Organisatie | Beverwijk |
---|---|
Organisatietype | Gemeente |
Officiële naam regeling | Verordening inhoudende bepalingen met betrekking tot de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van raadscommissies |
Citeertitel | Verordening op de raadscommissies 2010 |
Vastgesteld door | gemeenteraad |
Onderwerp | bestuur en recht |
Eigen onderwerp | Raadscommissies |
Geen
Datum inwerkingtreding | Terugwerkende kracht tot en met | Datum uitwerkingtreding | Betreft | Datum ondertekening Bron bekendmaking | Kenmerk voorstel |
---|---|---|---|---|---|
03-06-2010 | 14-02-2013 | Onbekend | 03-06-2010 Onbekend | Raadsstuk 2010/19425 |
De raad van de gemeente Beverwijk;
gezien het voorstel van het raadspresidium d.d. 17 maart 2010, nummer 2010/19425;
gehoord de commissie in Comité Generaal d.d. 14 april 2010 en de commissie Algemeen Bestuur, Veiligheid en Middelen d.d. 20 mei 2010;
gelet op artikel 82 van de Gemeentewet;
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening inhoudende bepalingen met betrekking tot de taken, de bevoegdheden, de samenstelling en de werkwijze van raadscommissies
De agendacommissie bepaalt, met inachtneming van het bepaalde in het artikel 82, derde lid van de Gemeentewet, uit hoeveel leden een commissie bestaat.
Indien een mededeling als bedoeld in artikel 9, vierde lid van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad is gedaan,kan de agendacommissie de omvang van de commissie aanpassen aan de nieuwe situatie.
De aanpassing vindt plaats in de eerstvolgende vergadering na de in artikel 9,vijfde lid van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad bedoelde raadsvergadering.
Wanneer het vereiste aantal leden niet ter vergadering is opgekomen, wordt de opening van de vergadering met een kwartier verdaagd. Indien ook dan het vereiste aantal leden niet aanwezig is wordt, in afwijking van het gestelde in het eerste lid, de vergadering geopend. In deze vergadering kan wel over de op de agenda vermelde onderwerpen worden beraadslaagd en geadviseerd doch kunnen geen besluiten of beslissingen als bedoeld in artikel 22 worden genomen.
Artikel 26 Gecombineerde vergadering
Indien de agendacommissie besloten heeft dat een voorstel van een college of een ander onderwerp in meerdere commissies wordt behandeld, kan de agendacommissie besluiten dat het voorstel van het college of een ander onderwerp in een gecombineerde vergadering van de betrokken commissies wordt behandeld.
Artikel 30 Handhaving vergaderorde
Indien een spreker, zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker, hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem gedurende de vergadering, waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
Hoofdstuk VI Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 31 Verslag; verantwoording
Een lid van de raad, een wethouder, de burgemeester of de secretaris, die door de gemeenteraad is aangewezen tot lid van het algemeen bestuur van een openbaar lichaam of van een ander gemeenschappelijk orgaan, ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, heeft het recht om in de vergadering van de commissie wier werkterrein het betreft, verslag te doen over zaken die in het algemeen bestuur of gemeenschappelijk orgaan als bedoeld aan de orde zijn.
Ieder lid van de commissie wier werkterrein het betreft kan aan een persoon als bedoeld in het eerste lid, schriftelijke vragen stellen. De regels voor het stellen van schriftelijke vragen, vastgesteld in artikel 45 van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, zijn van overeenkomstige toepassing.
Wanneer een lid van de commissie wier werkterrein het betreft een persoon als bedoeld in het eerste lid ter verantwoording wenst te roepen over zijn wijze van functioneren als zodanig, besluit de commissie over het toestaan daarvan. De regels voor het vragen van inlichtingen, vastgesteld in artikel 47 van het reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, zijn van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk VII Toehoorders, spreekrecht
Artikel 33 Spreekrecht toehoorders
Toehoorders die het woord wensen te voeren maken dit vóór de aanvang van de vergadering aan de voorzitter kenbaar onder opgave van het agendapunt waarover zij wensen te spreken. De voorzitter geeft hun het woord, zodra het betreffende agendapunt aan de orde is, voordat het woord wordt gevoerd door de leden.
