Organisatie | Valkenburg aan de Geul |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Regeling uitvoering hoofdstuk 3 gemeente Valkenburg aan de Geul 2016 |
Citeertitel | Regeling uitvoering hoofdstuk 3 gemeente Valkenburg aan de Geul 2016 |
Vastgesteld door | college van burgemeester en wethouders |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp |
Geen
hoofdstuk 3 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR-UWO) van de gemeente Valkenburg aan de Geul;artikel 125 van de Ambtenarenwet;artikel 160 van de Gemeentewet;
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
01-01-2016 | 09-03-2017 | Onbekend | 26-01-2016 Onbekend | Onbekend |
Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul;
tot het vaststellen van de navolgende
Regeling uitvoering hoofdstuk 3 gemeente Valkenburg aan de Geul 2016
Artikel 1 Toekenning periodieke verhoging
Het salaris van de medewerker wordt bij gebleken voldoende functioneren binnen de voor hem geldende salarisschaal jaarlijks periodiek verhoogd tot het naast hogere bedrag. Dit geldt niet voor de medewerker die het maximum van de voor hem geldende schaal reeds heeft bereikt. Gebleken voldoende functioneren wordt bepaald aan de hand van personeelsbeoordeling.
De salarisverhoging wordt toegekend met ingang van 1 januari van het jaar volgend op de aanstelling.
In afwijking van het gestelde in het tweede lid vindt bij indiensttreding of bevordering op of na 1 oktober, per 1 januari daaropvolgend geen periodieke verhoging plaats, maar vindt deze periodieke verhoging plaats per 1 januari van het hierop volgende jaar.
De diensttijd die als medewerker in tijdelijke dienst wordt doorgebracht en die onmiddellijk gevolgd wordt door een aanstelling of arbeidsovereenkomst, komt in aanmerking voor een beoordeling en de daaruit voortvloeiende salarisconsequentie als bedoeld in dit artikel.
Als er in een betreffend jaar niet meer dan zes maanden arbeid is verricht, kan het college bepalen, dat niet kan worden vastgesteld of sprake is van voldoende functioneren in de zin van lid 1. De volgende tijd kan aangemerkt worden als het niet verrichten van arbeid:
Indien vaststaat, dat een schorsing, als bedoeld in lid 6 sub 3 van deze regeling, niet door het ten uitvoer leggen van een straf is gevolgd noch zal worden gevolgd, telt de tijd van deze schorsing alsnog mee voor de vaststelling van de diensttijd.
In afwijking van het bepaalde in lid 6 sub 2 van dit artikel kan, indien de medewerker in het algemeen belang verlof zonder bezoldiging geniet voor een tijdvak van langer dan een half jaar, dit tijdvak volledig in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van de diensttijd.
Artikel 2 Niet toekennen periodieke verhoging
Bij onvoldoende bekwaamheid, geschiktheid of inzet van de medewerker, zoals blijkt uit de jaarlijkse personeelsbeoordeling, kunnen salarisverhogingen als bedoeld in artikel 1 achterwege worden gelaten.
Zolang ten aanzien van de medewerker het vorige lid toepassing vindt, wordt jaarlijks opnieuw bekeken in hoeverre er aanleiding bestaat deze toepassing voort te zetten.
Nadien kan bepaald worden, dat de salarisverhogingen, welke met toepassing van het eerste lid achterwege zijn gelaten, al dan niet met terugwerkende kracht, alsnog worden toegekend.
Als er een besluit wordt genomen over het toepassen van het eerste, tweede of derde lid van dit artikel wordt de medewerker daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk op de hoogte gesteld. Het informeren van de medewerker vindt in elk geval plaats voor de datum waarop de salarisverhoging zou zijn ingegaan. Deze schriftelijke informatie bevat tevens de redenen voor het betreffende besluit.
Artikel 3 Extra periodieke verhoging
Aan de medewerker, die het maximumsalaris van de voor hem geldende salarisschaal nog niet heeft bereikt, kan een extra periodieke salarisverhoging tot een in de salarisschaal genoemd bedrag, niet uitgaande boven het maximumsalaris, worden toegekend. Een dergelijke toekenning vindt plaats op basis personeelsbeoordeling.
Bij de toepassing van het vorige lid blijft het tijdstip, waarop ingevolge artikel 1 van deze regeling een salarisverhoging zou moeten worden toegekend, onverlet, tenzij door de werkgever anders wordt bepaald.
Artikel 4 Salarisverhoging bij bevordering naar een hogere schaal
Wanneer voor de medewerker een salarisschaal gaat gelden met een hoger maximumsalaris, wordt het salaris in de nieuwe schaal vastgesteld op een bedrag, gelegen onmiddellijk boven het salaris, dat de medewerker in de oude schaal zou hebben genoten. Indien deze overschaling tegelijkertijd plaatsvindt met een periodieke verhoging vindt eerst de overschaling plaats en wordt vervolgens de periodieke verhoging toegepast.
Bij toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt het nieuwe salaris met één (1) periodiek verhoogd, indien het naast hoger gelegen salaris in de nieuwe schaal een groei van minder dan 75% van het salarisverschil bedraagt, welke de medewerker zou hebben ontvangen indien hij in zijn oude schaal een periodieke verhoging zou hebben gekregen.
Voor de medewerker die het maximum van de oude schaal heeft bereikt, moet de groei minimaal 75% van het salarisverschil bedragen, welke de medewerker met de voorgaande periodieke verhoging in de oude schaal heeft gekregen.
Indien een medewerker of een groep van medewerkers een uitstekende kortdurende of eenmalige prestatie heeft geleverd, kan het college een gratificatie als bedoeld in artikel 3:20 toekennen.
De in lid 1 bedoelde prestatie betreft een activiteit die niet uit de functiebeschrijving voortvloeit.
De gratificatie wordt netto uitgekeerd en bedraagt ten hoogste 2,5% van het bruto jaarsalaris gemaximeerd tot aan het salaris gebaseerd op het maximum van schaal 11.
Een deeltijder ontvangt de gratificatie naar evenredigheid van de omvang van de dienstbetrekking.
Artikel 10 Citeerwerking en inwerkingtreding
Deze regeling kan worden aangehaald als de “Regeling uitvoering hoofdstuk 3 gemeente Valkenburg aan de Geul 2016 ” en treedt in werking met ingang van 1 januari 2016.
Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van 26 januari 2016.