimbeleid Drechtsteden/Zuid-Holland Zuid

1. Inleiding

 

Het uitvoeringsmodel is onderdeel van het ziekteverzuimbeleid. Er wordt nader ingegaan op uitwerking van taken verantwoordelijkheden en bevoegdheden van verschillende partijen en functionarissen.

 

 

1.1 Begripsbepaling

 

Ziekteverzuim

 

Arbeidsongeschiktheid door ziekte of letsel, resulterend in afwezigheid van de medewerker op de werkplek, waarbij sprake is van loondoorbetalingsplicht van de werkgever

Kort verzuim

Een verzuimperiode die maximaal 7 dagen duurt

Middellang verzuim

Een verzuimperiode die tussen 8 en 42 dagen duurt

Lang verzuim

Een verzuimperiode die tussen 43 en 364 dagen duurt

Zeer lang verzuim

Een verzuimperiode die langer dan 364 dagen duurt

Arbodienst

Een gecertificeerde instelling die in opdracht van de werkgever taken uitvoert met betrekking tot ziekteverzuimbegeleiding, -preventie en arbeidsomstandigheden

Bedrijfsarts

Een arts die in opdracht van de arbodienst invulling geeft aan het arbeidsgeneeskundig adviseren van de werkgever

Re-integratie

Het geheel aan activiteiten gericht op het weer inzetten van de verzuimende medewerker in de eigen of aangepaste functie

UWV

Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen

WIA

Wet Inkomen naar Arbeidsvermogen

WGA

Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsongeschikten

IVA

Inkomensvoorziening Volledig Arbeidsongeschikten

Casemanager

De verantwoordelijke en het eerste aanspreekpunt in de organisatie voor de verzuimbegeleiding, meestal is dit de direct leidinggevende

 

 

2. Taken en verantwoordelijkheden

 

Hieronder zijn de taken en verantwoordelijkheden van de betrokkenen uitgeschreven. De rol van de leidinggevende is betrokkenheid tonen, nauw contact houden met de medewerker over o.a. de oorzaak van het verzuim en zonodig oplossingen aanreiken om het verzuim te beperken. De rol van de medewerker is nauw contact houden met de leidinggevende en er melding van maken cq. hulp vragen voor zaken die een aanleiding voor het verzuim kunnen vormen (bijvoorbeeld problemen op het werk of in de thuissituatie).

 

De medewerker

Hieronder de verplichtingen van de medewerker op een rij:

  • -

    De medewerker vraagt verzuimverlof aan bij de leidinggevende voor 09.00 uur op de dag dat hij arbeidsongeschikt wordt1) hierbij kunnen lokale afspraken van toepassing zijn) en meldt zich hersteld op het moment dat hij in principe weer beschikbaar is (dus ook als het een roostervrije dag betreft).

  • -

    De medewerker verschijnt op het spreekuur van de arbodienst indien hij daarvoor wordt uitgenodigd.

  • -

    De medewerker heeft contact met de leidinggevende en arbodienst over ontwikkeling van de arbeidsongeschiktheid en re-integratiemogelijkheden.

  • -

    De medewerker verstrekt juiste informatie bij arbeidsongeschiktheid.

  • -

    De medewerker werkt mee aan re-integratieactiviteiten en accepteert passende arbeid.

  • -

    De medewerker werkt mee aan zijn herstel door zich onder behandeling te laten stellen en zich zondanig te gedragen dat genezing niet wordt belemmerd.

  • -

    De medewerker onderwerpt zich in voorkomende gevallen aan medische keuring of deskundigenoordeel van UWV.

  • -

    De medewerker stelt samen met de leidinggevende uiterlijk na 20 maanden arbeidsongeschiktheid een re-integratieverslag op.

  • -

    De medewerker accepteert een wijziging van de aanstelling in het kader van plaatsing op andere passende arbeid na 24 maanden arbeidsongeschiktheid.

  • -

    De medewerker verstrekt informatie, of laat deze informatie verstrekken, waardoor de werkgever kan vaststellen of iemand recht heeft op loondoorbetaling, op een wettelijke uitkering en of de kosten van loondoorbetaling kunnen worden gecompenseerd door verhaalbaarheid op een aansprakelijke derde (regresrecht).