Nadat de commissieleden vragen hebben gesteld als bedoeld in het vorige lid en de toehoorders deze hebben beantwoord, worden de toehoorders in de gelegenheid gesteld om nog maximaal drie minuten een nadere toelichting te geven. De voorzitter is bevoegd de spreektijd te beperken indien meer dan vijf toehoorders in tweede termijn het woord willen voeren.
Hoofdstuk VIII Besloten vergadering
Artikel 35 Besloten vergadering
In afwijking van het eerste lid en van artikel 19, eerste lid blijven stukken, omtrent de inhoud waarvan ingevolge artikel 25, eerste of tweede lid van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, onder berusting van de griffier die de leden inzage verleent.Op verzoek van een lid van de commissie of een lid van de raad wordt door de griffier aan hem een gewaarmerkte kopie verstrekt.
In de Gemeentewet zoals gewijzigd door de inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur is een nieuw commissiestelsel geïntroduceerd. Er wordt onderscheid gemaakt tussen raadscommissies, bestuurscommissies en andere commissies (resp. artikel 82, 83 en 84 Gemeentewet). Raadscommissies bereiden de besluitvorming in de raad voor en voeren overleg met het college en de burgemeester. Bestuurscommissies zijn commissies waaraan bevoegdheden van de raad, het college of de burgemeester worden overgedragen. Andere commissies kunnen alle mogelijke denkbare taken hebben. Er kan gedacht worden aan adviescommissies, ad hoc commissies en wijkraden.
Op grond van artikel 82, eerste lid, kan de raad zoveel raadscommissies instellen als hij wenselijk acht. De raad regelt de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de raadscommissies en de wijze waarop de leden van een raadscommissie inzage hebben in stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. De Gemeentewet zoals deze luidt na inwerkingtreding van de Wet dualisering gemeentebestuur verplicht overigens niet tot het instellen van raadscommissies. De raad kan er voor kiezen om in het geheel geen raadscommissies in te stellen.
De vaststelling van een verordening op de raadscommissies is uiteraard overbodig als er geen raadscommissie wordt ingesteld. In de Gemeentewet is thans bepaald dat collegeleden geen lid mogen zijn van raadscommissies. Bovendien moet de voorzitter van een raadscommissie een raadslid zijn en zal er sprake moeten zijn van een evenwichtige vertegenwoordiging van de fracties in de raadscommissies.
In de verordening zelf wordt het begrip "commissie" gehanteerd. Hiermee wordt de zogenaamde raadscommissie bedoeld.
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen en afbakening
Om te voorkomen dat de omschrijving van terugkerende begrippen in de verordening moeten worden herhaald, zijn in deze bepaling een aantal begrippen eenmalig gedefinieerd.
Voorts is een afbakeningsbepaling opgenomen. De verordening is niet van toepassing op die commissies die zijn ingesteld bij afzonderlijke verordening, zoals de rekenkamercommissie, de commissie voor de behandeling van bezwaarschriften en de commissie Broekpolder.
Artikel 2 Aantal, werkterrein en naamgeving
Het bepaalde in dit artikel regelt dat de raad na de periodieke verkiezingen voor de leden van de raad, door de raad in nieuwe samenstelling een besluit wordt genomen omtrent de instelling van raadscommissies alsmede de naam en de werkterreinen van de ingestelde commissies.
De instelling van de commissies geschiedt aan de hand van een separaat besluit. Dit betekent dat deze verordening niet behoeft te worden gewijzigd elke keer als een commissie wordt ingesteld, de naam of het werkterrein van de commissie wordt gewijzigd etc.
De raad kan besluiten om geen raadscommissies in te stellen. In dat geval zal de raad een besluit moeten nemen om deze verordening in te trekken.
Artikel 3 Taak en bevoegdheden
De taken van de raadscommissies zijn vastgelegd in artikel 82, eerste lid, van de Gemeentewet. De raadscommissies bereiden de besluitvorming van de raad voor en overleggen met het college of de burgemeester.
