Ziet u een fout in deze regeling? Meld het ons op regelgeving@overheid.nl!
Breda

Beleidsregeling Woon- en leefklimaatregeling shops 2015

Wetstechnische informatie

Gegevens van de regeling
OrganisatieBreda
OrganisatietypeGemeente
Officiële naam regelingBeleidsregeling Woon- en leefklimaatregeling shops 2015
CiteertitelBeleidsregel woon- en leefklimaat regeling shops 2015
Vastgesteld doorburgemeester
Onderwerpopenbare orde en veiligheid
Eigen onderwerp

Opmerkingen met betrekking tot de regeling

Deze regeling vervangt de beleidsregeling hoofdstuk 2, afdeling 2, paragraaf 2, APV regeling Woon en leefklimaat 2009 van 30 augustus 2011.

Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

  1. Gemeentewet, art. 174
  2. Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014, afdeling 7a

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Geen.

Overzicht van in de tekst verwerkte wijzigingen

Datum inwerkingtreding

Terugwerkende kracht tot en met

Datum uitwerkingtreding

Betreft

Datum ondertekening

Bron bekendmaking

Kenmerk voorstel

19-03-2015nieuwe regeling

05-03-2015

Gemeenteblad, 2015, 22968

43236

Tekst van de regeling

Intitulé

Beleidsregeling Woon- en leefklimaatregeling shops 2015

De burgemeester van Breda,

 

Gelet op het bepaalde in artikel 174 Gemeentewet en afdeling 7a, van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014;

 

Overwegende dat het gewenst is beleidsregels vast te stellen als bedoeld in artikel 4.81 van de Algemene Wet Bestuursrecht ter uitoefening van de bevoegdheid ex. artikel 2:36 (weigeringgronden), artikel 2:38 (sluiting) en artikel 2:40 (intrekkingsgronden) APV Breda 2014.

 

Besluit op grond van het bovenstaande de volgende beleidsregels vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1.

    In deze beleidsregels wordt verstaan onder verordening: De Algemene Plaatselijke Verordening Breda 2014

  • 2.

    Een inrichting als bedoeld in artikel 2:32, onder a, wordt geacht een smart- en/of headshop te zijn indien:

    • a.

      daarin worden verkocht:

      • i.

        niet traditionele genotsmiddelen die bedoeld zijn om veranderingen teweeg te brengen in de gemoedstoestand of de geestelijke functies (stimulerend, kalmerend of hallucinerend) en die niet vallen onder de werking van de Opiumwet, de Wet op de Geneesmiddelen en de Wet Voorkoming Misbruik Chemicaliën

      • ii.

        en/of artikelen die verwant zijn met de hasjcultuur

    • b.

      en/of, op basis van de presentatie, inrichting en/of uitstraling, de inrichting is aan te merken als smart- en/of headshop, zoals kan blijken uit (niet limitatief):

      • de inschrijving in het handelsregister van de Kamer van Koophandel:

      • de reclame uitingen, veelal gerelateerd aan de drugscultuur;

      • Naam van de inrichting, veelal gerelateerd aan de drugscultuur

      • Presentatie en inrichting van de inrichting, veelal gerelateerd aan de drugscultuur (voornamelijk psychedelia)

Artikel 2 Weigeringgronden

  • 1.

    De burgemeester weigert een vergunning als bedoeld in artikel 2:36 indien de exploitant of leidinggevende(n) niet de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt of in enig opzicht van slecht levensgedrag is;

  • 2.

    De burgemeester weigert in ieder geval de vergunning op grond van de in artikel 2:36, onder g,van de verordening genoemde weigeringsgrond indien:

    • a.

      de inrichting is gelegen binnen een straal van 300 meter van een inrichting behorende tot de categorie smart- en headshops en/of de categorie belshops en internetcafé’s.

    • c.

      de inrichting is gelegen binnen een straal van 300 meter van een gedoogde coffeeshop als bedoeld in de nota Coffeeshopbeleid Breda 2013.

  • 3.

    De burgemeester weigert in ieder geval de vergunning op grond van de in artikel 2:36, onder d, van de verordening genoemde weigeringsgrond indien:

    • a.

      de directe omgeving van de inrichting bestaat uit bebouwing die uitsluitend of in overwegende mate is bestemd voor bewoning;

    • b.

      het een tussen woonwijken gelegen winkelgebied van geringe omvang betreft. Hiertoe worden in ieder geval gerekend de winkelstrips in de navolgende straten:

      • i.

        Charleroistraat;

      • ii.

        Brabantplein;

      • iii.

        Hooghout, Epelenberg, Hoogeind, Lage Kant;

      • iv.

        Planciusplein,

      • v.

        Dr. Struyckenplein;

      • vi.

        Mgr. Nolensplein;

      • vii.

        Belcrumweg, Speelhuislaan, Oude Terheijdenseweg;

      • viii.

        Stationsplein, Willemstraat

      • ix.

        Baliëndijk, Zusterveld, Abdijstraat.

  • 4.

    De burgemeester weigert een vergunning op basis van de in artikel 2:36, eerste lid, sub h, van de verordening genoemde weigeringgrond indien binnen een straal van 250 meter van de inrichting een school of jongerencentrum is gevestigd.

  • 5.

    De burgemeester weigert de vergunning indien het aantal inrichtingen als bedoeld in artikel 2:33, tweede lid, wordt overschreden.

  • 6.

    Met toepassing van de onder 2:36 van de verordening genoemde weigeringgronden houdt de burgemeester verder rekening met:

    • a.

      het karakter van de straat en de wijk waarin de inrichting is gelegen of zal zijn gelegen;

    • b.

      de aard van de inrichting;

    • c.

      de spanning, waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie van de inrichting;

    • d.

      de concentratie van de inrichtingen in een bepaald gebied;

    • e.

      de wijze van bedrijfsvoering van de exploitant of beheerder van de inrichting in deze of andere inrichtingen;

    • f.

      de wijze van exploitatie van de inrichting in het verleden, voor zover de exploitant en beheerder onveranderd is gebleven;

Artikel 3 Intrekkingsgronden

De burgemeester trekt de vergunning in op grond van de in artikel 2:40 genoemde gronden waarbij de vergunning in ieder geval wordt ingetrokken als de inrichting door de burgemeester wordt gesloten op grond van artikel 174 Gemeentewet of op basis van artikel 13b Opiumwet.

Artikel 4 Bibob

De beleidslijn Bibob van toepassing verklaren op de vergunningverlening in het kader van paragraaf 7a van de verordening.

Artikel 5 Sluiting

Handhaving op grond van artikel 2:38 van de verordening geschiedt overeenkomstig het beleid als opgenomen in het bij besluit van 13 oktober 2014 door college en burgemeester vastgestelde Handhavingmatrix Breda 2014.

Artikel 6 Slotbepaling

  • 1.

    Deze regeling kan worden aangehaald als ‘Beleidsregel woon- en leefklimaat regeling shops 2015’

  • 2.

    Deze beleidsregeling treedt in werking op de dag nadat zij is bekendgemaakt onder gelijktijdige intrekking van de huidige beleidsregeling hoofdstuk 2, afdeling 2, paragraaf 2, APV regeling Woon en leefklimaat 2009 van 30 augustus 2011.

Aldus vastgesteld, Breda, d.d. 5 maart 2015

De burgemeester van Breda