Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Oldenzaal

Verordening Bijdragefonds 2012

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieOldenzaal
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingVerordening Bijdragefonds 2012
CiteertitelVerordening Bijdragefonds 2012
Vastgesteld doorgemeenteraad
Onderwerpmaatschappelijke zorg en welzijn
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling is vervangen door de Verordening Bijdragefonds 2013.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Wet werk en bijstand, art. 8, lid 1
  2. Wet werk en bijstand, art. 35, lid 5
  3. Gemeentewet, art. 147, lid 1
  4. Algemene wet bestuursrecht, titel 4.2

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

01-01-201301-01-2013intrekking

17-12-2012

Gemeenteblad, 24-12-2012

INTB-12-00423
01-01-201201-01-2013nieuwe regeling

19-12-2011

Nieuwsblad Oldenzaal, 27-12-2011

INT-11-00859

Tekst van de regeling

Intitulé

Verordening Bijdragefonds 2012

De raad van de gemeente Oldenzaal;

 

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2011, nr. 44/10, reg.nr. INT-11-00859;

 

gelet op artikel 8 eerste lid, onder g en artikel 35, vijfde lid van de wet werk en bijstand, artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet en titel 4.2 van de Algemene wet bestuursrecht

 

b e s l u i t :

 

vast te stellen de verordening Bijdragefonds 2012.

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

bijdragefonds:

een door de raad ingesteld fonds ten laste waarvan bijzondere bijstand of subsidies kunnen worden verstrekt;

deelnemer: degene die in Oldenzaal woonachtig is en die daadwerkelijk en constant actief deelneemt aan ten minste een van de in artikel 5 vermelde activiteiten;

aanvrager:

de deelnemer van 18 jaar of ouder met een zelfstandig inkomen c.q. de ouder respectievelijk de als hoofd van de leefeenheid optredende verantwoordelijke persoon;

inkomen:

een inkomen als bedoeld in artikel 4;

bijzondere bijstand:

bijzondere bijstand als bedoeld in artikel 35 van de Wet werk en bijstand;

maatschappelijke participatie:

deelname aan tenminste een van de in artikel 5 vermelde activiteiten;

subsidie:

een bijdrage in kosten van de activiteiten vermeld in artikel 5.

Artikel 2 Voorwaarden voor het recht op een bijdrage

  • 1.

    Een bijdragefonds wordt ingesteld.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders kan ten laste van dit fonds bijzondere bijstand of subsidies verstrekken.

  • 3.

    De bijzondere bijstand of subsidies worden verstrekt met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 3, 4 en 5.

  • 4.

    Bijzondere bijstand wordt toegekend, met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 8 en 35 van de WWB, aan een persoon met een hem ten laste komend kind dat onderwijs of een beroepsopleiding volgt, voor de kosten in verband met maatschappelijke participatie van dat kind.

  • 5.

    Subsidie wordt toegekend aan de deelnemer die ingevolge deze verordening niet voor bijzondere bijstand in aanmerking komt.

Artikel 3
  • 1.

    Een aanvraag om bijzondere bijstand of een subsidie wordt uiterlijk vóór 1 maart volgend op het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft, schriftelijk ingediend bij burgemeester en wethouders. Een mondeling verzoek wordt ten behoeve van de aanvrager op schrift gesteld.

  • 2.

    Een aanvraag wordt slechts in behandeling genomen als deze volledig is en de informatie bevat als bedoeld in artikelen 4 en 5.

  • 3.

    Op een aanvraag wordt zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen acht weken na de datum van ontvangst beslist.

  • 4.

    De beslissing van het college van burgemeester en wethouders op de aanvraag wordt, schriftelijk en met redenen omkleed, medegedeeld aan de aanvrager.

Artikel 4 Grondslag

De bijzondere bijstand of subsidie, als bedoeld in artikel 2, wordt verstrekt indien wordt deelgenomen aan het bepaalde in artikel 5 en is voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • a.

    het netto inkomen van de aanvrager bedraagt niet meer dan 110% van het van toepassing zijnde minimum inkomen (bijstandsnorm);

  • b.

    de inkomensontwikkeling ondergaat binnen een tijdsbestek van zes maanden geen grotere verbetering dan 25%;

  • c.

    uit de overgelegde bewijsstukken blijkt deelname aan één of meerdere activiteiten genoemd in artikel 5.

Artikel 5 Subsidiabele activiteiten

  • 1.

    Met toepassing van het bepaalde in artikel 4 komt een deelnemer in aanmerking voor een tegemoetkoming indien sprake is van deelname aan een van de volgende sociaal-culturele en sportieve activiteiten:

    • a.

      de muziekschool Twente;

    • b.

      een zwemschool of openbare zwemgelegenheden;

    • c.

      een bibliotheek;

    • d.

      activiteiten en cursussen op sociaal-cultureel en educatief gebied, welke o.a. worden verzorgd door Impuls en het ROC Oost Nederland (waarvan de meeste activiteiten doorgaans zijn opgenomen in de cursus- en activiteitenkrant van Impuls);

    • e.

      een sportvereniging die rechtspersoonlijkheid bezit;

    • f.

      een muziek-, zang- of toneelvereniging die rechtspersoonlijkheid bezit;

    • g.

      abonnement op een krant of tijdschrift;

    • h.

      een op naam gesteld Cultureel Jongeren Paspoort;

    • i.

      een op naam gestelde museumjaarkaart;

    • j.

      een op naam gestelde Pas 65;

    • k.

      een bewijs van toegang inzake een openbare voorstelling c.q. uitvoering op het gebied van cultuur dan wel een toegangsbewijs in verband met bezoek aan een schouwburg;

    • l.

      abonnement op (kerk)telefoon;

    • m.

      onderlinge Oldenzaalse Ruildienstenkring (OORD);

    • n.

      computercursussen en internetaansluiting/-gebruik.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde tegemoetkoming bedraagt:

    • a.

      € 115,00 per persoon per kalenderjaar;

    • b.

      in afwijking van het genoemde onder a bedraagt de tegemoetkoming voor een thuiswonend schoolgaand kind in het basisonderwijs of voortgezet (speciaal) onderwijs € 185,00 per persoon per kalenderjaar, voor zover het kind met ingang van het schooljaar 17 jaar of jonger is.

Artikel 6 Onvoorziene omstandigheden

In gevallen waarin de uitvoering van deze verordening niet voorziet beslist het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 7 Intrekken bestaande verordening

De Verordening Bijdragefonds 2004, gewijzigd bij raadsbesluit van 26 juni 2008, wordt ingetrokken.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Bijdragefonds 2012.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2012, onder voorbehoud van inwerking van wetsvoorstel 32.815 per die datum.

Vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december 2011,

de griffier, de voorzitter,

J.H. Brokers L.V. Elfers