De taak om de besluitvorming van de raad voor te bereiden komt tot uitdrukking in de taak advies uit te brengen over een voorstel of onderwerp. De raadscommissie kan ook uit eigener beweging advies aan de raad uitbrengen, ook dit advies kan aanleiding zijn voor besluitvorming in de raad. De taken van de raadscommissie zijn in essentie dezelfde als die van de raad, die van kaderstellend, controlerend en volksvertegenwoordigend orgaan.
De raadscommissie bepaalt zijn eigen agenda via de agendacommissie.
Artikel 4 Instellen subcommissie
Onder omstandigheden kan het wenselijk zijn dat de raadscommissie een subcommissie instelt, die de commissie adviseert. Bijvoorbeeld bij complexe besluiten of indien een initiatief om een besluit te nemen (in de raad) uitgaat van een raadslid of de commissie.
De subcommissie kan niet rechtstreeks adviseren aan de raad. Op grond van artikel 82 Gemeentewet is dat voorbehouden aan de door de raad zelf ingestelde commissie.
Artikel 82, vierde lid, van de Gemeentewet schrijft voor dat de voorzitter van een raadscommissie raadslid moet zijn. Om die reden bepaalt artikel 5, eerste lid, dat de raad de voorzitters en hun plaatsvervangers 'uit zijn midden' benoemt.
Op basis van het tweede lid, is de voorzitter geen lid van de raadscommissie. Dit is een bewuste keuze, op deze wijze kan de voorzitter zich concentreren op zijn taak als (technisch) voorzitter en zijn tijd en energie aanwenden voor het bewaken van de positie van de raadscommissie. Hij hoeft zich niet te bekommeren om de inbreng van zijn fractie in de raadscommissie.
De raad bepaalt de samenstelling van de raadscommissies. Wel schrijft artikel 82, derde lid, van de Gemeentewet voor dat de raad moet zorgen voor een evenwichtige vertegenwoordiging van de in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen. In de verordening zijn geen specifieke bepalingen opgenomen om te waarborgen dat die evenwichtige samenstelling ook daadwerkelijk wordt bereikt, bijvoorbeeld door op te nemen dat een raadscommissie bestaat uit ten minste een en maximaal 3 leden per fractie naar evenredigheid van het aantal zetels in de raad. In de verordening is volstaan met de opdracht aan de agendacommissie (die namens de raad het aantal leden van een commissie bepaalt) om het bepaalde in artikel 82, derde lid in acht te nemen.
Overigens hoeven de verhoudingen in de raadscommissies blijkens jurisprudentie niet exact overeen te komen met de verhoudingen in de raad.
De zittingsperiode van de leden, de voorzitters en hun plaatsvervangers (artikel 5) en de duo-raadsleden (artikel 14) is even lang als de zittingsperiode van de raadsleden, in principe dus vier jaar. De benoeming eindigt derhalve van rechtswege, de raad hoeft hen niet te ontslaan.
De raad kan een lid van een raadscommissie op voorstel van de fractie die het lid heeft voorgedragen, ontslaan. Deze situatie kan zich voordoen in geval van een splitsing van een fractie. De ontstane nieuwe fractie heeft dan overigens recht op een eigen lid.
Artikel 8 Bericht van verhindering en vervanging
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Iedere raadscommissie wordt ondersteund door een secretaris. Gelet op de omvang van de griffie in de gemeente Beverwijk is het niet mogelijk dat de commissiesecretarissen uitsluitend uit het personeel van de griffie worden benoemd.
Aangezien de secretaris ook een ambtenaar uit de reguliere ambtelijke organisatie kan (zal) zijn, is het college de werkgever en zal de raad in overleg met het college moeten beslissen welke ambtenaar deze functie vervult en wie hem bij zijn afwezigheid of verhindering vervangt. De raad heeft deze taak overgelaten aan de agendacommissie,
In de praktijk zal het zo zijn dat de griffier en de gemeentesecretaris in onderling overleg de ambtenaar aanwijzen.
