Organisatie | Hilversum |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening op de fractieondersteuning 2010 |
Citeertitel | Verordening op de fractieondersteuning 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-03-2010 | 29-11-2018 | Onbekend | 03-02-2010 officiele bekendmakingen | Onbekend |
GEMEENTE HILVERSUM Gemeenteblad III
Verordening op de fractieondersteuning 2010
Vastgesteld in de raadsvergadering van
3 februari 2010, Gem. blad I nr. 18,
in werking getreden op 1 maart 2010.
inclusief de 1e wijziging, vastgesteld op 4 juli 2012
en in werking getreden op 5 juli 2012
De raad van de gemeente Hilversum,
Gelezen het voorstel van de voorzitter van de gemeenteraad;
De hierna genoemde verordening vast te stellen:
De fracties stellen uiterlijk 15 februari van elk jaar een opgave van de bestedingen ten laste de bijdrage van gemeentewege in het voorgaande kalenderjaar met daarbij de onderliggende bewijsstukken in handen van de voorzitter van de raad. Deze stelt op zijn beurt deze opgaven in handen van de controller van de Dienst Bestuur. Ten behoeve van een eventuele controle bewaren de fracties bewijsstukken van de uitgaven.
In een jaar waarin verkiezingen plaatsvinden wordt het voorschot verstrekt voor de maanden tot en met de maand waarin de verkiezingen plaatsvinden. In de eerste maand na de maand waarin de eerste vergadering van de nieuw gekozen raad plaatsvindt wordt het voorschot verstrekt voor de overige maanden van dat jaar.
Artikel 6 Procedure aanmelding
Is de voorzitter van de raad van oordeel dat bezwaar bestaat tegen het optreden als fractiemedewerker van een bij hem als zodanig aangemeld persoon, dan brengt hij dat binnen één week na die melding gemotiveerd ter kennis van de desbetreffende fractie. Tegelijkertijd zendt hij van deze kennisgeving een afschrift aan de raadsleden.
Handhaaft de in het eerste lid bedoelde fractie haar aanmelding en meent de voorzitter van de raad daarin niet te moeten berusten, dan vraagt hij daarover met opgaaf van hun beweegredenen en onder overlegging van het bericht van handhaving van de fractie binnen zes weken na ontvangst van dat bericht het oordeel van de raad.
Het bepaalde in het vorige lid geldt eveneens indien een raadslid binnen één week na verzending van de in artikel 5, tweede lid, bedoelde kennisgeving met gebruikmaking van het Reglement van orde voor de raad aan het college een voorstel doet om bezwaar te maken tegen een als fractiemedewerker aangemelde persoon.
Artikel 8 Geheimhoudingsplicht
De fractiemedewerkers hebben de plicht tot geheimhouding, indien en voor zover deze verplichting voor raadsleden geldt. Zij nemen met betrekking tot de stukken die zij inzien en ten aanzien van zaken en personen dezelfde zorgvuldigheid in acht als van de raadsleden wordt verwacht.
Eén van de door een fractie aangemelde fractiemedewerkers kan tijdens het bijwonen van de raadsvergaderingen de hiervoor door of namens de voorzitter van dit college in de raadzaal toegewezen zitplaats innemen. Hij geeft op geen enkele wijze blijk van instemming of afkeuring en onthoudt zich van elke vorm van deelname aan de beraadslagingen.
Artikel 10 Toegang tot raadsleden tijdens raadsvergaderingen
De in artikel 9 bedoelde fractiemedewerker heeft - behalve wanneer een stemming wordt gehouden - tijdens de vergaderingen van de raad toegang tot de raadsleden in de vergaderzaal. Hij maakt van dit recht gebruik op een wijze die voor de vergadering zo weinig mogelijk hinder veroorzaakt, zulks ter beoordeling van de voorzitter van de raad.
Artikel 11 Toegang tot raadsleden tijdens commissievergaderingen
De artikelen 9 en 10 zijn van overeenkomstige toepassing voor de toegang van de fractiemedewerker tot vergaderingen van door de raad ingestelde commissies.
Artikel 12 Ondertekenen verklaring
De in deze verordening genoemde rechten komen de fractiemedewerkers eerst toe nadat zij ten overstaan van de burgemeester een verklaring hebben ondertekend, inhoudende dat zij hun functie zullen vervullen met inachtneming van de bepalingen van deze verordening. Zij bevestigen daarbij tevens schriftelijk een exemplaar van deze verordening te hebben ontvangen.