  • -

    De medewerker laat indien aan de orde het recht op een Ziektewetuitkering tot uitbetaling komen tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid.

  • -

    De medewerker kan zonder tussenkomst van de werkgever een afspraak maken voor het zg. gezondheidskundig spreekuur bij de arbodienst.

 

1) Het uitgangspunt is dat de medewerker zich persoonlijk ziek meldt bij zijn leidinggevende, tenzij in geval van overmacht. Hetzelfde geldt voor het tijdstip: in het algemeen voor 9:00 uur, maar bedoeld is voor aanvang werk. Indien de leidinggevende niet telefonisch bereikbaar is kan de medewerker deze op de hoogte stellen via voicemail of tekstbericht.

 

De leidinggevende

Hierbij de verplichtingen van de leidinggevende op een rij:

  • -

    Is betrokken bij de medewerkers.

  • -

    Beoordeelt de aanvraag van ziekteverlof van de medewerker.

  • -

    Geeft het ziektegeval door aan de afdeling P&O van het Servicecentrum Drechtsteden via de geldende procedures.

  • -

    Houdt verzuimgesprekken met de medewerkers tijdens en na ziekteverlof.

  • -

    Bepaalt of de medewerker op het verzuimspreekuur van de arbodienst wordt uitgenodigd, naast de reguliere spreekuren.

  • -

    Treedt op als casemanager verzuimbegeleiding (ook in het kader van de Wet Verbetering Poortwachter).

  • -

    Houdt zich steeds op de hoogte van de situatie van de zieke medewerker (min. 1x per 6 weken arbeidsongeschiktheid).

  • -

    Stelt in overleg met de medewerker na uiterlijk 8 weken arbeidsongeschiktheid een plan van aanpak op.

  • -

    Draagt zorg voor opbouw van een verzuim-/re-integratiedossier.

  • -

    Stelt samen met de medewerker na 20 maanden arbeidsongeschiktheid een re-integratieverslag op.

  • -

    Stelt samen met de medewerker na 50 weken de 1e jaarsevaluatie op.

  • -

    Vraagt desgewenst advies van de personeelsadviseur of bedrijfsarts, of externe deskundigen zoals bijv. psycholoog, re-integratiedeskundige.

 

De afdeling P&O van het Servicentrum Drechtsteden:

  • -

    Meldt het ziekteverlof op de eerste dag bij de arbodienst.

  • -

    Draagt zorg voor de ziekteregistratie.

  • -

    Verzorgt de beschikbaarheid van verzuimcijfers en ondersteunt bij analyse.

  • -

    Geeft gevraagd en ongevraagd advies bij verzuimbegeleiding.

  • -

    Organiseert het sociaal medisch-team overleg.

  • -

    Zorgt voor goede uitvoering bij nieuw verzuim- en arbobeleid bij wijzigende wetgeving, rechtspositieregelingen of nieuwe inzichten.

  • -

    Draagt zorg voor de korting op de loonbetaling volgens de cao-afspraken, rekening houdend met eventuele gedeeltelijke werkhervatting/arbeidstherapie. Geeft opdracht voor verwerking en deelt dit mee aan de leidinggevende. De medewerker wordt per brief geïnformeerd.

  • -

    Herberekent verlof na beëindiging van een ziekteperiode conform CAR-UWO bepalingen.

 

De arbodienst:

  • -

    Geeft advies op het gebied van arbeidsomstandigheden en ziekteverzuim, in relatie tot casuïstiek of in algemene zin.

  • -

    Wordt door de werkgever ingezet voor begeleiding van ziekteverzuim. (Dreigend) zieke medewerkers kunnen hiertoe opgeroepen worden voor het spreekuur bij de verzuimconsulent of de bedrijfsarts.

  • -

    Houdt het zg. gezondheidskundig spreekuur, waar medewerkers zonder tussenkomst van de werkgever met de bedrijfsarts kunnen spreken.