De secretaris is altijd bij de vergaderingen van de raadscommissie aanwezig. In principe neemt hij geen deel aan de beraadslagingen.
Hoofdstuk III Duo-raadslidmaatschap
Gelet op de hoeveelheid raadsvergaderingen en commissievergaderingen zal het, zeker voor de kleinere fracties niet altijd mogelijk zijn om in elke vergadering vertegenwoordigd te zijn indien uitsluitend raadsleden daaraan mogen deelnemen. Om deze reden is in deze verordening de mogelijkheid opgenomen dat raadsleden zich in de commissievergaderingen laten vervangen door niet-raadsleden. Vervanging in de vergaderingen van de raad is niet aan de orde.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 12 Vereisten voor het duo-raadslidmaatschap
Op grond van dit artikel moeten de duo-raadsleden, evenals raadsleden, voldoen aan hetgeen is bepaald in de artikelen 10, 11, 13 en 15 van de Gemeentewet. Dit betekent onder andere dat zij achttien jaar moeten zijn, over een geldige verblijfstitel moeten beschikken, hun nevenfuncties openbaar moeten maken, geen functie als bedoeld in artikel 13 mogen vervullen en niet in strijd mogen handelen met artikel 15.
Op grond van artikel 12 van de gemeentewet maken de leden van de raad openbaar welke andere functies dan het raadslidmaatschap van de raad zij vervullen. Deze bepaling is van overeenkomstige toepassing op de duo-raadsleden
Verder is de gedragscode voor bestuurders van overeenkomstige toepassing verklaard.
Artikel 13 Onderzoek vereisten
Deze procedure verloopt overeenkomstig de procedure als bij de benoeming van raadsleden. Zie de toelichting aldaar.
Artikel 14 Beëindiging duo-raadslidmaatschap
In deze bepaling is opgenomen dat het lidmaatschap van een duo-raadslid vervalt indien het raadslid dat hij vervangt ophoudt lid te zijn van de commissie waarin hij is benoemd. De vervanging van een raadslid in de vergaderingen van de commissie is derhalve persoons- en commissiegebonden. Een bepaling dat het duo-raadslid ophoudt lid te zijn van de commissie indien het raadslid dat hij vervangt zijn hoedanigheid van raadslid verliest, is overbodig omdat in artikel 7 is bepaald dat dat raadslid zijn hoedanigheid van commissielid dan automatisch verliest.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Veelal zullen de vergaderingen van de commissies plaatsvinden op een vaste dag en plaats voorafgaand aan de vergaderingen van de raad. De agendacommissie is belast met het opstellen van het schema voor de vergaderingen.
Een raadscommissie vergadert zo vaak als de agendacommissie het nodig oordeelt of indien een collegelid of een commissielid hierom vragen en de agendacommissie hiermee instemt.
Over de openbaarheid van de vergaderingen bevat deze verordening geen bepaling, aangezien artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet hierin voorziet. In deze bepaling wordt artikel 23 van overeenkomstige toepassing verklaard op raadscommissies. Dit betekent dat de vergaderingen van de raadscommissies in de regel in het openbaar plaatsvinden. Op verzoek van een vijfde van het aantal leden van een raadscommissie of de voorzitter kan de raadscommissie beslissen om achter gesloten deuren te vergaderen. Van een besloten vergadering wordt een afzonderlijk verslag opgemaakt, dat niet openbaar is tenzij de commissie anders beslist, zie ook artikel 35
Artikel 17 Samenstelling voorlopige agenda
Voor het verzenden van de oproep, stelt de agendacommissie de voorlopige agenda op. De agendacommissie kan tevens besluiten ambtenaren of anderen (deskundigen) in een commissie uit te nodigen adviezen of inlichtingen te verstrekken.
Artikel 18 Oproep; voorlopige agenda
De leden van een raadscommissie ontvangen een oproep inclusief de agenda voor een vergadering ruim voor de vergadering. Indien in spoedeisende gevallen een aanvullende agenda wordt opgesteld, is geen termijn gesteld. Dit is aan de beoordeling van de agendacommissie overgelaten. Wel zal de termijn uiteraard zodanig moeten zijn dat de leden van een raadscommissie in staat zijn om de stukken te lezen. De stukken ten aanzien waarvan geheimhouding is opgelegd worden niet toegezonden, maar kunnen bij de griffier worden ingezien (artikel 35).
