Artikel 1 Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
- 1.
Het college: met het college wordt het college van burgemeester en wethouders bedoeld.
- 2.
De woningstichting: stichting De Woonschakel Westfriesland.
Artikel 2 Budgetvaststelling
Het subsidieplafond bedraagt €150.000.
Artikel 3 Indieningsvereisten subsidieverzoek
- 1.
Een toelichting op de aanvraag en de aanvrager.
- 2.
Een gespecificeerde begroting van de kosten.
- 3.
- 4.
Tekeningen, aangevende zowel de bestaande als de te maken toestand (schaal 1:100).
Artikel 4 Subsidieverlening
- 1.
Aan de aanvrager kan door het college een subsidie worden verleend ter tegemoetkoming in de kosten, om leefbaarheidsprojecten uit te voeren.
- 2.
De bijdrage bedraagt maximaal €50.000 per project.
- 3.
De aanvragen zullen worden afgehandeld in de volgorde van binnenkomst.
- 4.
Een project kan slechts éénmalig in aanmerking komen voor subsidie.
- 5.
De bijdrage ineens wordt toegekend onder voorwaarde, dat:
- a.
binnen zes maanden na een bij de toekenning te bepalen tijdstip met het treffen van voorzieningen wordt begonnen;
- b.
de voorzieningen zijn uitgevoerd binnen twee jaar na datum van de toekenning.
- 6.
Het college kan afwijken van de in lid 5 genoemde termijnen.
- 7.
Onder de kosten van de voorziening worden in elk geval begrepen de geraamde en goedgekeurde bedragen van:
- a.
- b.
Eventueel noodzakelijk meerwerk;
- c.
De risicoverrekening van loon- en materiaalprijsstijgingen;
- d.
Het honorarium van de architect en de constructeur;
- e.
De kosten van het dagelijks toezicht en de bestedingskosten;
- f.
Leges voor de bouwvergunning;
- g.
De verschuldigde omzetbelasting.
- 8.
Als de werkzaamheden verbonden aan het treffen van de voorzieningen voor meer dan 50% of in het geheel door de eigenaar anders dan in uitoefening van een bedrijf worden verricht, al dan niet met behulp van anderen zonder dat daarbij sprake is van uitoefening van een bedrijf worden de genoemde subsidiebedragen met 60% verminderd, indien meer dan de helft van de werkzaamheden in zelfwerkzaamheid worden uitgevoerd.
Artikel 5 Subsidiabele kosten
- 1.
Uitsluitend voor ingrepen in de fysieke leefomgeving ter bevordering van de leefbaarheid, kan een bijdrage worden toegekend. Hierbij valt te denken aan groen, infrastructuur, gebouwen, water, etc.
- 2.
Alle andere activiteiten of werkzaamheden komen niet voor een bijdrage in aanmerking.
Artikel 6 Weigeringsgronden
De subsidiebijdrage wordt niet toegekend, indien:
- a.
Het subsidieplafond is bereikt;
- b.
Er voor een project na subsidieverlening nogmaals een aanvraag wordt ingediend;
- c.
De kosten van het project niet geacht kunnen worden te staan in een redelijke verhouding tot het verkregen resultaat;
- d.
Met het project is begonnen voordat bij de gemeente een aanvraag om subsidie is ingediend;
- e.
Het project is te beschouwen als reguliere taak van de gemeente of woningstichting;
- f.
het project niet bijdraagt aan verbetering van de fysieke leefomgeving in de gemeente;
- g.
de woningstichting een negatief advies uitbrengt. Voorts worden projecten getoetst aan de volgende toetsingscriteria:
- 1.
aan de mate waarin ze bijdragen aan de leefbaarheid op lokaal niveau;
- 2.
aan de mate waarin de plaatselijke bevolking erbij betrokken is;
- 3.
aan de mate waarin de projecten evenwichtig zijn verdeeld over dorpskernen en wijken.
Artikel 7 Beslissing op de aanvraag
- 1.
Het college besluit binnen acht weken na indiening van een ontvankelijke subsidieaanvraag;
- 2.
Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn eenmalig met vier weken verlengen.
Artikel 8 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na het verstrijken van een termijn van zes weken na bekendmaking;
Artikel 9 Citeertitel
De verordening kan worden aangehaald als “Subsidieverordening Leefbaarheidsfonds Koggenland 2009”.