  • -

    Kan ingezet worden voor bijv. het uitvoeren van (functiegerichte-) aanstellingskeuringen, PMO (Preventief Medisch Onderzoek), werkplekonderzoeken of een RI&E (risico inventarisatie en –evaluatie).

  • -

    Faciliteert de afdeling P&O van het Servicecentrum Drechtsteden d.m.v. procesmatig casemanagement: zorgt voor tijdige signalering van wettelijke termijnen, verstrekt de juiste formulieren en zorgt voor inhoudelijke input voor dossieropbouw.

  • -

    Stelt bij 6 weken arbeidsongeschiktheid een probleemanalyse en een concept-plan van aanpak op.

  • -

    Verzorgt uiterlijk de 42e ziekteweek de melding bij het UWV namens de werkgever en ondersteunt bij de WIA-aanvraag.

  • -

    Levert input voor actualisering van het plan van aanpak en de 1e-jaarsevaluatie.

  • -

    Signaleert en attendeert de werkgever op relevante wijzigingen in de Ziektewet en andere relevante regelingen in relatie tot ziekteverzuim.

 

De medezeggenschap:

  • -

    Toetst het ziekteverzuimbeleid en doet aanbevelingen om dit beleid te sturen.

  • -

    De medezeggenschap pleegt overleg met de arbodienst over hun adviezen, rapportages en over de verzuimcijfers (minmaal 1 maal per jaar).

 

 

3. Te doorlopen stappen bij verzuim – chronologische weergave

 

Dag 1:

De medewerker vraagt verzuimverlof aan bij de leidinggevende vóór 09.00 uur (c.q. voor de normale aanvangstijd van de werkzaamheden) behoudens situaties van overmacht. Indien de leidinggevende afwezig is, dient de medewerker een voicemail of tekstbericht voor de leidinggevende achter te laten, zodat deze op een later tijdstip contact op kan nemen. Hierbij kunnen lokale afspraken van toepassing zijn.

De leidinggevende meldt het verzuim in het geautomatiseerde systeem bij het SCD.

De afdeling P&O van het SCD zorgt voor registratie en informeert de arbodienst.

 

Praktische zaken welke voor de leidinggevende belangrijk zijn om te vragen zijn: een evt. verpleegadres (bijv. ziekenhuis); de vermoedelijke duur van het verzuim; evt. werkafspraken die overgedragen of afgezegd moeten worden.

 

De medewerker dient bereikbaar te zijn thuis of op het verpleegadres t.b.v. contact over de arbeidsongeschiktheid. De leidinggevende houdt contact met de verzuimende medewerker.

 

Uiterlijk in week 4:

De medewerker wordt opgeroepen voor een gesprek bij de arbodienst uiterlijk vier weken na aanvang van het verzuim (afhankelijk van individueel geval en procedureafspraken bij de werkgever kan dit eerder dan in week 4 zijn). De arbodienst informeert de leidinggevende. Aan de hand van de verkregen gegevens worden vervolgacties bepaald.

 

Week 6:

De arbodienst stelt n.a.v. het spreekuurcontact uiterlijk in de zesde week een probleemanalyse op voor de leidinggevende. Hiermee wordt een start gemaakt met de opbouw van het re-integratiedossier. De bedrijfsarts geeft een prognose ten aanzien van de verwachte verzuimduur, beschrijft de aard van de klachten, behandeling en hoe re-integratie bevorderd kan worden.

 

Week 8:

De leidinggevende is als casemanager degene die alle afspraken en voortgang in het kader van de re-integratie bewaakt. De arbodienst stelt een concept- plan van aanpak conform de UWV-vereisten op. De leidinggevende stelt in overleg met de medewerker een plan van aanpak op, met vermelding van concrete re-integratieactiviteiten die door de casemanager worden bewaakt. Vastleggen in formulier UWV en werkafspraken.

 

Continu:

Vervolgoverleg zal eens per 6 weken plaatsvinden of vaker indien de situatie dit vereist. De leidinggevende, maar ook de medewerker, houdt alles schriftelijk bij betreffende het gevoerde overleg, de afspraken en de acties ter bevordering van de werkhervatting.

Bedrijfsarts en leidinggevende bespreken de medewerker (bijvoorbeeld in het SMT).