Artikel 19 Ter inzagelegging stukken voor leden
Naast de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, worden stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op de agenda dienen op een vaste plaats voor een ieder ter inzage gelegd. In de openbare kennisgeving wordt vermeld waar de stukken liggen. Originele stukken moeten uiteraard bij de gemeente blijven berusten.
Artikel 20 Openbare kennisgeving
Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet moet de voorzitter van een raadscommissie tegelijkertijd met de schriftelijke oproep de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering ter openbare kennis brengen. De voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken worden tegelijkertijd met de schriftelijke oproep en op een bij openbare kennisgeving aan te geven plaats ter inzage gelegd. Deze bepaling geeft hier een regeling voor.
Artikel 20 van de Gemeentewet regelt het vergaderquorum van de raad. Voor de raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet. Artikel 21 voorziet hierin. Indien meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden aanwezig is en de presentielijst heeft getekend, kan worden vergaderd. Het derde lid voorziet er in dat de vergadering evengoed kan plaatsvinden maar dat in die vergadering geen besluiten kunnen worden genomen.
Artikel 22 Besluiten of beslissingen
De regeling in dit artikel sluit aan bij het bepaalde in de artikelen 29 en 30 van de Gemeentewet (stem- respectievelijk besluitquorum voor de raad). In een vergadering als bedoeld in het derde lid van artikel 21 kan in elk geval geen besluit genomen worden, aangezien dan het stemquorum ontbreekt. Het kan ook voorkomen dat gedurende een vergadering een aantal leden vertrekt en daardoor het stemquorum niet meer wordt gehaald. Ook in dat geval kunnen er geen besluiten meer worden genomen.
Bij het staken van de stemmen, wordt het desbetreffende onderwerp of voorstel opnieuw behandeld in de volgende commissievergadering. Anders dan bij vergaderingen van de raad, maakt het hier niet uit of er sprake is van een voltallige vergadering.
Artikel 23 Behandeling voorstellen college
De agendacommissie bepaalt in welke commissie een bepaald onderwerp of voorstel wordt voorbereid.
In het derde lid komt de invloed van de commissie op de agenda tot uitdrukking.
Dit betekent onder andere dat een raadscommissie kan bepalen dat een onderwerp of voorstel onvoldoende voorbereid en voor inlichtingen of advies aan het college wordt gezonden. De agendacommissie bepaalt vervolgens in welke vergadering het onderwerp of voorstel opnieuw geagendeerd wordt en niet het college. Uiteraard zal hierover wel overleg gevoerd moeten worden met het college of de secretaris.
Een raadscommissie neemt geen beslissingen, maar bereidt de besluitvorming in de raad voor en overlegt met het college en de burgemeester. Wel kan een raadscommissie gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen aan de raad. De leden beslissen over het advies. Ten behoeve van het debat in de raad en om recht te doen aan de mening van alle fracties, inclusief minderheidsstandpunten, wordt de standpunten van alle fracties opgenomen. Het ligt voor de hand dat indien een lid het niet eens is met het fractiestandpunt, dat hier afzonderlijk melding van wordt gemaakt in het advies aan de raad.
Indien het advies van de commissie unaniem en positief is wordt aan het advies de woorden "agenderen als hamerstuk" toegevoegd. Op grond hiervan kan de agendacommissie bij het opstellen van de agenda voor de vergaderingen van de raad (artikel 14 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad) bepalen of het voorstel op de lijst van stukken die zonder beraadslaging worden afgedaan of op de lijst van voorstellen die naar verwachting met beraadslaging worden afgedaan. Indien aan het advies de woorden "agenderen als hamerstuk" zijn toegevoegd plaatst de agendacommissie het desbetreffende voorstel op het overzicht van voorstellen die zonder beraadslaging worden afgedaan. Zie ook het bepaalde in artikel 14, tweede lid en artikel 24 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 26 Gecombineerde vergadering
Artikel 26 bevat coördinatiebepalingen.
