Organisatie | Bergen (L) |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Beleidsregels landelijke toegankelijkheid en regiobinding maatschappelijke opvang |
Citeertitel | Beleidsregels landelijke toegankelijkheid en regiobinding maatschappelijke opvang |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp |
Geen
Besluit Beschermd Wonen, Maatschappelijke Opvang en Vrouwenopvang 2016
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-04-2016 | nieuwe regeling | 29-03-2016 Gemeenteblad 453, 31-3-2016 | 29-3-2016 |
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen (L);
gelezen het voorstel van 29 maart 2016;
Door de 43 centrumgemeenten maatschappelijke opvang in samenwerking met de VNG een handreiking landelijke toegankelijkheid en regiobinding maatschappelijke opvang is ontwikkeld. Deze handreiking bevat duidelijke spelregels ten aanzien van de regiobinding en de wijze van overdracht tussen regio's. De gemeenten hebben middels een convenant uitgesproken deze beleidsregels te gaan gebruiken.
besluit vast te stellen het Beleidsregels landelijke toegankelijkheid en regiobinding maatschappelijke opvang.
Artikel 1 Aanmelding en onderzoek
Elke centrumgemeente draagt er zorg voor dat na de aanmelding nagegaan wordt of iemand tot de doelgroep behoort en er zo spoedig mogelijk een onderzoek wordt uitgevoerd om te bepalen in welke centrumgemeente de maatschappelijke opvang van de cliënt het beste kan plaatsvinden. Dat is in eerste instantie de centrumgemeente of regio waar de voorwaarden voor een succesvol traject voor de cliënt optimaal zijn of waar de cliënt aantoonbare binding heeft. Indien over beide zaken geen duidelijkheid ontstaat, is de centrumgemeente van aanmelding de aangewezen centrumgemeente die de cliënt toelaat tot de maatschappelijke opvang. De centrumgemeente waarbij de voorwaarden optimaal zijn of aantoonbare binding is, is de aangewezen centrumgemeente die de cliënt toelaat tot de maatschappelijke opvang.
Om vast te stellen waar een cliënt het beste maatschappelijke opvang kan krijgen, worden de volgende beoordelingscriteria aanbevolen, die toegepast worden bij de centrumgemeente van aanmelding: Centrumgemeente A. Dit in overleg met zowel de cliënt als de eventueel beoogde centrumgemeente B waar de voorwaarden voor een succesvol traject voor de cliënt optimaal zijn. Om dit te kunnen bepalen, wordt gekeken naar de volgende feiten en omstandigheden:
Artikel 2 Overdracht van cliënten
Als uit het onderzoek bij de centrumgemeenten van aanmelding (centrumgemeente A) volgt dat de maatschappelijke opvang het beste in een andere centrumgemeente B kan plaatsvinden, neemt de aangewezen contactpersoon van de centrumgemeente A contact op met de aangewezen contactpersoon van de andere centrumgemeente B voor het organiseren van een (warme) overdracht van de cliënt. Gedurende de periode dat de cliënt in afwachting is van overdracht, zal de centrumgemeente A zo nodig onderdak en ondersteuning bieden. Centrumgemeente A zorgt ervoor dat centrumgemeente B op de hoogte wordt gebracht en betrokken wordt bij het bepalen van het resultaat van het onderzoek zoals beschreven onder punt 3.
De cliënt mag zich laten bijstaan door een vertrouwenspersoon. De gemeente draagt zorg voor goede en voldoende voorlichting over de rechten en plichten, zowel mondeling als schriftelijk.