 

De arbodienst en leidinggevende hebben contact met de medewerker. Indien mogelijk worden door de leidinggevende re-integratieactiviteiten in gang gezet en bewaakt. De leidinggevende legt alle stappen vast in het re-integratiedossier.

 

Week 42:

Ziekmelding langdurig verzuim bij het UWV wordt gedaan door de arbodienst. Een kopie wordt verstrekt aan de werkgever t.b.v. het verzuim-/re-integratiedossier.

 

Week 52:

Verplichte evaluatie van re-integratie door de leidinggevende en werknemer, waarbij de re-integratiepogingen (zowel intern als extern) van het afgelopen jaar worden beoordeeld.

Mogelijkheid om het re-integratietraject te laten toetsen door het UWV. Vastleggen op UWV-formulier in re-integratiedossier.

 

Week 87/91 – einde 2 jaar:

Medewerker ontvangt aanvraagformulier WIA-uitkering van het UWV. Bedrijfsarts stelt actueel oordeel op, kopie naar medewerker en werkgever. Leidinggevende vult formulier eindevaluatie in, kopie naar medewerker. Archivering van alle stukken uit verzuim-/re-integratiedossier in personeelsdossier en Mozaiek.

UWV toetst of voldoende re-integratie-inspanning heeft plaatsgevonden (zg. Poortwachterstoets), zo ja, dan volgt de WIA keuring om het arbeidsvermogen van de medewerker vast te stellen.

 

Er zijn 3 uitkomsten van WIA keuring:

  • -

    tot 35% arbeidsongeschikt, dan volgt geen uitkering.

  • -

    35% tot 80% arbeidsongeschikt, dan volgt een WGA uitkering en re-integreren.

  • -

    80% arbeidsongeschikt of meer, dan volgt een IVA uitkering en evt. ontslagaanvraag.

 

Herstelmelding

Herstelmelding vindt eveneens plaats bij de leidinggevende. Is de medewerker hersteld op een roostervrije of anderszins vrije dag, dan moet de herstelmelding al plaatsvinden. Tevens wordt hiermee voorkomen dat het lijkt dat de medewerker langer arbeidsongeschikt was en de verzuimcijfers binnen de afdeling onterecht hoog worden.

 

 

3.1 Toelichting

 

De leidinggevende kan in bijzondere gevallen bepalen dat er naar zijn oordeel geen sprake is van ziekteverzuim, bijv. in geval van een arbeidsconflict of een ziek gezinslid. In dat laatste geval is er namelijk geen sprake van ziekte maar van verlof of zorgverlof. De bedrijfsarts kan adviseren indien hierover een meningsverschil bestaat tussen leidinggevende en medewerker. In dat geval is het oordeel van de bedrijfsarts leidend. Er kan evt. een deskundigenoordeel (second opinion) worden aangevraagd bij het UWV. De werkgever neemt op grond van het advies een besluit. De werknemer kan hiertegen een bezwaarprocedure starten.

 

Er kan ook een andere aanleiding zijn om een medewerker te laten uitnodigen door de arbodienst.

De medewerker kan indien nodig zelf een afspraak maken met de arbodienst voor het arbeidgezondheidkundig spreekuur. Dit spreekuur heeft een vertrouwelijk karakter, niets wordt zonder toestemming met de werkgever besproken.

 

De medewerker die wordt uitgenodigd op het verzuimspreekuur terwijl het werk reeds is hervat, is verplicht de afspraak af te bellen. Als het gaat om frequent verzuim, dan dient het gesprek doorgang te vinden.

 

 

4. Richtlijnen verzuimgesprekken voor leidinggevenden:

 

VERLOFAANVRAAGGESPREK

 

  • 1.

    Wees als leidinggevende belangstellend en betrokken

  • 2.

    Wees u bewust van uw positie als leidinggevende

  • 3.

    Achterhaal, indien mogelijk, oorzaken door open vragen te stellen

  • 4.

    Bepaal als leidinggevende of sprake is van verzuimverlof of anders

  • 5.

    Vraag wat de medewerker nog wel kan

  • 6.