Als een onderwerp meerdere commissies aangaat, kan onderwerp in meerdere commissie besproken, tenzij de agendacommissie besluit een onderwerp in een gecombineerde commissievergadering (comité generaal) besproken wordt.
De agendacommissie wijst in dat geval een voorzitter aan.
Artikel 27 Vaststelling agenda, inventarisatie sprekers; deelname door derden
De agendacommissie bepaalt in overleg hoe de agenda voor de raadscommissie eruit komt te zien. Dit is echter een voorlopige agenda. De commissie stelt zelf de agenda definitief vast.
In dit artikel zijn tevens bepalingen opgenomen ter bevordering van de efficiëntie van de vergaderingen. De leden moeten van te voren bedenken of zij het woord willen voeren. Indien geen enkel lid zich heeft aangemeld, vindt er geen bespreking plaats, tenzij een lid van het college of de burgemeester aangegeven heeft over het onderwerp het woord te willen voeren.
Bovendien zijn in dit artikel bepalingen opgenomen omtrent het deelnemen aan de beraadslagingen door derden.
Op grond van het bepaalde in artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet heeft een lid van het college het recht om aan de beraadslagingen deel te nemen.
Het stellen van vragen dient ook als een spreektermijn beschouwd te worden. Een spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten. Een verzoek van een lid na afloop van de tweede termijn om nog een korte reactie te geven, dient de voorzitter niet te honoreren. Indien de commissie van mening is, dat na de tweede termijn verdere beraadslaging nodig is, kan hij daartoe uitdrukkelijk besluiten.
Artikel 29 Voorstellen van orde
Ieder lid heeft te allen tijde het recht een voorstel van orde te doen. De beslissing of er inderdaad sprake is van een voorstel van orde is aan de betreffende raadscommissie. Over een voorstel van orde wordt direct, zonder beraadslaging, besloten door een raadscommissie, echter met dien verstande dat een commissielid zijn stem over het voorstel van orde kort kan toelichten.
Artikel 30 Handhaving vergaderorde
Het eerste lid verzekert dat leden van een raadscommissie vrijelijk kunnen spreken. Wel zijn interrupties uiteraard toegestaan voor zover de voorzitter bij een overvloed aan interrupties of in het belang van de voortgang van de beraadslagingen niet bepaalt dat een spreker zijn betoog zonder verdere interrupties afrondt. Om te bevorderen dat leden van raadscommissies zich niet belemmerd voelen om hun mening te uiten bepaalt artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet bovendien dat artikel 22 van overeenkomstige toepassing is op leden van raadscommissies. Hierdoor zijn leden van raadscommissies niet in rechte te vervolgen, aan te spreken of verplicht getuigenis af te leggen over hetgeen zij in de vergadering zeggen of schriftelijk overleggen. Dit geldt voor zowel raadsleden als niet-raadsleden.
Hoofdstuk VI Lidmaatschap van andere organisaties
Artikel 31 Verslag; verantwoording
Leden van de raad (of in voorkomende gevallen de burgemeester, een wethouder of de gemeentesecretaris), die lid zijn van een algemeen bestuur van een gemeenschappelijke regeling, verrichten aldaar hun taak zowel als leden van dat bestuur en als vertegenwoordiger van en in naam van de gemeente. Voor de wijze, waarop zij in het bestuur van de gemeenschappelijke regeling functioneren, zijn zij verantwoording verschuldigd aan de raad, die hen heeft aangewezen. Ook de gemeenschappelijke regeling dient over deze verantwoordingsplicht en over de informatieverstrekking aan de raad bepalingen te bevatten. De raad heeft middels deze verordening deze taak overgelaten aan de commissies die het aangaan.
In het tweede lid wordt de mogelijkheid tot het stellen van schriftelijke vragen aangegeven, overeenkomstig de regels, daarvoor gesteld in artikel 45 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad.
Het derde lid bevat de procedure voor de ter verantwoording roeping, die aansluit bij de regels voor inlichtingen.
