Organisatie | Overbetuwe |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Specifieke subsidieregeling persoonsgebonden inburgeringsbudget gemeente Overbetuwe 2010 |
Citeertitel | Specifieke subsidieregeling persoonsgebonden inburgeringsbudget gemeente Overbetuwe 2010 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | maatschappelijke zorg en welzijn |
Eigen onderwerp | |
Externe bijlage | specifieke subsidieregeling persoonsgebonden inburgeringsbudget 2010 10 07 20.pdf |
Geen.
Verordening op de inburgering gemeente Overbetuwe 2010, art. 6, art.14
Geen.
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
05-08-2010 | 01-01-2010 | 01-01-2013 | nieuwe regeling | 20-07-2010 Hét Gemeente Nieuws; 04-08-2010 | 10bwb00346 |
Artikel 2 Persoonsgebonden inburgeringsbudget
beschikt over aantoonbare ervaring en deskundigheid op het gebied van het verzorgen van inburgeringsprogramma’s of taalkennisvoorzieningen. |
Het college beslist op een aanvraag binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag. Deze termijn kan met ten hoogste acht weken worden verdaagd.
Het college kan één of meerdere artikelen van deze regeling buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voor zover toepassing, gelet op het belang van de inburgering, leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum van bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2010.
Deze regeling wordt aangehaald als: Specifieke subsidieregeling persoonsgebonden inburgeringsbudget gemeente Overbetuwe 2010.
Aldus besloten in de vergadering van 20 juli 2010.
Het college van burgemeester en wethouders,
Op grond van artikelen 6 en 14 van de Verordening op de inburgering gemeente Overbetuwe 2010 is het college bevoegd nadere regels over de noodzakelijkheid, de duur en de maximale kosten van het persoonsgebonden inburgeringsbudget vast te stellen. Door middel van deze regeling wordt hieraan gevolg gegeven.
Omdat het hier om een vorm van subsidie gaat, is naast de subsidietitel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht ook de Algemene subsidieverordening hierop van toepassing.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In dit artikel worden de in deze regeling gehanteerde begrippen omschreven.
Artikel 2 Persoonsgebonden inburgeringsbudget
Bij het verlenen van een persoonsgebonden inburgeringsbudget ligt het primaat van de
uitvoering bij de belanghebbende zelf. De belanghebbende bepaalt de weg die hij wenst te
bewandelen. Daarnaast heeft hij de vrijheid om de passende diensten of dienstverleners te kiezen. Om te voorkomen dat de belanghebbende niet-adequate keuzes maakt, is het noodzakelijk om enige randvoorwaarden in te bouwen bij het verlenen van een persoonsgebonden inburgeringsbudget. Deze moeten ook weer niet te hard en te omvangrijk
zijn, omdat daarmee de keuze van de belanghebbende om zelf richting te geven aan zijn inburgering niet meer aan de orde is. Het college heeft dan een te grote invloed.
De belanghebbende moet een inburgeraar zijn (inburgeringsplichtige of vrijwillige inburgeraar), zie ook artikel 1 van de regeling. Verder worden de personen nog
beoordeeld op een aantal 'zachte' kenmerken, zoals motivatie, doorzettingsvermogen,
sociale vaardigheden en een realistisch zelfbeeld. De beoordeling op deze 'zachte'
kenmerken is lastig en een mogelijk struikelblok. Om niet-objectieve beoordelingen zo veel
mogelijk uit te sluiten, zetten de inburgeringscoaches een diagnose-instrument in om een indicatie te krijgen van de kenmerken van de persoon. Overige vereisten zijn dat het doel van het inburgeringsplan het behalen van het inburgeringsexamen is en dat de doorlooptijd van het traject maximaal 18 maanden is.
Het is van belang dat aan de hoogte van een persoonsgebonden inburgeringsbudget
een plafond wordt toegekend. Het college stelt het maximum hiervoor vast op € 5.000, -. Dit is de vergoeding per inburgeringstraject dat de gemeente van het Rijk ontvangt.
Tot slot kan het persoonsgebonden inburgeringsbudget slechts eenmalig worden toegekend aan een belanghebbende.
De subsidie moet worden aangevraagd door middel van een door het college vastgesteld
aanvraagformulier. Als dit nodig is, kan het college van dit bepaalde ontheffing verlenen.
Binnen acht weken nadat de aanvraag is ontvangen, moet het college op de aanvraag
hebben beslist, dat wil zeggen: de subsidie hebben vastgesteld. Deze termijn kan ten
hoogste met acht weken worden verdaagd.
De subsidie wordt niet eerder aan het inburgeringsbedrijf uitbetaald, dan nadat de subsidie is
vastgesteld. In de beschikking tot subsidievaststelling wordt vermeld hoe de subsidie aan de
Voor deze regeling is een subsidieplafond ingesteld van € 30.000, - per jaar.
Dit artikel behoeft geen toelichting.