Deze verordening geeft uitvoering aan artikel 33 van de Gemeentewet. Dit artikel is door de Wet dualisering gemeentebestuur ingrijpend gewijzigd. Het legt expliciet vast dat de in de raad vertegenwoordigde groeperingen een recht op fractieondersteuning bestaat. De uitwerking van dit recht moet bij verordening worden geregeld.
Fractieondersteuning vindt zijn vorm in een financiële ondersteuning.
De hoogte van het budget voor fractieondersteuning zal in de gemeentebegroting moeten worden opgenomen en dus door de raad worden vastgesteld. De fractieondersteuning bestaat uit een vast en een variabel deel. Het vaste deel garandeert dat elke fractie de kans krijgt zich op gelijkwaardig niveau te laten ondersteunen. Omdat grote fracties meer lasten zullen hebben op facilitair gebied is het logisch dat zij voor dergelijke kosten een hogere vergoeding krijgen. In artikel 1 is vastgelegd dat en hoe er verantwoording wordt afgelegd over de uitgaven. Onrechtmatige gedane uitgaven, uitgaven waarvan de bewijsstukken ontbreken alsmede overschotten van meer dan € 500,- op jaarbasis worden teruggevorderd.
De bijdrage moet worden besteed wordt aan raadswerkzaamheden. Verder is een aantal doelen genoemd waarvoor de bijdrage wel en niet gebruikt mag worden. Daarmee wordt onder andere voorkomen dat met de bijdrage verkiezingscampagnes worden gefinancierd en dat raadsleden en fractiemedewerkers hun eigen vergoeding voor het raadswerk (vastgelegd in het rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, dat zijn grondslag vindt in de artikelen 95 en 96 van de Gemeentewet) aanvullen met de bijdrage voor fractieondersteuning. De uitgaven mogen niet in strijd zijn de geldende wettelijke regels, de bestuurlijke integriteit en moeten passen bij de maatschappelijke voorbeeldfunctie die gekozen ambtsdragers vervullen. Bovenal moet er gezien er sprake is van besteding van gemeenschapsgeld uiterste soberheid worden betracht. Indien er twijfel is over de uitgaven, neemt de fractie vooraf contact op met de griffier om problemen achteraf te voorkomen.
De bijdrage wordt als voorschot verstrekt. In een verkiezingsjaar wordt het voorschot in twee gedeelten gesplitst. Het is logisch dat het aangepast wordt aan de nieuwe verhoudingen in de raad. Indien blijkt dat het geld onrechtmatig is besteed kan dit aan het eind van het jaar verrekend worden.
Artikel 4 Tussentijdse wijzigingen
Het spreekt vanzelf dat de bijdrage aangepast zal moeten worden aan veranderde verhoudingen in de raad. De regeling heeft tot gevolg dat fracties die kleiner worden (of geheel verdwijnen) nog over de gehele maand waarin de nieuwe raad voor het eerst vergaderd de bijdrage ontvangen. Voor fracties die groter worden (of nieuwe fracties) gaat de bijdrage per diezelfde maand in. Dat betekent dat de totale bijdrage voor fractieondersteuning in een verkiezingsjaar hoger uitvalt dan in andere jaren. Dit is niet te vermijden.
Bij splitsing van een fractie zal het al eerder verstrekte voorschot direct verrekend moeten worden. Als dat niet zou gebeuren zou een deel van de oorspronkelijke fractie over een te groot voorschot beschikken en zou het andere deel juist helemaal geen voorschot krijgen. Na het kalenderjaar zou dan alsnog verrekend moeten worden. Het is billijker de verrekening in deze gevallen direct te laten plaatsvinden.
Artikelen 5 en 6 Fractiemedewerkers (5) en procedure aanmelding (6)
Artikel 5 regelt dat er fractiemedewerkers zijn en op welke wijze zij dienen te worden aangemeld bij de voorzitter van de raad.
De in het eerste lid van artikel 5 genoemde aanmelding heeft tot doel de raad op de hoogte te stellen van de personen die als fractiemedewerkers werkzaam zijn. Mede naar aanleiding van de door dezen beklede functies kan de raad bezien of hij het hierna volgende artikel 8 moet toepassen.