Het bepaalde in dit artikel is ook van toepassing te verklaren op andere organisaties, waarin de raad een of meer van zijn leden of leden van het college heeft benoemd. Hierbij valt te denken aan privaatrechtelijke rechtspersonen en vennootschappen, zoals een (raad van commissarissen van) een NV.
Hoofdstuk VII Toehoorders, spreekrecht
Artikel 32 Toehoorders en pers
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 33 Spreekrecht toehoorders
Het spreekrecht van burgers kan bijdragen aan het vergroten van de betrokkenheid van de burgers bij het lokaal bestuur, één van doelstellingen van de vernieuwing van het lokaal bestuur. Om deze reden is hier bepaald dat burgers het woord mogen voeren tijdens commissievergaderingen.
Het spreekrecht is beperkt gehouden tot geagendeerde onderwerpen, omdat burgers op die manier een doeltreffende bijdrage kunnen leveren aan de beraadslagingen van een raadscommissie. Doordat het spreekrecht betrekking heeft op geagendeerde onderwerpen, kan een burger alleen inspreken over onderwerpen die een raadscommissie aangaan. Als een burger zich meldt voor een onderwerp dat een andere raadscommissie aangaat, ligt het voor de hand dat de secretaris van de commissie of de griffier de betreffende persoon naar de juiste raadscommissie verwijst.
Artikel 26, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet regelen dat de voorzitter van de raad toehoorders die de orde verstoren, kan doen vertrekken en bij volharding in hun gedrag de toezegging kan ontzeggen. Voor raadscommissies ontbreekt een dergelijke bepaling in de Gemeentewet, het vijfde lid voorziet hierin.
Hoofdstuk VIII Besloten vergadering
Artikel 35 Besloten vergadering
Bij bepalingen die van overeenkomstige toepassing zijn kan onder meer gedacht worden aan de bepalingen omtrent het tijdig verzenden van stukken, het vergaderquorum en voorstellen van orde. De bepalingen van deze verordening zijn echter niet van toepassing, voor zover de toepassing van die bepalingen strijdig is met het besloten karakter van de vergadering. Zo zullen er bijvoorbeeld geen beeld- en geluidsregistraties voor openbaar gebruik gemaakt kunnen worden. Ten aanzien van de stukken die betrekking hebben op een besloten vergadering en het behandelde zal een raadscommissie moeten besluiten of geheimhouding als bedoeld in artikel 86 van de Gemeentewet wordt opgelegd dan wel opgeheven.
Op grond van artikel 82, vijfde lid, van de Gemeentewet is artikel 23 van overeenkomstige toepassing. Het vierde lid van artikel 23 van de Gemeentewet schrijft voor dat van een besloten vergadering een afzonderlijk verslag wordt opgemaakt, dat niet openbaar wordt gemaakt tenzij de raad en in casu dus een commissie anders beslist. De raadscommissie beslist over het openbaar maken van deze notulen.
Hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 86 van de Gemeentewet nodig. Niet alleen een raadscommissie kan geheimhouding opleggen, ook de voorzitter van een raadscommissie, het college en de burgemeester kunnen geheimhouding aan een raadscommissie opleggen. Overigens kan een raadscommissie ook geheimhouding opleggen aan de raad of het college ten aanzien van stukken die zij aan de raad of het college overlegt (artikel 25, tweede lid, en artikel 55, tweede lid, van de Gemeentewet). De geheimhouding geldt ten aanzien van een ieder die aanwezig is bij een besloten vergadering of die kennis draagt van stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. De geheimhouding geldt totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd of de raad, haar opheft.
In artikel 53 van het Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad is bepaald dat indien de raad voornemens is de geheimhouding op te heffen, de raad eerst overleg pleegt met het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd.
Artikel 36 Beslissingen in gevallen waarin de verordening niet voorziet
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Dit artikel behoeft geen toelichting.
Door het opnemen van een citeertitel wordt deze regeling afdoende geïdentificeerd. Toevoeging van vindplaats en datum van vaststelling is bij verwijzing naar deze regeling derhalve niet nodig.