    Laat merken dat u bereid bent problemen te helpen oplossen

  • 7.

    Vraag wat u kunt doen en wat er op het werk geregeld moet worden

  • 8.

    Vraag wat de medewerker zelf onderneemt

  • 9.

    Maak afspraken over vervolgcontact

 

CONTACT TIJDENS ZIEKTE

 

  • 1.

    Bespreek hoe en hoe vaak er contact zal zijn

  • 2.

    Dwing de medewerker niet over het ziektebeeld te praten, vraag naar de mogelijkheden

  • 3.

    Bespreek de bevindingen en adviezen van de arbodienst

  • 4.

    Blijf zoveel mogelijk zélf op de hoogte

  • 5.

    Voorkom terugkeerdrempel door de medewerker te informeren

  • 6.

    Bespreek wat de medewerker onderneemt om herstel te bevorderen

  • 7.

    Vraag of aanpassingen in het werk nodig zijn

  • 8.

    Maak een verslag van het gesprek

 

FREQUENT VERZUIMGESPREK (3 verzuimsituaties of meer in de afgelopen 12 maanden)

 

  • 1.

    Zet de verzuimhistorie goed op een rij

  • 2.

    Beschouw verzuim als gedrag

  • 3.

    Beschrijf de gevolgen van het verzuim voor afdeling en collega’s

  • 4.

    Zoek samen naar mogelijke oorzaken van het verzuim

  • 5.

    Zoek samen naar mogelijke oplossingen

  • 6.

    Maak concrete afspraken over verdere acties

  • 7.

    Maak een afspraak voor een evaluatiegesprek

  • 8.

    Maak een verslag van het gesprek

 

TERUGKEERGESPREK

 

  • 1.

    Zoek de medewerker op of ontvang hem/haar

  • 2.

    Bespreek de stand van zaken en ontwikkelingen op het werk

  • 3.

    Bouw na langdurig verzuim de terugkeer geleidelijk op

  • 4.

    Hoe heeft hij/zij de verzuimbegeleiding ervaren

  • 5.

    Heeft de medewerker suggesties voor verbetering

  • 6.

    Bespreek hoe terugval kan worden voorkomen

  • 7.

    Maak afspraken voor een vervolggesprek

  • 8.

    Maak een verslag van het gesprek

 

 

5. Ziekte & rechtspositie

 

De medewerker die door ziekte of gebreken verhinderd is zijn/haar functie uit te oefenen, is op straffe van (gedeeltelijke) stopzetting van de bezoldiging verplicht om:

  • -

    mee te werken aan zijn/haar re-integratie;

  • -

    zijn/haar medewerking te verlenen aan het opstellen, evalueren en bijstellen van een plan van aanpak;

  • -

    zich te gedragen naar de regels die in het verzuimprotocol en de rechtspositieregeling zijn opgenomen.

 

Als een medewerker wegens ziekte zijn/haar functie niet kan vervullen, maar in de gelegenheid en in staat is passende arbeid te verrichten, is hij/zij verplicht die arbeid te verrichten. De medewerker dient actief mee te werken aan herstel en maatregelen die de bedrijfsarts voorstelt om het verzuim te verkorten.

 

Als een medewerker na 52 weken wegens ziekte verhinderd is zijn/haar functie uit te oefenen, in de gelegenheid en medisch gezien in staat is passende te verrichten, is hij/zij verplicht die arbeid te verrichten.

 

Arbeidsongeschiktheid tijdens vakantieverlof:

Wordt de medewerker arbeidsongeschikt tijdens vakantie in binnen- of buitenland, dan dient een arts bezocht te worden op het vakantieadres. Bij de aanvraag van verzuimverlof dient vermeld te worden dat men op een ander (vakantie-)adres verblijft. Bij terugkeer op het huisadres neemt de medewerker onmiddellijk contact op met de leidinggevende.

 

Tevens geeft de medewerker aan de arbodienst een medische verklaring in een West-Europese taal van een geconsulteerde arts, met daarin informatie over de diagnose van de arbeidsongeschiktheid. Op grond van deze gegevens wordt beoordeeld of de aanvraag verzuimverlof terecht is gedaan.