Voor het begrip functies wordt verwezen naar artikel 12 van de Gemeentewet; ook hier gaat het om alle betaalde en onbetaalde nevenfuncties die naast het fractiemedewerkerschap worden vervuld.
Het aanmelden van de functies heeft tot doel te waken voor mogelijke tegenstrijdigheid van verschillende
Het tweede lid van artikel 5 heeft dezelfde strekking ten aanzien van de raadsleden en stelt hen bovendien in de gelegenheid desgewenst het initiatief te nemen tot toepassing van artikel 6, vierde lid.
Het vijfde lid van artikel 5 wil onduidelijkheden bij het optreden van een nieuw gekozen raad voorkomen.
De bezwaren tegen het gaan optreden van een persoon als fractiemedewerker kunnen van zeer uiteenlopende aard zijn. Zowel zijn gedrag in het verleden als een betrekking die hij bekleedt, kan daarbij bijv. aan de orde komen. De verordening vermeldt geen onverenigbare betrekkingen of uitsluitingsgronden voor een fractiemedewerker. Het oordeel daarover is in elk concreet geval uiteindelijk aan de raad (artikel 6, tweede en derde lid).
Artikel 7 Inzage- en informatierecht fractiemedewerkers
Het inzagerecht als bedoeld in artikel 7 heeft zowel betrekking op door de raad ingestelde commissies, zoals bijvoorbeeld De Discussie, als op de tijdelijke commissies, ingesteld door burgemeester en wethouders of door de burgemeester.
Wil de fractiemedewerker zijn taak naar behoren kunnen verrichten dan zal hij de beschikking dienen te hebben over zoveel mogelijk informatie. Daarom heeft hij in dezelfde mate als raadsleden inzagerecht met betrekking tot al dan niet geheime stukken. Echter, er zijn omstandigheden denkbaar dat het college over bepaalde informatie eerst met de raadsleden in een besloten vergadering van gedachten wil wisselen. Daarom dienen de voorzitter of burgemeester en wethouders over de bevoegdheid te beschikken op het inzagerecht c.q. het informatierecht van de fractiemedewerker een uitzondering te maken.
Artikel 8 Geheimhoudingsplicht
Door het voorschrift van artikel 8 ontstaat een verband met artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht, luidende:
"Hij die enig geheim, waarvan hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat hij uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift, dan wel van vroeger ambt of beroep verplicht is het te bewaren, opzettelijk schendt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van ten hoogste zesduizend gulden".
Aldus wordt een rechtsbasis gecreëerd voor het instellen van een strafvervolging tegen de fractiemedewerker die zijn plicht tot geheimhouding schendt.
Artikelen 9 en 10 Zitplaats (9) en toegang tot raadsleden tijdens raadsvergadering (10)
De bepalingen over de aanwezigheid en het gedrag van fractiemedewerkers in de raadzaal, zijn opgenomen om stemmingen zo rustig mogelijk en overzichtelijk te laten verlopen
Op grond van artikel 10, tweede lid, kan aan fractiemedewerkers de toegang tot een besloten vergadering slechts worden ontzegd tijdens de behandeling van bepaalde zaken. Uitsluiting van een besloten vergadering zonder meer is dus niet mogelijk.
In de regel zal een voorstel de fractiemedewerkers tot het bijwonen van de vergadering uit te sluiten worden gedaan door de voorzitter of door het college. Indien tegen zo'n voorstel door één of meer leden bezwaar wordt gemaakt wordt hierover terstond beraadslaagd en beslist. De raad moet de zaken aanwijzen bij de bespreking waarvan zij eventueel niet aanwezig mogen zijn. Dit hoeft niet in een openbare vergadering te gebeuren, maar kan ook na het sluiten van de deuren geschieden.
Het derde lid van artikel 10 heeft slechts het oog op ordemaatregelen.
Artikel 11 Toegang tot raadsleden tijdens commissievergaderingen
Deze bepaling behoeft geen toelichting.
Artikel 12 Ondertekening verklaring
Bij de ondertekening van de in artikel 12 bedoelde verklaring neemt de fractiemedewerker uitdrukkelijk alle uit de verordening voor hem voortvloeiende verplichtingen op zich. Hij kan zich nadien met geen enkel redelijk argument beroepen op onbekendheid met die verordening of een deel daarvan.
Deze bepaling schept de mogelijkheid op te treden tegen een functionerende fractiemedewerker die de verordening niet naleeft.