Organisatie | Beverwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | verordening houdende de voorwaarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden |
Citeertitel | Exploitatieverordening Beverwijk 2006 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Exploitatie |
De datum van inwerkingtreding kan niet worden achterhaald en is bij benadering ingevuld.
Deze regeling vervangt de Exploitatieverordening Beverwijk 2000.
Wet op de Ruimtelijke Ordening, art. 42
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
25-01-2007 | nieuwe regeling | 11-01-2007 Onbekend. | Raadsstuk 2006/12207 |
De raad van de gemeente Beverwijk;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 14 november 2006, nr. 2006/12207;
gehoord de raadscommissie Ruimte, Economie en Stadsbeheer d.d. 19 december 2006;
gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening;
vast te stellen de volgende verordening, houdende de voorwaarden waaronder de gemeente medewerking zal verlenen aan het in exploitatie brengen van gronden (exploitatieverordening):
Afdeling I ALGEMENE BEPALINGEN
Deze verordening verstaat onder:
aangevuld bekostigingsbesluit: een besluit van de gemeenteraad waarin niet alleen overeenkomstig artikel 222 Gemeentewet, wordt besloten in welke mate de aan de voorzieningen verbonden lasten zullen kunnen worden verhaald op een daarbij aangeduid gebied, maar waarin ook een omschrijving van de voorzieningen van openbaar nut en een begroting van kosten en opbrengsten is opgenomen;
Artikel 2. Voorzieningen van openbaar nut
Tot het treffen van voorzieningen van openbaar nut waardoor onroerende zaken worden gebaat, worden gerekend, onder meer:
De aanleg binnen een exploitatiegebied van de hieronder vermelde werken en werkzaamheden:
wegen, ongebouwde openbare parkeergelegenheden, pleinen, trottoirs, voet- en rijwielpaden, waterpartijen, watergangen, voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, bruggen, tunnels, duikers, kades, steigers, en andere rechtstreeks met de aanleg van deze voorzieningen verband houdende werken en bouwwerken;
gebouwde parkeervoorzieningen, voor zover deze leiden tot optimalisering van het grondgebruik en verbetering van de kwaliteit van de openbare ruimte, openbaar toegankelijk zijn en voornamelijk worden gebruikt door bewoners en gebruikers van het exploitatiegebied, voor zover de aanlegkosten niet via gebruikstarieven worden gedekt en bij de gemeente in rekening worden gebracht;
Afdeling II EXPLOITATIE OP INITIATIEF VAN DE GEMEENTE
Artikel 4a. Vaststelling kostenverhaalsbesluit
Voordat met het treffen van de in artikel 2 genoemde voorzieningen van openbaar nut wordt aangevangen, wordt door de gemeenteraad een kostenverhaalsbesluit vastgesteld, waarin wordt aangegeven op welke wijze en tot welke omvang de aan die voorzieningen verbonden kosten zullen worden verhaald. Het besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 139 van de Gemeentewet.
Het in het eerste lid genoemde besluit bevat in ieder geval de volgende onderdelen:
een kostenbegroting verband houdende met de uitvoering van de onder b. genoemde voorzieningen van openbaar nut, zoals bedoeld in artikel 5. In afwijking van het bepaalde in de vorige volzin kan in het besluit zoals bedoeld in het eerste lid, worden bepaald dat de kostenbegroting op een later tijdstip wordt vastgesteld. Het besluit tot vaststelling van de kostenbegroting wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 139 van de Gemeentewet.
In het kostenverhaalsbesluit wordt aangegeven dat, wat betreft de niet door de gemeente in eigendom verkregen en in het exploitatiegebied liggende gebate onroerende zaken, het verhaal van kosten in beginsel plaatsvindt op basis van een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 7 van deze verordening.
Tevens wordt bepaald dat, ingeval op enigerlei wijze niet kan worden gekomen tot het aangaan van een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 7 van deze verordening, het kostenverhaal in daarvoor in aanmerking komende gevallen kan plaatsvinden door middel van de vaststelling van een baatbelasting.
Artikel 4b. Vaststelling aangevuld bekostigingsbesluit
Voordat op initiatief van de gemeente met het treffen van voorzieningen van openbaar nut in een exploitatiegebied wordt aangevangen, kan door de gemeenteraad een aangevuld bekostigingsbesluit voor dat exploitatiegebied worden vastgesteld en bekendgemaakt op de wijze zoals bedoeld in artikel 139 Gemeentewet.
Het aangevuld bekostigingsbesluit bevat in ieder geval de volgende onderdelen:
een begroting van de ten laste van de onroerende zaken in het exploitatiegebied komende kosten, verband houdende met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van grond, en van de ten gunste van het in exploitatie nemen van gronden komende opbrengsten. De opbrengsten bestaan uit:
overige bijdragen. Van deze begroting maakt eveneens deel uit de wijze van toerekening van de totale kosten en opbrengsten aan de onroerende zaken in het exploitatiegebied, zoveel mogelijk naar de mate van het profijt dat de onroerende zaken hebben van het samenhangend geheel van voorzieningen van openbaar nut.
In het aangevuld bekostigingsbesluit kan worden bepaald dat de begroting als bedoeld in het tweede lid onder e later door de gemeenteraad wordt vastgesteld. De begroting kan door de gemeenteraad periodiek worden herzien. De begroting wordt bekendgemaakt op de wijze als bedoeld in artikel 139 Gemeentewet.
De kostenbegroting zoals bedoeld in artikel 4a bevat in elk geval de volgende gegevens:
Een raming van de met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden verband houdende kosten, te weten:
De kosten van de in artikel 2 genoemde voorzieningen van openbaar nut, voorzover deze verband houden met het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied en voor zover de binnen het exploitatiegebied liggende onroerende zaken door deze voorzieningen direct dan wel indirect gebaat zijn, alsmede de daarmee verband houdende kosten van onderzoeken, voorbereiding en toezicht; Deze kosten worden toegerekend met behulp van een verdeelsleutel naar rato van de in dit lid bedoelde baat.
De kosten van aanleg van voorzieningen van openbaar nut buiten het exploitatiegebied voor zover de binnen het exploitatiegebied liggende onroerende zaken door deze voorzieningen direct dan wel indirect gebaat zijn, waaronder voorzieningen zoals bedoeld in artikel 2. Deze kosten worden toegerekend met behulp van een verdeelsleutel naar rato van de in dit lid bedoelde baat.
Alle geldelijke gevolgen voor de gemeente van overige werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, in ieder geval:
de kosten van planontwikkeling, planvoorbereiding, planbeheer en plantoezicht. Onder deze kosten wordt ten minste verstaan; de kosten verband houdende met het opstellen of vervaardigen van structuurplannen, bestemmingsplannen, planmatige uitwerkingen of -wijzigingen, besluiten tot het verlenen van vrijstelling van een bestemmingsplan en van overige planologische maatregelen voor zover deze nodig zijn voor het in exploitatie brengen, alsmede toe te kennen planschadevergoedingen ex artikel 49 WRO;
De wijze van toerekening van de totale onder sub 1. en 2. van dit artikellid bedoelde kosten en opbrengsten aan de onroerende zaken in het exploitatiegebied naar de mate van de baat die de onroerende zaken hebben van het samenhangend geheel van voorzieningen van openbaar nut zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening. De mate van baat wordt aangeduid met inachtneming van hetgeen hieromtrent in artikel 6 is bepaald.
Periodiek wordt nagegaan of optredende loon- en/of prijswijzigingen danwel andere optredende wijzigingen met betrekking tot het in exploitatie brengen van gronden binnen het exploitatiegebied aanleiding geven om de kostenbegroting te herzien. Het besluit tot herziening van de kostenbegroting wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 139 van de Gemeentewet.
Naast het bepaalde in het vierde lid wordt de raming van de in het eerste lid, onder 1 sub a. bedoelde inbrengwaarde van de gronden beperkt tot de gronden die zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut, ingeval er sprake is van een exploitatiegebied waarvoor geldt dat de voorzieningen van openbaar nut niet in hoofdzaak gericht zijn op het geschikt maken voor bebouwing van onroerende zaken.
Artikel 6. Grondslag voor toerekening baat
Onder de grondoppervlakte zoals bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan de kadastrale oppervlakte van de gebate onroerende zaken, waar mogelijk ingedeeld naar de in een bestemmingsplan opgenomen geprojecteerde kavels (bouw)grond, vermenigvuldigd met factoren voor ligging en bestemming en objectieve gebruiksmogelijkheid, waarin de baat van de van gemeentewege getroffen voorzieningen van openbaar nut tot uitdrukking komt.
Ingeval de toerekening op basis van m² grondoppervlakte onvoldoende uitdrukking geeft aan de in het exploitatiegebied opgenomen verschillen in toerekening van baat, geschiedt de toerekening op basis van een nader in de kostenbegroting zoals bedoeld in artikel 5, te bepalen grondslag die voorziet in de aanwezige verschillen in baat.
Artikel 7. Inhoud exploitatieovereenkomst
Het verhaal van kosten van het treffen van voorzieningen van openbaar nut vindt, wat betreft de in het exploitatiegebied liggende onroerende zaken die niet in eigendom zijn van de gemeente, indien dienaangaande tot overeenstemming kan worden gekomen met de exploitant, plaats op basis van een exploitatieovereenkomst. Van de exploitatieovereenkomst wordt een akte opgemaakt. Indien het afstand doen van gronden, zoals bedoeld in het derde lid onder d., onderdeel uitmaakt van de overeenkomst, wordt hiervan een notariële akte opgemaakt.
In het geval toepassing is gegeven aan artikel 3, tweede lid, kan in de exploitatieovereenkomst, onverminderd het gestelde in het derde lid, worden bepaald dat:
ten behoeve van de door exploitant uit te voeren werken een aannemingsovereenkomst wordt gesloten, waarbij de gemeente als opdrachtgever en de exploitant als aannemer wordt aangemerkt, en de directievoering en het toezicht op de door de exploitant uit te voeren werken geschieden door of vanwege de gemeente;
Artikel 8a. Vaststelling exploitatiebijdrage
De in artikel 7 genoemde exploitant betaalt als bijdrage in de kosten van voorzieningen van openbaar nut het bedrag dat volgens de in de artikelen 5 en 6 opgenomen wijze aan zijn onroerende zaak wordt toegerekend, vermeerderd met de kosten op de afstand van de in artikel 7, derde lid, sub d. bedoelde gronden vallende en de kosten van kadastrale uitmeting, verminderd met de inbrengwaarde zoals bedoeld in artikel 5, eerste lid, sub 1., onder a. van de bij de exploitant in eigendom zijnde of door exploitant in eigendom te verkrijgen gebate gronden, en van de gronden die zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut en door exploitant aan de gemeente worden afgestaan.
De waarde van de door de exploitant ingebrachte grond, zoals bedoeld in het eerste lid, wordt door de gemeente in overeenstemming met de exploitant op basis van taxatie vastgesteld. Bij het ontbreken van overeenstemming wordt de waarde van de gronden vastgesteld door een commissie van drie deskundigen, van wie een aan te wijzen door de gemeente, een door de exploitant en een door de beide reeds aangewezen deskundigen.
Wordt over de aanwijzing van laatstgenoemde deskundige geen overeenstemming verkregen, dan maken de aangewezen deskundigen tezamen dit bekend aan de opdrachtgevers, waarna de meest gerede partij, onder bekendmaking aan de wederpartij, de kantonrechter in het kanton waartoe de gemeente behoort, kan verzoeken deze deskundige te benoemen.
Indien het bepaalde in artikel 5, vierde en/of vijfde lid toepassing heeft verkregen, wordt de ten laste van de exploitant komende bijdrage bepaald op de voet van lid 1 en 3 van dit artikel, met dien verstande dat de in het eerste lid en derde lid onder b, sub 1. bedoelde vermindering beperkt is tot de inbrengwaarde van de gronden die zijn bestemd voor het treffen van voorzieningen van openbaar nut en door de exploitant aan de gemeente worden afgestaan.
Van de exploitant kan een bijdrage worden verlangd in vanwege de raad ingestelde fondsen ten behoeve van buiten het exploitatiegebied aanwezige en/of te realiseren voorzieningen van openbaar nut dan wel ten behoeve van verrekening met exploitatiegebieden met eventuele tekorten in de exploitatie. De raad stelt de hoogte van de bijdragen aan dergelijke fondsen periodiek vast.
Artikel 8b. Wijze van toerekening
In geval er sprake is van meer exploitanten in hetzelfde exploitatiegebied wordt voor de berekening van ieders bijdrage een verdeelsleutel vastgesteld rekeninghoudende met de veronderstelde opbrengstcapaciteit (marktwaarde) van de gronden van de respectieve exploitanten na realisering, zoals geraamd in een vanwege de gemeente op te stellen exploitatieopzet. De exploitanten dragen bij in de totale kosten van het exploitatiegebied naar rato van de opbrengstcapaciteit van hun gronden.
Indien op de in dit artikel onder a sub 2 beschreven wijze de verschillen in profijt van de van gemeentewege getroffen voorzieningen van openbaar nut niet voldoende tot uitdrukking komen in de wijze van toerekening, geschiedt de toerekening op basis van een nader door de gemeenteraad te bepalen grondslag die beter uitdrukking geeft aan de aanwezige verschillen in profijt.
Afdeling III: EXPLOITATIE OP VERZOEK VAN EXPLOITANT
Ingeval door burgemeester en wethouders een aanvraag voor een bouwvergunning zoals bedoeld in de Woningwet, eventueel in combinatie met een verzoek om vrijstelling wordt ontvangen, waarbij in geval van verlening van de vrijstelling en/of bouwvergunning van gemeentewege voorzieningen van openbaar nut zoals bedoeld in artikel 2 van deze verordening moeten worden getroffen, wordt dit vóór de beslissing op de aanvraag bekendgemaakt aan de aanvrager. Daarbij wordt een door burgemeester en wethouders vast te stellen aanduiding van het exploitatiegebied en kostenbegroting aan de exploitant bekendgemaakt. Het bepaalde in artikel 5, met uitzondering van het bepaalde in de slotzin van het derde lid, is van overeenkomstige toepassing. Tevens wordt de aanvrager in de gelegenheid gesteld een aanvraag in te dienen bij burgemeester en wethouders voor ‘medewerking met betrekking tot het in exploitatie brengen van gronden’.
Artikel 10. Beslissing op de aanvraag
Burgemeester en wethouders verlenen slechts medewerking aan het op verzoek van exploitant in exploitatie brengen van gronden krachtens een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 7, met dien verstande dat de in artikel 7 bedoelde kostenbegroting en de daarmee verband houdende aanduiding van het exploitatiegebied wordt vastgesteld door burgemeester en wethouders. De kostenbegroting en de aanduiding van het exploitatiegebied worden bekendgemaakt aan de exploitant. Het bepaalde in artikel 5, derde lid, slotzin is niet van toepassing.
Indien een aanvraag is ingekomen met betrekking tot een onroerende zaak, voor welke werken in het daarbij behorende exploitatiegebied reeds een kostenverhaalsbesluit zoals bedoeld in artikel 4a is genomen, maken burgemeester en wethouders dit aan de exploitant bekend. Naast de hiervoor genoemde bekendmaking kan aan exploitant tevens een ontwerp-overeenkomst zoals bedoeld in artikel 7, worden aangeboden.
Afdeling IV: RELATIE GRONDUITGIFTE EN ANDERE KOSTENVERHAALSINSTRUMENTEN
Artikel 11. Relatie baatbelasting
In een gebied waarvoor een kostenverhaalsbesluit zoals bedoeld in artikel 4a is genomen, zal, indien een exploitant een overeenkomst zoals bedoeld in artikel 7 aangaat, in de overeenkomst worden bepaald dat met betrekking tot de uitvoering van de in deze overeenkomst genoemde voorzieningen van openbaar nut geen aanvullend kostenverhaal op basis van baatbelasting ten laste van de desbetreffende onroerende zaak zal plaatsvinden.
Artikel 12. Relatie andere overeenkomsten
Indien van gemeentewege een overeenkomst wordt aangegaan die naast het kostenverhaal van voorzieningen van openbaar nut ten behoeve van het in exploitatie brengen van gronden nog andere elementen bevat, dan vindt de vaststelling van de via een dergelijke overeenkomst totstandgekomen exploitatiebijdrage in de kosten van voorzieningen van openbaar nut plaats op basis van het gestelde in deze verordening.
Artikel 13. Voorzieningen van ondergeschikt belang
De artikelen 5 en 7 van deze verordening zijn niet van toepassing ingeval de medewerking uitsluitend wordt gevraagd voor voorzieningen van openbaar nut van ondergeschikt belang. In dergelijke gevallen besluit de gemeenteraad onder welke voorwaarden deze voorzieningen van openbaar nut door of met medewerking van de gemeente zullen worden aangelegd.
Artikel 14. Specifieke overeenkomsten
In de gevallen, waarin de gemeentelijke betrokkenheid bij de (her) ontwikkeling van gebieden zodanig groot is dat daarvoor specifieke projectontwikkelingsovereenkomsten met grondeigenaren dienen te worden aangegaan en de letterlijke toepassing van deze verordening daarvoor belemmeringen opwerpt, kan de raad besluiten in de met deze partijen te sluiten overeenkomsten af te wijken van de bepalingen in deze verordening. De raad geeft alsdan de redenen aan welke tot toepassing van dit artikel leiden en stelt de specifieke voorwaarden vast voor de te sluiten projectontwikkelingsovereenkomsten, zoals deze voortvloeien uit de door de raad geformuleerde beleidsdoelstellingen voor de ontwikkeling van het exploitatiegebied.
Afdeling V: OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 15. Overgangsbepalingen
Ten aanzien van een exploitatiegebied waarvoor geldt dat voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening met het treffen van voorzieningen van openbaar nut is aangevangen, deze voorzieningen niet geheel zijn voltooid en waarvoor geen kostenverhaalsbesluit of afzonderlijke kostenbegroting is vastgesteld, vinden de bepalingen van deze verordening voor dat exploitatiegebied, voorzover nodig, op een aan die situatie aangepaste wijze toepassing. In elk geval geldt daarbij dat, indien binnen dat exploitatiegebied wordt gekomen tot een exploitatieovereenkomst zoals bedoeld in artikel 7, de vaststelling van de daarin op te nemen financiële bijdrage geschiedt op basis van een door de gemeenteraad vast te stellen kostenbegroting zoals bedoeld in artikel 5. Het besluit tot vaststelling van de kostenbegroting wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 139 van de Gemeentewet.
Ten aanzien van een exploitatiegebied waarvoor geldt dat voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening een kostenverhaalsbesluit of afzonderlijke kostenbegroting is vastgesteld, blijft de ‘Exploitatieverordening Beverwijk 2000’ van toepassing tot twee jaren nadat de ten behoeve van dat exploitatiegebied getroffen en/of te treffen voorzieningen van openbaar nut geheel zijn voltooid met dien verstande dat, voorzover van belang in afwijking van de Exploitatieverordening Beverwijk 2000, het aangaan van overeenkomsten geschiedt door burgemeester en wethouders.
Ten aanzien van een voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening ontvangen aanvraag tot het verlenen van medewerking aan het in exploitatie brengen van gronden, waarop voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening niet is beslist, blijft de ‘Exploitatieverordening Beverwijk 2000’ van toepassing tot op de aanvraag is beslist, met dien verstande dat, indien tot het treffen van voorzieningen van openbaar nut wordt besloten, laatstgenoemde verordening van toepassing blijft tot twee jaren nadat de te treffen voorzieningen van openbaar nut geheel zijn voltooid en, voorzover van belang in afwijking van de Exploitatieverordening Beverwijk 2000, het aangaan van overeenkomsten geschiedt door burgemeester en wethouders.