 

 

6. Verlofopbouw

 

  • -

    In geval van arbeidsongeschiktheid van 55% of meer gedurende langer dan 6 maanden, vindt geen opbouw van verlof plaats, tenzij de medewerker 45% of meer herstelt.

  • -

    Een arbeidsongeschikte medewerker die gedeeltelijk werkt en die in deze periode vakantiedagen wil opnemen, dient verlof af te schrijven als was hij/zij niet ziek.

  • -

    Een medewerker die volledig arbeidsongeschikt is en eventueel therapeutisch werkt, behoeft bij vakantie geen verlof af te schrijven.

  • -

    Opbouw van compensatie-uren stopt na een periode van één maand (gedeeltelijke) ziekte.

  • -

    Opnieuw opbouwen van compensatieverlof is pas mogelijk als de medewerker volledig hersteld is.

  • -

    Voor een medewerker die tijdens een periode van ouderschapsverlof wegens ziekte niet kan werken, vindt geen opschorting van het ouderschapsverlof plaats.

  • -

    De medewerker die ouderschapsverlof geniet en langer dan 14 kalenderdagen wegens ziekte niet kan werken, heeft met ingang van de vijftiende kalenderdag aanspraak op de voor hem/haar geldende bezoldiging.

Bijlage Verslag verzuimgesprek

Verslag verzuimgesprek

Gemeente:

Gemeenschappelijke Regeling:

 

ALGEMENE INFORMATIE

 

Naam medewerker :

 

Naam leidinggevende :

 

Datum laatste gesprek :

 

Functie :

 

Afdeling :

 

Soort gesprek : 0 Aanvraag ziekteverlof

0 Follow-up gesprek

0 Re-integratiegesprek

0 Frequent verzuim gesprek

0 Werkhervattingsgesprek

 

(Soms is afbakening niet nodig of mogelijk en komen verschillende aspecten aan de orde in één gesprek)

 

AANDACHTSPUNTEN:

 

1.Wat is de aard van de klachten?

 

Toelichting:

 

Het gaat hierbij niet om het verkrijgen van medische gegevens. Daarover hoeft de medewerker geen mededeling te doen. Het gaat om het soort klachten, c.q. de beperkingen en mogelijkheden voor de functievervulling.

 

Besproken:

 

 

2.Mogelijke oorzaken van het verzuim:

 

Toelichting:

(er is vrijwel altijd sprake van een samenstel van factoren)

0 Medisch

0 Privé-situatie

0 Arbeidsomstandigheden

0 Arbeidsconflict

0 Ongeval

 

Besproken:

 

 

3.Afgesproken acties:

 

(Hier worden acties van zowel de leidinggevende als van de medewerker vermeld).

 

Toelichting:

 

De volgende zaken kunnen bijv. worden afgesproken:

- Het inschakelen van medische hulp door de medewerker om herstel te bevorderen.

- Het inschakelen van IZA bedrijfszorg.

- Het wel of niet inschakelen van de arbodienst.

- Het inschakelen van de personeelsadviseur voor advies, ondersteuning of voor rechtspositionele vragen.

- Het informeren van elkaar over ontwikkeling van de situatie van medewerker en over de werksituatie.

- Maatregelen om tijdelijk de medewerker te ontzien bij re-integratie.

- Aanpassingen op de werkplek.

- Aanpak van de werkverhoudingen.

- Het volgende contact, wanneer, hoe, wie neemt initiatief.

 

Afgesproken:

 

 

4.Terugkeergesprek:

 

(Hier wordt vermeldt hoe de verzuimbegeleiding tot nu toe is verlopen en waaraan in de toekomst aandacht zal worden besteed).

 

Toelichting:

 

De volgende zaken kunnen bijv. worden besproken:

- De stand van zaken en ontwikkelingen op het werk.

- Hoe de inzet opgebouwd gaat worden.

- Hoe de verzuimbegeleiding is ervaren.

- Welke suggesties zijn er voor verbetering.

- Hoe kan terugval worden voorkomen.

- Het volgende contact, wanneer, hoe, wie neemt initiatief.

 

Afgesproken: